161230 oudjaar Teksten: Exodus 17, 8-16; Ezechiël 34, 1-5, 11-16; Etty Hillesum: het verstoorde leven; Matt 28, 19-20 Het boek Exodus, waaruit de eerste lezing is genomen, vertelt niet van een eenmalige historische gebeurtenis, maar van een terugkerend fenomeen in de geschiedenis. Amalek komt van generatie op generatie. De naam Amalek staat voor een vernietigende kracht. Volgens het verhaal valt Amalek Israël in de rug aan en treft zo ouderen, moeders en kinderen. Hij treft de mens in zijn kwetsbaarheid. In onze dagen zouden we kunnen zeggen: ‘Amalek komt binnen zonder te kloppen’. En Amalek kwam…. Plotseling kan zich in het leven een ongeluk of een ziekte voordoen. Dierbaren overlijden, verliezen werk, verliezen hun levenslust. Eenzaamheid dient zich aan. Plotseling veranderen de politieke verhoudingen en verhardt zich de maatschappij. Je vraagt je af of de zachte krachten van vrede en broederschap wel of niet aan de winnende hand zijn. Alles wat van waarde is, is weerloos zei de dichter Lucebert. Keer op keer worden we geconfronteerd met het lijden, met onderdrukking met de wreedheid van een niets ontziende oorlog. In het verhaal moet Mozes met zijn staf de heuvel opgaan. Mozes is geen supergelovige met bovennatuurlijke krachten, maar een mens zoals u en ik. De mens is als relationeel wezen aangewezen op de ander. Dus ondersteunen Aäron en Chur zijn handen, de een rechts, de ander links. Zo leren we dat een mens zich in het leven moet laten vergezellen aan zijn linker- en rechterzijde. Om samen als het ware de staf van het leven hoog te houden. De kern van dit stukje tekst uit het boek Exodus is: ‘Strijd voor JHWH tegen Amalek, van generatie op generatie’. Amalek komt van generatie op generatie. Wat en wie was hij in de jaren ’30 en ’40 van de vorige eeuw, de dagen waarin Etty Hillesum haar gevoelens op papier schreef? En wat en wie is hij vandaag de dag? Wat of wie is jouw Amalek? Wie zijn jouw steun ter linker- en rechterzijde? Etty Hillesum, in 1941 een 27 jarige vrouw, Joods, wonend in Amsterdam-Zuid. In acht dichtbeschreven cahiers in een klein en vaak moeilijk leesbaar handschrift legt ze haar dagboek vast. In dagboeken en brieven, tegen het dreigend decor van de oorlog, getuigt zij van haar groeiend geloof in de menselijke mogelijkheden. Haar onverzettelijk geloof in mensen, de mens als tempel van God. ‘En haast met iedere hartslag wordt het me duidelijker: dat je ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en dat wij de woning in ons, waar jij huist, tot het laatste toe moeten verdedigen’. Zo schreef zij op 12 juli 1942. De laatste woorden in haar laatste dagboek zijn: ‘Men zou een pleister op vele wonden willen zijn’. Dat was haar strijd tegen Amalek. Wie is jouw herder? Wie of wat bepaalt eigenlijk jouw leven? Aan wie vertrouw je je gaan en staan toe? Want dat is in bijbelse zin een herder. Het is degene die de agenda’s bepaalt. In het ballingschapsboek Ezechiël wordt met de herders die ervan langs krijgen, gedoeld op de koningen en politieke machten van zijn tijd. In onze tijd gaat over de machten die ons in de greep hebben. Die ons denken en doen bepalen. Wie of wat zijn dat? Wie of wat laat jij jouw agenda bepalen? En hoe is dat van invloed op hoe jij vervolgens herdert over anderen? Vragen die aan het begin van een jaar, met vermoedelijk veel turbulentie, van belang zijn. Want juist in kwetsbare tijden komt ineens die vraag indringend op: Wie is eigenlijk mijn herder? Is er nog iemand die naar mij vraagt? Die naar mij op zoek gaat? Is er iemand die mij echt belangrijk vindt? Ook als het niet lekker gaat? Ook als ik verlies op verlies lijd, als ik in de kreukels terecht kom. Is er dan nog iemand die naar mij omziet? Die met mij wil verkeren? Als ik mijn spontaniteit verlies, mijn gevatheid, mijn aardige verhaaltje. Als ik moe ben. Of ouder wordt, met alle gebreken van dien. Is er dan nog iemand die naar mij vraagt? In de profetenteksten gaat het over het verhaal van eentje die juist dán in beeld komt, als alle herders zijn afgetaaid. Eentje die zich daar begeeft waar ieder ander liever wegduikt. Een herder die alles op alles zet om zijn schapen te zoeken. Die niet rust voordat hij ze allemaal gevonden heeft. Het is het verhaal van één die het geschreeuw in Egypte heeft gehoord, die heeft willen zien wat geen enkele andere herder durfde aan te zien. Een herder die afdaalt om zijn mensen te doen opgaan. Weg uit het doodsland van Egypte in de richting van een veel belovend land. Als Jezus zegt: ‘Ik ben de goede herder’ verwijst hij naar de tekst die we zojuist lazen. Hij zal degene zijn die de schapen weidt zoals het moet. Wie is jouw Amalek? Wie is jouw herder? Voor wie ben jij een herder? Niet omwille van jezelf, maar omwille van die ander, met een hoofdletter én met een kleine letter. Herder zijn van de ander, dat is in essentie de opdracht die Jezus zijn leerlingen meegeeft. Het gelezen fragment zijn de laatste regels uit het Evangelie naar Matteüs. Jezus stuurt zijn leerlingen op weg, een onzekere toekomst tegemoet. ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen’ In de tekst uit het boek spreuken, in het boekje afgedrukt, staat: Mijn zoon, heb aandacht voor mijn woorden, Neem nooit leugens in de mond, geef aan mijn uitspraken gehoor. laat geen bedrog over je lippen komen. Houd ze steeds voor ogen, Je moet elke mens recht in de ogen kunnen bewaar ze in het diepste van je hart. zien, Ze zijn het leven voor wie ze aanvaarden, nooit je ogen hoeven neerslaan. sterken heel het lichaam als een medicijn. Effen de weg waarover je gaat, Van alles waarover je waakt, waak vooral over dan loop je met vaste tred. je hart, Wijk niet af naar rechts, wijk niet af naar links, het is de bron van je leven. wijk alleen uit voor het kwaad Ga dus op weg met alleen zijn woord: ‘Ik zal bij u zijn…’. Mogen wij onszelf het komend jaar ook vinden in die zending. In de ervaring dat het goddelijke in ons huist, dat wij het nieuwe lichaam van Christus kunnen zijn in onze relaties en contacten. Want ook in ons innerlijk klinkt die roep om Amalek in zijn huidige vorm te bestrijden. ‘Ik zal bij u zijn, alle dagen..’. Ik wens ons veel wijsheid in het komende jaar.