Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 | Mijn Malmberg Welke bloem is dat? Een herbarium maken Lesduur: 50 minuten c Hoe zitten de bladeren aan de plant? ____________________________________ Werkvorm: groep Lesvorm: onderzoek Wat heb je nodig? d Waar en wanneer heb je de plant geplukt? ____________________________________ - een wilde, bloeiende plant - loep - veldgids, zoekkaart(en), naslagwerk flora of computer met internet -stuk karton en 2 vellen kladpapier, groter dan de plant - iets zwaars, bijvoorbeeld een dik boek - blanco vel schrijfpapier - plakband Het is lente, overal in het gras en de berm zie je weer plantjes verschijnen. Een madeliefje herken je vast wel, maar ken je alle bloemen bij naam? Sommige bloemen zijn zo mooi dat je ze graag zou bewaren. Dat kan door ze te drogen. Daarmee maak je een herbarium: een boek met planten. Het is leuk als je de naam van de plant erbij schrijft. Opdracht 1 Ga naar buiten (dicht bij school) en zoek een bloeiende plant. Pluk hem zo dicht mogelijk bij de grond af. Zorg dat je ook een blad meeneemt. Pluk alleen maar planten waarvan er veel zijn en nooit meer dan één van een soort. Noteer: a Is de plant een struik, of niet? ____________________________________ b Hoe groeit de plant? Klimt hij, kruipt hij over de grond of groeit hij gewoon omhoog? ____________________________________ © Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 1 van 3 Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 | Mijn Malmberg Opdracht 2 - Staan de kroonbladeren los of zitten ze voor Kijk of je de onderdelen uit de afbeelding (a t/m een deel aan elkaar? f) bij de geplukte plant terug kunt vinden. Gebruik een loep. ____________________________________ N.B.: de bloemen van madeliefjes en paardenbloemen bestaan eigenlijk uit heel veel c Meeldraden zijn de mannelijke organen van bloemetjes samen. Elk bloemetje heeft de een bloem. Op de meeldraden zit het meeste van de onderdelen. Probeer één stuifmeel. Sommige bloemen hebben geen bloemetje te bekijken. meeldraden: die zijn alleen vrouwelijk. - Heeft de plant meeldraden? d b c ____________________________________ - Hoeveel meeldraden tel je? e ____________________________________ f - Staan alle meeldraden los of zitten ze deels a aan elkaar vast? ____________________________________ d Stempel. De stamper is het vrouwelijk deel van een bloem. Die bestaat uit drie delen. Bovenaan zit de stempel. Hierop komt het a Kelkbladeren zitten aan de buitenkant van de stuifmeel terecht bij bevruchting. De stempel bloem en beschermen de bloem. Meestal zijn kan allerlei vormen hebben. ze groen, soms hebben ze dezelfde kleur als - Heeft de plant een stamper? de bloem. - Welke kleur hebben de kelkbladeren? ____________________________________ ____________________________________ - Hoeveel kelkbladeren tel je? - Welke vorm heeft de stempel? ____________________________________ ____________________________________ e Stijl. De stempel staat vaak (maar niet altijd) op een steeltje: de stijl. b Kroonbladeren vallen op. Ze zijn meestal - Heeft de bloem een stijl? mooi gekleurd. - Welke kleur hebben de kroonbladeren? ____________________________________ ____________________________________ f Het vruchtbeginsel zit onder aan de stamper. Hieruit groeit na bevruchting de vrucht. - Hoeveel kroonbladeren tel je? ____________________________________ - Welke vorm heeft het vruchtbeginsel? ____________________________________ © Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 2 van 3 Natuurlijk | Lessuggestie | groep 8 | Mijn Malmberg Opdracht 3 Opdracht 4 Probeer nu de naam van je plant te vinden. Nu ga je de plant drogen. -Leg een stuk karton (groter dan je plant) op Zoekmogelijkheden 1 Om uit te zoeken welke plant je hebt geplukt, kun je in een veldgids bladeren en hopen dat je jouw plant snel tegenkomt. Maar dat is lastig, want sommige planten lijken veel op elkaar. Als je heel precies wilt weten om welke plant het gaat, moet je de plant determineren. 2Determineren betekent: de naam opzoeken (ook van dieren). Dit kun je doen met een tafel. - Leg daar een kladblaadje op, of een paar vellen uit een oud telefoonboek. -Leg de plant nu heel voorzichtig neer, zodat er geen bladeren dubbelgevouwen zijn. - Ligt je plant er mooi bij? Leg nu een tweede vel kladpapier over je bloem en leg er voorzichtig een zwaar boek op. -Wacht een paar dagen. Hoe dikker de plant, hoe langer het drogen duurt. zoekkaart of determinatietabel. Op een zoekkaart maak je steeds keuzes. Schrijf op een wit vel: Bijvoorbeeld tussen ‘bladeren behaard’ of - de naam van je plant; ‘bladeren glad’. Als je alle keuzes goed hebt - de datum waarop je hem vond; gemaakt, kom je uit bij de juiste plant. - de plek waar je hem vond. 3 Op een zoekkaart staan nooit alle planten die er in Nederland zijn. Daarom is er ook een Als de plant droog is, plak je hem op het witte boek (flora), waarin je net als bij een vel met dunne strookjes plakband. zoekkaart steeds vragen moet beantwoorden. Doe je dit helemaal goed, dan vind je de Vond je het leuk om te doen? Pluk dan meer plant die je geplukt hebt. planten en maak thuis je eigen plantenboekje: 4 Geen veldgids, flora of zoekkaart in de klas? een herbarium. Op internet kun je ook zoekkaarten vinden Het is de bedoeling dat iedereen van bloemen (zoekkaart planten). En op www.soortenbank.nl kan blijven genieten. Pluk daarom van elke vind je een programma waarmee je kunt soort maar één bloem. determineren. Om de vragen van dat programma goed te kunnen beantwoorden, moet je wel veel van de bouw van een bloem weten. Vraag zo nodig hulp van je leerkracht. © Malmberg, ’s-Hertogenbosch blz. 3 van 3