Activiteitenplan Station Zuid 2006-2008 ALGEMEEN Station Zuid heeft in het beleidsplan 2005-2008 de uitgangspunten geformuleerd voor de wijze waarop het invulling gaat geven aan de drieledige opdracht: produceren van dansvoorstellingen, educatie en danspromotie. Sinds het verschijnen van het plan in september 2005 zijn er weer vele stappen gezet. In aanvulling op het beleidsplan zenden we u het activiteitenplan van Station Zuid voor de komende periode 2006-2008. ARTISTIEKE MEDEWERKERS Artistiek leider Marc Vlemmix heeft binnen Station Zuid een artistieke kern gevormd met de choreografen Nanine Linning en Andre Gingras, een nieuwe lichting belangwekkende choreografen in Nederland. De keuze voor Nanine Linning en Andre Gingras is boven alles ingegeven door geloof in hun kwaliteit, oorspronkelijkheid en potentie. Met deze gezichtsbepalende choreografen kan regionaal, nationaal en internationaal een stevige positie worden ingenomen. Station Zuid kiest hiermee voor makers die hun potentie hebben laten zien, die hebben ontdekt waar hun eigen kracht ligt en kunnen worden gefaciliteerd om zich verder te ontwikkelen. Het zijn zelfstandige makers op zoek naar een nieuwe structuur. Ze zijn het stadium van het circuit van productiehuizen voorbij en zoeken hun ontwikkeling niet (meer) bij de bestaande reguliere grote gezelschappen. Beide choreografen zijn zeer enthousiast over de plannen en opzet van Station Zuid. Met hen is een meerjaren traject afgesproken om op verschillende niveaus een verbintenis aan te gaan. De ervaring die beide choreografen de afgelopen jaren in het grote en kleine zaal circuit hebben opgedaan, zowel bij grote gezelschappen als in eigen beheer, geeft een stevige basis voor het creëren van aansprekende dansvoorstellingen waarmee in de regio geïnvesteerd kan worden in de verdere ontwikkeling van het dansklimaat. Nanine en Andre behoren tot de nieuwe lichting choreografen die zeer communicatief zijn en zich in het artistieke proces bewust zijn van de relatie met het veronderstelde publiek. Het maken van een choreografie voor de kleine zaal, grote zaal of een bijzondere (festival)locatie vraagt niet alleen om een andere benadering van de ruimte maar ook om een besef van het verschil in publiek. Nanine Linning en Andre Gingras zullen ook zelfstandig, los van Station Zuid, producties ontwikkelen. De projecten die zij voor Station Zuid maken, zullen iets toevoegen aan het bestaande Nederlandse aanbod door bijvoorbeeld de keuze voor een bijzondere locatie of nieuwe combinaties met andere disciplines. Hierin sluit de artistieke visie van Station Zuid goed aan bij de nieuwsgierigheid van beide makers om binnen de dans andere disciplines als o.a. videokunst, beeldende kunst en opera te integreren. Een derde choreograaf met wie een relatie wordt aangegaan is Edward Clug, werkzaam in Maribor (Slovenië). Met hem wordt een eerste stap gezet om invulling te geven aan de opvattingen over internationalisering. Het introduceren van interessante nieuwe makers in Nederland is allereerst aan versterking van het aanbod. Daarnaast plaatst het Station Zuid in een internationale context van waaruit artistieke uitwisseling tot stand kan komen. Nanine Linning Nanine Linning (28) is in 1999 afgestudeerd als choreograaf aan de Rotterdamse Dansacademie. Ze maakte producties bij het Haagse productiehuis Korzo, voor het Utrechtse dansfestival Springdance en in eigen beheer. Bij het Scapino Ballet Rotterdam kreeg ze de laatste vijf jaar als huischoreograaf de gelegenheid om maar liefst 12 choreografieën met een groot ensemble te maken voor de grote zalen. Aan het einde van dit seizoen zal ze Scapino verlaten om nieuwe wegen in te slaan. Haar laatste eigen productie “Bacon” is op het afgelopen Holland Dance festival verkozen tot beste dansproductie van het seizoen 2004-2005! Nanine wil de komende jaren dansproducties maken die op zoek gaan naar de relatie met film, opera en muziektheater, een artistieke koers die naadloos aansluit bij de artistieke visie van Station Zuid. Andre Gingras De Canadese Andre Gingras (38) studeerde theater, literatuur en moderne dans in Toronto en Montreal. Hij ontving de stimuleringsprijs van de Canadese Kunstraad om zijn dansopleiding in New York voort te zetten. Verder werkte hij met Lucas Hoving en danste hij in Amerika rollen die voor José Limon waren gecreëerd. Na zijn vertrek in 1996 naar Europa heeft hij intensief met operaregisseur en dans/theatermaker Robert Wilson samengewerkt. Ook gaf hij les in Europa en Amerika. Inmiddels woont hij negen jaar in Nederland. In 1999 startte hij met het maken van eigen producties, waarvan drie succesvolle bij Korzo (Den Haag). Zijn eerste productie CYP17 toerde in Nederland, Duitsland, België, Frankrijk, Spanje en India. Daarnaast heeft hij twee producties gemaakt op uitnodiging van het Nederlands Danstheater. In 2000 kreeg hij de aanmoedigingsprijs voor de meest veelbelovende jonge choreograaf van het Amsterdams Fonds voor de Kunsten. Edward Clug Edward Clug (32) is artistiek leider van het Balletgezelschap van Maribor (Slovenië). Hij is oorspronkelijk afkomstig uit Roemenië. Als jong en talentvol choreograaf (en danser) is hij bezig om het van oorsprong traditionele Balletgezelschap (dat is gespecialiseerd in het opvoeren van de klassiekers als De Notenkraker en Zwanenmeer) een nieuw gezicht te geven met origineel modern repertoire. Hij maakte o.a. Radio en Juliet, gebaseerd op het verhaal van Romeo en Juliet, maar opnieuw geïnterpreteerd met een geheel moderne scenografie, modern dansidioom en muziek (oorspronkelijk Prokofiev, nu op muziek van Radiohead). De combinatie van een modern dansidioom op basis van klassieke technieken, de theatrale benadering (o.a. met video) en het bekende verhaal, leverde een verrassende, voor breed publiek toegankelijke, voorstelling op. Edward Clug is buiten Oost-Europa nog een onbekende choreograaf, maar hij heeft alles in zich om wereldwijd een grote naam te worden. In het seizoen 2006-2007 zal Radio en Juliet door Nederland Toeren, mogelijk met een voorprogramma van Station Zuid. Met deze drie choreografen is de afgelopen maanden langdurig gesproken. Allen zijn enthousiast over de samenwerking met Station Zuid. Dit heeft geleid tot het volgende activiteiten overzicht (wijzigingen voorbehouden) ACTIVITEITEN 2006 - 2007 SOLO Productie: Productieperiode: Speelperiode: Choreograaf: introductieprogramma Station Zuid, kleine zalen in de regio januari/februari 2006 maart/april 2006 Edward Clug Om zo snel mogelijk als Station Zuid zichtbaar te zijn in de regio en een start te kunnen maken met de verbintenis met de zuidelijke theaters en hun publiek, zal al in maart 2006 de eerste productie van Station Zuid worden gepresenteerd. In dit introductieprogramma zullen de drie makers, die zich de komende jaren aan Station Zuid hebben verbonden, worden gepresenteerd. Aangezien de theaters dit seizoen in hun reguliere avondprogrammering geen ruimte meer hebben, zal dit programma de vorm krijgen van een lunchvoorstelling. Hierin zal o.a. een nieuwe solovoorstelling van Edward Clug worden gepresenteerd en wordt onderzocht of deze solo zal worden begeleid door het Zappstringquartet. Rondom deze solo zal eerder werk van Nanine Linning en Andre Gingras, middels een video-installatie, worden gepresenteerd. CRY LOVE Productie: Productieperiode: Speelperiode: Choreograaf: Locatie Project in Musea, in samenwerking met de zomerfestivals Co-productie Lewisproductions en Station Zuid januari t/m mei 2006 juni, aug. t/m okt. 2006 Nanine Linning Cry love wordt een project dat balanceert op de grens van beeldende kunst en danstheater. Het project krijgt het intieme karakter van een installatie / dansvoorstelling, waarbij publiek onderdeel uitmaakt van de ruimte. Drie delen: Proloog: Het publiek wordt door een tunnel geleid. Geluid, dansers, projectie omringen het publiek. Je hoort het geluid van een hartslag, het ruisen van bloed in de bloedbanen, geruis, gefluister, gehijg, lage tonen. Publiek beleeft de installatie van binnenuit, bevindt zich in een “lichaam”. Door het gaasdoek steken de dansers met lichaamsdelen van “buiten” naar binnen en bewegen enorm vertraagd. Vanaf de kanten van de tribunes en vanaf het plafond worden er op de gasdoeken beelden geprojecteerd van anatomische aard. Hiermee zal bij het publiek een bepaalde concentratie en energie worden opgeroepen, die van belang is voor deel twee “cry love’ Cry Love: Na de belevenis in de tunnel nemen mensen plaats op 2 tribunes aan weerszijde van de tunnel. Van de dansers ziet het publiek nu de delen van het lichaam die niet naar binnensteken. Langzaam verdwijnen de dansers door het gaasdoek in de tunnel. Hierna worden de dansers zichtbaar belicht door zijlicht. En vermengt het beeld van de dansers zich met de voor en achter projectie. Slot: De voorstelling eindigt weer door het publiek in de tunnel te geleiden. De buitenkanten van het gaasdoek zijn nu niet langer transparant. De video wordt vervangen door projecties van 2D beelden. Na een aantal minuten in de ruimte te hebben gestaan, vallen de 5 dansers door het gaasdoek van het plafond. Artistieke team: Ingrid Baars: Jan Boiten: Jacob ter Veldhuis: Petra Fink: Richard Bron: Dramaturg: Dansers: Beeldend kunstenaar/fotograaf Scenograaf en lichtontwerper Componist kostuums. Installatie Peggy Olisleagers 5, waaronder Ederson Rodrigues Xavier, Ires Reyes, Nanine Linning. Binnen twee weken zal duidelijk zijn of Lewisproductions / Station Zuid deze productie in première kan laten gaan in het Holland Festival. Hiermee zou Station Zuid zich landelijk op de kaart kunnen zetten. Daarnaast zijn we in gesprek met de zuidelijke zomerfestivals (Theaterfestival Boulevard, Cultura Nova en Zeeland Nazomerfestival). Door Station Zuid in de periode augustus t/m oktober 2006 op de zomerfestivals te presenteren (mogelijk aangevuld met een aantal bijzondere musea in de regio, zoals de Pont, Van Abbe en Bonnefanten), kan Station Zuid een breed geïnteresseerd publiek bereiken en kan het steviger in de zuidelijke regio wortelen. Samen met de regionale festivals en reguliere podia zal een marketingplan worden ontwikkeld, waarin de publieksstromen van beide circuits aan elkaar kunnen worden verbonden. SOLO Productie: Speelperiode: Choreograaf: Solo Edward Clug november 2006 Edward Clug De solo die Edward Clug in het begin van 2006 voor Station Zuid zal maken wordt in het najaar van 2006 samen met de 1 uur durende voorstelling Radio en Juliet van het Ballet Maribor aan de theaters aangeboden. Hiermee wordt de verbondenheid van Edward Clug aan Station Zuid duidelijk en kunnen er op het gebied van de marketing verbindingen worden gelegd met andere producties van Station Zuid, in het bijzonder de productie die in 2007-2008 met Edward Clug zal worden gemaakt. MZ/KZ Productie: Productieperiode: Speelperiode: Choreograaf: middenzaal/kleine zaal januari/februari 2007 maart/april 2007 NNB Na goed overleg met de theaterdirecties van Zeeland, Noord-Brabant en Limburg is er voor gekozen om in het seizoen 2006-2007 geen grote zaal productie uit te brengen. Het generen van naamsbekendheid en het opbouwen van het publiek vraagt tijd, daarom is gekozen voor het maken van een voorstelling die geschikt is voor de kleine zalen en middenzalen. We zijn nog met een aantal mensen in gesprek, maar we verwachten de choreograaf op korte termijn te kunnen presenteren. LOCATIEPROJECT Productie: locatie project ism met de zomerfestivals Productieperiode: april/mei 2007 Speelperiode: juni t/m sept.2007 Choreograaf: Andre Gingras/Sylvain Emard Canadaproject Half oktober heb ik in Montreal onderzoek gedaan naar mogelijke samenwerkingspartners (choreografen, festivals, podia) voor een internationale uitwisseling tussen Station Zuid en Canada. Hier zijn de eerste gesprekken gestart met Sylvain Emard Danse, een gerenommeerd gezelschap gevestigd in Montreal. Met het Canadaproject kan verder invulling worden gegeven aan de opdracht en wens om Station Zuid ook in internationale context te plaatsen. Het project biedt de mogelijkheid voor een internationale productie met uitwisseling/samenwerking van makers uit twee continenten. 1 groep dansers, 1 thema, 1 muzikale en vorm eenheid. Met dit project wordt daadwerkelijk een artistieke uitwisseling tot stand gebracht, die voor beide choreografen en beide regio’s een grote meerwaarde kunnen opleveren. We willen met deze productie ook in beide landen gaan toeren (bv. Canada Dansfestival). De twee choreografen, Andre Gingras en Sylvain Emard, zijn enthousiast over dit gezamenlijk project. Ook zullen we de mogelijkheid onderzoeken om in aanmerking te komen voor extra financiering via de HGIS gelden. Hiermee kunnen in beide landen extra activiteiten gerealiseerd worden, denk o.a. aan educatieve projecten (voor professionals en amateurs), workshops, debatten. Productie: Productieperiode: Speelperiode: Choreograaf: Grote zaal augustus/september 2007 oktober/november/december 2007 Edward Clug Met Edward Clug is gesproken over een traject in Nederland. Een eerste introductie van zijn werk zal zijn met de solo, de eerste productie van Station Zuid in het voorjaar 2006. In het seizoen 2006/2007 zal zijn eigen productie Radio en Juliet, van het Ballet van Maribor, tegelijk met de solo productie van Station Zuid in Nederland toeren. Waarna een grote zaal productie voor Station Zuid zal worden geproduceerd. Productie: Productieperiode: Speelperiode: Choreograaf: kleine zaal december 2007/januari 2008 februari/maart/april 2008 Nanine Linning Met Nanine Linning wordt onderzocht om vanuit de dans als basis, in aanloop naar een groter project, een muziektheater/opera productie te realiseren. Productie: Productieperiode: Speelperiode: Choreograaf: locatie/festival voorjaar 2008 zomer 2008 n.t.b. Productie: Productieperiode: Speelperiode: Choreograaf: Grote zaal najaar 2008 najaar 2008 Nanine Linning Opera project met Nanine Linning, mogelijk ism Combattimento Consort Amsterdam Regionale infrastructuur Station Zuid kan en wil een belangrijke rol gaan spelen in de regionale infrastructuur. De afgelopen periode hebben we veel gesprekken gevoerd met de podia, makers, gezelschappen, festivals, bestuurders, ambtenaren en politici. Iedereen heeft daarbij zijn eigen positie, uitgangspunten en wensen weergegeven. Opnieuw is in die gesprekken duidelijk geworden dat het begrip regionale infrastructuur zeer breed is, dat daar verschillende ideeën en opvattingen over zijn en dat de verwachtingen t.a.v. de rol die Station Zuid daarin moet vervullen eveneens zeer verschillend zijn. De brede taakopvatting, in relatie tot de beschikbare financiële middelen en menskracht, vraagt om een eenduidige visie ten aanzien van de rol van Station Zuid in de regionale infrastructuur. Station Zuid zal zich nadrukkelijk gaan verhouden tot de bestaande infrastructuur op het gebied van productie, educatie en danspromotie. Er is in de zuidelijke regio al veel ontwikkeld. Station Zuid wil bestaande initiatieven versterken en aanvullen waar mogelijk. De eerste en belangrijkste taak van Station Zuid is het produceren van dansvoorstellingen. Wij streven naar kwalitatief hoogwaardige en belangwekkende producties, die voor een zo groot mogelijk publiek kunnen worden gespeeld op de regionale podia (schouwburgen, vlakke vloeren, zomerfestivals en bijzondere locaties). We kiezen voor makers die (inter)nationaal van belang zijn, en die de bereidheid hebben om met ons plannen te maken voor extra activiteiten in de regio, waarbij wij denken aan begeleidende activiteiten bij voorstellingen op de podia, workshops en masterclasses voor professionele dansers en opleidingen in de regio, promotionele activiteiten, etc. Door aan Station Zuid nationale en internationale choreografen te verbinden wordt er geïnvesteerd in aanvullend aanbod voor de regionale podia en haar publiek. Met deze keuze streeft Station Zuid naar het vergroten van de belangstelling voor dans wat uiteindelijk leidt tot een goed dansklimaat. In het verlengde van de voorstellingen die door Station Zuid worden geproduceerd, zullen er educatieve en promotionele activiteiten worden ontwikkeld die bijdragen aan de belangstelling voor de dans in het algemeen en de voorstellingen van Station Zuid in het bijzonder (inleidingen, workshops etc). In vergelijking met Zeeland en Limburg zijn er in Noord-Brabant vele zelfstandige makers werkzaam. Er is door de provinciale en lokale overheden de laatste jaren veel in geïnvesteerd. Toch menen we te mogen opmerken dat de dansinfrastructuur in het zuiden nog geen lange traditie heeft en een stevige investering ook in de toekomst van belang is. Een stevige dansinfrastructuur bestaat in de visie van Station Zuid uit een grote diversiteit aan opleidingen, makers en podia op allerlei niveau. Wij willen naast het produceren investeren in de zelfstandige ontwikkeling van makers waarin we geloven en potentie zien. Afhankelijk van het stadium en de fase van ontwikkeling waarin de makers zich bevinden, kan op verschillende niveaus in hun verdere ontwikkeling geïnvesteerd worden. Hierbij denken we o.a. aan het organiseren van masterclasses/workshops met toonaangevende choreografen voor de makers en of opleidingen in de regio. Geen enkel bedrijf kan zichzelf blijven versterken zonder “research en development”. In de huidige productiepraktijk is vaak gebrek aan tijd en faciliteiten voor ontwikkeling. Station Zuid wil bijdragen aan de ontwikkeling van makers door ze de gelegenheid te bieden (voor)onderzoek te doen, bijvoorbeeld in een laboratorium project. Dit onderzoek zal de voorstellingen die vervolgens in eigen beheer worden gemaakt versterken, waarmee uiteindelijk de dansinfrastructuur kan worden versterkt. Hierin zal afstemming plaats vinden met Productiehuis Brabant, die al jaren een belangrijke rol vervult in het coachen van nieuw talent. Een van de Brabantse makers met wie we hierover in gesprek zijn is Helma Melis. Het opbouwen van haar eigen gezelschap kent vele facetten en stadia. Middels de structurele bijdrage van provincie Noord-Brabant en projectsubsidies kan LaMelis de kern van haar taak uitvoeren: het produceren van 1 voorstelling per seizoen. Station Zuid kan Helma bijstaan in een bredere ontwikkeling. Concreet is voorgesteld om met haar een aantal educatieve projecten (met amateurs en/of academie) op te zetten. Daarnaast willen we haar de gelegenheid bieden om in een onderzoeksproject zichzelf artistiek verder te ontwikkelen, los van enige productiedwang. Station Zuid kan op termijn een initiator zijn in het creëren van een platvorm, waar het regionale dansveld zich kan laten zien. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan een Brabantse dansweek (overlappend met dansweek Nederland). Gezamenlijk met podia, makers en de provincie kan een plan worden ontwikkeld waarin de Brabantse dans kan worden gepresenteerd en kan worden omlijst met allerlei educatieve en promotionele activiteiten. HUISVESTING Om deze rol volwaardig op ons te kunnen nemen is een goede huisvesting van waaruit we zelf kunnen produceren maar ook anderen kunnen faciliteren onontbeerlijk. Onze droom is een danshuis, dat openstaat voor kunstenaars en publiek. Een huis waar wordt geproduceerd, gediscussieerd, waar voorstellingen te zien zijn, waar lessen worden gevolgd, waar onderzoek wordt gedaan, waar ontmoetingen plaatsvinden, waar gegeten en gedronken kan worden. Kortom een inspirerende culturele plek waar iedereen, die in dans geïnteresseerd is, elkaar kan ontmoeten. Tot zover. Marc Vlemmix, Artistiek/zakelijk leider Station Zuid November 2005