Medische Microbiologie Studietaak 1: De prokaryote cel: H4 (Bacteria; archaebacteria niet) Kom verder. Saxion. Kom verder. Saxion. Wat is medische microbiologie? KLASSIEK: • • Patiënt arts lichamelijk onderzoek klinische diagnose Monster-afname – – • Juiste monster (bloed, urine, pus, faeces, liquor) Juiste afname, labeling, transport/opslag Microscopisch onderzoek – • gekleurd/ongekleurd (bijv. Gram-preparaat) Kweek en reinkweek – – – • op voedingsbodems in voedingsmedia identificatie m.b.v. biochemische en/of serologische testen Gevoeligheid voor antibiotica – Diffusiemethoden, breekpunten/MIC MOLECULAIR: • Serologische diagnostiek: meting specifieke antistoffen • DNA-technologie Kom verder. Saxion. Prokaryoten Eukaryoten • Klein, < 2 µm • 1 circulair chromosoom • Geen kernmembraan • Geen histonen • Geen organellen • Ribosomen 70S • Peptidoglycaancelwand • Binaire deling • Groter, 2-20 µm • Gepaarde chromosomen • Kernmembraan • Histonen • Organellen • Ribosomen 80S (muv mito: 70S) • Evt. polysacharide celwand • Mitose Kom verder. Saxion. • Gemiddelde grootte: 0,2 –1,0 µm 2 8 µm • Basisvormen: zie boek! Kom verder. Saxion. Geen leerstof • Bijzondere vormen – Stervormige Stella – Rechthoekige Haloarcula • Meeste bacteriesoorten zijn monomorf (één vorm) • Sommigen zijn pleomorf (meerdere vormen) Figure 4.5 Kom verder. Saxion. Rangschikkingen • Paren: diplococci, diplobacilli • Clusters: staphylococci • Ketens: streptococci, streptobacilli Kom verder. Saxion. Bouw van bacteriën • • • • • • • Celmembraan Celwand Flagellen/fimbriae/pili Kernmateriaal Endporen Een of twee membranen Slijmlaag/kapsel Figure 4.6a, b Kom verder. Saxion. Celwand • Voorkomt osmotische lysis • Is bij bacteriën gemaakt van peptidoglycaan Figure 4.6a, b Kom verder. Saxion. Peptidoglycaan • Polymeer van een disacharide dat is opgebouwd uit N-acetylglucosamine (NAG) en N-acetylmuraminezuur (NAM) • Verbonden door polypeptiden Figure 4.13a Kom verder. Saxion. G+ celwand • Dikke peptidoglycaanlaag • Teichoïnezuren • Mycolinezuur*) • Geen LPS *): Bij zuurvaste cellen G- celwand • Dunne peptidoglycaanlaag • Geen teichoïnezuren • Buitenmembraan • LPS (endotoxine) Kom verder. Saxion. Gram-positieve celwanden • Teichoïnezuren: – Lipoteichoïnezuur verbindt met plasmamembraan – Wand-teichoïnezuur verbindt met peptidoglycaan • Teichoïnezuren reguleren mogelijk de beweging van kationen • Polysachariden zorgen voor antigene variatie Figure 4.13b Kom verder. Saxion. Gram-negatieve buitenmembraan • • • • Lipopolysachariden (LPS), lipoproteïnen, fosfolipiden Omsluit het periplasma Beschermt tegen fagocyten, complement, antibiotica LPS: – Polysacharide-deel: antigeen; bv. onderscheiding van E. coli O157:H7 – Lipo-deel: lipide A, is een endotoxine • Porines (eiwitten) vormen kanalen door de membraan Kom verder. Saxion. Differentiatiekleuringen • Onderscheid in bacteriën maken op basis van kleuring (microscoop) • Gram-kleuring en Ziehl-Neelsen-kleuring (zuurvaste kleuring) Deze komen uit HOOFDSTUK 3!! (laatste paar pagina’s) Kom verder. Saxion. Mechanisme Gramkleuring • Er vormen zich kristalviolet-jodium (KV-I) kristallen in het cytoplasma • Gram-positieve cel: – Alcohol dehydrateert het peptidoglycaan – KV-I kristallen blijven in de cel • Gram-negatieve cel: – Alcohol lost buitenmembraan op en maakt gaten in peptidoglycaan – KV-I wordt weggespoeld Kom verder. Saxion. Gram Stain Primary stain: Crystal violet Mordant: Iodine Decolorizing agent: Alcohol-acetone Counterstain: Safranin Color of Gram + cells Purple Color of Gram – cells Purple Purple Purple Colorless Purple Red Purple Kom verder. Saxion. Zuurvaste kleuring (Ziehl-Neelsen) • Cellen met mycolinezuur in hun celwand houden kleuring vast bij behandeling met zure alcohol: zuurvaste cellen – Mycobacterium tuberculosis, M. leprae, Nocardia, sommige Corynebacteriën • Niet-zuurvaste cellen verliezen de kleuring als ze gespoeld worden met zure alcohol en worden meestal tegengekleurd – Geassocieerde flora, ontstekingscellen Figure 3.11 Kom verder. Saxion. Speciale kleuringen • Negatieve kleuring bruikbaar voor kapsels • Verhitting nodig om endosporen te kunnen kleuren • Voor het kleuren van flagellen is een fixatief (mordant) nodig dat ze dik genoeg maakt om ze te kunnen zien Figure 3.12a-c Medische Microbiologie Studietaak 1: De groei en het kweken van micro-organismen H6 Kom verder. Saxion. Kom verder. Saxion. Microbiële groei • Groei: toename aantal cellen (niet celgrootte!) • Benodigdheden/belangrijk: – – – – – Minimum, optimum, maximum kweektemperatuur pH tussen 6,5 en 7,5 (m.u.v. alkalofiel, acidofiel) Water (in lab: demiwater / milliQ) Osmotische druk (m.n. bij halofiel, facultatief halofiel) Koolstof, stikstof, zwavel, fosfor, spoorelementen, groeifactoren Kom verder. Saxion. THE REQUIREMENTS FOR GROWTH PHYSICAL REQUIREMENTS Kom verder. Saxion. TEMPERATURE Kom verder. Saxion. • Psychrotrofen: – Groeien tussen 0°C en 20-30°C – Veroorzaken voedselbederf • Mesofielen: – Optimum groeitemperatuur 25-40°C – Meest voorkomende type, waaronder de meeste pathogene - en voedselbedervende m.o. – Micro-organismen die zich hebben aangepast aan het leven in een dierlijke gastheer: optimum temperatuur dichtbij die van gastheer – Veel pathogene bacteriën: optimum temperatuur 37°C Kom verder. Saxion. • Hyperthermofielen: – – – – – Geen leerstof Optimum temperatuur boven de 80°C Archaea Hete bronnen rond vulkanische activiteit Meestal zwavel nodig voor metabolisme Interessant voor de biotechnologie, als bron van hittebestendige enzymen Pyrococcus furiosus Kom verder. Saxion. pH Kom verder. Saxion. • • • • De meeste bacteriën groeien bij neutrale pH (6,5-7,5) Fungi groeien bij zure pH (5-6) Acidofiele bacteriën groeien in zure milieus Kweken van bacteriën in het lab: uitscheiding van zuren (anaeroob katabolisme!) die de groei uiteindelijk gaan remmen medium bufferen; mogelijke buffers: – In veel media zit pepton of aminozuren (als N-bron en als azbron); deze bufferen – In veel media zitten fosfaat-zouten (als P-bron); deze bufferen, met name in het neutrale pH-gebied Kom verder. Saxion. OSMOTIC PRESSURE Kom verder. Saxion. • Hypertone omgeving: plasmolyse – Conservering voeding via extra suiker of zout – Max. % agar in vaste media (anders te grote osmotische druk) • Hypotone omgeving (bv. demiwater): water de cel in, maar celwand behoedt cel meestal tegen lysis Figure 6.4 Kom verder. Saxion. Extremofielen Geen leerstof • Bij de extremofielen die we tot nu toe gezien hebben (temperatuur, zout, zuur) gaat het vaak om Archaebacteriën (Archaea) Kom verder. Saxion. THE REQUIREMENTS FOR GROWTH CHEMICAL REQUIREMENTS Kom verder. Saxion. CARBON (Koolstof) • Als basis voor alle biomoleculen en als energiebron (covalente bindingen tussen C-atomen) • Chemoheterotrofen gebruiken organische stoffen (biomoleculen) als C- en energiebron • Autotrofen gebruiken CO2 als C-bron Kom verder. Saxion. NITROGEN, SULFUR, PHOSPHORUS, TRACE ELEMENTS • Stikstof: Nodig voor alle aminozuren, eiwitten – N-bron: • Meeste bacteriën breken eiwitten af • Sommige bacteriën gebruiken NH4+ of NO3 • Enkele bacteriën gebruiken N2 (stikstoffixatie) • Zwavel: nodig voor bepaalde aminozuren, thiamine, biotine – S-bron: • Meeste bacteriën breken eiwitten af • Sommige bacteriën gebruiken SO42 of H2S • Fosfor: Nodig voor DNA, RNA, ATP en membranen – P-bron: fosfaat • Spore-elementen: kleine hoeveelheden anorganische elementen, meestal enzym-cofactoren Kom verder. Saxion. OXYGEN Kom verder. Saxion. • Zuurstof is essentieel voor het leven op aarde, maar het is in feite een giftig gas • Op de oer-aarde was er zeer weinig zuurstof en waarschijnlijk was er zelfs geen leven ontstaan als er (veel) zuurstof aanwezig was geweest • Levensvormen met aerobe respiratie hebben zuurstof nodig voor hun katabolisme, waarbij zuurstof wordt omgezet in ……: – Reultaat: veel ATP en neutralisatie van een potentieel giftig gas (win-win situatie! ) Kom verder. Saxion. Naamgeving zuurstofbehoefte • Obligaat aeroben: – Hebben zuurstof nodig om te leven (aerobe respiratie) – Zonder zuurstof gaan ze dood • Facultatief anaeroben: – Gebruiken zuurstof, maar kunnen ook zonder (switchen tussen aerobe respiratie (veel ATP) en fermentatie (weinig ATP)) • Obligaat anaeroben: – Gebruiken geen zuurstof en kunnen er meestal ook niet tegen – Meesten: alleen fermentatie (incl. glycolyse) ; bep. soorten in staat tot anaerobe respiratie = respiratie met alternatieve elektronenacceptor Kom verder. Saxion. • Obligaat (strikt) aeroob: – Vrijwel alle dieren (op organisme-niveau!), de meeste schimmels, verschillende bacteriën (bv. Pseudomonas aeruginosa, Mycobacterium tuberculosis) • Strikt aerobe micro-organismen kennen geen fermentatie • Dieren zijn strikt aeroob omdat ze het op organisme-niveau niet lang uithouden zonder zuurstof (te weinig ATP) – Veel ‘oxidatieve stress’ = giftige effect zuurstof, dus goed verdedigingsmechamisme tegen zuurstof nodig (zie later) Kom verder. Saxion. • Facultatief anaeroben: – Hebben verdedigingsmechanisme tegen toxisch effect zuurstof – Groeien uiteraard beter met zuurstof dan zonder – Veel bacteriën (bv. Escherichia coli, Bacillus anthracis, Salmonella, bep. Lactobacilli) en veel gisten en bv. ook dierlijke cellen • Obligaat (strikt) anaeroben: – Zijn geen zuurstof gewend – Hebben daarom geen verdedigingsmechanisme tegen het toxische effect van zuurstof – Voorbeelden obligaat anaeroben met fermentatie: bep. Lactobacilli en andere darmflora-bacteriën, Clostridium botulinum, Clostridium tetani – Voorbeelden obligaat anaeroben met alternatieve elektronenacceptor (= anaerobe respiratie): methaanproduceerders (‘methanogenen’) in moerassen, spijsverteringsstelsel van herkauwers, anaerobe rioolwaterzuivering Kom verder. Saxion. Giftige vormen van zuurstof • Superoxide vrije radicalen: O2 – In kleine hoeveelheden gevormd tijdens aerobe respiratie, maar ook bij obligaat anaeroben – Zeer toxisch – Alle organismen die groeien in aanwezigheid O2 maken deze vorm van zuurstof onschadelijk via: Deze formule klopt niet, maar hij zit op deze manier in de ppt (gemaakt door de auteur) en ik kan deze niet aanpassen: zie boek voor correcte formule Kom verder. Saxion. •Peroxide anion: O22 • Bevindt zich in de H2O2 uit de SOD-reactie • Giftig, dus: verder verwerkt via een van deze reacties (meestal katalase) : De onderste formule klopt niet, maar hij zit op deze manier in de ppt (gemaakt door de auteur) en ik kan deze niet aanpassen: zie boek voor correcte formule Kom verder. Saxion. • Obligaat aeroben en facultatief anaeroben: • SOD en katalase/peroxidase ontgiften • Obligaat anaeroben: • Geen ontgiftende enzymen • Aerotolerante anaeroben: • Wel SOD, geen katalase/peroxidase • Gedeeltelijke ontgifting • Microaerofielen: • Waarschijnlijk geen ontgiftende enzymen, maar wel zuurstof nodig • Zuurstof niet giftig bij lage concentraties Kom verder. Saxion. • Kies uit: Aerotolerante anaeroben, facultatief anaeroben, microaerofielen, obligaat aeroben, obligaat anaeroben Kom verder. Saxion. ORGANIC GROWTH FACTORS • Essentiële verbindingen – Biomoleculen die het organisme zelf niet kan maken – Om welke biomoleculen het precies gaat, is afhankelijk van de betreffende bacteriesoort: veel bacteriën kunnen alle of de meeste biomoleculen zelf maken – Vitamines, aminozuren, purines, pyrimidines Kom verder. Saxion. THE REQUIREMENTS FOR GROWTH CULTURE MEDIA Kom verder. Saxion. Definities • Definities: – (Kweek)medium: Mengsel van voedingsstoffen voor groei van micro-organisme(n) – Steriel: Geen levende m.o. aanwezig – Inoculum: Aan (kweek)medium toegevoegde m.o. – Enten: het toevoegen van het inoculum – Kweek of culture: M.o. in of op een (kweek)medium • Meestal van te voren samengesteld door commerciële leveranciers: ‘just add water’ en steriliseren Kom verder. Saxion. Agar • Complex polysacharide uit zeewier • Gebruikt voor de bereiding van vaste media: voedingsbodems, schuine agars e.d. • De meeste m.o. kunnen agar niet verteren • Wordt vloeibaar bij 100°C • Wordt weer hard bij ~40°C Kom verder. Saxion. Soorten media • Chemisch gedefinieerde media: – Exacte chemische samenstelling is bekend – Lastig te maken en langzame groei: alleen speciale toep. • Complexe media Kom verder. Saxion. Complexe media • Extracten, bv. van gist of vlees (vandaar dat nog vaak de term ‘bouillon’ wordt gebruikt; dateert uit de tijd van Pasteur) en • Peptonen – Korte, wateroplosbare peptiden, onstaan uit zure hydrolyse of enzymatische digestie van een eiwitbron (bv. soja, melk, ….) – Meest gebruikt voor het kweken in het lab – Voornaamste ingrediënt zijn eiwitten: energiebron, C-bron, N-bron, S-bron • Vitaminen en andere organische groeifactoren meestal via vlees- of gist-extract (= daarnaast ook extra C- en N-bron) – Bij anaeroob kweken MOET ook een suiker (meestal glucose) worden toegevoegd voor de energie! Kom verder. Saxion. Gedefinieerd vs. complex medium Table 6.2 & 6.4 Kom verder. Saxion. Anaeroob kweken • Vloeibaar: – Reducerende media • Bevatten stoffen (thioglycolaat of oxyrase) die een verbinding aangaan met O2 • Vlak van te voren verhitten om gebonden O2 te verdrijven • Voedingsbodems: – Anaerobe vaten: zie volgende dia – Oxyrase/OxyPlate • Enzym oxyrase zet O2 om in H2O • Enzym in voedingsbodem: hele plaat wordt een anaerobe ‘kamer’: de OxyPlate • Geen speciale apparatuur nodig Kom verder. Saxion. • Anaeroob vat – Zakje met natriumbicarbonaat en natriumborohydride bevochtigen – Er onstaat H2 en CO2 – Palladium combineert H2 met O2 ( H2O) Figure 6.5 Kom verder. Saxion. Speciale kweekmethoden • Bij m.o.’s die niet op of in media groeien: speciale kweektechnieken nodig, zoals – Proefdieren – Celkweek • Veel m.o.’s groeien slechts bij 5-15% CO2 Figure 6.6 Kom verder. Saxion. Selectieve en differentiële media • Selectieve media: – Gewenste bacteriën groeien wel, ongewenste niet; bv: • Bismuthsulfietagar bij S. typhi • Briljantgroenagar bij Salmonella spp. • Eosinemethyleenblauwagar (EMB) bij E. coli De voorbeelden zijn nu nog geen leerstof (komt vanzelf later in module) • Differentiële media: – Om kolonies van het aan te tonen m.o. te kunnen onderscheiden van kolonies van andere m.o.; bv: • Bloedagar: hemolyse door S. pyogenes • EMB medium Enterobacter aerogenes en Escherichia coli Figure 6.9b, c Kom verder. Saxion. Differentiële media Om onderscheid te kunnen maken tussen verschillende bacteriën in een mengsel, om zodoende specifieke bacteriën aan te kunnen tonen en te onderscheiden van andere Staphylococcus aureus op telluriet-glycine medium Figure 6.9a Kom verder. Saxion. Verrijkingskweken • In feite selectief medium, maar dan zodanig dat de groei van een bepaald m.o. zodanig wordt bevorderd dat detecteerbare hoeveelheden cellen ontstaan – Voorbeeld (toepassing): verrijking van fenolafbrekende m.o. in de bodem door te weken met fenol als enige C- en energiebron Kom verder. Saxion. Reinkweken • Een reinkweek bevat maar één soort of stam • Een kolonie is een populatie van cellen op een voedingsbodem die afkomstig is van één cel of spore of van een groep van aan elkaar vastzittende cellen • Een kolonie wordt vaak een kolonievormende eenheid (KVE) of colony-forming unit (CFU) genoemd Kom verder. Saxion. Methode om losliggende kolonies krijgen Figure 6.10a, b Kom verder. Saxion. Het bewaren van bacteriekweken Meest gebruikte manieren: • Diepvries: -50°tot -95°C (meestal in aanwezigheid van glycero als antivries!) • Lyofilisering (vriesdrogen): Bevroren (-54° tot -72°C) en gedehydrateerd in een vacuüm Kom verder. Saxion. THE GROWTH OF BACTERIAL CULTURES Kom verder. Saxion. Vermeerdering/groei van bacteriën • Bij bacteriën bijna altijd binaire deling – Synthese celmateriaal – Instulping celmembraan – Splitsing in twee cellen • Groei: aantal bacteriën/bacteriemassa – Per volume-eenheid: #cellen/ml, droge stof/ml – Verdubbelingstijd: delingssnelheid (bijv. per uur), toename massa – Generatietijd of verdubbelingstijd Kom verder. Saxion. Generatietijd http://www.cellsalive.com/ecoli.htm Berekening aantal cellen Per generatie verdubbeling van het aantal cellen Dus: Aantal cellen = N0 x 2aantal generaties Website Tortora: Intetractive Tutorials H6: alle drie! Figure 6.12b Kom verder. Saxion. Generatietijd Zie appendix D G (generatietijd) = t(tijd, in minuten)/n(aantal generaties) G = generatietijd = tijd die 1 celdeling duurt = t/n t = een bepaald tijdsinterval: aan het begin en aan het eind hiervan wordt het aantal cellen bepaald Ao = aantal cellen bij het begin van het tijdsinterval At = aantal cellen aan het eind van het tijdsinterval Celdeling: At = Ao x 2n Oplossen voor n: logAt = logAo + log 2n = logAo + nlog2 nlog2 = logAt – logAo n = logAt - logAo log2 n = logAt - logAo 0,301 Kom verder. Saxion. Berekening aantal generaties en generatietijd • Stel: 100 cellen groeien in 5 uur naar een totaal van 1.720.320 cellen: Aantal generaties n = log(1.720.320) – log(100) = 14,3 log2 Generatietijd G: 5 x 60 min. / n = 21 minuten/generatie Kom verder. Saxion. Groeicurve exponentiële groei Figure 6.13 Kom verder. Saxion. Groeifasen http://wps.aw.com/bc_tfc_microplace_8/0,7590,665416-,00.html Figure 6.14 Meting van bacteriegroei Kom verder. Saxion. • Directe methoden – Plate Count methode seriële verdunningen van een sample, uitplaten, incuberen en tellen (platen met 25-250 KVE’s) – Filtratiemethode (bij lage hoeveelheden bacteriën) hoeveelheid filtreren door membraanfilter, filter op plaat incuberen – Directe telling bacteriemonster in telkamer beoordelen – Meting optische dichtheid turbiditeit (vlg extinctie) evenredig met bacterieconcentratie • Indirect methoden – Metabole activiteit – Drooggewicht Figure 6.15, top portion Kom verder. Saxion. Directe meting: Plate Counts • Kolonies tellen: Monster eerst ‘doorverdunnen’ Figure 6.15, top portion Kom verder. Saxion. Plate Counts • Een aantal verdunningen uitplaten • Waarom? Figure 6.16 Kom verder. Saxion. • Na incubatie:Plate tel aantal kolonies op Counts platen met 25-250 kolonies (CFU/KVE) Figure 6.15 Kom verder. Saxion. Filtration • Bij zeer kleine aantallen, m.n. in watermonsters Figure 6.17a, b Kom verder. Saxion. Direct Microscopic count Figure 6.19 Kom verder. Saxion. Direct Microscopic Count Kom verder. Saxion. Direct Microscopic Count • Nadelen: – Beweeglijke bacteriën moeilijk te tellen – Dode cellen niet of nauwelijks te onderscheiden van levende – Vrij hoge celdichtheden nodig om betrouwbaar te kunnen tellen • Voordeel: – Snel (geen incubatietijd) Indirecte Methoden Kom verder. Saxion. • Troebeling/turbiditeit (= ‘Turbidity’) Figure 620 Kom verder. Saxion. Turbiditeit • Spectrofotometer • Absorptie (A) / extinctie (E) / optische dichtheid (OD) – A / E / OD = -logT; T= transmissie • Hoe hoger de OD, hoe meer cellen aanwezig • In logaritmische groeifase loopt OD tegen tijd in ongeveer een rechte lijn • Wanneer bekend is hoeveel cellen/ml met een bepaalde OD overeenkomen (1 keer uitzoeken en standaardcurve maken), kan men vanuit een gemeten OD het aantal cellen uitrekenen • Gevoeligheid: werkt vanaf 107 cellen/ml; bij lagere aantallen geen troebeling; bij te hoge OD: verdunnen Kom verder. Saxion. Voorbeeld standaardcurve • Bij Escherichia coli loopt deze curve over een groot gebied lineair als je de OD meet bij 600 nm; • vuistregel: • 1 OD-eenheid bij 600 nm komt overeen met 8 x 108 cellen Kom verder. Saxion. THE END