Attesten BA4 en BA5

advertisement
ATTESTEN BA4 EN BA5
IN EEN ONDERWIJSOMGEVING
De bevoegdheidsverklaring:
Gewaarschuwde - BA4
Vakbekwaam - BA5
Wilfried Mariën
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Demonstratiewerkplaatsen voor Veilig werken
Pilootproject 1 - elektriciteit - 2010
inhoud
•
•
•
•
•
Wettelijke basis
Codificatie over bekwaamheid van personen
Onderscheid BA4 en BA5
Wie verleent, inhoud, randvoorwaarden
elektrische installaties in een leeromgeving:
– De gebouwgebonden elektrische installatie
– Leeratelier, praktijkklas, labo
•
•
•
•
Risicofactoren voor de mens
Elektrische schok: effecten op het lichaam
Absolute conventionele grensspanningen
In concreto… procedures voor veilig werken,
de 8 Gouden Regels
Wettelijke basis
Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI):
artikel 47
Laatst gewijzigd bij KB 25/04/2004; BS 26/05/2004
 Codificatie over bekwaamheid van personen
 Wie verleent, aan wie
 Inhoud, randvoorwaarden:
Welke opleidingen, kennis, vaardigheden, attitude
Invulling van de randvoorwaarden :
– AREI: artikel 266, waaronder aard van de werkzaamheden
en de werkprocedures: resultaat van de gevoerde
risicobeoordeling
– De Wet Welzijn op het Werk, en zijn uitvoeringsbesluiten
Codificatie over bekwaamheid van
personen
omschrijving: BA1 – BA2 – BA3 – BA4 - BA5
BA1 gewone, niet hieronder geclassificeerde personen
BA2 kinderen in de voor hen bestemde lokalen
BA3 personen die niet over al hun fysische of geestelijke
vermogens beschikken
BA4 gewaarschuwden
BA5 vakbekwamen
De bevoegdheidsverklaring BA4 of BA5
AREI, art. 47
 BA4 = gewaarschuwde
Personen die:
- ofwel voldoende onderricht werden aangaande de
elektrische risico’s
- ofwel permanent worden bewaakt door een
vakbekwaam persoon
 BA5 = vakbekwaam
Persoon die via kennis, verkregen door opleiding of ervaring, de
gevaren verbonden aan de uit te voeren werkzaamheden zelf kan
inschatten, én maatregelen treft om de daaruit voortvloeiende
specifieke risico’s te elimineren of tot een minimum te beperken.
De bevoegdheidsverklaring BA4 of BA5
 Wie verleent: de werkgever aan werknemer, dmv document
 Inhoud van de bevoegheidsverklaring:
 Vereiste kennis:
• vaktechnische basiskennis
• risico’s op de elektrische installatie
 Welke opleidingen werden gevolgd? …ngl de opleidingsbehoefte
• cfr voorgaande
• Regelgeving (?)
• werkprocedures
 Aard van de elektrische installatie (bvb welk elektrisch netstelsel ?)
 Welke werkzaamheden ?
 Traceerbaarheid van voorgaande
 Geldigheidsduur
 eventuele bijkomende voorwaarden…
Elektrische installatie in een
leeromgeving
Ambigu karakter:
1. De gebouwgebonden elektrische installatie
2. De elektrische oefeninstallatie van het leeratelier, de
praktijkklas.
Belang van een goede werkorganisatie:
 Wie is bevoegd, voor wat ?
Onderscheid maken tussen de gebouwgebonden elektrische
installatie en de elektrische oefeninstallatie van het leeratelier
 Keuring door erkend organisme ?
 Wie is installatieverantwoordelijke ?
Is de installatieverantwoordelijke noodzakelijk houder van een
bevoegdheidsverklaring BA4 of BA5 ?
Elektrische installatie
1. De gebouwgebonden elektrische installatie
– Elektrisch schema (geactualiseerd !)
– Verslag uitwendige invloedsfactoren (AREI art. 19): codificatie
 Plan dat relevante uitwendige invloedsfactoren weergeeft…
– Risico-analyse
– Keuringsverslag erkend organisme (geen indienststellingsverslag)
• periodiciteit van de herkeuringen: LS: 5 jaar / HS: jaarlijks
• herkeuring “oude” elektrische installaties: KB van 2 juni 2008
Wie is bevoegd ?
– Attest gewaarschuwde (BA4) of vakbekwaam (BA5): art. 47 AREI
– Werkprocedures: de “8 Gouden Regels”: art. 266 AREI
– Wie is installatieverantwoordelijke ? Cfr. art 266 AREI
Elektrische installatie
2. Leeratelier, praktijkklas of labo met een
elektrische oefeninstallatie
– Elektrisch schema
– Risicoanalyse én indienststellingsverslag: arbeidsmiddel
• Werkspanning ? Hoger dan de ZLVS ?
• Welk soort elektrisch netstelsel ? TT-net; IT-net ?
– Verslag uitwendige invloedsfactoren
– Géén keuringsverslag door erkend organisme
 Bevoegdheidsverklaring voor de vakleerkracht: attest BA5
van vakbekwaamheid
 Wie is installatieverantwoordelijke ? Cfr werkorganisatie
Praktijkklas elektriciteit:
aandachtspunten
•
•
•
•
•
•
•
•
Configuratie praktijklokaal, didactische apparaten: CE ?
Werkspanning van de oefeninstallatie
Welk elektrisch netstelsel ?
Wie mag schakelen ?
Bevoegdheden; attest van vakbekwaamheid
Werkinstructies: gekend én toegepast ?
Begrijpen de leerlingen de veiligheidsvoorschriften ?
Mag de vakleerkracht het praktijklokaal verlaten ?
Mogelijkheden om hulp in te roepen ?
Risicofactoren voor de mens
• Onderscheid: elektrische schok - elektrocutie
• Risicofactoren:
•
•
•
•
Frequentie van de stroom: 50 Hz
Grootte van de stroom
I, eenheid: ampère (A)
Tijdsduur van blootstelling: min – sec - msec
Gevolgde weg door het lichaam
» blootstelling vitale organen
• De weerstand
R, eenheid : ohm (Ω)
• Soort spanning:
» wisselspanning, gelijkspanning
veiligheidsspanning
Elektrische schok:
effecten op het lichaam
Stroomsterkte
fysiologisch effect
duur blootstelling
0,01 – 1 mA gewaarwordingsdrempel
∞
1 – 5 mA
gevoel verdwijnt, verstijving van de hand
∞
5 mA
duidelijk waarneembare elektrische schok
∞
5 - 15 mA
samentrekking spieren
∞
loslaten problematisch
15 – 25 mA
loslaten onmogelijk;
min
ademhalingsproblemen; pijndrempel
____________________________________________________________________________________________________________________________________________________
25 – 50 mA
samentrekken spieren ademhaling
verhoging bloeddruk, onregelmatige hartslag
min/sec
Elektrische schok:
effecten op het lichaam
Stroomsterkte
50 – 80 mA
80 – 500 mA
fysiologisch effect
duur blootstelling
verlies bewustzijn
< 1 hartcyclus
hartfibrillatie
> 1 hartcyclus
hevige schok:
- bewustzijnsverlies
< 1 hartcyclus
- hartfibrillatie
> 1 hartcyclus
- verbrandingsverschijnselen
> 500 mA …
Samengevat:
-
verstoring vitale functies: bloedsomloop, ademhaling, zenuwstelsel
brandwonden
schade aan spieren, skelet, urinestelsel (myoglobine in het bloed…)
Imax = 25 mA  welke contactspanning ?
U=IxR
Umax = Imax x R
R = 2000  BB1 droge huid
R = 1000  BB2 natte huid
R = 500  BB3 doorweekte huid
Umax = 25 mA x 2000 
= 50 volt indirecte aanraking, BB1
• • •  25 volt
“
BB2
• • •  12 volt
“
BB3
Praktijkklas elektriciteit:
aandachtspunten
De absolute conventionele grensspanning:
(AREI, art. 31 & 32)
voor de onrechtstreekse aanraking, en de rechtstreekse aanraking:
toestand menselijk lichaam
wisselspanning
gelijkspanning
met rimpel
• BB1
• BB2
• BB3
droge huid
natte huid
doorweekte huid
50/25 V
25/12 V
12/ 6 V
75/36 V
36/18 V
18/12 V
zonder rimpel
120/60 V
60/30 V
30/20 V
 Bescherming door gebruik van zeer lage veiligheidsspanning
…in concreto…
• Wie verleent het attest ?
– De werkgever; in concreto, wie in de onderwijsinstelling ?
– Aandacht: specifieke situatie in een leeromgeving
 bepaal de randvoorwaarden: werkspanning van de oefeninstallatie ?
 vakleerkracht elektriciteit = BA5
 leerling = beschouwd als BA4, onder permanent toezicht BA5
• Procedures voor veilig werken
 Wie is Installatieverantwoordelijke ? (ref: AREI, art. 266)
 persoon aangeduid om de verantwoordelijkheid voor de exploitatie
van de elektrische installatie op zich te nemen
 niet noodzakelijk houder van BA4 of BA5
 communicator
 Aanbeveling: gestuctureerde aanpak in een onderwijsomgeving
 Taak van de hiërarchische lijn !
Taken van de hiërarchische lijn
• Dynamisch risicobeheersingssysteem: voorstellen en adviezen
• Onderzoek ongevallen en incidenten;
voorstellen van maatregelen
• Controle arbeidsmiddelen, beschermingsmiddelen
• Tijdig inwinnen adviezen D.P.B.W. en M.S.
 Controle op bekwaamheid, opleiding, instructies
 Waken over naleving van de instructies
 Controle op communicatie en goede praktijk
Procedures voor veilig werken:
onderdeel opleiding BA4 en BA5
Preventie geïntegreed in leerplan ???
Werkomgeving en procedures
voor veilig werken
1. welk elektrisch netstelsel is in gebruik ?
 Gebouwgebonden elektrische installatie TT, TNC, TNS,…
 Elektrische oefeninstallatie in de praktijkklas: IT niet steeds relevant !
2. Is er aarding ? Wat is de aardingsweerstand ?
3. Oude/nieuwe installatie: cfr periodieke herkeuring
4. Kritisch evalueren:
ouderdom gebouw, ouderdom elektrische instalatie
5. Zijn er uitbreidingen gebeurd?
Wanneer ? Welke ? Herkeurd ?
6. Welke veiligheidscomponenten geïnstalleerd ?




tegen overstromen, kortsluitstromen, verliesstromen
Zijn ze relevant voor de installatie (soort elektrisch net)
ken hun technische specificaties (voor de vervanging bij defect)
Werken ze: testen !
De 8 Gouden Regels
Voor werkzaamheden aan elektrische installaties
waaronder: werkzaamheden buiten spanning
(Ref: AREI, art 266)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Werkvoorbereiding
Het vrijschakelen
Vergrendelen
Meten
Aarden en kortsluiten
Afbakenen van de werkzone
De vrijgave
…
8. Het terug onder spanning brengen, na akkoord installatieverantw.
Download