POLYMEREN of : “Kunststoffen” … of : “Plastics” ... Polymeren Wat / Naam ? Gr.: poly (veel) + meras (delen) = “stoffen die bestaan uit lange ketens van zich herhalende groepen” (monomeren) Je kunt ook verschillende monomeren koppelen: copolymeer Polymeren hebben een hoog smeltpunt en zijn dus vast bij kamertemperatuur Indeling van Polymeren Onderverdeling van polymeren kan op een aantal manieren plaats vinden: 1) Natuurlijk of synthetisch 2) Thermoharder of thermoplast 3) Lineair, vertakt of dwarsverbindingen 3 Natuurlijke Polymeren Komen voor in plantaardige en dierlijke weefsels • Eiwitten, • Vetten, • Koolhydraten Synthetische Polymeren • • • • • • • Worden kunstmatig uit aardolie gemaakt Polyetheen (PE) Polyvinylchloride (PVC) Polyamide (PA) Polycarbonaat (PC) Styreen-butadieen (SB) Siliconen (SI) …………………….. Kunststoffen Thermoplasten Elastomeren Thermoharders Thermoplast Kunststoffen die zacht of vloeibaar worden bij verwarming. Lineair of vertakt Thermoplast: H- bruggen Van der Waals Voorbeelden : Polyetheen (PE), polyvinylchloride (PVC) 6 Polymeren: thermoplast (lineair of vertakt) 7 Eigenschappen Thermoplasten •Lange, onvertakte polymeerketens, die langs elkaar kunnen schuiven •Plastische vervormbaarheid is te danken aan deze bewegingsvrijheid •Bij verwarming wordt vervormingsmogelijkheid groter (binding tussen macromoleculen wordt zwakker) Toepassing thermoplasten: PET-flessen maken Thermoharder Kunststoffen die niet zacht worden bij verwarming (aanrechtblad). Alle polymeermoleculen zijn onderling met elkaar verbonden via atoombindingen (crosslinks). Cross-linking structuur 10 D4460 Soorten Kunststoffen 7 Eigenschappen Thermoharders •Lange, vertakte macromoleculen met onderlinge dwarsverbindingen •In het netwerk kunnen de polymeren niet langs elkaar schuiven •Op hoge temperatuur breken de bindingen (ontleding) Hierna is opnieuw smelten niet meer mogelijk macromolecule dwarsverbinding Polymeren: ‘vernet’ thermoharder 12 © Prof. W. Bogaerts, 2000 5. Eigenschappen van kunststoffen 3. Elastomeren moleculen zijn ‘vernet’ maar toch nog grote mazen waardoor elastisch! (nemen oorspronkelijke vorm aan als kracht wegvalt) D4440 Soorten Kunststoffen 5 Eigenschappen Elastomeren •Lange, onvertakte macromoleculen, die langs elkaar kunnen schuiven (vergelijk dit met pan spaghetti) •Door vulkaniseren worden zwavelbruggen tussen macromoleculen gevormd (er ontstaat een netwerk) •Door zwavelbruggen in het netwerk is de stof elastisch macromolecule zwavelbrug Polymeren: Lineair, vertakt of vernet 16 Bereiding van kunststoffen polymerisatie: polyaddititie © Prof. W. Bogaerts, 2000 © Prof. W. Bogaerts, 2000 © Prof. W. Bogaerts, 2000 Voorbeeld : poly-etheen Notatie van een Polyethyleen-molecuul Polymerisatie van etheen CH2=CH2 + CH2=CH2 ˜CH2-CH2-CH2-CH2˜ Polyetheen n C2H4 (C2H4)n POLYPROPEEN http://h2.chemieoveral.epn.nl/ n n Polycondensatie Er wordt dan bij elke koppeling water of een ander klein molecuul afgesplitst. Koppelen van een dizuur of diamine. Aminozuur Bij elke condensatiereactie komt één watermolecuul vrij. POLYPEPTIDE (eiwit) Peptidebinding ˜ Bij het koppelen van twee dezelfde aminozuren: Amidebinding en polyamide © Prof. W. Bogaerts, 2000 POLYESTER Ontstaat er een esterbinding – COOC 1. Natuurlijke polymeren PET = polyethyleentereftalaat Geef de structuurformule van onderstaande polymeren van: (gebruik drie monomeereenheden) 2- penteen Ethaan-1,2-diol en ethaandizuur Ethaan-1,2-diamine en propaandizuur Een polymeer dat is ontstaan uit verschillende monomeren dan noem je dit polymeer een copolymeer. © Prof. W. Bogaerts, 2000 Vernet Polymeer bereiden Additie aan dubbele bindingen tussen twee polymeerketens Verbinden van polymeerketens via zijgroepen (bijvoorbeeld: -OH en –COOH => polyester) © Prof. W. Bogaerts, 2000 Polystyreen © Prof. W. Bogaerts, 2000 Voorbeeldopdracht CE Antwoord © Prof. W. Bogaerts, 2000 Toevoegingen Weekmaker Maakt kunststoffen soepeler, door zich tussen de ketens te voegen. De afstand tussen de moleculen wordt dan groter en de samenhang kleiner. 39 Blaasmiddel Vluchtige stof die tijdens de vorming van een kunststof verdampt. Dit vormt dan bellen en kunststoffen met een zeer kleine dichtheid. Voorbeeld: piepschuim. 40 Kleurstoffen Vermengen zich met de moleculen van de kunststof. Voordeel: kleur slijt er niet af. 41 FABRICAGE TECHNIEKEN © Prof. W. Bogaerts, 2000 Spuitgieten 43 Begrippen Poymerisatiegraad Hoe hoger, hoe langer de keten Extruderen uitdrijven of -persen van verwarmde kunststof in een bepaalde vorm (hoekprofiel) spuitgieten manier van produceren, waarbij vloeibaar kunststof in een vorm wordt gespoten Composieten Composiet Twee of meer materialen gecombineerd tot een nieuw materiaal met andere eigenschappen dan de afzonderlijke componenten Natuurlijke composieten : hout Kunstmatige composieten: triplex, multiplex