Verslag debatavond Rotterdam Zuid – ‘Komen wij verder dan onze ouders?’ 7 november 2013 – Grand Café Champs Elysées – Zuidplein. Notulen: Marieke den Dulk. Namen: Gespreksleider Mijke loeven – ML Gast Big Jay – BJ Neeltje rietveld – NR Ilknu Acikgoz – IA Mimoun Zerrad – MZ Opening: Spoken word optreden van Strijder uit team H.E.L.D.E.R.H.E.I.D. Inleiding door Rineke; motivatie voor de debatavonden, uitleg van het avondprogramma en korte historie van Rotterdam Zuid. Introductie gespreksleider Mijke Loeven. ML: Wat doet Helderheid? BJ: Helderheid probeert jongeren terug te plaatsen in de maatschappij. Veel jongeren voelen zich buiten gesloten. ML: Hoe gaat het met Rotterdam Zuid? MZ: Het valt mij op dat Zuid steeds negatiever in het nieuws komt. Voor mij is er niet veel veranderd, maar nieuws wordt wel negatiever. Ik ben toch met mijn gezin terug naar Zuid verhuist, woon nu in Pendrecht. IA: De wijk ging achteruit (Afrikaanderwijk) ik woon nu op de Kop van Zuid. Er was te veel geluidsoverlast, te veel cafe’s en de maassilo bracht veel gedoe mee. Positief van KvZ = er is meer rust. Negatiever = er mist sociale cohesie. BJ: ik woon nu in Spijkenisse, ben voor de liefde daarheen gegaan. Ben opgegroeid in Rotterdam Zuid. NR: Er is eigenlijk niets veranderd in al die tijd. Ik heb me altijd al gediscrimineerd gevoeld. Omdat we arm waren en zijn, dat was en is een stigma. Mijn vader werkte in de haven, mijn moeder in een hotel. Ik was meestal met min zusje alleen thuis toen we klein waren. Daarom waren we veel bij onze oma, en hebben we aan onze ouders weinig gehad. ML: U staat zelf wel altijd voor anderen klaar, hoe komt dat? NR: Ik heb het anders gedaan, maatschappelijk beter denk ik, maar economisch armer want ik geef altijd alles weg. Juist omdat ik sociaal leef hou ik weinig over. Maar in mijn hart ben ik rijker. MZ: Mijn vader trouwde 4 vrouwen en heeft 18 kinderen. Hij kwam hier met de eerste lichting gastarbeiders. Heeft longaandoening overgehouden aan zijn werk in de haven hier. Mijn moeder (4e vrouw) heeft een groot deel van alle kinderen opgevoed. Ik leerde van mijn vader dat je erbij hoort als je hard werkt. Mijn broers voor mij gingen allen na het basisonderwijs werken, dat was vanzelfsprekend. Mogelijkheden om te studeren waren niet bekend. Maar ik wilde het anders doen, ik wilde leren. Ik heb toen zelf ontdekt, als 13-jarige dat je kan studeren, dat het geen geld kost. Na mij hebben daardoor mijn zussen dat ook gedaan. Mijn vader is daar uiteindelijk blij mee en ook wel trots op. Van mijn moeder leerde ik het belang van geduld, begrip en empathie voor anderen. Dat is iets wat nu ook heel bruikbaar is in mijn werk(locatiedirecteur speciaal basisonderwijs), vooral in het contact met ouders. ML: lijk je meer op je vader of op je moeder? IA: Kwa karakter mer op mijn vader denk ik; oprechtheid, en vertrouwen in de goedheid van mensen. Mijn vader kwam als gastarbeider hier, heeft ook een periode in Oostenrijk gewerkt. Hij is een ongeschoold vakman. Mijn moeder heeft niet gewerkt, wel goed voor ons gezorgd.We waren arm, want mijn vader onderhield ook mijn oma en zijn broer met gezin. BJ: Mijn vader woont niet meer in Nederland. Hij was een drugsdealer en maakte muziek. De muziek kwam pas toen ik ongeveer 16 jaar was, daarvoor was hij zelf ook verslaafd aan drugs. Mijn moeder was ongeveer hetzelfde; ze werkte in cafe’s. Er was weinig sprake van liefde of een band met mijn ouders, gesprekken werden meestal discussies en ruzies. Ik heb bewust gekozen om het anders te doen, dat was wel echt moeilijk. IA: Studeren werd niet aangemoedigd, het was niet vanzelfsprekend. De school die dichtbij was, was goed genoeg. Er werd niet gekeken naar wat voor school, moijn ouders zagen daarin geen verschil. Op de huishoudschool was een leraar die wel in mij zag dat ik meer kon daardoor ben ik LEAO gaan doen. Het was geen moment dat ik besloot iets te doen, het was een proces. Ik ben gaan werken in administratiebaan, waar ik interessante mensen onmoet heb. Naast de Wijkschool ben ik toen zelfstandig een schriftelijke cursus boekhouden gaan doen. Yoen las ik later in een tv-gids oid dat je kon studeren en dat je het studiegeld niet hoefde terug te betalen als je een diploma behaalde. Een lerares heeft voor mij het verschil gemaakt. Zij zorde er ook voor dat haar man mij bijles in wiskunde gaf en statistiek, in plaats van naailes. MZ: Toen ik voor de eerste keer mijn zorgen deelde met iemand buiten mijn familie, toen kreeg ik de support die ik nodig had. Dat was ook een leraar. NR: Mijn studie deed ik door intensief om te gaan met veel hoog opgeleiden… ML: Jouw moeder is analfabeet, en jij bent hoog opgeleid, hoe is dat? Wat betkeent dat voor jullie relatie? IA: Het speelt niet echt, het is gewoon zo. Bovendien studeerde ik pas toen ik al getrouwd was, en mijn moeder heeft me daarin altijd gesteund, met opassen op de kinderen enzo. Ons contact is er niet echt door veranderd. MZ: Met mijn moeder heb ik ander soort contact dan elders met mensen. Zij had altijd veel respect voor mijn leven. Aanvankelijk heeft ze me wel geprobeerd uit te huwelijken, maar ik kwam zelf thuis met een Nederlandse vrouw. Ze heeft haar altijd met open armen ontvangen, ze was ook blij voor me. ML: bestaat er bij jou een afstand tussen je ouders vanwege geloof? MZ: Ik herken wel ook Nederlandse verhalen. Mijn moeder is streng, soort orthodox gelovig, daar ben ik los van, ik ga niet naar de moskee. Maar religie heeft veel normen en waarden die we nog steeds delen. ML: wie heeft voor jou het verschil gemaakt? BJ: muziek heeft mijn leven gered. Ik hoorde bij jongens van de straat, het hadden ok drugs kunnen worden. Maar met mzuiek en schrijven kon ik mezelf uiten. Ik weet niet of ik verder ben dan mijn ouders, ik heb wel veel geleerd van hun fouten. NR: Ja, dat heb ik ook, geleerd van hun fouten. Vooral van negatieve aandacht. Ik heb eigenlijk niets van hen geleerd, behalve dat ik het anders wilde doen. BJ: vaak gebeurt het ook onbewust. NR: Nee, het is een keuze, of je aandacht geeft aan je kinderen. IA: Armoede is een relatief begrip. We moeten ons meer afvragen wat armoede eigenlijk is. MZ: In IJsselmonde woont gemiddels genomen een lagere sociale klasse, meer dan in het centrum. Bij ons in het speciaal Basisonderwijs zie ik vaak gecombineerde problemen, dus naast een lager IQ (tussen 63-80) speelt armoede en/of ongezond leven een rol. Vergeleken met bijv Kop van Zuid is er ook een groot verschil in ouderbetrokkenheid op scholen. IA: we moeten niet streven naar alleen maar hoog opgeleide mensen. Het zou jammer zijn als we ons alleen op status richten en op problemen. Ik zie graag aandacht voor kwaliteiten en kansen. Bovendien: emancipatie is een proces, Nederlandse vrouwen hebben er ook 100 jaar over gedaan om te komen waar ze nu zijn, waarom moeten andere culturen dat sneller kunnen? Dat werkt niet. Vraag uit publiek: ‘ wie houdt deze problemen in stand?’ IA: Het is niet zozeer de vraag wie, want is een algemeen gegeven. Er is in het algemeen te weinig echt contact. Vaak komen we niet verder dan het meemaken van elkaars folklore-uitingen, terwijl we werkelijk contact nodig hebben. ML: Gaat Zuid omhoog? BJ: Het stempel is nog steeds heel negatief en dat is niet goed voor de jongeren op Zuid, het demotiveert enorm. NR: Volgens mij niet. Ik ben een pure communist, altijd geweest. Maar ik zie grote armoede terug komen en rijken worden rijker. IA: maar ik zou graag willen zeggen dat de meesste scholen het wel goed doen. Dat zie ik aan mijzelf en ook aan mijn kinderen die op Zuid naar school gingen. Verdeling in drie groepen: Onder leiding van gespreksleiders: Herman – Wij hebben het vooral gehad over dat er de laatste jaren vooral veel verdwenen is op Zuid en er weinig tot niets is bijgekomen. Vooral het verdwijnen van buurthuizen was een onderwerp. Jongeren hangen nu vooral op straat, in buurthuizen konden zij in ieder geval samen zijn en ook dingen ontwikkelen. Dit wordt aangemerkt als grote achteruitgang. We vroegen ons af waarom het ontbreekt aan voldoende zelforganisatie om dit soort dingen het hoofd te bieden. Lou – We hebben het vooral gehad over wie je ouders zijn, en dat is waardevol om uit te wisselen, brengt veel stof op tafel. Bij ons werd duidelijk dat de buurt en straat belangrijk zijn. Het benoemen van Zuid als slecht weegt zwaar, het stigmatiseert omdat het daarbij blijft en steeds wordt herhaald. Na de constatering moet er iets gebeuren. Hoe we dat anders zouden kunnen aanpakken leek ons interessant voor het volgende debat. Marjan – (weet ik helaas niet, was even onderbroken hier, Rineke weet jij dat nog, of zou Marjan kunnen invullen hier?) Afsluiting: Rap van Monta uit team H.E.L.D.E.R.H.E.I.D.