Reichstag

advertisement
Reichstag
1. Gegevens
Adres:
Platz der Republik 1
11011 Berlin-Tiergarten
Tel.: +49 (0)30 227 32 152
Fax : +49 (0)30 227 30 027
Openingstijden:
Dagelijks tot 20.00 uur geopend.
Entreeprijzen:
De toegang is gratis.
Openbaar vervoer:
Friedrichstrasse, Unter den Linden
Bus: 100, 200, 248, 257, 348
2. Geschiedenis
a. De 19de eeuw
De geschiedenis van het Rijksdag begon al helemaal verkeerd toen de keizer op een
regenachtige junidag in 1884 de eerste steen legde voor dit parlementsgebouw van het
verenigde Duitsland. In plaats van een feestelijke bijeenkomst met veel
hoogwaardigheidsbekleders
en
trotse
burgers werd het een droefgeestige
aangelegenheid.
De kritiek op het neorenaissancitische
gebouw van Paul Wallot was ook niet mals,
ook al speelde de politieke motieven daarbij
vaak een grotere rol dan esthetische. Keizer
Wilhelm II sprak van het ‘Reichsaffenhaus’,
vooral omdat hij het werk van de
parlementariërs totaal overbodig vond. Hij
greep persoonlijk in toen de Rijksdag hoger
dreigde te worden dan zijn eigen keizerlijke slot. De rollen mochten tenslotte niet
worden omgedraaid. Weimarminister Walther Rathenau was oprechter in zijn kritiek
toen hij sprak van een ‘ziekelijk zoetig marsepeinen’ gebouw. Enkele jaren later lag zijn
lijk opgebaard in een van de kamers van het Rijksdag, nadat hij op 24 juni 1922 was
vermoord door rechts-extremisten.
Ook de discussie rond de geveltekst was weinig verheffend. Het voorstel van Wallot om
de woorden ‘Dem Deutchen Volke’ aan de voorzijde te laten aanbrengen, werd door
Wilhelm II tegengehouden. De keizer vond het al erg genoeg dat er een gebouw voor het
volk was.
Er brak een debat los over een andere tekst, met
serieuze en niet-serieuze voorstellen, zoals ‘Dem
Deutchen Volk eist die Eintritt verboten’. Maar alle
voorstellen werden weggestemd. Halverwege de Eerste
Wereldoorlog werd de keizer door zijn adviseurs verteld
dat het aanhoudende oorlogsgeweld zijn populariteit
niet ten goede kwam. Was het niet verstandig het Duitse
volk tegemoet te komen door de originele tekst ‘Dem
Deutchen Volke’ op de rijksdag te laten zetten? Wilhelm
bleef tegen, maar zei zich niet langer te zullen verzetten. Er werden twee buitgemaakte
kanonlopen uit de oorlog tegen Napoleon omgesmolten in letters van 60 centimeter
hoog. Eind 1916 werd de tekst als een ‘kerstgeschenk’ voor het Duitse volk op de
Rijksdag aangebracht.
b. De 20ste eeuw
Voorlopig eindpunt van de parlementaire geschiedenis
van de Rijksdag was 27 februari 1933, toen de vlammen
uit de koepel sloegen. De bibliotheek en het archief
bleven behouden, maar de vergaderzaal en omliggende
vertrekken
waren
onbruikbaar
geworden.
De
Nederlandse communist Marinus van der Lubbe kreeg de
schuld van de brandstichting en Hitler greep de
gelegenheid aan om zijn macht te vergroten met
noodwetten. De Rijksdag werd door de nazi’s
provisorisch hersteld en gebruikt als toeristische attractie
en tentoonstellingsruimte. Zo waren de exposities Der
ewige Jude en Bolschewismus ohne Maske te zien. Na de oorlog viel de Rijksdag tot in
1989 in een lange diepe slaap, hooguit verstoord door de popconcerten die op het
enorme grasveld werden gehouden.
c. De hereniging van Duitsland
Nu beleeft de Rijksdag een tweede Gründerzeit1, dit keer niet van het keizerrijk, maar
van het democratische herenigde Duitsland. Boven op de Rijksdag staat weer een grote
koepel, dit keer van glas, symbool van het democratische Duitsland. Bezoekers hebben
vanuit hier een mooi uitzicht over Berlijn. Van het interieur van Wallot is niets meer
over. Tijdens de verbouwingen is de Rijksdag geheel uitgehold. Niet alles is verdwenen.
De Britse architect Norman Foster, die de renovaties leidde, heeft ervoor gezorgd dat
enkele merkwaardige overblijfselen bewaard zijn gebleven. Bouwvakkers ontdekten
achter de naoorlogse gipswanden graffiti die in 1945 op de originele muren was
gespoten door zegevierende Sovjetsoldaten. De stukken worden zorgvuldig bewaard ,
waar – gezien de inhoud van de teksten – niet iedereen even blij mee is: ‘Roem voor de
Stalinistische valken, die hebben meegedaan aan de bestorming van Berlijn’ en ‘Dood aan
de Duitsers’. Voor de rest is binnen de oude muren een geheel nieuw gebouw ontstaan,
met in het midden de grote zaal voor het parlement, met veel glas en staal. De Rijksdag is
weer eens het kloppende hart van Berlijn.
1
Een gouden tijdperk
3. Architectuur
a. Kader (Situeren in tijd)
De Rijksdag is een neorenaissancistisch gebouw. De neorenaissancistisch bouwstijl
kadert in de neostijlen. Na 1830 – de tijd van het classicisme was voorbij – begon men
bouwwerken uit het eigen nationale verleden te imiteren: neoclassicisme. De romantiek
wakkerde de nationale trots aan en richtte de aandacht op het middeleeuwse verleden.
De Romaanse en vooral de gotische periode kregen vernieuwende belangstelling. De
neogotische beweging, de ‘gothic revival’, kwam vooral in kerkenbouw maar ook in de
wereldlijke bouwkunst tot uiting.
In deze tijden waren de opdrachtgevers niet alleen de Kerk en de staat, maar ook de
burgerij, die door de industrie rijk geworden was. Het sociale leven en de pronkzucht
van de staat en de liberale klasse weerspiegelden zich in prestigieuze parlementsgebouwen, musea, theaters, universiteitsgebouwen, wereldtentoonstelling-paviljoenen,
villa’s, …
Aan de stijlkeuze lag vaak een associatie aan de grondslag, bv. Neoromaans voor
rechtspraak en cultuur, neogotiek voor kerken, stadshuizen en scholen, neorenaissance
voor de puur burgerlijke bouwkunst, Neogrieks voor overheidsgebouwen en Venetiaans
voor de handel.
b. Kenmerken
Eén van de typisch neorenaissancistische kenmerken van de Rijksdag is de topgevel. Aan
de voorzijde van dit gebouw bevindt zich immers een fronton. Het fronton kwam reeds
voor in de Griekse bouwkunst, werd door de
Romeinen overgenomen en was toen soms
gebogen. Het was zeer geliefd in de renaissance en
komt in de barok veel voor in gebroken vorm. Het
is dan ook begrijpelijk dat dit aspect terugkomt in
de neorenaissance.
Het geveltableau is ook een karakteristiek
kenmerk van deze bouwkunst en zien we ook
terugkomen in het Rijksdag. Deze geveltableaus
verwijzen vaak naar historische gebeurtenissen en
personen. Noch op internet, noch in boeken kan men echter vinden wat het geveltableau
van de Rijksdag uitbeeldt.
Een derde bouwdeel van de Rijksdag, de zes zuilen onder dit fronton, behoren omwille
van dezelfde reden ook tot deze neorenaissancitische bouwstijl. Ook in de muren zijn
zuilen (al spreken we in de bouwkunde van pilasters2) gebeiteld. Dit brengt meteen een
ander karakteristiek element van deze stijl tot uiting; de wandgeleding. Bij de Rijksdag
gebeurt dit door deze pilasters. Alle zuilen en pilasters zijn Korinthisch van stijl.
Weinig uitspringende en van een basement, schacht en kapiteel voorziene muurpijler of tegen een pijler
aangebrachte verzwaring, dienend om een boog of een muraalboog (tegen of in een muur aangebrachte
boog) of een hoofdgestel te dragen.
2
Ook zien we voorbeelden van ontlastingsbogen in de ramen. Een ontlastingsboog is een
boog gemetseld boven een deur of raam met het doel het gewicht van het erboven
liggende metselwerk op de muurdammen over te brengen. Vaak werden deze
ontlastingsbogen versierd met gekleurd siermetselwerk, doch dit is hier niet zo.
Vervolgens vormen ook de hardstenen banden, die zich rond het hele gebouw
uitstrekken, een neorenaissancistisch kenmerk. Ze onderscheiden zich van materiaal en
kleur; de banden zijn uitgehouwen in graniet (grijs van kleur) terwijl de rest van het
gebouw bestaat uit Sileziaanse zandsteen (lichtbruin van kleur).
Enkele andere kenmerken die typisch zijn voor deze bouwstijl komen niet voor in de
Rijksdag, zijnde sierankers, diamantkoppen3 (voor zover men kan zien) en hekken.
Opmerking: Door de toevoeging van de glazen koepel krijgt men een combinatie van
oude en nieuwe architectuur. Dit wordt gezien als een voorbeeld van post-modernisme.
c. Algemeen
Toen de constructie in 1894 compleet was, had de gebouw een lengte van 137 meter en
een breedte van 103 meter. De vier torens bereikten een hoogte van 46 meter en de
lantaarn4 bereikte een hoogte van 75 meter. De architect Wallot had dezelfde materialen
gebruikt als andere representatieve gebouwen van deze historische architectuur;
Sileziaanse zandsteen en graniet.
Het gebouw moest de verenigde Duitse natie, samen met de politieke machten van het
keizerrijk, voorstellen. Het was dan ook Wallot’s concept dat de vier toren de vier Duitse
koninkrijken voorstelde en de lantaarn
de Duitse keizer Wilhelm I, als de meest
machtige man van de hele natie.
Wilhelm II heeft deze lantaarn echter
steeds gehaat, gezien dit voor hem de
Duitse parlement symboliseerde.
De Rijksdag heeft ongeveer 26 miljoen
Duitse Marken gekost en werd gebouwd
met de meest moderne technieken en
technologie die deze tijd te bieden
hadden. Een voorbeeld hiervan is het
gebruik van glas en staal om zowel de lantaarn als bepaalde delen van de bibliotheek te
bouwen. Gezien de Rijksdag gebouwd werd tijdens de Industriële Revolutie was het
gebouw erg modern voor zijn tijd.
Een diamantkop is een uit acht facetten (vlakken) bestaande versiering. Deze bewerking zorgt meteen
ook voor een goede afwatering.
4 De bouwkundige term lantaarn duidt op een opengewerkte bekroning van een grote koepel of een toren.
Deze lantaarn is meestal achthoekig van vorm.
3
4. Afbeelding (Voor het bestuderen van de architecturale kenmerken)
5. Bronnen






Omilanowska, Malgorzata & Scheunemann, Jürgen & Tempel, Christian, Capitool
Reisgidsen – Berlijn. Houten, Van Reemst Uitgeverij, 2008
In’t hof, Remco & Slotboom, Ruud, Wereldstad Berlijn. Amsterdam, Uitgeverij De
Arbeidspers, 1999
Debersaques, S. & Van de broeck, L. & Van Haesenbrouck, M., Een Kijk op Kunst.
Antwerpen, Uitgeverij De Boeck, 2002
"Pilaster." Microsoft® Encarta® Encarta Winkler Prins 2006 [DVD]. Microsoft
Corporation, 2005
"Diamantkop." Microsoft® Encarta® Encarta Winkler Prins 2006 [DVD]. Microsoft
Corporation, 2005
"Lantaarn." Microsoft® Encarta® Encarta Winkler Prins 2006 [DVD]. Microsoft
Corporation, 2005
Download