Docentenhandleiding Feniks 2V H1

advertisement
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 – Overvloed en onbehagen
Oriëntatie
1 a
b
c
d
Eigen antwoord van de leerling
Eigen antwoord van de leerling
Ter beoordeling van de docent.
Oosterse cultuur: Eigen antwoord van de leerling
Westerse cultuur: Eigen antwoord van de leerling
2
De vrouw in burka poseert tegen de achtergrond waar een moskee en ‘een McDonald’s’ elkaars buren
zijn.
3 a
In bron 3 staan een plantage-eigenaar en zijn arbeiders afgebeeld. De arbeiders, inlanders, doen het
zware werk, terwijl hij toekijkt (en aanwijzingen geeft)
In bron 4 staat Nelson Mandela afgebeeld als eerste aankomende zwarte president van Zuid-Afrika.
In bron 3 worden mensen in een kolonie door blanken bestuurd. In bron 4 is duidelijk dat in de kolonie
het eigen volk de macht heeft overgenomen.
Het westen had eerst koloniën, maar heeft de mensen daar hun vrijheid moeten geven. Het westen is
minder dominant.
b
c
d
4 a
b
c
d
e
Gandhi schildert de Britten af als ‘dronken naar macht’ en als plunderaars. Ze buiten zwakkere rassen
uit en gebruiken hierbij geweld.
In dit stukje zijn de mensen in India de ‘fysiek zwakkeren’ die worden onderdrukt.
De strijd om de onafhankelijkheid
Gandhi wil de Britten overwinnen zonder geweld te gebruiken.
In de bron wordt duidelijk dat hij een spirituele verklaring voor de beoogde gelijkheid heeft en dat hij
gelijkheid wil bereiken zonder geweld te gebruiken.
5
Mahatma Gandhi heeft met zijn geweldloos verzet veel Indiërs achter zich gekregen. Hij heeft het
nationalisme in India aangewakkerd en de roep om onafhankelijkheid kracht gegeven. Vlak na de
onafhankelijkheid van India werd Gandhi in 1948 doodgeschoten.
Mandela streed voor de rechten van zwarten in Zuid-Afrika. Hij werd door de blanke regering 28 jaar
gevangen gezet. Toen hij vrijkwam, werd hij tot eerste zwarte president van Zuid-Afrika benoemd.
Voor zijn werk kreeg Mandela de Nobelprijs voor de vrede.
6 a
Bron 1: 3, 4
Bron 2: 1
Bron 3: 1
Bron 4: 1
Kenmerk 1: 13 t/m 15
Kenmerk 2: 9 t/m 12, 20-21
Kenmerk 3: 13 t/m 15, 16 t/m 21
Kenmerk 4: 1 t/m 8, 9 t/m 15.
b
6.1
Wereldrijken in verval
1 a
De basis van het koloniale bezit in de twintigste eeuw werd al gelegd in: de Tijd van Steden en Staten /
de Tijd van Ontdekkers en Hervormers.
Een ander woord voor kolonialisme is ook wel imperialisme / internationalisme.
Aan het einde van de achttiende / negentiende eeuw kreeg de kolonisatie door westerse machten een
impuls.
De Britten / Duitsers / Fransen hadden het grootste koloniale rijk.
De uitbreiding van het overzeese rijk door Europeanen na 1870 werd industrieel / modern imperialisme
genoemd.
De meeste koloniën bevonden zich in Afrika en Zuid-Amerika / Azië en Afrika / Zuid-Amerika en
Azië.
b
c
d
e
f
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
1
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
2 a
b
c
Dekolonisatie betekent het onafhankelijk worden van landen die eerst door een koloniale macht werden
bestuurd.
Door de inlandse bevolking naar het moederland te sturen om daar onderwijs te volgen, kwamen zij in
aanraking met westerse waarden van gelijkheid en democratie. Teruggekomen pasten zij deze ideeën
toe op hun eigen situatie.
De wereldoorlogen lieten zien dat de blanke kolonisten niet zo superieur waren als zij leken. Onderling
gedroegen de kolonisten zich soms schandalig, zij deden de verschrikkelijke dingen en niet iedereen
leefde in even grote welstand.
Het nationalisme zorgde ervoor dat mensen in de koloniën een eigen bestuur wilden en de eigen
elementen in hun cultuur benadrukten, niet die van de overheerser.
Japan was het eerste Aziatische land dat liet zien dat de Europese landen overwonnen konden worden.
3 a
b
Hij vergelijkt de positie in de Nederlands-Indië met die van andere volken in de wereldgeschiedenis.
Streven naar onafhankelijkheid.
4 a
Op de afbeelding staat een Aziatisch uitziende soldaat, die ketens lostrekt. Aan de ketens zitten letters
verbonden. De man staat boven op andere mensen. Duidelijk te zien zijn de Amerikaanse, Britse en
Franse (of Nederlandse?) vlag. Er staat ‘Rise of Asia’, ‘de opstanding van Azië’ bijgeschreven.
De poster is tegen de westerse landen gericht. Hun soldaten en vlaggen worden door de Aziatische
soldaat vertrapt.
Nationale symbolen van de tegenstanders, de Europeanen worden vertrapt. Ook de rol van het
onderwijs komt op de poster voor. De ketens worden onder andere door letters (het gebrek aan scholing)
bij elkaar gehouden.
b
c
5 a
b
c
6 a
b
c
d
7 a
b
c
8 a
b
9 a
b
c
d
Nederland voerde militaire acties uit om haar gezag in Indië weer te herstellen. Deze acties werden
politionele acties genoemd, omdat Nederland Indië als onderdeel van haar rijk beschouwde. De staat
stelde dus ‘binnenshuis’ op orde op zaken.
Indië is nog niet klaar voor de onafhankelijkheid en zelfbestuur.
De naam ‘Actie Product’ doet vermoeden dat Nederland Indië weer wilde gebruiken om grondstoffen te
leveren voor producten of als afzetmarkt.
Dat betekent dat het gezag wordt overgedragen.
Eerst werd de kolonie Nederlands-Indië genoemd, wat aanduidt dat het onderdeel is van Nederland.
Soekarno noemde het Indonesië. Dit laat zien dat de voormalig kolonie niet meer bij Nederland hoorde.
De koningin doelt op de dingen de Nederlanders en Indonesiërs elkaar hebben aangedaan.
Nee. De maker van bron 8 is een Nederlander die het niet met Soekarno eens is. Hij zegt dat Nederland
en Indië eeuwenlang verbonden zijn, samen een geschiedenis hebben en dat Japan dit niet uiteen kan
drijven. Hij laat ook met de handreiking zien dat hij vindt dat Nederland en Indië verbonden moeten
blijven.
Hoewel de staat wel onafhankelijkheid had verkregen had de blanke laag van de bevolking de macht en
voorrechten.
Apartheid is een systeem van rassenscheiding binnen een land.
Blanken hadden betere banen, werden bij wet voorgetrokken, woonden in betere wijken en hadden
inspraak in het bestuur.
In bron 11 is de discriminatie terug te zien in de manier waarop zwarten worden aangesproken en in de
beperkingen die ze kregen opgelegd.
De grote man in figuur 1 is de zwarte bevolking. De kleine mannetjes zijn de blanke machthebbers die
met verschillende maatregelen (de touwen) proberen de zwarte bevolking eronder te houden.
Op figuur 2 staat links een man in klederdracht en op klompen. Hij tekent een kwaaduitziende Indiër
met een brandende fakkel en een mes. Op zijn shirt staan de hamer en sikkel ten teken van het
communisme. De man wil een vrouwtje in Nederlandse klederdracht en engelenvleugels in de rug
aanvallen en vertrappen.
Rechts tekent een man met Indisch hoofddeksel een kolonisator met zweep en pistool. Hij valt een
Indisch vrouwtje met engelenvleugels van achter aan om haar te vertrappen.
Beoordeling door de docent.
Beoordeling door de docent.
Beoordeling door de docent.
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
2
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
e
f
Beoordeling door de docent.
Beoordeling door de docent.
6.2
Liever langharig dan kortzichtig
1 a
b
c
d
Door kleding of haardracht bijvoorbeeld.
Bijvoorbeeld: gothic, skaters, kakkers, alto, emo.
De gewoonten en gebruiken van een groep mensen of een volk.
Cultuur gaat over de gewoonten en gebruiken van een groep mensen. Dit geldt ook voor de gewoonten
en gebruiken van de jeugd of van een bepaalde groep jongeren. Je spreekt dan over een jeugdcultuur.
2 a
De wederopbouw is periode na de Tweede Wereld oorlog waarin Nederland zich herstelde van de
oorlogsschade. Tijdens de wederopbouw werden fabrieken, huizen, wegen en vervoersmiddelen
hersteld of gebouwd.
Nederland kreeg geld van de Verenigde Staten via het Marshallplan.
Lage lonen en lage prijzen maakten een snelle wederopbouw ook mogelijk.
b
c
3 a
b
c
4 a
b
c
5 a
b
6 a
b
c
7
Materiële veranderingen zijn de toename van de welvaart en het kopen van luxeproducten. Mentale
veranderingen zijn het ontstaan van een jeugdcultuur en secularisering.
Door de welvaart konden mensen luxeartikelen kopen. Jongeren kochten muziek van hun idolen en
kleding om op hen te lijken.
De welvaart steeg. 1. Steeds meer mensen hadden een televisie en radio waardoor een groot publiek kon
worden bereikt. 2. Meer mensen hadden door de stijgende welvaart meer geld te besteden, er waren dus
meer mogelijke kopers.
Een verzuilde samenleving is een samenleving die verdeeld is in groepen (zuilen) met ieder een andere
levensbeschouwing. Tot deze groep behoren mensen uit alle bevolkingslagen.
De ontzuiling vond plaats door secularisatie en de invloed van media, zoals de televisie. Mensen
kwamen minder onder invloed van de kerk te staan en kregen een ander beeld van de mensen uit andere
zuilen.
Het jongetje in figuur 3 is gericht op het nastreven van zijn eigen behoeften. Hij wil een ganzenbordspel
voor zichzelf.
Streep de foute antwoorden door.
Bron 14: Individualisering, toenemende welvaart, secularisatie, verzuiling, ontzuiling.
Bron 15: Individualisering, toenemende welvaart, secularisatie, verzuiling, ontzuiling.
Eigen antwoord van de leerling.
Jongeren die bijvoorbeeld een eigen taal, manier van kleden en omgangsvormen hebben, hebben een
eigen jeugdcultuur.
Nozems zijn jongeren die zich tegen hun ouders afzetten in de jaren vijftig. Jongens droegen strakke
spijkerbroeken en vetkuiven en luisterden naar Rock-‘n-roll.
Provo’s waren jongeren die het gezag uitdaagden. Met name politieagenten moesten het ontgelden.
Hippies protesteerden tegen geweld en zochten een leven dat dicht bij de natuur stond.
Nozems: Sommige historici zeggen dat het woord is afgeleid van: Nederlands Onderdaan Zonder Enige
Moraal.
Provo’s: de naam is afgeleid van het woord provoceren, wat ‘uitdagen’ betekent.
Hippie: komt van hipster. Fans van jazzmuzikanten uit de jaren veertig, imiteerden hun levensstijl
waarbij drugs, vrije seks en armoede normaal was.
Bron 16: Provo’s. In de bron wordt beschreven hoe een bestuurdersbolwerk wordt bezet.
Bron 17: Provo’s. Op de bron wordt het prinselijk paar als vertegenwoordiger van het koninklijk huis
(gezag) met een rookbom bekogeld.
Bron 18: Hippies. Op de afbeelding staat een meisje dat het toonbeeld van flowerpower kan zijn. Ze is
omringd door andere hippies die in de buitenlucht zitten (waarschijnlijk bij een popconcert).
8 a
Jaren vijftig
2, 5, 6, 8, 11, 12, 14
Jaren zestig
1, 3, 4, 7, 10, 13
Jaren zeventig
9
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
3
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
b
c
d
e
Geef een korte omschrijving van de dikgedrukte woorden zonder de woorden erachter te gebruiken.
1 Provo: bijvoorbeeld jongeren die zich verzetten tegen het heersende gezag in de periode na de
wederopbouw.
2 Nozems: bijvoorbeeld jongeren die zich verzetten tegen hun ouders in de periode van de
wederopbouw. Zij hadden een eigen jeugdcultuur waarin de rock ’n roll belangrijk was.
3 Ontzuiling: bijvoorbeeld mensen wilden niet langer bij een vaste groep van gelijkgestemden horen,
maar gingen op zoek naar een eigen identiteit.
4 Verzuiling: bijvoorbeeld mensen voelden zich veilig en gesteund door met gelijkgestemden samen te
leven. Daardoor had men zekerheid en werd er altijd voor je gezorgd in moeilijke tijden.
Beoordeling door de docent.
Eigen antwoord van de leerling
1 mentale verandering: de andere woorden hebben met materiële zaken te maken.
2 invloed van de Kerk: de andere verschijnselen welvaart, mobiliteit en vrije tijd namen toe en kregen
zo meer invloed op de manier van leven in Nederland.
3 Elvis Presley: de andere woorden hebben te maken met de provo’s.
6.3
De multiculturele samenleving?
1 a
b
c
d
Bijvoorbeeld avondeten om 6 uur, het vlakke waterland met molens en dijken, de tolerantie.
Eigen antwoord van de leerling.
Eigen antwoord van de leerling.
Eigen antwoord van de leerling.
2 a
Bijvoorbeeld: Een klein deel van de bevolking dat een andere afkomst heeft dan de meerderheid van de
bevolking.
Turken, Marokkanen, Bosniërs, Surinamers, Antillianen, Armeniërs.
Een pluriforme samenleving is een veelvormige samenleving, waarin mensen met verschillende
culturen leven.
b
c
3
Op basis van de bron zou je kunnen zeggen dat Nederland een multiculturele samenleving is, omdat een
deel van de bevolking een niet-westerse allochtone afkomst heeft.
4 a
b
Door assimilatie, segregatie en integratie.
Assimilatie houdt in dat de immigranten volledig opgaan in de maatschappij en de dominante cultuur
overnemen.
Segregatie houdt in dat de immigranten zich buiten de maatschappij plaatsen. Ze wonen bij elkaar en
vermijden zoveel mogelijk contact met de autochtone bevolking.
Integratie houdt in dat immigranten zich zoveel mogelijk aan de normen regels van de samenleving
aanpassen, maar ook voor een deel hun eigen cultuur behouden.
5
Segregatie. De gastarbeiders wonen bij elkaar in pensions. Uit de kaart en de vlag op de achtergrond
blijkt dat ze aan hun cultuur en land vasthouden.
6 a
b
Immigranten uit de Nederlandse koloniën, gastarbeiders en vluchtelingen.
De immigranten uit Indonesië en Suriname kunnen zich gemakkelijk in Nederland vestigen vanwege
Nederlands koloniale verleden.
In deze tijd was door de economische groei een overschot aan banen of een tekort aan arbeidskrachten.
Uit verschillende landen werden arbeiders aangetrokken om het werk op te knappen dat Nederlanders
niet wilden doen.
c
7
Met deze afbeelding laat de tekenaar zien dat een kleine groep Nederlanders zich in Suriname vestigde
(en met welke motieven) met als gevolg dat er in de twintigste eeuw massale migratie vanuit de
voormalige kolonie naar Nederland plaatsvond.
8
Plaatselijke inwoners zagen zich geconfronteerd met een vreemd iets, wat ze als bedreigend ervoeren.
Hun gemeenschap werd door de komst van Surinamers direct veranderd. De politiek zag juist een
oplossing in de komst van de Surinamers, omdat zij hier kwamen werken.
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
4
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
9 a
b
c
10 a
b
c
d
11 a
b
Bijvoorbeeld: Aan de basis van burgerschap liggen de vragen: Wie is burger en wie niet? Welke
kenmerken heeft een burger? Burgerschap betekent weten hoe de samenleving en de politiek in elkaar
zitten, betrokken zijn bij de samenleving en je verantwoordelijk voelen voor een jouw aandeel in de
samenleving.
Door alle kenmerken van buitenlandse cultuur zijn sommige Nederlanders bang hun Nederlandse
identiteit te verliezen.
De angst voor het onbekende van andere culturen heeft geleid tot de opkomst van
ontevredenheidspartijen die op deze angst inspelen.
Er was meer angst voor onbekende culturen, met name voor de islam. Hierdoor kwamen de
zogenaamde ontevredenheidspartijen op.
Er heerste een negatief beeld van Marokkanen en moslims in Nederland.
Hij is spreekt Nederlands, is getrouwd met een Nederlandse, voedt zijn kinderen zo op en neemt deel
aan de samenleving (voetbal) e.d.
De man laat de islam als mooie, tolerante godsdienst zien en allochtonen als mensen die hun best doen
te integreren, maar wel ‘angst’ bij Nederlanders ondervinden.
Een moskee die zo is gebouwd, dat hij nauwelijks opvalt binnen de wijk. Het uiterlijk is aangepast aan
de Nederlandse architectuur.
Het uiterlijk van de moskee past in het straatbeeld. Moslims hebben wel de behoefte in de uitoefening
van hun eigen religie, maar passen zich ook deels aan, aan de Nederlandse cultuur.
12
Beoordeling door de docent.
13
Het laat zien dat mensen sterke gevoelens hebben over eigen cultuur en andere culturen. De
ontevredenheidspartij van Pim Fortuyn krijgt heel veel aanhang. Er zijn dus veel mensen die onbehagen
voelen en zich aangesproken door de onvrede die Pim Fortuyn onder woorden brengt.
14
In Libanon: speelde een jarenlange burgeroorlog.
In Afghanistan: vochten Afghaanse strijders tegen de Russen.
In Iran: was in 1979 een islamitische revolutie uitgebroken: andersdenkenden werden vervolgd.
In Kosovo: leidden etnische spanningen tot geweldsuitbarstingen.
In Somalië: was een burgeroorlog gaande.
In Bosnië: leidden etnische spanningen tot geweldsuitbarstingen.
In Soedan: was een burgeroorlog gaande.
Met de cartoon wil de tekenaar: aangeven dat er een grote vluchtelingenstroom op gang komt vanwege
oorlog, honger en vervolging.
6.4
Een nieuwe wereldorde
1 a
b
Eigen antwoord van de leerling.
Er waren twee grote machtsblokken onder leiding van de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Dat was
overzichtelijk. Nu zijn er meer machtige landen om rekening mee te houden.
De NAVO en het Warschaupact.
Er was tijdens de Koude Oorlog aan de ene kant sprake van vaststaande verhoudingen, een bepaald
evenwicht. Aan de andere kant deden de grootmachten er alles aan om dit evenwicht te verstoren: zie de
wapenwedloop bijvoorbeeld.
c
d
2
Met het einde van de Koude Oorlog en de ineenstorting van de Sovjet-Unie verdwijnt de duidelijkheid
in de internationale verhoudingen.
3 a
Hiermee wordt bedoeld dat er in het Midden-Oosten veel conflicten zijn die gevolgen hebben voor de
hele wereld.
Uit de tekst blijkt dat niet alleen Irak voor problemen in de regio zorgt. Ook de spanningen in Israël
vragen internationale aandacht.
b
4 a
Saddam was leider van een socialistische partij waardoor hij op steun van de communistische SovjetUnie kon rekenen.
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
5
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
b
c
Toen de westers georiënteerde Sjah in Iran werd afgezet en Saddam in oorlog met dat land raakte, kreeg
hij steun van het westen dat bang was voor het moslimfundamentalisme.
Het geloof speelde nu een grote rol in de keuze van grote machten om een land wel of niet te steunen.
5 a
b
6 a
b
7 a
b
c
d
Eerste Golfoorlog: Vond plaats van 1980-1988 tussen Iran en Irak. De inzet was de grensrivier Shat-alArab, voor Irak de enige rivier naar de Perzische golf. Saddam Hoessein was ook bang voor de
fundamentalistische regering in Iran. Irak heeft lange tijd steun van het westen gehad, omdat zij de
vrees voor het islamitisch fundamentalisme in Iran deelde. De vrede werd met buitenlandse diplomatie,
door de VN, tot stand gebracht.
Tweede Golfoorlog: vond plaats in 1990-1991 toen Irak Koeweit binnenviel vanwege haar oliereserves.
Een grote coalitie onder leiding van de Verenigde Staten drong de Irakezen terug binnen hun grenzen.
Bron 25: Saddam wordt niet gehoord, hij telt nog niet echt mee.
Bron 26: Saddam wordt als een brute oppervlakkige heerser omschreven.
Bron 28: Saddam wordt als een groot kwaad en grote dreiging afgeschilderd.
In de bronnen vindt een verandering plaats van een onbeduidende dictator waar weinig aandacht aan
werd besteed tot een gevaar voor het Westen, waarover veel werd geschreven.
Irak, Iran en Noord Korea.
Saddam Hoesein: was de leider van de Baathpartij in Irak. Hij was een wreed dictator, die zijn volk met
terreur onder de duim hield en meerdere oorlogen ontketende. In december 2003 werd hij
krijgsgevangen gemaakt. In december 2006 werd hij ter dood veroordeeld en opgehangen.
Mahmoud Ahmadinedjad:is de president van Iran en voert de islamitische fundamentalistische lijn door.
Hij stelt zich hard op ten opzichte van Israël en de Joden, en hij is niet bang het Westen uit te dagen.
Ahmadinejad liet het kernprogramma opnieuw starten.
Kim Jung Il: heeft de leiding over Noord-Korea van zijn vader en dictator Kim Il Sung overgenomen. In
het land is geen democratie gevestigd. Het is een communistisch land met één partij aan de macht. De
relatie met de Verenigde Staten is erg slecht met name na testen met kernwapens.
Amerika heeft in de wereld lange tijd de functie van politieagent bekleed. Hierdoor heeft het land (met
name in het Westen) een goede naam opgebouwd. In de oorlog tegen terreur laten de Verenigde Staten
zien dat ze deze ook zonder bondgenoten willen voeren. Ze voeren acties uit ondanks internationale
afkeuring of de weinige bewijzen tegen bijvoorbeeld dreigend gevaar uit Irak.
Het imago van Saddam veranderde omdat George Bush jr. zijn inval in Irak wilde rechtvaardigen. Het
was dus nodig dat Saddam een schurk was.
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
6
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
8 a
b
c
9 a
b
c
De meningen over de redenen van de Verenigde Staten om Irak binnen te vallen, waren niet meer
onverdeeld positief. De coalitie heeft de naam ‘Coalitie van de welwillenden’ gekregen om aan te geven
dat zij aan de kant van het ‘goeden’, van de Verenigde Staten staan.
De Amerikanen wilden vrijheid en democratie naar Irak brengen en zij wilden duidelijk laten zien dat
zij de ‘good guys’ waren.
De Verenigde Staten legden het oordeel van de Verenigde Naties naast zich neer. Daarmee gingen ze in
tegen het oordeel van de internationale gemeenschap. De Verenigde Staten lieten duidelijk zien dat zij
hun eigen plan zouden trekken zonder zich wat van anderen aan te trekken.
Bron 29 is gemaakt tijdens de inval in Irak in 2003 waarna Saddam Hoessein ten val werd gebracht. De
foto in bron 30 is gemaakt tijdens dezelfde inval. Er wordt geprotesteerd tegen de inval in Irak, vanwege
de redenen die de Verenigde Staten en Groot Brittannië aanvoerden.
Bron 29: War on terrorism
Bron 30: internationale verdeeldheid
De bronnen laten zien dat de internationale gemeenschap verdeeld is, dat in elk geval het Westen niet
meer een eenheid is. De bronnen laten ook zien dat er ‘nieuwe vijanden’ worden gezocht.
6.5
Jihad versus McWorld
1 a
b
Bijvoorbeeld: Nike, Reebok, Sony, McDonald’s, Coca Cola.
Kleding: Eigen antwoord van de leerling.
Eten: Eigen antwoord van de leerling.
Apparaten: Eigen antwoord van de leerling.
Overig: Eigen antwoord van de leerling.
Eigen antwoord van de leerling.
c
2 a
b
c
3 a
b
Letterlijk: Wereld Dorp.
Door de technische ontwikkelingen is het mogelijk steeds sneller te reizen, goederen te vervoeren en
sneller informatie binnen te krijgen. De wereld is qua afstanden steeds meer op een dorp gaan lijken.
Een multinationaal bedrijf, is een bedrijf met vestigingen in meerdere landen.
Globalisering houdt in dat samenlevingen in de wereld worden verbonden en uitgroeien tot een soort
wereldsamenleving.
Twee oorzaken voor globalisering zijn de technologische veranderingen en de vestiging van bedrijven
in verschillende landen.
4
In bron 1 zijn reclameborden van verschillende fastfoodketens te zien in een niet-westerse stad. In
Figuur 5 zie je de ‘ontmoeting van culturen’ als een vrouw in boerka een blikje Pepsi cola drinkt.
5
Moslims verbranden een Playboy. Het tijdschrift Playboy is onderdeel van de McWorld en van de
verspreiding van de westerse cultuur. De groep mensen in Indonesië ervaart dit als een inbreuk op haar
eigen normen en waarde. Zij verzetten zich hiertegen.
6 a
De aanslagen in 2001 werden uitgevoerd door moslimfundamentalisten die zich verzetten tegen de
westerse cultuur en de verspreiding ervan.
Deze doelen vertegenwoordigen de Amerikaanse macht (en de verspreiding ervan).
Eigen antwoord van de leerling.
b
c
7 a
b
Bron 32 geeft een omschrijving van de McWorld / Jihad.
Democratie en vrede leken overal vaste voet aan de grond te krijgen.
8
Le Sueur vindt de Amerikaanse democratie geweldig en denkt dat men wereldwijd vrede en vrijheid
kan bereiken door regeringen kennis te laten maken met de democratie.
9 a
De toename van westerse bedrijven in andere werelddelen (en voormalig koloniën), waarmee de
invloed van de westerse wereld in het land toeneemt.
Het gaat om de invloed van de westerse bedrijven in de wereld als onderdeel van de globalisering. Het
lijkt alsof het Westen opnieuw veel invloed krijgt in de landen waar de bedrijven zich vestigen, en waar
b
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
7
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
vroeger westerse regeringen de dienst uitmaakten. Vandaar het woord nieuw (neo-) imperialisme of
nieuwe kolonisatie.
10 a
b
c
d
e
1 Bijeenkomst van de G8 in Gleneagles
De Bijeenkomst vond plaats in 2005. De leiders van de grote landen spreken hier over internationale
kwesties zoals het klimaat, het Midden-Oosten, wapens enzovoort. Er vinden tijdens de bijeenkomsten
van de G8 vaak demonstraties plaats door anti-globalisten.
2 Irak wordt een democratie.
Na de inval in Irak in 2003 door de Verenigde Staten en haar bondgenoten wordt Saddam Hoessein
verdreven en wordt een democratische staat met een grondwet ingesteld.
3 De aanslagen van ‘9/11’.
Op 11 november 2001 vlogen terroristen met passagiersvliegtuigen in het World Trade Centre in New
York en het Pentagon in Washington in de Verenigde Staten.
4 Iran voert de sharia in na de Iraanse revolutie.
In 1979 wordt Iran een Islamitische staat, die wordt geleid door moslimfundamentalisten. De sharia is
de Islamitische wet.
5 Het internet wordt voor het grote publiek toegankelijk.
Door de uitvinding van het world wide web in 1991 kunnen mensen van over de hele wereld snel en
goedkoop contact met elkaar houden.
6 Deense cartoons zorgen voor internationale ophef.
In 2006 zorgen Deense cartoons die de profeet Mohammed beledigen voor wereldwijde opschudding.
De islamitische wereld is geschokt.
7 De WTO wordt opgericht om vrijhandel te bevorderen.
In 1995 wordt de Wereldhandelsorganisatie opgericht als onderdeel van het Gatt. Zij bevordert de
wereldhandel, probeert handelsconflicten op te lossen en handelsbarrières weg te nemen.
8 De VN worden opgericht om internationaal de vrede te bewaren.
De Verenigde Naties worden in 1945 opgericht om samen te werken op het gebied van veiligheid,
mensenrechten en de ontwikkeling van de wereldeconomie.
9 Amnesty International wordt opgericht.
Amnesty werd in 1961 opgericht. De organisatie houdt toezicht op en strijdt voor de rechten van de
mens.
10 De International Fairtrade Association wordt opgericht.
De IFA zorgt sinds 1989 met haar Fair Trade keurmerk dat boeren in ontwikkelingslanden genoeg
betaald krijgen voor de producten die zij verkopen.
Van links naar rechts:
(8)
1945 Verenigde Naties
(9)
1961 Amnesty International
(4)
1979 Iran en sharia
(10)
1989 International Fairtrade Association
(5)
1991 Internet
(7)
1995 Wereldhandelsorganisatie
(3)
2001 9/11
(2)
2003 Irak wordt democratie
(1)
2005 G8 in Gleneagles
(6)
Deense cartoons
Eigen antwoord van de leerlingen.
Eigen antwoord van de leerlingen.
Eigen antwoord van de leerlingen.
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
8
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
6.6
Afsluiting
1
Paragraaf
Afbeelding
Woord/Uitleg
1
Tweede
Aanwakkeren van nationalisme in koloniën.
Wereldoorlog
Koningin Juliana,
Overdracht van de soevereiniteit aan Indonesië.
Mohammed
Hatta en Drees
Bord in Zuid-
De apartheid in Zuid-Afrika. Zwarten leven gescheiden van blanken.
Afrika
Mandela
Einde van de apartheid in Zuid-Afrika.
Icoon van Tijd
Televisie staat voor nieuwe technologische ontwikkelingen van dit
van televisie en
tijdperk en de kernbom voor de Koude Oorlog.
computer
2
Kamperen
Toenemende welvaart.
Lege kerk
Secularisatie / ontzuiling.
Protest bij
Provo’s komen in opstand tegen het gezag.
huwelijk prinses
Beatrix
3
Popfestival
Flower power en hippies willen vrede en vrijheid.
Gastarbeiders
Nederland had extra arbeidskrachten nodig en haalde die uit landen
rond de Middellandse Zee.
Cartoon over
Na de onafhankelijkheid komen veel Surinamers in Nederland wonen.
aankomst in en
vertrek uit
Suriname
4
5
Beeld Saddam
Einde van de dictatuur van Saddam Hoessein en inval in Irak door de
Hoessein
Verenigde Staten.
Fastfoodketens in
Globalisering.
niet-Westers land
WTC 9/11
Terroristische aanslag op het WTC in New York.
Verbranding van
Protesten van islamieten tegen het Westen.
de Playboy
2 a
b
1 nationalisme – Soekarno – onderwijs - wereldoorlogen
2 Soekarno – Hatta – Japan – politionele acties
3 aparte wijken – minder rechten – vrije verkiezingen - apartheid
4 Mandela – Robbeneiland – ANC - 1990
1 Nationalisme, onderwijs en de wereldoorlogen vormen samen de oorzaken voor het inzetten van de
dekolonisatie.
2 Soekarno, Hatta en Japan hebben gezorgd dat Indië met de dekolonisatie begon. De politionele acties
wilden dit juist tegengaan.
3 In de periode van de apartheid hadden blanken meer rechten dan zwarten en woonden ze in aparte
wijken. Er waren geen vrije verkiezingen voor iedereen(zwarten).
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
9
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
4 Mandela was leider van het ANC toen hij gevangen werd gezet. In 1990 kwam hij weer vrij.
3 a
b
4 a
b
5 a
b
c
- Wederopbouw: Nadat de Duitsers waren verslagen, moest Nederland herstellen van de schade die was
aangericht door gevechten en doordat spullen naar Duitsland waren gebracht. De economie moest ook
herstellen. Nederland kreeg daarvoor geld van de Verenigde Staten.
- Verzorgingsstaat: Vroeger kregen mensen die ziek of oud waren en hun werk niet meer konden doen
geen geld van de regering. Na de oorlog nam de regering maatregelen om mensen die niet voor zichzelf
konden zorgen toch geld of middelen te geven om redelijk te kunnen leven.
- Secularisatie: Het geloof en de manier van leven was in Nederland zo belangrijk dat mensen zoveel
mogelijk omgingen met mensen die dezelfde levensovertuiging hadden. Ook al waren sommige mensen
rijker of armer. Zij gingen naar dezelfde bakker, lazen dezelfde krant en luisterden naar dezelfde
radioprogramma’s.
- Jongerenculturen: Pubers begonnen zich vanaf de jaren vijftig op een andere manier te gedragen dan
volwassenen. Zij droegen bijvoorbeeld andere kleding en luisterden naar andere muziek, waardoor
duidelijk werd dat hun manier van doen hun gewoonten en gebruiken anders waren den die van
volwassenen.
- Hippies: Hun lijfspreuk was: ‘Make love, not war!’ Deze jongeren leefden veel buiten, dicht bij de
natuur en verzetten zicht tegen oorlog en geweld.
De samenleving veranderde ingrijpend op economisch, sociaal en cultureel gebied door de stijging van
de welvaart, secularisatie en het ontstaan van jongerenculturen.
De wederopbouw droeg bij aan de snelle groei van de welvaart na de Tweede Wereldoorlog. De
welvaart steeg voor iedereen doordat Nederland met de komst van de verzorgingsstaat ook mensen
hielp die niet voor zichzelf konden zorgen. De zekerheid dat je in Nederland tamelijk goed kon leven
werd geregeld met wetten en uitkeringen.
Tegelijkertijd verloor de kerk invloed in de samenleving in het proces van secularisatie. Waar de
samenleving eerst nog verzuild was, en geloof en kerk een sterke rol speelden, droegen veranderingen
als televisie en radio bij aan het verspreiden van andere denkbeelden.
Via de televisie en radio werden jongeren ook beïnvloed door popidolen. Zij luisterden hun muziek,
droegen dezelfde kleren en gingen zich net zo gedragen. Jongeren zetten zich af tegen hun ouders en
ontwikkelden hun eigen manier van doen, een eigen jongerencultuur.
Hippies behoorden tot deze nieuwe jongerenculturen. Zij verzetten zich tegen beslissingen van de
regering die zij niet rechtvaardig vonden en protesteerden daar massaal tegen.
1 multicultureel – pluriform – integratie – segregatie
2 Suriname – Joegoslavië – Indië – Molukken
3 Werk – liefde – oorlog – honger
4 ontevredenheidspartijen – 2001 – integratie – angst
1 In een multiculturele of pluriforme samenleving leven mensen met verschillende culturen samen. De
integratie van allochtonen verloopt goed.
2 Suriname, Indië en de Molukken behoren tot de voormalig koloniën van Nederland. Joegoslavië niet.
3 Werk, oorlog en honger zijn redenen voor mensen om in Nederland asiel aan te vragen.
4 Na de aanslagen in 2001 ontstond er angst in de samenleving, wat zorgde voor de opkomst van de
zogenaamde ontevredenheidspartijen.
De Koude Oorlog zorgde voor een blokvorming in de wereld: oost en west, onder leiding van de SovjetUnie en de Verenigde Staten. Door de ineenstorting van de Sovjet-Unie kwam er een einde aan deze
tweedeling, waardoor een nieuwe oriëntatie in de internationale verhoudingen nodig was.
De nieuwe orde is niet duidelijk. In de wereld is men nog aan het zoeken. In Europa is de Europese
Unie steeds sterker als apart blok komen te staan. De Verenigde Staten stelt zich intussen recht
tegenover schurkenstaten of ‘de as van het kwaad’ op. Een min of meer vast systeem als in de Koude
Oorlog is er echter niet.
De oorlogen in Irak zijn een voorbeeld van de nieuwe verhoudingen in de wereld. Deze gebeurtenissen
laten zien dat de internationale gemeenschap verdeeld (niet in tweeën, maar gefragmenteerd) is.
Hierdoor wordt niet krachtig opgetreden, of zijn de meningen over het optreden van staten verdeeld
(bijvoorbeeld de inval in Irak).
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
10
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
6 a
Voor: McWorld
Tegen: Jihad.
b
Voor
Tegen
- Multinationale bedrijven
- Angst voor invloed van het westen
- Technologische veranderingen
- Angst voor andere culturen
- ‘Val van de muur’ en liberalisering van
- Religieus fundamentalisme
de markt
7
1 Waardoor is vanaf 1945 de samenleving in het Westen veranderd?
De samenleving in het Westen is veranderd door de toenemende welvaart, waardoor mensen zich meer
luxe konden veroorloven en op vakantie konden. Door technologische verandering werd de luxe verder
vergroot en ook de mobiliteit nam toe waardoor mensen, ook jongeren sociale controle en gezag konden
ontvluchten. Jongeren gingen meer hun eigen gang en gingen op hun eigen manier leven. Deze
veranderingen samen beïnvloedden ook de volwassenen. Men lette steeds meer op de eigen behoeften
en minder op wat anderen ergens van vonden. Dit resulteerde ook in de verminderende invloed van de
kerk op de samenleving.
De samenleving veranderde ook doordat inwoners van de voormalige koloniën en vluchtelingen een
beter leven probeerden op te bouwen in het Westen. De samenleving werd hierdoor langzaam, maar
ingrijpend veranderd, met als gevolg dat verschillende culturen aanwezig zijn in het dagelijkse leven en
soms ook botsen. Door verdere technische veranderingen zijn producten van de andere kant van de
wereld ook bereikbaar geworden. Goederen, maar ook mensen reizen meer over de wereld, waardoor er
op grote schaal uitwisseling van culturen en ideeën plaatsvindt.
2 Hoe veranderde de rol van het westen in de wereldpolitiek?
Door de dekolonisatie hebben westerse landen veel inkomsten verloren en ook veel invloed in grote
delen van de wereld. Landen die nu zelfstandig zijn, nemen soms een vijandige houding aan ten opzicht
van het Westen. Mensen uit de voormalige koloniën emigreren soms naar het land van de
oorspronkelijke kolonisator om een beter leven op te bouwen.
Als het Westen probeert ergens invloed te krijgen of zich mengt in een conflict dan wordt het al snel
beschuldigd van modern imperialisme. Dat komt door het verleden, waarin het Westen overheerste.
Landen willen niet meer onderdoen voor het Westen, zeker niet als ze erg van levenswijze verschillen.
1 Hiervoor heb ik gebruikt pararaaf: 2, 3, 4, 5
2 Hiervoor heb ik gebruikt pararaaf: 1, 4, 5
8
Eigen antwoord van de leerling.
9
a,b,c Beoordeling door de docent.
10
Eigen antwoord van de leerling.
Menukaart
Menu A De watersnoodramp van 1953
1 a
b
2 a
b
c
d
e
Er liggen nu dijken tussen en rond de Zeeuwse eilanden om het land te beschermen en er is land
gewonnen. Tegelijkertijd zijn de kleine stukjes land met elkaar verbonden geraakt, waardoor het aantal
kilometers kust is verkleind
Eerst wordt de Romeinse schrijver Tacitus aangehaald die beschrijft hoe de inwoners van Nederland in
dit drassige land ploeteren om te overleven. Dan wordt het voorbeeld van de St Elisabethsvloed in 1421
gegeven. Als laatste wordt de overstroming in 1809 beschreven.
Zie afbeelding hieronder.
Het Watersnoodmuseum (in een caisson), Watersnoodmusea en het Watersnoodmonument.
Zie afbeelding hieronder.
Zie afbeelding hieronder.
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
11
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
f
g
h
3 a
b
Zie afbeelding hierboven.
1 Oosterscheldekering
2 Veersegatdam
3 Brouwersdam
4 Haringvlietdam
5 Philipsdam
6 Volkerakdam
7 Grevelingendam
8 Oesterdam
Het water wordt zoet wat invloed heeft op de plant- en diersoorten in het gebied.
Ten westen van de blauwe lijn (zie afbeelding hieronder) loopt Nederland onder water.
Er zijn maar weinig mensen met een telefoon. De burgemeester is een gewone boer. Maar weinig
mensen hebben een auto.
In plaats van opgehoogde dijken van zand en steen gebruikt men nu een hightech stormvloedkering met
sluizen en de mogelijkheid om zelfs het milieu te beïnvloeden.
4
Door de stand van de zon en de maan waren de verschillen tussen eb en vloed groter. Samen met een
storm zorgde dit voor ‘springvloed’. Aan land waren de dijken niet in beste staat en sliepen de mensen.
5 a
De wethouder was een gelovige man, die er goed over kon praten. Hij had gezag bij de jeugd, omdat hij
zo nu en dan iemand die de orde verstoorde strafte. De invloed van de Kerk en het geloof op de
samenleving is in deze bron duidelijk te lezen.
De mannen van het dorp moesten een ‘dijkleger’ vormen om de strijd met het water aan te gaan.
In de jaren vijftig was men in Nederland nog bezig met de wederopbouw. De eensgezindheid die men
liet zien met de wederopbouw liet het volk ook zien in de aanpak van de ramp en de hulp aan de
slachtoffers.
De ramp is te vergelijken met de Tsunami in Azië. De overeenkomst is dat er ook snel, veel
internationale hulp op gang kwam om de slachtoffers te helpen. Het verschil is dat de Tsunami meer
dan tweehonderdduizend levens heeft geëist en veel meer schade heeft aangericht.
b
c
d
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
12
Antwoorden bij Hoofdstuk 6 Overvloed en onbehagen
6 a
b
c
De kust is 700 km korter geworden
Door de Oosterscheldekering konden niet alle soorten visserij meer plaatsvinden.
De Deltawerken zijn een technisch hoogstandje, waarmee zeearmen worden afgesloten. Dit houdt ook
in dat je het milieu beïnvloedt en zelf moet reguleren.
ProjectMenu B De onafhankelijkheid van Suriname
De onderschriften:
1
De onafhankelijkheid van Suriname wordt getekend. 1975
2
De Nationalistische Beweging Suriname wordt opgericht. Later wordt dit de Partij van de
Nationalistische Republiek. Zij streeft naar een onafhankelijke staat. 1959
3
De Surinaamse regering stelt voor om de Surinaamse vlag, het wapen en het volkslied officieel vast te
stellen. 1959
4
Een nieuwe regering werd voor het eerst in twaalf jaar weer democratisch gekozen. Henck Arron zit
weer in het zadel als minister-president.1988
5
Cyrille Daal wordt vermoord door de regering tegen wie hij zich verzet vanwege de ondemocratische
manier van besturen. 1982
6
Nederland stuurt mariniers om uit de hand gelopen stakingen, die hebben geleid tot plundering en
brandstichting, de kop in te drukken. Ook in eigen land werd dit gezien als ‘koloniaal ingrijpen’. 1969
7
De Binnenlandse Oorlog begint. In dit conflict vallen veel burgerslachtoffers. 1986
8
Vanwege de afhankelijkheid van het buitenland en de slechte regering zien veel Surinamers met
enthousiasme dat Henck Arron wordt afgezet met een staatsgreep. 1980
9
Arron wordt minister-president en maakt een jaar erna bekend dat de regering streeft naar
onafhankelijkheid. 1973
10 Nederland hervat de stopgezette ontwikkelingshulp aan Suriname. 1988
Bron 48: hoort bij 1975. De mensen in de bron vieren de onafhankelijkheid die in dat jaar werd uitgeroepen.
Bron 49: hoort bij 1973. De president roept uit dat de regering streeft naar onafhankelijkheid. Hier gaan
voor onlusten aan vooraf, waardoor veel mensen denken dat zij het in Nederland beter zullen
hebben.
Bron 50: hoort bij 1969. Nederland stelt met militair ingrijpen orde op zaken in Suriname. Hierdoor rijst de
vraag naar de koloniale houding van Nederland en de zelfstandigheid van Suriname.
Bron 51: hoort bij 1959. Er wordt een officieel volkslied vastgesteld in opdracht van de regering.
Bron 52: hoort bij 1980. Ontevredenheid over de regering leidt tot een militaire coup.
Bron 53: hoort bij 1975. Er wordt beschreven dat de overdracht van de soevereiniteit plaats heeft gevonden.
Bron 54: hoort bij 1982. Desi Bouterse laat politieke tegenstanders ombrengen met de reden dat hij erger
wilde voorkomen en de rust in het land had willen bewaren.
Punt 1 t/m 10: Eigen argumentatie waarom hier het punt van de levenslijn is getekend.
a
b
c
d
e
Suriname ligt in Zuid-Amerika.
Dit is te zien aan plaatsnamen als: Groningen, Wageningen, Nieuw-Amsterdam en het
Wilhelminagebergte.
Aruba, Bonaire, Curaçao, St. Maarten, Saba en St. Eustatius.
De etnische samenstelling is een gevolg van de koloniale periode waarin slaven uit Afrika en
contractarbeiders uit Nederlands-Indië werden gehaald.
De kaart laat zien dat er in het jaar van de onafhankelijkheid veel mensen naar Nederland migreren. Dit
laat zien dat veel mensen geen vertrouwen in de onafhankelijkheid hadden. Dit komt overeen met bron
49 in het leesboek.
Menu C Het drama Srebrenica
Beoordeling door de docent.
Feniks, Geschiedenis voor de onderbouw, 3 havo © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort 2013
13
Download