GESCH IKT VO DIG OR HE IBO T RD ! EEN LESMODULE OVER VEILIG, VOLDOENDE & SCHOON WATER VOOR DE ONDERBOUW VAN HET VOORTGEZET ONDERWIJS www.waterwise.nl DOCENTENHANDLEIDING INLEIDING Waterbeheer, Nederland is er goed in. Dat moet ook wel, want bijna de helft van ons land ligt onder het niveau van de zeespiegel. Onze dijken, duinen en de wereldberoemde Deltawerken beschermen 17 miljoen mensen tegen het water, zodat zij hier toch veilig kunnen wonen, werken en recreëren. In de toekomst wordt schoon zoet water steeds schaarser. We moeten er daarom nu al zorgvuldig mee om gaan. Ook voldoende water is van levensbelang. Klimaatverandering zorgt steeds vaker voor extreme droogte of regen. Daarom is een goede balans tussen te veel en te weinig water cruciaal. De digitale lesmodule WaterWise maakt het belang van veilig, voldoende en schoon water op een eigentijdse, aantrekkelijke en toegankelijke manier inzichtelijk. DOELGROEP voor het waterbeheer in Nederland en in hun eigen omgeving. DOELEN De leerlingen: • kennen het verband tussen de klimaat­ verandering en de gevolgen daarvan voor het waterbeheer in Nederland: de zeespiegelstijging, een groter water­ aanbod in de rivieren, hevige regenval en langere periodes van droogte; • kennen het belang van schoon water voor hun eigen leven en hun leefomgeving; • weten welke middelen (dijken, stuwen, gemalen) de waterbeheerders inzetten om ons land veilig en droog te houden en het water schoon; • kunnen voorbeelden noemen van beroepen in het waterbeheer; • weten dat waterschappen in Neder­ land een belangrijke rol spelen bij het beheren van het water. OPBOUW VAN DE MODULE WaterWise is bedoeld voor leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs en is zowel geschikt voor vmbo als havo/ vwo. Bij binnenkomst op de homepagina van www.waterwise.nl maakt u een keuze voor het niveau. Bij het openen van de website kiest u voor vmbo of havo/vwo. Daarna start auto­ matisch een introductiefilmpje. De lesmodule bestaat uit drie thema’s. Elk thema bestaat uit filmpjes, inter­ actieve kaarten, quizzen en foto’s. DOELSTELLING VAN WATERWISE.NL Thema 1: Veilig water Thema 2: Schoon water Thema 3: Voldoende water De primaire doelstelling is om jongeren te informeren over en te enthousiasmeren 2 AANSLUITING BIJ CURRICULUM De lesmodule sluit aan bij het vak Aardrijkskunde, maar het onderwerp leent zich ook voor vakoverstijgende projecten. Er zijn inhoudelijke aanknopingspunten met de volgende kerndoelen: UIT HET LEERDOMEIN NEDERLANDS 05. Omgaan met informatiebronnen De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, deze informatie te ordenen en te beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen. UIT HET LEERDOMEIN MENS & NATUUR 30. Het milieu De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wissel­werking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. UIT HET LEERDOMEIN MENS & MAATSCHAPPIJ 36. Meningvorming De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden. 38. Geografische basiskennis De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun eigen omgeving te plaatsen. 41. Omgaan met atlas en kaarten De leerling leert de atlas als informatie­ bron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. 42. Inzicht in de eigen omgeving De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 3 DOCENTENHANDLEIDING LESSUGGESTIE (1-3 LESUREN) leven? • Waar zien ze het? • Wie zorgt er eigenlijk voor al dat water in Nederland? ALGEMENE INTRODUCTIE Na het filmpje verschijnen de drie thema’s Veilig, Schoon en Voldoende in beeld. Bespreek met de leerlingen wat deze drie thema’s te maken hebben met water. U kunt alle leerlingen aan alle thema’s laten werken (3 uur), of de drie thema’s verdelen over 3 groepen (1 uur). Het startfilmpje aan het begin van de INHOUD lesmodule kunt u goed gebruiken om het onderwerp water te introduceren in de klas. Het filmpje zet een mindset neer. Om de voorkennis van de leerlingen te activeren kunt u een klassikaal gesprek met de klas voeren: • Wat hebben de leerlingen gezien? • Welke situaties herkenden ze? • Welke niet? • Wat sprak ze aan en waarom? Vervolgens: • Waar denken de leerlingen aan bij water? • Wat betekent water in hun dagelijks 4 • N ederland ligt voor een groot deel onder zeeniveau. De waterschappen zorgen ervoor dat wij in ons laag­ gelegen land toch veilig kunnen wonen. Samen met het Rijk onder­ houden zij dijken en duinen en nemen maatregelen in het kader van klimaat­ verandering. • Zonder duinen en dijken is leven onder NAP niet mogelijk. INTRODUCTIE Voer een klassikaal gesprek met de leer­ lingen over het thema veilig water: • Waar denken de leerlingen aan bij deze taak van het waterschap? • Waarom moet Nederland beschermd worden tegen het water? • Hoe gebeurt dit? • Blijft Nederland in de toekomst ook veilig? U kunt er ook voor kiezen om klassikaal een van de filmpjes te kijken. Bijvoorbeeld een van de fragmenten van Nederland van Boven: ‘Gevaarlijk wonen’ of ‘Schade’. Naar aanleiding van deze filmpjes kunt u het gesprek openen over veilig wonen onder zeeniveau. KERN Laat de leerlingen individueel of in kleine groepjes de opdrachten op het werkblad maken. AFSLUITING Bespreek de werkbladen na. ANTWOORDEN WERKBLAD Stap 2 – Nederland van boven vmbo: Lelystad ligt onder zee­­ niveau en kan dus overstromen bij hoog water. havo-vwo 1: Katwijk heeft een smalle duinenrij. Bij hoogwater kunnen deze duinen bezwijken en loopt het water de Randstad in. Nu nog veilig, maar bij een halve meter zee­ spiegelstijging moet er echt wat aan gebeuren. havo-vwo 2: Eigen antwoord. Stap 3 – Waterwerken vmbo: In het jaar duizend lag Nederland nog boven zeeniveau. Maar we maakten steeds meer droog land. Daardoor zakte de bodem en moesten we sluizen, gemalen en dijken bouwen. Nu kunnen we nog steeds niet zonder. De kans op overstromingen wordt steeds groter. Dit komt omdat de zeespiegel stijgt en het steeds vaker en langer regent. havo-vwo: Eigen antwoord. Stap 4 – Hoe veilig woon jij? Eigen antwoorden leerling. beide niveaus: Stap 5 – Zoek de verschillen vmbo 1. De zee voert zand aan en wind vormt dit zand tot een duin. 2. Zeeland Japan 4 15.84 n aardbevi ng met tsun ami e dod t­ dich lkt bevo oorb raak door stor m 1.800 n dode dijkd ­­ dun lkt bevo 3. Oosterscheldekering. 4. De linkerfoto. 5. Rivier met uiterwaarden. 5 DOCENTENHANDLEIDING havo-vwo 1. Op sommige plekken zijn geen duinen ontstaan. Hier heeft men dijken aangelegd. 2. Zie antwoord bij vmbo 3. Oosterscheldekering 4. De linkerfoto. 5. Rivier met uiterwaarden. Stap 6 – Oud en nieuw De goede volgorde is: vmbo 1. 2. 3. 4. 5. duinen (3000 v. Chr.) terp (3e eeuw) dijk (11e eeuw) polderen met windmolens (17e eeuw) polderen met stoomgemalen (19e eeuw) 6. Deltawerken (1958) 7. Ruimte voor de rivier (2006) havo-vwo 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 6 duinen (3000 v. Chr.) terp (3e eeuw) dijk (11e eeuw) polderen met windmolens (17e eeuw) polderen met stoomgemalen (19e eeuw) Zuiderzeewerken (1920) Deltawerken (1958) Ruimte voor de Rivier (2006) aanpak Zwakke Schakels (2007) 10.Tweede Maasvlakte (2008) 11.Zandmotor (2011) Stap 7 – Zwakke schakels beide niveaus: zin 1 is waar, zin 2 is niet waar. (NB: Superstormen zijn stormen die gemiddeld eens in de 10.000 jaar voor­ komen.) Stap 8 – Aquaquiz beide niveaus: Antwoorden verschijnen op het scherm. en score Stap 9 – Samenvatting vmbo 1: Nederland ligt voor een groot deel onder NAP. Door de klimaat­verandering krijgen we bovendien te maken met zeespiegelstijging, en meer en extreme regenval. vmbo 2: Het water uit de zee moeten we tegenhouden met dijken en duinen. Ook waterkeringen zoals de Maeslantkering zorgen dat het water niet het binnenland in stroomt. De rivieren geven we meer ruimte zodat ze niet overstromen bij hoog water. havo-vwo 1: Nederland is veilig, maar door de klimaatverandering gaat het harder waaien, komen er heftiger regenbuien en stijgt de zeespiegel. Dat geeft druk op de Deltawerken, dijken en rivieren. havo-vwo 2: Dijken worden hoger en steviger gemaakt. Er wordt extra zand opgespoten om het strand breder te maken, zodat de zee op afstand blijft. SCHOON INHOUD • Het waterschap zuivert afvalwater. •Het waterschap controleert open water op waterkwaliteit en neemt indien nodig maatregelen. INTRODUCTIE Voer een klassikaal gesprek over schoon water: • Waar denken de leerlingen aan bij deze taak van het waterschap? • Welk water maakt een waterschap schoon en hoe gebeurt dit? • Hoe zit het met zwem- en drinkwater? U kunt er ook voor kiezen een van de filmpjes klassikaal te bekijken. Bijvoor­ beeld de film over waterzuivering ‘Van plas tot plas’. KERN Laat de leerlingen individueel of in kleine groepjes de opdrachten op het werkblad maken. AFSLUITING Bespreek de werkbladen na. ANTWOORDEN WERKBLAD Stap 2 – Van Plas tot Plas vmbo 1: frituurvet, tampons, condooms, vezeldoekjes en inlegkruisjes. vmbo 2: actief slib havo-vwo 1: stap 1: Met het stappenrooster wordt alles groter dan een doperwtje uit het vuile water gehaald. stap 2: In de voorbezinktanks zakken zware deeltjes (slib) naar de bodem, en drijven lichte deeltjes (zeep- en olie­ resten) naar de oppervlakte. stap 3: Bacteriën (actiefslib) breken het overgebleven organische materiaal in het afvalwater af. stap 4: In de nabezinktanks zinkt het actiefslib naar de bodem, en blijft het gezuiverde water over. havo-vwo 2: Het slib wordt omgezet in biogas. Stap 3 – Schoon water bij jou in de buurt 1: Eigen antwoord. vmbo 2: De regio om deze RWZI is erg druk bevolkt. Het water van heel veel mensen (ruim 1 miljoen) en bedrijven (ruim 40.000) wordt hier gezuiverd. Er zijn verder weinig andere RWZI’s in de buurt. vmbo 3: Op Schiermonnikoog wonen weinig vmbo 7 DOCENTENHANDLEIDING mensen. Daarom is er maar een kleine RWZI nodig om het afvalwater uit dit gebied te zuiveren. vmbo 4: Eigen antwoord. havo-vwo 1: Zie antwoord vmbo 2 havo-vwo 2: Eigen antwoord. Stap 4 – Rioolregels & Van WC naar Noordzee beide niveaus: De goede antwoorden verschijnen op het scherm. Stap 5 – Hoeveel water verbruik ik? Eigen antwoorden leerling. beide niveaus: Stap 6 – Waterschap vs. watervervuiling beide niveaus: Een handhaver zorgt ervoor dat open water niet vervuild wordt en de kwaliteit goed blijft. Als schippers, boeren, bedrijven of anderen het water vervuilen door bijvoorbeeld afval te lozen, spreekt de handhaver hen daarop aan. Ook meldingen van bewoners worden onderzocht. Stap 7 – En drinkwater dan? Nee, want er kunnen nog opgeloste stoffen in zitten, zoals schoonmaak­ middelen en kunstmest. havo-vwo: Een RWZI zuivert afvalwater zodat het terug kan in de natuur. Een drinkwaterbedrijf zorgt dat water uit de natuur (meestal grondwater) drinkbaar vmbo: 8 is. Drinkwater is nog schoner dan water dat een RWZI verlaat. Extra opdracht – Testlab vmbo 1: De schaatsenrijder zakt door het water. vmbo 2: De dieren die op het water leven verdrinken. Ze kunnen niet meer over het water lopen. vmbo 3: De olie kwam bovendrijven. vmbo 4: Dat is slecht voor het milieu, want daardoor is de olie slecht uit het water te halen. havo-vwo 1: Na direct roeren: glas 5 is het meest helder, 1 het meest troebel. Na vier minuten wachten: glas 2 of 5 is het meest helder, 3 is het meest troebel. havo-vwo 2: Je kunt veilig zwemmen in glas 1, 2, 3 en 4. (Toelichting: alleen het chloor is gevaarlijk. In zwembaden wordt dit toegevoegd. Te veel chloor in het water kan op de luchtwegen slaan en de huid beschadigen. Chloor maakt planten en bacteriën dood, en is voor de natuur heel slecht. Waterschappen zien het gebruik van chloor het liefste verdwijnen.) havo-vwo 3: Troebel water kan soms vies zijn, maar dat hoeft niet. Sommige onschuldige stoffen zoals zand, zorgen voor troebel water. Gevaarlijke stoffen als chloor zijn vaak onzichtbaar. Dus troebel water kan schoner zijn dan helder water. voldoende INHOUD • H et waterschap zorgt voor een gewenst waterpeil in het gebied. • Het waterschap zorgt voor voldoende aanvoer van zoet water. • Het waterschap bedenkt oplossingen voor extreme neerslag en droogte. INTRODUCTIE Bespreek met de leerlingen wat het waterschap doet om ervoor te zorgen dat er niet te veel en niet te weinig water is. Hoe gaat het waterschap om met water­ overlast? En hoe met extreme droogte? KERN Laat de leerlingen individueel of in kleine groepjes de opdrachten op het werkblad maken. AFSLUITING Bespreek de werkbladen na. ANTWOORDEN WERKBLAD Stap 2 – Waterbeheer in de Beemster vmbo 1: Nederlanders hebben van water land gemaakt. De Beemster was vroeger een groot meer. Door molens is dit meer drooggepompt. vmbo 2: De belangrijkste reden voor het droogleggen van de Beemster was het gevaar van het water. De overstromingen van het Beemstermeer bedreigden mens en dier. Het droogmaken kostte veel geld, maar bracht ook geld op. Land is immers meer waard dan water. Molens pompten water uit het meer naar een ringvaart. Duizenden mensen hebben twee jaar met schep en kruiwagen de ringvaart gegraven. Later zijn de molens vervangen door elektrische gemalen. havo-vwo 1: Zie antwoord vmbo 1 havo-vwo 2: De belangrijkste reden voor het droogleggen van de Beemster was het gevaar voor overstromingen. Het droogpompen van de Beemster ging met 3 molens, omdat het Beemstermeer 4,5 meter diep was, en één molen 1,5 meter omhoog kon pompen. De reden dat men is overgestapt van windmolens naar elektrische gemalen is omdat elektrische gemalen (en daarvoor stoomgemalen) ook bij windstilte kunnen werken. Stap 3 – Wat is NAP? vmbo: woon je lager dan de zee­spiegel. havo-vwo 1: In Nieuwerkerk aan den IJssel (gemeente Zuidplas) bevindt zich het laagste punt van Nederland. Het ligt 6.76 m beneden NAP. havo-vwo 2: Eigen antwoord. 9 DOCENTENHANDLEIDING Stap 4 – Wateroverlast en droogte vmbo 1: Het veranderende klimaat vergroot de kans op extreme regenbuien in de zomer en langdurige neerslag in de winter. vmbo 2: B: Uiterwaard­ vergraving C: Hoogwater­ geul A: Obstakels verwijderen 3: lucht, onder, gemalen, omhoog. vmbo 4: Door te weinig aanvoer van zoet water komt zout water het land binnen. Dat is slecht voor gewassen. vmbo 5: Een ander gevolg van droogte is het ontstaan van scheuren in veendijken. Hierdoor worden de dijken minder stevig en veilig. havo-vwo 1: Zie antwoord vmbo 1 havo-vwo 2: Plaatje 1 - Door het afgraven van delen van de uiterwaard krijgt de rivier bij hoogwater meer ruimte. Plaatje 2 - Een hoogwatergeul is een aftak­ king van de gewone rivier, zodat een deel van het water via een andere route loopt. Plaatje 3 - Door het verwijderen of aanpassen van obstakels, kan het water sneller worden afgevoerd. havo-vwo 3: Polders worden met gemalen via sloten, ringvaarten en boezemkanalen vmbo 10 leeggepompt op rivieren en zee. havo-vwo 4: De aanvoer van zoet water via de rivieren neemt af. Hierdoor kan het zoute water uit zee verder landinwaarts komen. Het zoete rivierwater verzilt. Dat is slecht voor de landbouw. Een ander gevolg is dat veenkades en veendijken uitdrogen. Er kunnen daar­ door scheuren en verzakkingen in de dijken en kades ontstaan. Stap 5 – Waar laat je het water? 1: Foto 1 wadi Foto 2 doorlatende bestrating Foto 3 waterplein Foto 4 waterberging in weiland Foto 5 op een dak beide niveaus 2: Eigen antwoord. beide niveaus Stap 6 – Voldoende water bij jou in de buurt vmbo 1: inlaat, gemaal, stuw. vmbo 2: Eigen antwoord. havo-vwo 1: Met een gemaal kan het water op een hoger of lager niveau gebracht worden. Met een inlaat kan vers water een polder binnenstromen. Met een stuw kan de hoogte tussen twee waterniveaus worden geregeld. havo-vwo 2: Eigen antwoord. REGIONALE WERKBLADEN PER WATERSCHAP Bij elk thema (veilig, schoon, voldoende) hoort een algemene introductie met een werkblad. Daarnaast kunt u als aanvulling of verdieping ook gebruik maken van de aanvullende werkbladen van de deelnemende waterschappen. Op deze werkbladen vindt u regionale opdrachten rond de drie thema’s voor VMBO of HAVO/VWO. U vindt deze werk­ bladen onder het kopje Docenten. EXCURSIE TIPS Om het thema water ook buiten het lokaal tot leven te brengen, kunt u als toevoeging op deze lesmodule een excursie onder­ nemen met uw klas. De waterschappen bieden regelmatig activiteiten en gratis rondleidingen aan, bijvoorbeeld een bezoek aan een rioolwaterzuiverings­ installatie bij u in de buurt. Kijk op de website van deze waterschappen voor actuele informatie. Hoogheemraadschap van Delfland: www.hhdelfland.nl/inwoner/leren-over-water Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier: www.hhnk.nl/educatie Waterschap Hollandse Delta: www.wshd.nl/common/leren.html Hoogheemraadschap van Rijnland: www.rijnland.net/over-rijnland/kijkje-inde-keuken Waterschap Vallei en Veluwe: www.vallei-veluwe.nl/lerenoverwater Waterschap Zuiderzeeland: www.zuiderzeeland.nl/over_ons/leren-water/ Waterschap Brabantse Delta: www.brabantsedelta.nl/algemeen/ bestuur-en-organisatie/leren-overwater/leren-over-water.html Waterschap De Dommel: www.dommel.nl/producten/excursie-oprioolwaterzuivering-aanvragen.html Waterschap Rivierlanden: www.waterschaprivierenland.nl/ common/over-het-waterschap/lerenover-water.html Waterschap Aa en Maas: www.aaenmaas.nl/pagina/leren-overwater.html © 2015 PODIUM | COMMUNICEREN BELEVEN LEREN 11 ANTWOORDEN WERKBLADEN RIJNLAND VMBO STAP 2 - KUSTVERSTERKING Vraag: Het waterschap zoekt per zwakke schakel naar de beste oplossing. Wat is er bijzonder aan de plannen voor Katwijk? Antwoord: In Katwijk komt een dijk in duin, inclusief parkeergarage. Vraag: De kust wordt niet alleen sterker en veiliger gemaakt, er zijn nog drie dingen die aandacht krijgen in de plannen. Welke drie dingen zijn dat? Antwoord: 1. aandacht voor natuur 2. recreatie 3. economische mogelijkheden Vraag: Welke van de drie vind jij het belangrijkst en waarom? Antwoord: Leerling geeft zelf aan welke hij/zij belangrijk vindt. STAP 3 - ZOEK DE VERSCHILLEN Vraag: Bij welke zwakke schakel aan de Nederlandse kust is dit werk al gebeurd? Antwoord: De Delflandse kust is al verstevigd door het opspuiten van zand. 12 STAP 4 - PLENZEN IN DE POLDER Vraag: Door hevige regenval overstromen soms verschillende polders. Leg in je eigen woorden uit waarom het water­ schap (of hoogheemraadschap) dit niet altijd kan voorkomen? Antwoord: De dijkgraaf legt in het filmpje uit dat als alle polders in de buurt ook vol water staan, het waterschap het water nergens meer naar toe kan pompen. Vraag: Het waterschap heeft moeite het water in Boskoop af te voeren. Wie helpt het waterschap daarbij? Antwoord: De brandweer. HAVO/VWO STAP 2 - KUSTVERSTERKING Vraag: Hoeveel zwakke schakels zijn er aan onze kust? Hoeveel liggen er in Zuid-Holland? Antwoord: Er zijn tien zwakke schakels langs de kust, waarvan zes in ZuidHolland. Opdracht: Per zwakke schakel wordt gekeken naar de beste oplossing. Er zijn hier vier partijen bij betrokken. Wie doet wat? Trek een lijn tussen de organisatie en de bijbehorende taak. Organisatie Taak Rijk Neemt veranderingen op in bestemmingsplan Provincie Zorgt voor betaalbaar en haalbaar plan Waterschap Stelt geld beschikbaar Gemeenten Coördineert en regisseert de verdere aanpak Vraag: Het waterschap zoekt per zwakke schakel naar de beste oplossing. Wat zijn de plannen voor Katwijk? Antwoord: In Katwijk komt een dijk-induin met een parkeergarage. Vraag: Het waterschap en de gemeente overleggen ook met burgers, bedrijven en milieuorganisaties. Waarom doen ze dat? Vind je dat een goed idee? Motiveer je antwoord. Mogelijke antwoorden: De verschillende partijen mogen wensen en bezwaren aangeven. Het overleg creëert draagvlak bij de partijen en levert ideeën op voor natuur, recreatie en economische moge­ lijkheden. STAP 3 - PLENZEN IN DE POLDER Vraag: Door hevige regenval overstromen soms verschillende polders. Leg in je eigen woorden uit waarom het water­ schap dit niet altijd kan voorkomen? Antwoord: De dijkgraaf legt in het filmpje uit dat als de polders in de buurt ook vol water staan, het waterschap het water nergens meer naartoe kan pompen. Vraag: De brandweer rukt in Boskoop uit met dompelunits. Zoek uit op internet wat een dompelunit is. Waar gebruikt de brandweer de dompelunits voor? Antwoord: De brandweer in Boskoop gebruikt dompelunits om het overtollige water uit de polder weg te pompen. 13 ANTWOORDEN WERKBLADEN VALLEI & VELUWE VMBO STAP 2 - HOOGWATERGEUL Vraag: In de buurt van Zwolle wordt een hoogwatergeul aangelegd. Waar dient die geul voor? Antwoord: Om ons te beschermen tegen overstromingen van de IJssel. Vraag: De hoogwatergeul geeft het water in de rivier de IJssel meer ruimte. Bij welk landelijk beschermings–programma hoort de aanleg van deze hoogwatergeul? Antwoord: De aanleg van de hoogwa­ tergeul hoort bij het landelijke bescher­ mingsprogramma Ruimte voor de rivier. STAP 4 - WATER IN DE GELDERSE VALLEI Vraag: Het waterschap werkt hard aan de beken en het Valleikanaal in de Gelderse Vallei. Wat doen ze daar? Antwoord: Het waterschap maakt de hoge oevers minder steil, zodat er nieuwe planten en dieren komen. Opdracht: Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: water, levensbelang, water­ beheer, goede, weinig. Het waterschap zorgt voor een balans tussen veel en weinig water. Zonder water Opdracht: Leg in je eigen woorden uit hoe de hoog–watergeul werkt. Je mag het ook tekenen. Antwoord: Eigen interpretatie van de leerling hoe de hoogwatergeul werkt. STAP 3 - WATERZUIVERING: NIEUW & VERBETERD Vraag: Hoe heet de nieuwe zuiverings­ techniek van rioolwater? Antwoord: De nieuwe zuiveringstechniek heet Nereda. Vraag: Noem drie voordelen van de nieuwe techniek. Mogelijke antwoorden: 1. Sneller 2. Goedkoper 3. Efficiënter 4. Duurzamer 5. Eenvoudiger 14 goede kunnen mensen, dieren en planten niet leven. Daarom is water van belang. levens- Maar teveel water is ook niet goed. Het regelen van het waterpeil noemen we ook wel waterbeheer. HAVO/VWO STAP 2 - HOOGWATERGEUL Vraag: In de buurt van Zwolle wordt een hoogwatergeul aangelegd. Hoe wordt de geul gemaakt? Antwoord: De geul ontstaat door de aanleg van twee dijken. Vraag: De hoogwatergeul zorgt voor een daling van de waterstand op de IJssel. Hoe vaak zal de geul waarschijnlijk worden gebruikt? Antwoord: Waarschijnlijk 1 maal per mensenleven. Vraag: Werkt deze maatregel ook in bebouwd gebied? Waarom wel/niet? Antwoord: De maatregel werkt alleen in agrarisch gebied dat onder mag lopen; in stedelijk gebied zouden anders de straten en huizen overstromen. STAP 3 - WATERZUIVERING: NIEUW & VERBETERD Vraag: De nieuwe zuiveringstechniek van rioolwater is vernoemd naar een Griekse waternimf. Hoe heet ze? En waarom is de techniek naar haar vernoemd? Antwoord: De Griekse waternimf heet Nereda. Zij staat symbool voor pure waterkwaliteit. Noem minstens drie voordelen. Mogelijke antwoorden: 1. Sneller 2. Goedkoper 3. Efficiënter 4. Duurzamer 5. Eenvoudiger STAP 4 - WATER IN DE GELDERSE VALLEI Opdracht: Zoek het waterschap Vallei en Veluwe op de kaart. De Gelderse Vallei ligt precies tussen twee hoger gelegen natuurgebieden in. Welke twee zijn dat? Antwoord: De Gelderse Vallei ligt precies tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Hoge Veluwe in. STAP 5 - WATER IN DE GELDERSE VALLEI Vraag: Waarom hebben de kades van de Barneveldse beek in Amersfoort een natuurlijke uitstraling gekregen? Noem twee redenen. Antwoord: De kades van de Barneveldse beek hebben een natuurlijke uitstraling gekregen omdat het er mooi uitziet en dieren zich zo door de stad kunnen verplaatsen. Vraag: Hoe noemt presentator Michael dit principe met een mooi woord? Antwoord: Dit heet een ecologische verbindingszone. Vraag: Bij deze nieuwe techniek groeien de bacteriën in korrels in plaats van vlokken. 15 ANTWOORDEN WERKBLADEN HOLLANDSE DELTA VMBO STAP 2 - VEILIG OP PATROUILLE Vraag: Waar zorgt Hollandse Delta nog meer voor? Antwoord: 3. Beheer van 1600 km wegen (en ook fietspaden; al worden die niet genoemd in het filmpje); 4. Zuivering afvalwater; 5. Bescherming tegen overstromingen Vraag: Welke van de drie vind jij het belangrijkst en waarom? Antwoord: Leerling geeft zelf aan welke hij/zij belangrijk vindt. Vraag: Dijken, duinen en kades worden vaak gecontroleerd en getest op hun veiligheid. Hoeveel kilometer dijken en duinen beheert het waterschap? Antwoord: 750 km Vraag: De Zuid-Hollandse eilanden: over welke drie eilanden gaat het in het filmpje? Antwoord: Voorne-Putten, Hoeksche Waard, Goeree-Overflakkee. Vraag: In het filmpje wordt gesproken over een reeks grote bouwwerken die na 1953 zijn gebouwd. Wat is de verzamelnaam voor deze bouwwerken? Antwoord: Deltawerken. Vraag: Waarom zijn deze bouwwerken gemaakt? Antwoord: Om de inwoners van Nederland 16 te beschermen tegen water vanuit de zee en rivieren. Vraag: Waarom zorgen klimaatverandering en bodemdaling ervoor dat het extra belangrijk is om de dijken te inspecteren? Antwoord: Door klimaatverandering en bodemdaling, rijst de zeespiegel en komt er meer water in de rivieren. Het is dus heel belangrijk om te controleren of de dijken die ons beschermen, nog stevig genoeg zijn. STAP 3 - DIJKBEWAKING Vraag: Welk gevaar dreigt er bij storm op zee? Antwoord: Door storm op zee kan hoogwater ontstaan. Vraag: Wat doen de medewerkers van het waterschap om de veiligheid te bewaken? Antwoord: Ze controleren de dijken en grijpen meteen in als het nodig is. STAP 4 - KUSTVERSTERKING Vraag: Leg uit wat er met Cor gebeurt in het fragment? Wat is zijn conclusie? Antwoord: Cor gaat wiebelen door de wind, kan zich moeilijk ergens aan vasthouden. Zijn conclusie is dat hij zijn veiligheidskleding toch maar beter van te voren kan aantrekken. HAVO/VWO STAP 2 – VEILIG OP PATROUILLE Vraag: In het filmpje worden vijf taken van het waterschap genoemd. Waar zorgt Hollandse Delta nog meer voor? Antwoord: 1. Peilbeheer; 2. Waterkwaliteit; 3. Beheer van 1600 km wegen (en ook fietspaden; al worden die niet genoemd in het filmpje); 4. Zuivering afvalwater; 5. Bescherming tegen overstromingen Vraag: Over welke Zuid-Hollandse eilanden gaat het in het filmpje? Antwoord: Voorne-Putten, Hoeksche Waard, Goeree-Overflakkee. Vraag: Wat was de aanleiding voor de bouw van de Deltawerken in Nederland? Antwoord: De watersnoodramp in 1953 was de aanleiding voor de bouw van de Deltawerken. STAP 3 – DIJKBEWAKING Vraag: Welk gevaar dreigt er bij storm op zee? Antwoord: Door storm op zee kan hoogwater ontstaan. Vraag: Wat doen de medewerkers van het waterschap om de veiligheid te bewaken? Antwoord: Ze controleren de dijken en grijpen meteen in als het nodig is. STAP 4 DIJKBEWAKING – IN DE WIND. Vraag: Leg uit wat er met Cor gebeurt in het fragment? Wat is zijn conclusie? Antwoord: Cor gaat wiebelen door de wind, kan zich moeilijk ergens aan vasthouden. Zijn conclusie is dat hij zijn veiligheidskleding toch maar beter van te voren kan aantrekken. Vraag: Koningin Beatrix zei in 1986: “De stormvloedkering is gesloten. De Deltawerken zijn voltooid. Zeeland is veilig”? Deze uitspraak klopte niet helemaal. Waarom niet? Antwoord: 1. De Maeslantkering hoort ook bij de Deltawerken en die werd pas voltooid in 1997. 2. Niet alleen Zeeland, maar ook de rest van Nederland (en vooral ook de ZuidHollandse eilanden) is nu veilig. 17 ANTWOORDEN WERKBLADEN ZUIDERZEELAND VMBO STAP 2 - VAN ZEE NAAR MEER Vraag: Dit filmpje gaat over het vissers­ stadje Elburg. Vroeger lag dit stadje aan zee. Aan welke zee was dat? Antwoord: Het stadje Elburg lag vroeger aan de Zuiderzee. Vraag: Het stadje Elburg en andere steden werden bedreigd door overstromingen. Om de mensen te beschermen, besloot de regering om iets te bouwen. Welk bouw­ werk is dat? Antwoord: De regering bouwde de afsluitdijk die sinds 1932 in het water ligt. Opdracht: Hier zie je een plaatje van Nederland. Teken dit bouwwerk op de juiste plek in het kaartje. LEEUWARDEN GRONINGEN ASSEN LELYSTAD zoet water zout water paling __________ X __________ haring __________ __________ X snoekbaars __________ X __________ Vraag: De bijnaam van Flevoland is ‘De Badkuip’. Waarom is dat, denk je? Antwoord: Flevoland ligt als een badkuip in het gebied van het IJsselmeer, Marker­ meer en de randmeren. De bewoners worden tegen het water beschermd door brede en hoge dijken. STAP 3 - POLDEREN Vraag: Wat betekent polderen of inpol­ deren? Antwoord: Polderen of inpolderen bete­ kent het droogleggen van land. Er wordt land gemaakt op een plek waar eerst zee was. Vraag: Wie zijn er ooit begonnen met inpolderen? Antwoord: De boeren van Nederland. ZWOLLE HAARLEM Vraag:‘s-GRAVENHAGE De voormalige zee kreeg een UTRECHT nieuwe naam. Welke? ARNHEM Antwoord: Het IJsselmeer. ‘s-HERTOGENBOSCH Opdracht: Zoek uit op internet in wat voor MIDDELBURG soort water deze vissen zwemmen. Zet een kruisje bij het juiste water. MAASTRICHT 18 vis Vraag: Als je in het filmpje de Noord­ oostpolder en de Flevopolder van boven bekijkt, wat valt je op aan de vorm van de polders? Antwoord: De polders zijn langwerpig en liggen in kaarsrechte banen. HAVO/VWO STAP 2 - VAN ZEE NAAR MEER Vraag: Hoe heet dit bouwwerk? Antwoord: zie vmbo. Opdracht: Teken het bouwwerk op de kaart hieronder. Antwoord: De Afsluitdijk. Vraag: Wat was de functie van dit bouw­ werk? Antwoord: De functie van de afsluitdijk was om de bevolking te beschermen tegen overstromingen. Vraag: Wat werd na 1932 de nieuwe naam van de Zuiderzee? Antwoord: Na 1932 werd de Zuiderzee Het IJsselmeer. Antwoord: Met de waterschapsbelasting worden de gemalen betaald, waardoor de inwoners van Zuiderzeeland hier kunnen blijven wonen, recreëren en werken. Vraag: De bijnaam van Flevoland is ‘De Badkuip’. Waarom is dat denk je? Antwoord: Flevoland ligt als een badkuip in het gebied van het IJsselmeer, Marker­ meer en de randmeren. De bewoners worden tegen het water beschermd door dijken. Vraag: Met hoeveel gemalen houdt het waterschap de provincie droog? Antwoord: Zeven gemalen houden de provincie droog. STAP 3 - POLDEREN Vraag: In het filmpje wordt gesproken over de maakbaarheid van het land. Wat bedoelen ze hiermee? Antwoord: Waar vroeger zee was, hebben de Nederlanders nu land gemaakt. Vraag: Welke soort belasting is uniek voor Nederland? Antwoord: Waterschapsbelasting is uniek voor Nederland. Vraag: Waar gebruiken we die belasting voor? 19 DE ONLINE LESMODULE WATERWISE.NL IS GEMAAKT IN OPDRACHT VAN: www.hhdelfland.nl www.zuiderzeeland.nl www.hhnk.nl www.dommel.nl www.aaenmaas.nl www.waterschaprivierenland.nl www.rijnland.net www.vallei-veluwe.nl www.brabantsedelta.nl www.wshd.nl CONCEPT & REALISATIE: www.podiumvooronderwijs.nl www.waterwise.nl