klik hier - Paul Bocken

advertisement
Herhaling van vitale functies
Opgaven als herhaling van de kennis over vitale functies: stoornissen in de bloeddruk, de
ademhaling en de hartwerking. Dat zijn de onderdelen g.13, g.14, g.15 en g.16
a. Zoek de juiste stellingen.
b. De onjuiste stellingen ga je verbeteren. Maak de zin anders, zodat hij wel klopt. Gebruik
daarvoor een Word-document. Doe die verbetering dan wel zo, dat je laat zien dat je weet
hoe wèl in elkaar zit.
c. Vergelijk met de voorbeelduitwerking op de site.
d. kom je er bij sommige dingen niet uit, dan bespreken in de les
Juist Onjuist
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
Adrenaline helpt bij het handhaven van de bloeddruk.
Als slagadertakjes wijder worden, stijgt de bloeddruk.
Als de bloeddruk daalt gaan de nieren meer natrium uitscheiden
Van alle ruimtes in het hart is de rechter kamer het meest direct
verantwoordelijk voor een goede bloeddruk.
Angiotensine zorgt voor een lage bloeddruk.
Twee factoren bepalen de hoogte van de bloeddruk: de hartwerking en de
nierfunctie.
De nieren beïnvloeden de bloeddruk vooral omdat ze kunnen bepalen hoe
groot het bloedvolume is.
Een bloeddruk van 150 / 85 is geheel normaal
Een bloeddruk van 100 / 70 is normaal
Bij elke vorm van hoest is er sputum.
12 ademhalingen per minuut beschouwen we als een normale
ademfrequentie.
Een productieve hoest betekent dat het hoesten in de loop van de dag
steeds erger wordt.
Kortademigheid is een subjectief symptoom en een objectief symptoom.
Bij een stoornis in de ventilatie ligt het probleem aan de zuurstofopname
zelf en niet aan bijvoorbeeld een verstopping in de luchtwegen.
Als de wand van een longblaasje dikker wordt, neemt de opname van
zuurstof af en ontstaat kortademigheid.
COPD verstoort de snelheid van opname van zuurstof in het bloed.
Door COPD is er minder verse lucht in de longblaasjes.
Bij een verlamming van het middenrif blijft de ademhaling hetzelfde.
Door longoedeem neemt de snelheid van opname van zuurstof af.
Bij het observeren van de ademhaling beoordeel je alleen de frequentie, of
er kortademigheid is en of de ademhaling te horen is. Meer kun je niet
bepalen.
Hulpademhalingsspieren zitten vooral in de buik.
Iemand die de hele dag kortademig is, doet er goed aan wat minder te
drinken, want dat maakt alleen maar meer benauwd.
Iemand die ernstig kortademig is, kan men beter even alleen laten, dan
gaat het sneller over.
De kortademigheid bij hartfalen komt doordat er water in de weg gaat
zitten bij de opname van zuurstof
De kortademigheid bij astma komt omdat de longblaasjes niet open willen
gaan.
ROC ASA - opleiding verzorgende herhaling vitale functie
Juist Onjuist
26. De kortademigheid bij longontsteking komt vooral door de toegenomen
zuurstofbehoefte als gevolg van de koorts.
27. Bij bloedarmoede kan iemand sneller benauwd worden omdat het bloed
minder zuurstof kan meenemen.
28. Bij cheynestokesademen is iemand te bang of te geëmotioneerd om
regelmatig door te ademen. Om de zoveel tijd houdt hij daarom zijn adem
in.
29. Iemand met cheynestokesademen zal binnen een paar minuten
overlijden.
30. Bij Kussmaulademen stopt iemand om de paar minuten met ademen
31. Bij Kussmaulademen is iemand bezig om via de uitademing afvalstoffen te
verwijderen.
32. Stridor is de afwijkende kleur bij ernstige benauwdheid.
33. De oorzaken van een hoorbare inademing (inspiratoire stridor) zitten in de
grotere luchtwegtakken of de keel en strottenhoofd, maar niet diep in het
longweefsel
34. Als iemand piept bij het uitademen, kan er van alles mis zijn, maar de
kleinste luchtwegtakjes zijn vast en zeker in orde.
35. Bij een ontsteking en vernauwing van de allerkleinste luchtwegtakjes gaat
de uitademing piepen
36. Een ademfrequentie van 16 per minuut wijst op een ademdepressie.
37. Morfine heeft kortademigheid als bijwerking.
38. Hyperventilatie kan men het beste bestrijden met wat extra zuurstof.
39. Van angst kan iemand gaan hyperventileren, maar omgekeerd niet,
hyperventileren leidt niet tot angst.
40. Een polsslagfrequentie van 80 in rust noemen we normaal.
41. Een polsslagfrequentie van 60 in rust noemen we normaal.
42. Bij boezemfibrilleren staat het hart stil en is er geen meetbare bloeddruk.
43. De oorzaak van een hartblok zit in de sinusknoop.
44. Door koorts zal de polsfrequentie net zo goed kunnen stijgen als dalen.
45. Bij koorts neemt de behoefte aan zuurstof toe
46. Bij bloedarmoede stijgt de polsfrequentie omdat het lichaam meer
zuurstof nodig heeft.
47. Van bloedarmoede gaat de polsfrequentie omlaag
48. Als de bloeddruk snel daalt, kan men verwachten dat de polsfrequentie
gaat oplopen.
49. Het schildklierhormoon stimuleert de polsfrequentie.
50. De polsslag bij boezemfibrilleren is gelijkmatig
51. De polsslag bij boezemfibrilleren is regelmatig
52. Een regelmatige pols en een gelijkmatige pols betekent precies hetzelfde
53. Bij een onregelmatige pols zijn de pauzes tussen de slagen in niet even
lang.
54. Een langzame pols komt vaak door een te hoge lichaamstemperatuur
55. Een slecht gevulde pols betekent: aan de pols voel je het maar lastig,
maar in de hals en in de liezen is het heel gemakkelijk te voelen.
56. Het eerste geluid dat je hoort bij het meten van de bloeddruk bij het leeg
laten lopen van de ballon is de druk in de aders.
57. De systolische druk lees je af op het moment dat bij het leeg laten lopen
van de ballon de eerste geluiden hoorbaar worden
58. Er zijn allerlei oorzaken van hoge bloeddruk, maar erfelijke aanleg hoort
ROC ASA - opleiding verzorgende herhaling vitale functie
Juist Onjuist
59.
60.
61.
62.
63.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
70.
daar duidelijk niet bij
Er zijn allerlei oorzaken van hoge bloeddruk, maar nierziekten horen daar
niet bij.
Een hersenbloeding hoort bij de gevaren van hoge bloeddruk.
Hoge bloeddruk maakt slagaderverkalking erger.
Door hoge bloeddruk gaat iemands cholesterol in het bloed omhoog.
Hoge bloeddruk is schadelijk voor de nieren.
Hoge bloeddruk is schadelijk voor het hart.
Hoge bloeddruk is vooral schadelijk voor de lever.
Extreme uitdroging leidt tot shock.
We spreken alleen van shock als er een tekort aan bloedvolume is.
Een anafylactische shock komt door een infectie
Je merkt aan iemand met een shock op de allereerste plaats dat hij een
sterk gedaald bewustzijn heeft.
Als gevolg van shock kunnen allerlei organen stoppen met werken, en dat
is soms al snel niet meer terug te draaien.
ROC ASA - opleiding verzorgende herhaling vitale functie
Download