Ondersteunde zelfzorg: implementatie OP MAAT stimuleren Inleiding U heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn in de zelfevaluatietool van Zelfzorg Ondersteund om daarmee een prescan uit te voeren. Dit document beschrijft wat u wel en niet kunt verwachten van deze aanpak en welke mogelijk vervolgstappen zoals een plan op hoofdlijnen er zijn. Implementatie op maat In de coöperatie Zelfzorg Ondersteund is het tripartite van patiënten vertegenwoordiging (NPCF, DVN), zorgverzekeraars (CZ, Achmea, VGZ, Menzis, De Friesland en ONVZ) en zorgaanbieders (InEen, NHG, NDF en de LHV1), gelijkwaardig vertegenwoordigd en worden de krachten gebundeld om ondersteunde zelfzorg binnen drie jaar daadwerkelijk op grote schaal te implementeren. Om te komen tot opstart en opschaling bij de zorggroepen is in het tripartite veel gediscussieerd hoe we deze opschaling kunnen faciliteren. Een belangrijke conclusie daarbij is dat er geen blauwdruk mogelijk is (en ook niet gewenst is). Stimuleren en ondersteunen van effectieve implementatie is alleen mogelijk wanneer wordt aangesloten bij het ontwikkelingsstadium van ondersteunde zelfzorg waarin een zorggroep zich bevindt. Daarom is een zogenaamde zelfevaluatietool ontwikkeld op basis waarvan de zorggroep kan bepalen in welk ontwikkelingsstadium van implementatie hij zich bevindt en wat nodig is om een volgende stap te zetten. Hoe werkt het? Hoe werkt het ? Alle zorggroepen ontvangen binnenkort een introductiepakketje met achtergrondinformatie vanuit Zelfzorg Ondersteund. Zorggroepen kunnen op basis van de zelfevaluatietool een prescan uitvoeren. Deze prescan geeft de zorggroep het eerste houvast over waar zij staan en wat een volgende stap van implementatie is en welke aandachtspunten daarbij centraal kunnen staan. De zorggroep kan het traject beperken tot deze fase. Maar de zorggroep kan ook besluiten verder te willen en een volgende stap te willen zetten in de implementatie. Op verzoek van de zorggroep bieden de partijen van ZO! de zorggroepen de mogelijkheid om op basis van de prescan een gesprek te voeren met een “consulent”. Dit gebeurt in de vorm van een geleide workshop met een diverse vertegenwoordiging (huisarts, POH, zorggroepmanager, diëtist, etc.). Dit is een verdiepend gesprek om scherp te krijgen waar de zorggroep staat en hoe men een stap verder komt in de implementatie. De zorggroep stelt na uitvoering van de uitgevoerde prescan en het gesprek een plan op waarmee de vervolgstap gezet kan worden. Hoe komen we verder? Wat zijn de ambities? Zijn er belemmeringen? Wat gaan we als eerste oppakken? Daarnaast bekijkt de zorggroep wat de mogelijkheden zijn binnen de huidige kaders, met de huidige ondersteuningsmogelijkheden (bijvoorbeeld door de ROS, Vilans, eigen medewerkers, DVN, vanuit Zelfzorg Ondersteund, etc.). Tot slot blijft er een deel over dat niet te realiseren is binnen de huidige afspraken en mogelijkheden met lokale partijen. Het kan zijn dat de zorggroep om ondersteunde zelfzorg te implementeren extra tijd nodig heeft. Bijvoorbeeld omdat de POH’s meer dan gebruikelijk getraind en opgeleid moeten worden. Of omdat de implementatie van het zelfzorgsysteem ook een verandering in de wijze van consultvoering vraagt. Dat zijn eenmalige kosten van de “omslag” die gemaakt moet worden. Daarvoor kan ook een tijdelijke extra investering nodig zijn waarvoor we met elkaar op landelijk niveau implementatiegelden beschikbaar hebben waar u via Zelfzorg Ondersteund een beroep op kunt doen als uw plan voldoet aan de kennis die we nu met 1 Genoemde partijen zijn alle formeel lid van de coöperatie m.u.v. de LHV. De LHV neemt als “waarnemer” deel aan het bestuur. elkaar hebben over “effectieve implementatie” van ondersteunde zelfzorg. De zorggroep kan ook constateren dat aanvullende afspraken met de zorgverzekeraar nodig zijn omdat het proces anders is ingericht. Bijvoorbeeld omdat er met andere producten/diensten wordt gewerkt of omdat de consulten in de beginperiode na diagnose langer zullen zijn om de patiënt te instrueren. De deelnemende zorgverzekeraars aan Zelfzorg Ondersteund werken alle conform deze aanpak en verwijzen er naar in hun inkoopvoorwaarden. De zorgverzekeraars zijn bereid daarover het gesprek aan te gaan en samen met de zorggroepen te zoeken wat al wel bekostigd wordt, wat niet, welke ruimte er binnen de bestaande afspraken bestaat en waarvoor extra afspraken gemaakt moeten worden. Indien gewenst kunnen zorggroep en zorginkoper ook een vervolggesprek aangaan in aanwezigheid van de “consulent” waarbij gekeken wordt naar de ambitie, het plan van aanpak, de huidige mogelijkheden, de belemmeringen en de wijze waarop deze opgelost kan worden. De consulent kan het gesprek faciliteren maar brengt ook kennis mee die landelijk beschikbaar is en is opgedaan bij andere zorggroepen. Wat werkt wel en wat niet? Waar kun je nog meer aan denken? Hoe lossen anderen dat op? Als de cirkel rond is (zie figuur) dan gaat de zorggroep van start met implementeren en bijstellen. De “Zelfzorg Ondersteund-consulent” verdwijnt dan weer naar de achtergrond. Vanzelfsprekend kan de zorggroep wel gebruik blijven maken van de implementatiekoffer die te vinden is op de website van Zelfzorg Ondersteund. Deze bevat de landelijk bijeengebrachte kennis en wordt telkens geüpdate met praktische tools en voortschrijdend inzicht op terrein van ondersteunde zelfzorg. In het document “Prescan en gespreksleidraad” vindt u de vragen die centraal staan om te bepalen waar u als zorggroep staat en waar de volgende uitdagingen kunnen liggen. Deze ontwikkelingsstadia zijn niet star. De ene zorggroep is immers de andere niet. Bij een zorggroep met grote diversiteit in aangesloten praktijken kan de opschaling bij een deel van de praktijken sneller verlopen dan bij de andere. Centraal staat dan de wens om met elkaar ruimte vinden om een stap verder te komen. Uiteindelijk is de stip op de horizon om ondersteunde zelfzorg op grote schaal geïmplementeerd te zien een vanzelfsprekend en geïntegreerd onderdeel van het zorgproces voor patiënten met een chronische aandoening. Een hoofdonderdeel is de samenwerkingsrelatie tussen patiënt met een chronische aandoening en de behandelaar (meestal de huisarts maar ook andere betrokken zorgverleners als diëtist, fysiotherapeut, POH, etc.) . Dat betekent dat zowel de patiënt als de zorgverlener “verleid” en ondersteund moet worden om zelfzorg op te gaan pakken. Dat stelt eisen aan eenvoud en gebruikersgemak van alle ondersteuning en tools en vraagt ook nieuwe vaardigheden en competenties van de zorgverleners. Waarde van de initiatieven Hoe ver is de zorggroep? Welke stap wil de zorggroep ze en om naar een volgende fase te komen? Welke ondersteuning hebben ze daarbij nodig? Professionalisering, doorontwikkeling/uitbouw, en producten 1eNieuwe doeleninnovaties gehaald. Managen bestaand en Managen bestaand en innovatie uitbouw innova es. Uitbouw leefs jl. Uitbouw lokale verankering Professionalisering, doorontwikkeling/ Professionalisering e Doorontwikkeling bouwstenen uitbouw, 1 doelen gehaald. Hele Gewenste doel behaald zorggroep aangesloten Processen verbeterd Processen staan o.b.v.Bouwstenen Ervaringen eerste huisartsen. Opschaling verbeterd naar meer huisartsen en Kritische massa pa ënten aan klanten Visie geïntegreerd Organisatie staatin Bouwstenen zorgproces bij v1.0 Launching customers voorlopende huisartsen BP Visie uitgewerkt en gedragen. Keuze zelfzorg pla orm Opstart 15 Opschalen Expansie Uitbouw volwassen fase Wat is het wel en wat niet? De zelfevaluatietool leidend tot een prescan helpt bij: Zorggroepen die starten met zelfmanagement; Beeld te krijgen van de bestaande situatie in de eigen organisatie en daarbij vast te stellen welke volgende stappen dienen gezet te worden om tot succesvol implementeren te komen Zorggroepen die gestart zijn met zelfmanagement, maar vooralsnog vastlopen in de verdere implementatie ervan; Beeld te krijgen bij de huidige implementatie en wat mogelijk ontbreekt om de implementatie verder te brengen Zorggroepen die gestart zijn met zelfmanagement en willen versnellen in hun implementatie; Beeld te krijgen bij welke elementen kunnen bijdragen tot versnelling van implementatie De prescan is geen tool om: Het visie of implementatiestrategie inhoudelijk te bepalen Een zorggroep dient eerst zelf visie op zelfmanagement te bepalen. Hierbij wordt aangeraden om bijvoorbeeld met modellen zoals “De gouden cirkel” van Simon Sinek te werken en wordt verwezen naar de implementatiekoffer (http://zelfzorgondersteund.nl/zelfzorg-ondersteund-implementatiekoffer/) en de voorbeelden van andere succesvolle implementaties bij zorggroepen die te vinden zijn op www.zelfzorgondersteund.nl. Geen “afvinklijst”. De vragen zijn niet bedoeld om met een kaal ja of nee te beantwoorden, maar om met elkaar, en onder leiding van de consulent, te kijken wat wel en niet gerealiseerd is en kritisch te kijken welke punten beter kunnen. Is de visie er? Maar is hij ook opgeschreven? En getoetst op draagvlak? Zo ja, bij wie en hoe breed? En als er een opstartfase is geweest: is daarbij dan het volledige concept uit het visiedocument getoetst? Is goed geëvalueerd wat daarvan wel en niet werkt voordat verder wordt opgeschaald naar andere praktijken? En leiden de daar geleerde lessen wel echt tot bijstelling visie en aanpak? En hoe is dat geborgd? De stappen samengevat Stap 1- Prescan/Zelfevaluatie --> Voorgesprek met consulent en vertegenwoordiger van zorggroep om te verkennen waar zorggroep staat. Vervolgens invullen van prescan door bijvoorbeeld: kaderarts, medische directeur, kwaliteitsmedewerker, aandachtsfunctionaris, manager, etc. Stap 2 – Scan --> Bespreking van de scan door de consulent en een vertegenwoordiging vanuit de zorggroep. Vervolgens benoemen van doelen van de zorggroep voor een Plan op hoofdlijnen Stap 3 – Plan op hoofdlijnen --> De consulent en de vertegenwoordigers van de zorggroep stellen een plan op hoofdlijnen op. De inhoud wordt bepaald door de beweging die zorggroepen willen maken. Stap 4 – Bespreken en afstemmen --> Vertegenwoordigers van zorggroep, patiënten en zorginkoper bespreken het “Plan op hoofdlijnen” onder begeleiding van consulent. Hierbij hebben patiënt en zorginkoper ruimte om belang van hun achterban in te brengen. Op basis van deze dialoog worden afspraken gemaakt waarbij, afhankelijk van de inhoud, het uitgangspunt voor alle partijen is: ‘Wat kan ik doen om de anderen te helpen hun doelen te bereiken?’ Stap 5 – Invoeren en bijstellen --> Het plan wordt ingevoerd binnen de zorggroep volgens de gemaakte afspraak met patiënten en zorginkoper. Indien noodzakelijk wordt het plan bijgesteld in overleg met patiënten en zorginkoper. Hoe bewaken we de toepassing en voortgang met elkaar? Alle aan Zelfzorg Ondersteund deelnemende zorgverzekeraars voegen het document ten aanzien van de prescan, of een verwijzing naar het document, toe aan de inkoopafspraken. Het document komt ook beschikbaar op de website van Zelfzorg Ondersteund. Zorginkopers en zorggroepen worden geïnformeerd en zo nodig opgeleid in deze manier van werken. Tijdens de kennissessie op 4 juni 2015 zullen zorggroepen, patiënten vertegenwoordiging en inkopers van zorgverzekeraars de kans krijgen met elkaar te “oefenen”. Daarbij worden ook andere partijen uitgenodigd die u kunnen ondersteunen hierbij zoals de ROS’en, Vilans, de partijen van Zelfzorg Ondersteund e.d. Ook zal de toolkit van Zelfzorg Ondersteund uitgebreid worden met een eenvoudige zelfevaluatie tool om zelf vast te stellen waar een zorggroep staat en een gespreksleidraad die houvast geeft bij deze nieuwe werkwijze. In de 2e helft van 2015 zullen de gezamenlijke ZO!-partijen afspraken maken over de wijze waarop voortgang ten aanzien van de nieuwe werkwijze geëvalueerd kan worden. Kernwoorden daarbij zijn: monitoren van de ontwikkeling, pragmatisch, aansluiten bij het bestaande en geen onnodige extra administratie. Volgend jaar vindt daarnaast ook een evaluatie/klantervaringsonderzoek plaats om te bezien hoe de verschillende partijen het proces beoordelen en welke wijzigingen als gevolg daarvan nodig zijn.