OPDRACHT ONTWIKKELEN GEZAMENLIJKE SCHOLING PRIMAIR

OPDRACHT ONTWIKKELEN GEZAMENLIJKE SCHOLING PRIMAIR
HUISARTENPOSTEN EN RAVU
Versie 2, definitief
Visie
De LHV Kring Midden-Nederland, Primair Huisartsenposten en de RAVU hebben de bestuurlijke visie
om de inrichting van het primaire proces voor spoedeisende eerstelijns hulpvragen in de nacht te
optimaliseren. Onder optimale inrichting wordt verstaan: vanuit perspectief van de patiënt te
organiseren dat de juiste zorg op het juiste moment door de juiste hulpverlener op de juiste plek wordt
verleend.
Onder de patiënt wordt hierin zowel de patiënt met een hulpvraag verstaan (die wil de beste zorg) als
de inwoner zonder hulpvraag (die wil de zorg zo snel en efficiënt mogelijk georganiseerd zien).
De LHV Kring Midden-Nederland, Primair Huisartsenposten en de RAVU gaan de samenwerking
intensiveren en afspraken maken over het overnemen en overdragen van patiëntenzorg indien dit
voor de patiënt voordeel heeft. Hiermee wordt het verhogen van de patiëntveiligheid nagestreefd. Het
moet tevens leiden tot het beter benutten van elkaars krachten en kwaliteiten en het beter
ondersteunen van de medische verantwoordelijkheid van de huisarts.
De visie is opgesteld door de bestuurlijke stuurgroep die zich tot taak heeft gesteld de activiteiten die
uitgezet worden in het kader van realiseren van deze optimale inrichting, uit te zetten en te monitoren.
De stuurgroep is daarmee opdrachtgever voor de projectgroepen die in dit kader worden opgesteld.
De stuurgroep legt aan de projectgroep ‘gezamenlijk scholen’ de volgende vraag voor:
- Ontwikkel een modulair scholingsprogramma voor huisartsen en ambulanceverpleegkundigen
waarbij de gemeenschappelijkheid in de spoedzorg het uitgangspunt is, en dat bijdraagt aan het
realiseren van de visie.
-
Het doel van het scholingsprogramma is:
o Bijdragen aan het intensiveren van de samenwerking met betrekking tot spoedeisende
eerstelijns hulpvragen.
o Begrip krijgen voor elkaars organisatie en elkaars werkwijze, expertise en cultuur;
o De samenwerking in de spoedzorg verbeteren qua kwaliteit van zorg en efficiency;
o De kennis, vaardigheden, overdracht en communicatie op het gebied van spoedzorg in al
haar facetten verbeteren.
o Aansluiten bij de intrinsieke motivatie van de professionals voor wie de scholing bedoeld is.
-
De scholing is gericht op het spoedzorgdomein en betreft met name de gemeenschappelijkheid in
het zorgproces.
In de scholing wordt tenminste aandacht besteed aan overdracht en communicatie (SBAR), de
overeenkomsten en de verschillen in de procesinrichting en het delen van kennis over elkaars
domein.
De scholing kan voor huisartsen en/of ambulanceverpleegkundigen ook gericht zijn op specifieke
aspecten van spoedzorg waar bij/nascholing gewenst is.
De scholing wordt zoveel als mogelijk gecombineerd uitgevoerd: docenten vanuit domein
huisartsen en docenten vanuit domein ambulancezorg.
Huisartsen en ambulanceverpleegkundigen volgen zoveel als mogelijk gezamenlijk de scholing.
-
-
1
-
-
Verkend en onderbouwd wordt of gezamenlijke scholing ook voor triagisten en
meldkamercentralisten een meerwaarde kan hebben. Indien ja, dan onderstaande punten ook voor
deze doelgroep uitwerken.
Het scholingsprogramma wordt zoveel als mogelijk regionaal (HAP-HV) aangeboden binnen het
gebied Midden-Nederland.
Het scholingsprogramma beslaat een periode van drie jaar en is modulair opgebouwd.
Sluit aan bij de actuele thema’s en de beleefwereld van de huisartsen en de
ambulanceverpleegkundigen
Neem simulatie op in het programma
Het streven is erop gericht dat jaarlijks voor 1 september wordt bepaald welke modules alsmede de
frequentie ervan worden aangeboden voor het komende jaar.
Indien mogelijk kan het scholingsprogramma gestart worden begin 2016.
Beschrijf welke faciliteiten nodig zijn voor het voorgestelde scholingsaanbod en sluit daarbij zoveel
mogelijk aan bij bestaande mogelijkheden.
Sluit de beschrijving van het scholingsprogramma af met een planning en financiële paragraaf.
Geef aan wat de mogelijkheden zijn voor het aanwenden van mogelijke subsidies of derde
geldstromen(OTO) om het programma financieel te ondersteunen.
2