marktmonitor 2008 italië

advertisement
MARKTMONITOR 2008
SNIJBLOEMEN EN KAMERPLANTEN
ITALIË
Rapportnummer 2008-70
Auteurs:
Iris van Santen
Ron Jeronimus
Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
Afdeling marktonderzoek
Regiomanager Zuid-Europa
Augustus 2008
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar
gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder
voorafgaande toestemming van de uitgever of auteur.
Bloemenbureau Holland, Schipholweg 1, 2316 XB LEIDEN, telefoon 071-5659565,
e-mail: [email protected] of internet site www.flowercouncil.org
Productschap Tuinbouw, Postbus 280, 2700 AG ZOETERMEER, telefoon 079-3470707,
e-mail [email protected] internet site www.tuinbouw.nl
Bloemenbureau Holland
2
Productschap Tuinbouw
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING EN CONCLUSIES .......................................................................................................... 5
1
INLEIDING .................................................................................................................................. 9
2
ALGEMEEN................................................................................................................................... 10
3
4
5
6
7
2.1
Demografische factoren ....................................................................................................... 12
2.2
Cultureel Maatschappelijke ontwikkelingen ........................................................................ 19
2.3
Economische factoren .......................................................................................................... 20
2.4
Politieke factoren ................................................................................................................. 25
MARKTOMVANG EN STRUCTUUR .......................................................................................... 26
3.1
Marktomvang snijbloemen en potplanten ............................................................................ 26
3.2
Consumptie per hoofd van de bevolking ............................................................................. 27
CONSUMENT ............................................................................................................................ 28
4.1
Betekenis bloemen en planten.............................................................................................. 28
4.2
Koopgedrag .......................................................................................................................... 30
4.3
Bestedingen .......................................................................................................................... 32
4.4
Aankoopfrequentie bloemen en planten............................................................................... 35
4.5
Assortiment .......................................................................................................................... 37
4.6
Aankoopgelegenheden ......................................................................................................... 43
4.7
Regionale verschillen ........................................................................................................... 48
BEDRIJVENMARKT ................................................................................................................ 51
5.1
Percentage bedrijven die op de werkvloer planten of bloemen aanschaffen ....................... 51
5.2
Verdubbeling bestedingen aan bloemen en planten ............................................................. 52
5.3
Aankoopmotief bloemen en planten op rationele gronden .................................................. 52
5.4
Kerstpakketten favoriet cadeau aan personeel ..................................................................... 52
5.5
Rol van de bloemist en de bedrijvenmarkt ........................................................................... 52
DETAILHANDEL ...................................................................................................................... 54
6.1
Marktaandelen...................................................................................................................... 54
6.2
Bloemist ............................................................................................................................... 56
6.3
Grootwinkelbedrijf ............................................................................................................... 57
6.4
Ambulante handel ................................................................................................................ 59
GROOTHANDEL............................................................................................................................ 61
7.1
Groothandelskanalen............................................................................................................ 61
7.2
Italiaanse importeurs ............................................................................................................ 62
7.3
Inkoopkanalen voor de importeur ........................................................................................ 63
Bloemenbureau Holland
3
Productschap Tuinbouw
7.4
8
Afzetkanalen van importeurs ............................................................................................... 65
IMPORT EN EXPORT .............................................................................................................. 67
8.1
Import................................................................................................................................... 67
8.2
Export vanuit Italië .............................................................................................................. 70
8.3
Nederlandse export naar Italië ............................................................................................. 74
9
LOKALE PRODUCTIE .................................................................................................................... 75
10
BIJLAGEN ..................................................................................................................................... 77
BIJLAGE 1
ZAKELIJKE GEDRAGSCODE............................................................................. 78
BIJLAGE 2
FYTOSANITAIRE VOORSCHRIFTEN ............................................................... 81
BIJLAGE 3
INVOERBEPALINGEN EN BTW ....................................................................... 82
BIJLAGE 4
BELANGRIJKE FEEST- EN BLOEMENDAGEN ............................................... 83
BIJLAGE 5
BEURZEN .............................................................................................................. 84
BIJLAGE 6
VAKBLADEN........................................................................................................ 85
BIJLAGE 7
INTERESSANTE ADRESSEN.............................................................................. 88
BIJLAGE 8
MARKTONDERZOEKEN .................................................................................... 93
Bloemenbureau Holland
4
Productschap Tuinbouw
SAMENVATTING EN CONCLUSIES
Demografie en economie
Door dalende geboortecijfers neemt de natuurlijke aanwas van de Italiaanse bevolking af. Daarnaast is
het sterftecijfer sinds een aantal jaren hoger dan het geboortecijfer, waardoor Italië aan het vergrijzen
is. Het geboortecijfer is één van de laagste ter wereld. In 2007 was ruim 20% van de bevolking 65 jaar
of ouder. Volgens prognoses zal dit aandeel in 2010 zijn gestegen tot 21%.
Het Bruto Binnenlands Product wordt voor 2008 geraamd op € 1.293 miljard. In 2005 kende Italië
een lage economische groei, maar in 2006 verbeterde de economie zich weer. Voor 2008 wordt een
lichte afzwakking van de groei verwacht om daarna weer toe te nemen. Regionaal zijn er wel
verschillen waarneembaar: zo toonden het midden en zuiden van Italië de afgelopen jaren een sterkere
economische groei dan het noorden.
Marktomvang
De totale markt voor bloemen en planten in Italië bedroeg in 2007 € 2,1 miljard. Ter vergelijking: de
marktomvang in Frankrijk was € 3,1 miljard, in Nederland € 1,5 miljard en Duitsland € 7,3 miljard.
De verkopen van snijbloemen zorgen voor de grootste omzet binnen de gehele productgroep. De totale
bestedingen aan snijbloemen zijn de laatste jaren echter aan het dalen. De marktomvang laat tussen
2006 en 2007 een daling zien van 9%. Ook de marktomvang van de kamerplanten daalt al een aantal
jaren. De consumptie van snijbloemen en potplanten per hoofd van de bevolking loopt al vanaf het
jaar 2000 terug en kwam in 2007 uit op € 25,40 voor snijbloemen en € 11,10 voor planten.
Consument
In 2005 heeft gemiddeld 57% van de Italianen minstens één keer een bos bloemen gekocht, hetzij als
cadeau, hetzij voor eigen gebruik. De meeste kopers bevinden zich in de leeftijdsklasse 45 t/m 64 jaar.
Het percentage kopers van 65 jaar en ouder is relatief het laagst. Sinds 2000 is het percentage
Italiaanse bloemenkopers met ongeveer 13% afgenomen. Vooral tussen 2000 en 2001 kochten er
minder Italianen bloemen. De invoering van de euro en de daarmee geanticipeerde hogere prijzen voor
bloemen kunnen daarvoor de reden zijn. Wat betreft planten heeft gemiddeld 46% van de Italianen in
2005 minstens één keer een kamerplant gekocht. Relatief de meeste kopers bevinden zich in de
leeftijdsklasse 25 t/m 64 jaar. Ook bij de planten is er tussen 2000 en 2001 een flinke afname te zien in
het koperspercentage, maar in tegenstelling tot de bloemen herstelt het koperspercentage zich tussen
2001 en 2005 en is er sprake van een groei van 3% in deze periode. Opvallend daarbij is dat het
Bloemenbureau Holland
5
Productschap Tuinbouw
percentage kopers van bloeiende planten is gegroeid en het percentage kopers van groene planten is
afgenomen.
De Italiaanse bloemenkopers hebben in 2005 gemiddeld € 9,70 voor een bos bloemen uitgegeven, een
stijging van 18% ten opzichte van 2001. De oudste leeftijdsgroep geeft gemiddeld het minste uit aan
een bos bloemen. Aan kamerplanten gaf men gemiddeld € 14,50 uit. In 2005 is zo’n 7% meer
uitgegeven in vergelijking met 2001.
Het cadeausegment is het belangrijkste segment op de Italiaanse markt. Ongeveer 80% van de
bloemenaankopen is bestemd om cadeau te geven. Van de kamerplanten aankopen is de helft bestemd
voor eigen gebruik. Kamerplanten worden door de Italiaanse consument minder geschikt gevonden
om cadeau te geven dan snijbloemen.
Bedrijvenmarkt
Resultaten uit Bedrijvenmarktonderzoek Italië laten zien dat in 2003 het percentage bedrijven (met 10
of meer werkzame personen) dat regelmatig over bloemen en planten beschikt, gedaald is t.o.v.1996.
Voor de productgroepen groene planten en snijbloemen geldt echter dat er wel een stijging in het
(absolute) aantal bedrijven te zien is. Dit wordt veroorzaakt doordat het Italiaanse bedrijfsleven in de
afgelopen jaren met circa 40.000 bedrijven is toegenomen. Italiaanse bedrijven die bloemen en/of
planten hebben aangeschaft geven daarvoor in 2003 bijna twee keer zoveel uit als in 1996.
Geconcludeerd kan worden, dat er minder bedrijven ‘investeren’ in bloemen en planten. De bedrijven
die dat wel doen, besteden er meer aan dan zeven jaar geleden (dat geldt echter niet voor echte
snijbloemen). Horecagelegenheden en hotels geven per saldo het meest uit aan bloemen en planten.
Dit staat in schril contrast met bijvoorbeeld bedrijven in de zakelijke dienstverlening.
Detailhandel
Bloemist
Voor de Italiaanse consument is de bloemist het belangrijkste aankoopkanaal. Bij de snijbloemen
blijkt dat in 2005 driekwart van de Italiaanse bloemenkopers bij de bloemist kocht terwijl van de
kamerplantenkopers bijna de helft naar de bloemist ging. De bloemist heeft over de jaren heen geen
aandeel hoeven in te leveren in de snijbloemenverkopen, de ambulante handel (markt, straat en kiosk)
laat wel een lichte aandeeldaling zien. De supermarkt heeft bij de verkoop van kamerplanten een
Bloemenbureau Holland
6
Productschap Tuinbouw
relatief groter marktaandeel dan bij de snijbloemen. Net als bij de bloemen geldt ook voor de
kamerplanten dat vooral de ambulante handel aan aandeel heeft moeten inleveren.
De Italiaanse bloemistensector kenmerkt zich door onafhankelijkheid. Het zijn vaak kleinschalige éénof ‘tweemansbedrijfjes’. De grotere winkels zijn veelal aangesloten bij een organisatie en bevinden
zich in het welvarende gedeelte van het land (het noorden). Van de bloemisten is de meerderheid lid
van één of meer organisaties. Interflora is de grootste. Bijna alle bloemisten in Italië geven aan
producten uit Nederland te verkopen. Ongeveer een kwart van de bloemisten geeft aan zelfs meer dan
driekwart Nederlands product in hun assortiment te hebben. 2007 was in Italië voor snijbloemen en
voor kamerplanten zeker geen goed jaar. De overall inschatting van de bloemisten is dat zowel de
snijbloemenomzet als de kamerplantenomzet in 2007 in Italië enigszins gedaald is. Ook voor 2008 zijn
de Italiaanse bloemisten wat somber gestemd.
Grootwinkelbedrijf
Bijna de helft van de hypermarkten in Italië is in buitenlandse handen. Grote spelers zijn Coop Italia,
Auchan en Carrefour. In veel gebieden in Italië, vooral ten zuiden van Rome, is het niet rendabel om
een hypermarkt te open omdat de bevolkingsdichtheid en koopkracht in sommige zuidelijke delen zo
laag is. Ondanks de toename van hypermarkten sinds 1970 blijft Italië echt een supermarkt land. Dit
lijkt niet te gaan veranderen op de korte termijn, mede door de steun van de overheid voor kleinere
winkels en de bureaucratische voorwaarden voor grootschalige winkels. Maar ook omdat
supermarkten favoriet blijven onder de Italiaanse consumenten, ten opzichte van hypermarkten.
De top 5 bestaat uit Italiaanse en Franse retailers. Door de gefragmenteerde markt hebben zij samen
een aandeel van 35%. Marktleider in Italië is Coop Italië. De nummer twee en drie worden ingenomen
door het Franse Carrefour en het Italiaanse Conad. Het Franse Auchan komt op de vierde plaats en
legt, net als Carrefour, sterk de focus op hyper- en supermarkten. Het Italiaanse Esselunga is de
nummer vijf in de lijst, een pure supermarktformule.
Groothandel
Voor Italiaanse importeurs van snijbloemen en potplanten zijn de twee belangrijkste inkoopkanalen de
Nederlandse exporteur en op de tweede plaats de Italiaanse kweker. Als herkomst land van
snijbloemen is Nederland favoriet, gevolgd door Italië. Bij de groene en bloeiende planten voert Italië
als herkomstland de boventoon.
Bloemenbureau Holland
7
Productschap Tuinbouw
Import/export
Italiaanse import
De Italiaanse import van snijbloemen uitgedrukt in waarde is al jaren redelijk stabiel en kwam in 2007
uit op 160 miljoen euro. Het Nederlandse importaandeel bloemen is de afgelopen jaren langzaam
gestegen tot 85% in 2007. De belangrijkste snijbloemen die Italië invoert, zijn rozen en orchideeën. De
Italiaanse planteninvoer vertoont sinds 2003 een stijgende lijn en kwam in 2007 uit op 141 miljoen
euro. Het Nederlandse importaandeel planten o.b.v. waarde lijkt sinds 2003 langzaam te dalen, maar
Nederland is nog altijd dominant in de import met een aandeel van 73%. Bloeiende planten nemen de
belangrijkste plaats in wat betreft geïmporteerde potplanten, met een aandeel van 37%. Groene planten
volgen daarna met een aandeel van 32%. Over de jaren heen lijken groene planten iets aan aandeel te
verliezen. Bloeiende planten, met name bollen-op-pot, zijn wat belangrijker geworden in de import.
Italiaanse export
Kijken we naar de Italiaanse export van snijbloemen, dan blijkt dat Italië verhoudingsgewijs het meest
exporteert naar Duitsland, gevolgd door Zwitserland en Nederland. Ook voor de Italiaanse
potplantenexport is Duitsland van oudsher de grootste afnemer. Dit aandeel daalt echter al jaren,
terwijl Frankrijk in verhouding juist belangrijker is geworden als afnemer van Italiaanse potplanten.
Nederlandse export naar Italië
De Nederlandse export van bloemen en planten naar Italië stijgt al jaren gestaag, al lijkt er in de
snijbloemenexport sinds 2005 een eind gekomen te zijn aan deze groei. De snijbloemenexport daalde
van 2005 tot 2007 van 194 miljoen naar 182 miljoen euro. De potplantenexport groeit daarentegen
onveranderd door en kwam in 2007 uit op een waarde van bijna 155 miljoen euro.
Bloemenbureau Holland
8
Productschap Tuinbouw
1
INLEIDING
Actuele informatie over afzetmarkten is van groot belang bij het bepalen van een afzetvisie en een
strategie voor de toekomst. In de Marktmonitor Italië is geprobeerd een zo compleet mogelijk beeld te
geven van ontwikkelingen binnen de productie en afzet van sierteeltproducten in dit land. De
Marktmonitor Italië is een gezamenlijke uitgave van Productschap Tuinbouw en Bloemenbureau
Holland.
Voor het in kaart brengen van de ontwikkelingen op de Italiaanse markt is gebruik gemaakt van
verschillende bronnen. Voor verdere vragen of opmerkingen over de Marktmonitor kunt u contact
opnemen met de afdeling Markt en Innovatie van Productschap Tuinbouw of de senior regiomanager
Zuid bij Bloemenbureau Holland.
Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
Mw. Iris van Santen
Dhr. Ron Jeronimus
Louis Pasteurlaan 6
Schipholweg 1
2700 AG Zoetermeer
2316 XB Leiden
T +31 (0) 79 – 347 07 07
T +31 (0) 71 - 565 95 65
F +31 (0) 79 – 347 06 75
F +31 (0) 71 - 565 95 55
[email protected]
[email protected]
www.tuinbouw.nl
www.flowercouncil.org
Op de website van het Productschap Tuinbouw of het extranet van Bloemenbureau Holland kunt u de
belangrijkste informatie uit deze en andere marktmonitoren nog eens nalezen, c.q. downloaden.
Bloemenbureau Holland
9
Productschap Tuinbouw
2
ALGEMEEN
Figuur 2.0 Landkaart Italië
Bron: www.holland.it
Italië (officieel: La Republica Italiana), is 301.336 vierkante kilometer groot inclusief de eilanden die
tot Italië horen, zoals Sicilië, Sardinië, Elba, Capri, Ischia, enz. In oppervlakte is Italië ruim zeven keer
zo groot als Nederland en heeft ruim 58 miljoen inwoners. Bijna de helft van de totale bevolking (45
procent) woont in het noorden, 19 procent in het midden, 25 procent in het zuiden en 11 procent op de
eilanden. Het dichtstbevolkt is de regio Campania met een gemiddelde van 426 inwoners per km2.
Andere dichtbevolkte regio's zijn Lombardia (397 inwoners per km2), Lazio (308) en Liguria (297).
Bloemenbureau Holland
10
Productschap Tuinbouw
Het dunstbevolkt is Valled'Aosta (38 inwoners per km2). Andere dunbevolkte regio's zijn Basilicata
(59) en Sardegna (69).
Italië heeft grenzen met Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk en Slovenië. Twee staten liggen volledig
binnen het Italiaans grondgebied, namelijk San Marino (61 km²) en Vaticaanstad (44 ha).
Belangrijkste steden zijn: Rome, Milaan en Napels.
Italië wordt, als lid van de G8, beschouwd als een economische grootmacht, hoewel zijn financiële
huishouding veel te wensen overlaat. De verschillen in het land zijn groot. In het welvarende noorden
gaan industriële nijverheid en efficiëntie hand in hand. Het armlastige zuiden kan zich niet uit de greep
van de georganiseerde misdaad losmaken.
Italië bestaat uit vier landschappen: het Alpengebied, de Povlakte, het Apennijns schiereiland en de
eilanden. Het Alpengebied omvat geheel Noord-Italië met een wijde boog (900 km lang en 150–220
km breed), die begint met de Ligurische Alpen en zich tot de Italiaans-Sloveense grens voortzet. Een
aantal passen maakt van oudsher het verkeer met de landen ten noorden van de Alpen mogelijk. De
Povlakte is een naar het oosten toe verwijdende vlakte, ca. 500 km lang, zeer vruchtbaar en door de Po
en haar talrijke zijrivieren bevloeid. In dit gebied treden herhaaldelijk overstromingen op. Het
Apennijns schiereiland, dat een opmerkelijke vorm heeft die enigermate aan een kaplaars doet denken,
heeft als ruggengraat het Apennijnengebergte, een zijtak van de Alpen. Sicilië en Sardinië zijn de
grootste eilanden.
Bloemenbureau Holland
11
Productschap Tuinbouw
2.1
2.1.1
Demografische factoren
Prognose en ontwikkeling aantal inwoners
Het geboortecijfer is tussen 1980 en 2000 gedaald van 11,6% naar 9,1%. Doordat in de genoemde
periode het sterftecijfer veel minder daalde en zelfs weer ging toenemen, nam de natuurlijke aanwas
af. Er treedt daardoor ook een veroudering van de bevolking op. In 2004 was nog maar 14% jonger
dan 15 jaar. Door het positieve migratiesaldo groeide de bevolking nog wel, met 0,2% in 2004, maar
die groei is gestopt in 2005 en naar verwachting zal dit de komende jaren zo blijven.
In Italië is het sterftecijfer sinds een aantal jaren hoger dan het geboortecijfer. Het geboortecijfer is één
van de laagste ter wereld. In 2006 kreeg een Italiaanse vrouw naar schatting gemiddeld 1,35 kinderen.
Dit cijfer laat een stijgende trend zien; zo kwam dit cijfer in 1995 uit op slechts 1,19. De stijging van
het gemiddelde is te danken aan het noorden en midden van Italië, in het zuiden werd een daling van
het gemiddelde kindertal waargenomen.
Tabel 2.1.1.1 Prognose en ontwikkeling aantal inwoners
Aantal inwoners (mln)
Bevolkingsgroei (%)
2003
2004
2005
2006
2007 2008* 2009* 2010* 2011* 2012*
58
58,1
58,1
58,1
58,1
58,1
58,1
58,1
0,0%
0,2%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0% -0,2% 0,0%
Bron: Economist Intelligence Unit Country Forecast, 2008
58
58
*Prognose
Hoewel de bevolkingsaanwas laag is, loopt het aantal inwoners van het land niet echt terug; dit komt
door de bijna 3 miljoen immigranten. 52 procent van hen komt uit Oost-Europa en Afrikaanse landen.
Van de immigranten heeft 63,6 procent zich gevestigd in het noorden. Midden-Italië is met 24,8
procent minder populair dan het noorden. In Zuid-Italië (inclusief de eilanden) heeft zich slechts 11,6
procent gevestigd.
Tabel 2.1.1.2 Aantal huishoudens (x 1000)
2003
Aantal inwoners (mln) 22,1
2004
22,3
2005
22,4
2006
23,4
2007 2008* 2009* 2010* 2011* 2012*
23,5 23,6 23,7 23,8 23,9 24,0
Bevolkingsgroei (%)
0,9%
0,4%
4,5%
0,4%
0,7%
Bron: Economist Intelligence Unit Country Forecast, 2008
Bloemenbureau Holland
12
0,4%
0,4%
0,4%
0,4%
0,4%
*Prognose
Productschap Tuinbouw
Bevolkingsamenstelling
In de loop der eeuwen is de bevolking van Italië ontstaan uit de samensmelting van diverse volken
(Etrusken, Galliërs, Puniërs, Italiërs en Germaanse elementen).De invasies in historische tijd hebben
maar weinig sporen nagelaten. Eind 19e en begin 20e eeuw leidde de snelle bevolkingsgroei tot grote
emigratie. Uit Noord-Italië ging men vooral naar Midden- en West-Europa, uit Midden- en Zuid-Italië
naar de Verenigde Staten, Brazilië en Argentinië. In de jaren dertig verminderde de emigratie om na
de tweede wereldoorlog weer toe te nemen, zij het in aanzienlijk mindere mate. Sinds 1983 echter
overtreft de immigratie de emigratie.
2.1.2
Leeftijdsopbouw
Als gevolg van het lage geboortecijfer tekent zich in sterke mate een vergrijzing af in het land. Op 1
januari 2007 was ruim 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder. Prognoses voorzien dat dit
aandeel in 2010 zal zijn gestegen tot 21 procent. Jongeren tot en met 20 jaar zullen in dat jaar naar
schatting 19 procent uitmaken van de totale bevolking.
Tabel 2.1.2.1 Leeftijdsopbouw
Jaar
Jonger dan 20 jaar
van 20 t/m 64 jaar
65 jaar en ouder
2003
19,4%
61,9%
18,8%
2004
19,3%
61,6%
19,1%
2005
19,2%
61,3%
19,5%
2007*
19,2%
61,1%
19,9%
2010*
19,0%
60,4%
20,6%
Bron: ISTAT
*Prognose
Bloemenbureau Holland
13
Productschap Tuinbouw
Figuur 2.1.2.1 Leeftijdsopbouw in Italië op 1 januari 2007
> 65 jaar
20%
0 t/m 14 jaar
14%
15 t/m 24 jaar
10%
55 t/m 64 jaar
12%
25 t/m 34 jaar
14%
45 t/m 54 jaar
14%
35 t/m 44 jaar
16%
Bron: Euromonitor
2.1.3
Belangrijkste steden
Er zijn 20 regioni (gewesten), die zijn onderverdeeld in 95 provincies en ruim 8000 gemeenten. Deze
administratieve eenheden worden bestuurd door raden, die elke vijf jaar gekozen worden. Vijf regioni
(Sicilië, Sardinië, Valle d'Aosta, Trentino-Alto Adige en Friuli-Venezia Giulia) bezitten een zekere
mate van autonomie (regioni a statuto speciale).
De hoofdstad van Italië is Rome. Daarin bevindt zich het onafhankelijke Vaticaanstad waarvan de
paus het hoofd is. Een tweede onafhankelijke enclave binnen de Italiaanse grenzen is San Marino,
vlakbij de badplaats Rimini aan de oostkust. Andere belangrijke steden zijn Milaan (Milano), Turijn
(Torino), Genua (Genova), Venetië (Venezia), Florence (Firenze), Bologna, Verona, Napels (Napoli),
Ancona, Bari, Messina en Palermo (de hoofdstad van Sicilië).
Tabel 2.1.3.1 Aantal inwoners belangrijkste steden
1. Rome
2.547.677
2. Milaan
1.308.735
3. Napels
984.242
4. Turijn
900.608
5. Palermo
670.820
6. Genua
620.316
Bloemenbureau Holland
14
Productschap Tuinbouw
7. Bologna
373.743
8. Florence
366.901
9. Bari
326.915
10. Venetië
269.780
11. Verona
259.380
12. Messina
245.159
13. Rimini
137.523
14. Ancona
101.480
Bron: ISTAT
Bloemenbureau Holland
15
Productschap Tuinbouw
2.1.4
Beroepsbevolking
In de afgelopen vijf jaar is de beroepsbevolking gegroeid in Italië en deze groei zal ook in de komende
jaren aanhouden. Eveneens is het aantal werkenden gegroeid. Deze toename gaat sneller dan die van
de beroepsbevolking, vandaar dat het werkeloosheidspercentage in Italië afneemt. In Italië ligt in 2007
het werkeloosheidspercentage met 5,9% iets hoger dan in Nederland (4,5%).
Tabel 2.1.4.1 Beroepsbevolking
Beroeps-
Werkenden
% van
It.
NL.
bevolking
x 1 mln.
beroeps-
werkeloosheids
Werkeloosheids
bevolking
percentage
percentage
x 1 mln.
2003
24.3
22.2
91,4%
8,4%
5,4%
2004
24.4
22.4
91,8%
8,0%
6,5%
2005
24.5
22.6
92,2%
7,7%
6,5%
2006
24,6
23,0
93,5%
6,8%
5,5%
2007
24,7
23,2
93,9%
6,0%
4,5%
2008*
24,9
23,3
93,5%
6,3%
3,9%
2009*
25,1
23,5
93,6%
6,2%
4,0%
2010*
25,2
23,7
94,0 %
7,1%
4,4%
2011*
25,4
23,9
94,1%
5,9%
4,6%
2012*
25,5
24,0
94,1%
5,9%
4,8%
Bron: EIU
*Prognose
Bloemenbureau Holland
16
Productschap Tuinbouw
2.1.5
Besteedbaar inkomen
De groei in het besteedbaar inkomen ligt tussen 2007 en 2012 naar verwachting tussen de 1% en 2%.
De grootste groei was in 2006 met 1,8%.
Figuur 2.1.5.1 Groei besteedbaar inkomen (%)
3
2,5
2
1,8
1,5
1,5
1,5
1,5
1,6
1,2
1
0,7
0,6
0,5
0
1,5
0
2003
2004
2005
2006
2007*
2008*
2009*
2010*
2011*
2012*
groei netto besteedbaar inkomen
Bron: EIU *Prognose
Bloemenbureau Holland
17
Productschap Tuinbouw
2.1.6
Uitgavenpatroon
In figuur 2.1.6.1 is het uitgavenpatroon weergegeven van de gemiddelde Italiaanse consument. De
belangrijkste kostenpost voor de Italiaanse consument is huisvesting met de vaste lasten die hieraan
verbonden zijn. Daarna komen voedsel en dranken en transport.
Figuur 2.1.6.1 Uitgavenpatroon van de Italiaanse consument in 2006
Overig
9%
Voedsel en dranken
15%
Hotels, catering
10%
Tabak en alcohol
3%
Onderwijs
1%
Kleding en schoeisel
7%
Ontspanning
7%
Huis, verwarming en
licht
7%
Communicatie
3%
Transport
14%
Woning
21%
Gezondheidszorg
3%
Bron: Euromonitor
Bloemenbureau Holland
18
Productschap Tuinbouw
2.2
Cultureel Maatschappelijke ontwikkelingen
Cultuur
Zonder de Italiaanse literatuur, beeldende kunst, muziek, architectuur en film zou de Europese
beschaving er anders hebben uitgezien. Florence was in de 15e eeuw het centrum van een nieuwe
kunststroming, de Renaissance. Vanuit Florence verspreidde deze nieuwe kunstuiting zich over heel
Italië en vervolgens over Europa. De Renaissance heeft grote invloed gehad op de architectuur, de
beeldhouwkunst en de schilderkunst. Leonardo da Vinci en Michelangelo Buonarotti zijn de bekendste
vertegenwoordigers van de zogeheten Hoge Renaissance. Ze waren beide niet alleen schilder,
beeldhouwer en architect maar ook wetenschapper.
Familie
In Italië maken oudere mensen deel uit van de familie. Niet alleen wonen ze bij hun kinderen in, met
name nog op het platteland, maar ook passen ze nog regelmatig op I bambini. De grootouders zorgen
voor de opvang van de kinderen als moeder gaat werken. Onderdeel van het familieleven is ook het
kerkbezoek. Van ontkerkelijking lijkt in Italië geen sprake, maar de Italiaan is pragmatisch in zijn
geloof. Voor de mis ontmoet men elkaar voor de kerk, na de mis pakt men een aperitivo in een
naastgelegen barretje. De week wordt doorgenomen, verhalen uitgewisseld, kortom, het is een sociaal
gebeuren.
Gebruiken
Dat het er in Italië wat verhitter aan toe gaat dan in Nederland is geen verrassing. Italianen praten niet
alleen met hun handen, maar verheffen ook om het minste of geringste hun stem. Voor een
buitenstaander lijkt het alsof een Italiaan dan ruzie heeft, maar over het algemeen wordt er dan gewoon
gepraat.
La Befana per bambini
Italië is in meerdere opzichten een bijzonder land. Sinterklaas komt er praktisch niet, Babbo Natale (de
Kerstman) wel, maar het meest populair is toch wel La Befana. Een kleine, oude dame die al
eeuwenlang in de nacht van 5 op 6 januari op haar bezemsteel cadeautjes, snoepjes en chocolaatjes
brengt aan Italiaanse kinderen die zoet zijn geweest.
Bloemenbureau Holland
19
Productschap Tuinbouw
Werken
In Zuid-Italië begint de werkdag rond een uur of 9 tot ongeveer 13 uur. De middagpauze duurt tot een
uur of 4. Kantoren sluiten hun deuren rond 19 of zelfs 21 uur. Ooit golden deze werktijden voor heel
Italia, maar tegenwoordig geldt zeker in het midden en noorden de internationaal gehanteerde werktijd
van-negen-tot-vijf. De uitgebreide lunch in het Noorden is ook niet meer zo vanzelfsprekend.
In de overheidssector geldt een ander tijdschema, met regionaal enige verschuivingen. Meestal van 8
tot 14 uur. ’s Middags is het vaak moeilijk om iemand te bereiken. Op nationale en regionale
feestdagen zijn veel winkels, bedrijven en banken gesloten. Let ook op de ponte, een
overbruggingsdag die mensen opnemen om een lang weekend vrij te hebben rondom bepaalde
feestdagen als Hemelvaart.
2.3
Economische factoren
Italië staat geboekstaafd als de zesde handelsnatie ter wereld, maar kampt met een reeks structurele
economische problemen. De economie gaat gebukt onder de druk van een grote openbare schuld, een
arbeidsmarkt die niet flexibel genoeg is, een gebrek aan de regulering en concurrentie op een aantal
markten (vnl. energie, diensten), gebrekkige efficiëntie van sommige besturen, het lage niveau van de
investeringen en een grote noord-zuid welvaartskloof.
Karakteristiek voor de Italiaanse economie is de grote rol van de overheid. Niet alleen de lokale
voorzieningsbedrijven, de spoorwegen en de luchtvaartmaatschappijen zijn staatsondernemingen, ook
de aardolie- en aardgasbedrijven, de staalindustrie, de scheeps- en treinbouw, de machine-industrie en
de hoogovens zijn voor het grootste deel in staatshanden. Grootschalige privatiseringen moeten de
slagvaardigheid van het bedrijfsleven vergroten en het overheidstekort terugdringen.
Bloemenbureau Holland
20
Productschap Tuinbouw
2.3.1
Consumentenvertrouwen
Het consumentenvertrouwen was vanaf 2003 lager dan ooit. De verwachting is dat na 2007 het
consumentenvertrouwen weer zal toenemen als ook het BBP en de particulieren consumptie stijgen.
Figuur 2.3.1.1 Index consumentenvertrouwen Italië
0,0%
-2,0%
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
-2,7%
-4,0%
-5,0%
-6,0%
-7,4%
-7,6%
-8,0%
-8,4%
-9,9%
-10,0%
-11,9%
-12,0%
-13,9%
-14,0%
-14,2%
-15,7%
-16,0%
-18,0%
-18,4% -18,3%
-20,0%
Bron: Europese Commissie
2.3.2
Bruto Binnenlands Product
Het Bruto Binnenlands Product wordt voor 2008 geraamd op € 1.293 miljard. In 2005 kende Italië een
lage economische groei, maar in 2006 verbeterde de economie zich weer. Voor 2008 wordt een lichte
afzwakking van de groei verwacht om daarna weer toe te nemen. Regionaal zijn er wel verschillen
waarneembaar: zo toonden het midden en zuiden van Italië de afgelopen jaren een sterkere
economische groei dan het noorden.
Tabel 2.3.2.1 Bruto Binnenlands Product in miljarden euro’s (obv constante marktprijzen ‘95)
2003
2004
2010*
2011*
2012*
BBP
1.217
1.235
1.242
1.265
1.284
1.293
1.308
1.328
Bron: The Economist Intelligence Unit, Country Forecast (maart 2008) * prognose
1.348
1.369
Bloemenbureau Holland
2005[1]
2006
2007
21
2008*
2009*
Productschap Tuinbouw
-18,5%
In figuur 2.3.2.1 is de groei van het BBP weergegeven gecorrigeerd naar inflatie. Op die manier kan de
trend op langere termijn zo goed mogelijk worden benaderd. De percentages zijn berekend op basis
van een index van het Bruto Binnenlands Product met als basis jaar 1995. Vanaf 2005 is er een
stijgende lijn in de groei van het BBP te zien en ook op langere termijn wordt voorzien dat deze groei
rond de 1,6% gehandhaafd blijft.
Figuur 2.3.2.1 Groei van het BBP in %
2
1,88
1,5
1,5
1,5
1,5
1,2
1
0,7
0,6
0,5
0
1,6
1,5
0
2003
2004
2005
2006
2007
2008*
2009*
2010*
2011*
2012*
Bron: The Economist Intelligence Unit, Country Forecast *Prognose
2.3.3
Particuliere consumptie
Het consumentenvertrouwen in figuur 2.3.3.1 laat vanaf 2003 een groei in de particuliere consumptie
zien. De verwachting is dat er een kleine daling zal optreden na 2007 maar dat deze vervolgens weer
zal stijgen in de daarop volgende jaren.
Figuur 2.3.3.1 Groei consumptie (in %) op basis van constante prijzen met basisjaar 1995
1
0,9
0,8
0,6
0,6
0,4
0,5
0,6
0,8
0,7
0,5
0,9
0,8
0,6
0,2
0
2003
2004
2005
2006
2007
2008*
Bron: The Economist Intelligence Unit, Country Forecast
Bloemenbureau Holland
2009*
2010*
2011*
2012*
*Prognose
22
Productschap Tuinbouw
2.3.4
Inflatie
De inflatie in Italië schommelt al een tijd rond de 2,2%. Men verwacht dat de Italiaanse regering de
komende jaren in staat is om de inflatie licht te drukken om onder de 2% uit te komen. In 2005
bedroeg de inflatie in Italië 2,2%. Het inflatiecijfer is in dat jaar behoorlijk gedaald ten opzichte van
2003 (2,8%) en was gelijk aan het EU-gemiddelde. In 2003 behoorde het Italiaanse inflatiecijfer nog
tot de hoogste van de euro-zone. De hoge inflatie werd vooral toegeschreven aan de hoge olieprijzen,
de prijsstijgingen in de dienstensector en onvoldoende efficiëntie in een aantal producten- en
dienstenmarkten (o.a. verzekeringswezen, banksector, transport & logistiek). Traditioneel ligt de
Italiaanse inflatie in augustus lager dan het jaargemiddelde en neemt zij in het najaar toe door tariefen prijsverhogingen.
Figuur 2.3.4.1 Consumentenprijsinflatie Italië (geharmoniseerd naar EU normen)
3
2,8
2,6
2,5
2,3
2
2,2
2,2
2
1,7
1,5
1,9
1,8
1,8
1
0,5
0
2003
2004
2005
2006
2007
2008*
Bron: The Economist Intelligence Unit, Country Forecast (jan 2006)
Bloemenbureau Holland
23
2009*
2010*
2011*
2012*
*Prognose
Productschap Tuinbouw
2.3.5
Werkloosheid
Op het vlak van de werkgelegenheid is de situatie aan het verbeteren. De werkloosheid in Italië daalt
maar blijft toch nog boven het Europese gemiddelde. Het nationale cijfer verhult echter wel de
combinatie van bijna volledige tewerkstelling in Noord-Italië en de hoge werkloosheid in het Zuiden.
Nieuwe banen worden voornamelijk in de dienstensector gecreëerd. De groei van de dienstensector is
een belangrijke ontwikkeling voor de economie. De verwachting is dat de werkloosheid verder zal
dalen.
Figuur 2.3.5.1 Werkloosheidspercentage
9,5
9
9,1
8,6
8,5
8,4
8
8
7,7
7,5
7
6,8
6,5
6,3
6
6
6,2
6
5,9
5,9
5,5
5
2001
2002
2003
2004
2005*
2006*
2007*
2008*
Bron: The Economist Intelligence Unit, Country Forecast (jan 2006)
2009*
2010*
2011
2012
*Prognose
De Italianen verdienen hun inkomen vooral in de dienstverlening (69% van het BBP). De industrie en
bouw dragen 29% aan het BBP bij en de landbouw en visserij 2% (2006). Typerend voor de Italiaanse
economie is de aanwezigheid van industriële clusters, dat wil zeggen gebieden met een grote
concentratie aan bedrijven in dezelfde sector. In de clusters bevinden zich vooral kleine en
middelgrote bedrijven, die rond de 50 procent van de producerende industrie in Italië
vertegenwoordigen.
Bloemenbureau Holland
24
Productschap Tuinbouw
2.4
2.4.1
Politieke factoren
Geschiedenis
Vanaf het uitroepen van de republiek (in 1946) hebben de christendemocraten een dominante rol
gespeeld in de Italiaanse politiek, maar ze werden vaak uitgedaagd door een sterke Communistische
Partij en de socialisten. In 1947 brachten die de regering aan het wankelen door stakingen en
ongeregeldheden in het hele land. De politieke spanningen verminderden enigszins toen de
christendemocraten bij de verkiezingen van 1948 de absolute meerderheid behaalden. Die verloren ze
overigens weer bij de verkiezingen van 1953.
De Italiaanse politiek was daarna allesbehalve stabiel. Kabinetten volgden elkaar snel op. De
christendemocraat Aldo Moro was premier van 1963 tot 1968, maar wel van drie verschillende
kabinetten. Hij vestigde een record door met zijn derde regering 832 dagen aan te blijven. Dat record
werd in 1986 verbroken door Bettino Craxi. Sindsdien is het alleen de huidige premier Silvio
Berlusconi gelukt langer aan te blijven. Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft Italië maar liefst 60
kabinetten gekend.
2.4.2
Binnenlandse politiek
De overheid is gebaseerd op de grondwet van 1948. Het tweekamerparlement bestaat uit de Kamer
van Afgevaardigden (630 leden) en de Senaat, die uit 315 leden samengesteld is. Beide kamers
worden om de vijf jaar verkozen, vroeger op basis van evenredige vertegenwoordiging, tegenwoordig
op basis van een ingewikkelde mix van evenredige vertegenwoordiging en een bonus voor de winnaar
in de diverse regio's. Beide kamers hebben gelijke bevoegdheden. De Raad van Ministers, die door de
premier wordt geleid moet het vertrouwen van het parlement hebben. Het staatshoofd is de president,
die in een gezamenlijke zitting door het parlement wordt gekozen. De president heeft gelimiteerde
bevoegdheden.
Bloemenbureau Holland
25
Productschap Tuinbouw
3
MARKTOMVANG EN STRUCTUUR
3.1
Marktomvang snijbloemen en potplanten
De totale markt voor bloemen en planten in Italië bedroeg in 2007 € 2,1 miljard. Ter vergelijking: de
marktomvang in Frankrijk was € 3,1 miljard, in Nederland € 1,5 miljard en Duitsland € 7,3 miljard. De
verkopen van snijbloemen zorgen voor de grootste omzet binnen de gehele productgroep. De totale
bestedingen aan snijbloemen zijn de laatste jaren echter aan het dalen. De marktomvang laat tussen
2006 en 2007 een daling zien van 9%. Ook de marktomvang van de kamerplanten daalt al een aantal
jaren.
Marktomvang consumptiewaarde 2000 – 2007 (mln. €)
Tabel 3.1.1
Snijbloemen
Kamerplanten
Totaal
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2.160
2.126
2.020
1.951
1.805
1.666
1.619
1.474
781
764
758
734
705
673
680
646
2.941
2.890
2.778
2.685
2.510
2.339
2.299
2.120
Bron: Bloemenbureau Holland
Figuur 3.1.1
Marktontwikkeling snijbloemen en kamerplanten (procentuele groei)
4%
2%
1%
0%
2000
-2%
-1%
-2%
2001
-2%
-2%
2002-1%
2003
2004
-3%
-3%
2005
2006
2007
-3%
-4%
-4%
-5%
-5%
-6%
-7%
-8%
-5%
-8%
-9%
-10%
Snijbloemen
Potplanten
Bron: Productschap tuinbouw / BBH
Bloemenbureau Holland
26
Productschap Tuinbouw
3.2
Consumptie per hoofd van de bevolking
De consumptie van snijbloemen en potplanten per hoofd van de bevolking loopt al vanaf het jaar 2000
terug en kwam in 2007 uit op € 25,40 voor snijbloemen en € 11,10 voor planten.
Tabel 3.2.1 Consumptie snijbloemen en kamerplanten in € per hoofd van de bevolking
Snijbloemen
Potplanten
Totaal
2000
37,40
13,50
50,90
2001
37,00
13,30
50,30
2002
34,89
13,10
47,99
2003
33,60
12,60
46,20
2004
31,10
12,10
43,20
2005
28,70
11,60
40,30
2006
27,90
11,70
39,60
2007
25,40
11,10
36,50
Bron: BBH
Bloemenbureau Holland
27
Productschap Tuinbouw
4
4.1
CONSUMENT
Betekenis bloemen en planten
Snijbloemen
Productschap Tuinbouw voerde in 2007 consumentenonderzoek uit in Italië waarbij vier bloemsoorten
centraal stonden: de roos, snij-anthurium, zantedeschia en amaryllis (rapport 2007-83). Hieronder
volgen de belangrijkste conclusies.
Roos: ongekend populair in Italië
De roos is een bekende, geliefde bloem in Italië. 95% herkent de bloem van de foto, 80% weet de
juiste naam. De roos is multifunctioneel; men vindt de bloem zowel geschikt als enkele bloem en als
monobos. Tevens vindt men de roos erg geschikt voor zowel eigen gebruik als cadeau. Maar liefst
96% heeft positieve associaties bij de bloem: liefde, affectie, passie, verlangen, vriendschap en
elegantie worden vaak genoemd. Maar liefst 76% vindt dat een roos moet geuren. Een ander
aandachtspunt is de rijpheid. Stadium 2 is het meest geliefd: al ietsje open, maar niet te ver. De meest
favoriete kleur is de rode roos, opvallend genoeg gevolgd door de geverfde blauwe roos (blauw is
nationale kleur van Italië).
De snij-anthurium: stoer en modern
De snij-anthurium wordt vaak herkend op de foto, maar slechts 32% weet de juiste naam van de
bloem. De bloem past het best in een gemengd boeket en is minder geschikt om als monobos te kopen,
vindt men. Daarnaast vindt men het meer een cadeaubloem dan een bloem om voor jezelf te kopen.
Bijna eenderde vindt dat de bloem een stoer en modern karakter heeft. Men vindt de bloem niet
kunstmatig of ‘plastic’, iets dat in andere landen wel eens genoemd wordt. De klassieke rode
anthurium is het meest geliefd. Daarnaast scoren de witte en roze/groene snij-anthurium goed.
Zantedeschia: een multifunctionele bloem met een elegant, puur en chique karakter
Veel Italiaanse bloemenkopers herkennen zantedeschia op de foto, echter de naamsbekendheid blijft
steken op 30%. Ondanks dat Italië een echt cadeauland is wat betreft bloemenaankopen, vindt bijna
70% de zantedeschia ook geschikt voor eigen gebruik. 82% vindt de bloem erg geschikt als
cadeaubloem. Opvallend is dat een bruiloft en Pasen erg hoog scoren ten opzichte van de andere drie
bloemen. Ruim 60% vindt de zantedeschia absoluut geen begrafenisbloem De grootbloemige
zantedeschia is favoriet. Toch zijn ook de kleinere varianten geliefd. Vooral wit scoort goed, gevolgd
door de goudgele zantedeschia.
Bloemenbureau Holland
28
Productschap Tuinbouw
Amaryllis: nog onbekend onder Italiaanse bloemenkopers
Voor Italianen is de amaryllis nog vrij onbekend. Slechts 52% herkent de bloem van de foto en
daarvan noemt 32% de juiste naam. Men heeft ook geen uitgesproken mening over de bloem. Vindt
men de bloem ouderwets? Stoer? Modern? Typisch een bloem voor begrafenissen of voor kerstmis?
Men weet het niet zo goed. De onbekendheid met de bloem blijkt ook uit het feit dat 65% van de
Italiaanse bloemenkopers geen amaryllissen heeft gekocht de afgelopen 12 maanden. Toch maakt
onbekend niet onbemind. Men vindt de amaryllis een mooie bloem, ze past in een modern interieur en
de amaryllis spreekt hen aan. De onbekendheid met de bloem biedt kansen: het imago van de bloem
kan nog helemaal worden opgebouwd. Met de juiste promotie kan de bloem op de gewenste manier
gepositioneerd worden.
Kamerplanten
De Italiaanse consumenten kopen kamerplanten voor zichzelf om het huis aan te kleden. Daarnaast
brengen sommigen ook graag een stukje natuur in huis en ten derde vinden ze het leuk om een plant te
zien groeien: iets levends, iets om voor te zorgen, een soort gezelschap. Dit blijkt uit het
marktonderzoek Producttest Kamerplanten Italië (rapport 2007-25) van Productschap Tuinbouw.
De Italianen kopen planten ook graag als cadeau. Zij vinden planten een perfect cadeautje: ze brengen
blijdschap en worden altijd op prijs gesteld. Bloeiende planten lijkt men iets geschikter te vinden om
cadeau te doen dan groene planten.
De cadeaumarkt is erg belangrijk in de aankopen van kamerplanten. De aantrekkelijkheid van de plant
en de eerste indruk is daarom van groot belang, nog meer dan houdbaarheid. Italianen geven de
voorkeur aan felle en sterke kleuren (niet flets) en een mooi contrast. Dit betekent niet dat zij altijd de
voorkeur geven aan bloeiende planten boven groene planten. De kleuren van de plant moeten mooi
contrasteren met elkaar. Bijvoorbeeld de mooie bladtekening, een bruine stam en groen blad, een felle
bloem in groen blad, etc. Ook zijn de verhoudingen van de plant belangrijk: de plant moet mooi
geproportioneerd zijn. Opvallend is dat de grotere planten beter in de smaak lijken te vallen dan een
kleinere variant.
Daarnaast moet de plant een duidelijk imago hebben: is de plant trendy of modern? Klassiek? Een
noviteit? Het blijkt dat planten zonder duidelijke positionering minder in de smaak vallen. Planten
moeten een ‘eigen persoonlijkheid’ uitstralen. Toegevoegde waarde kan hierbij een rol spelen, zoals
een mooie pot, een opvallend plantenlabel of promotiemateriaal.
Bloemenbureau Holland
29
Productschap Tuinbouw
4.2
4.2.1
Koopgedrag
Ontwikkeling aantal kopers bloemen en planten
Snijbloemen
In 2005 heeft gemiddeld 57% van de Italianen minstens één keer een bos bloemen gekocht, hetzij als
cadeau, hetzij voor eigen gebruik. De meeste kopers bevinden zich in de leeftijdsklasse 45 t/m 64 jaar.
Het percentage kopers in de leeftijd 65 jaar en ouder is relatief het laagst.
Tabel 4.2.1.1 Koperspercentage snijbloemen totaal en naar leeftijdscategorie 2005
%
2005
15-24 jaar
50%
25-44 jaar
60%
45-64 jaar
65%
65+
48%
Totaal
57%
Bron: Productschap Tuinbouw
Uit tabel 4.2.1.2 blijkt dat sinds 2000 het percentage Italiaanse bloemenkopers met ongeveer 13% is
afgenomen. Vooral tussen 2000 en 2001 kochten er minder Italianen bloemen. De invoering van de
euro en de daarmee geanticipeerde hogere prijzen voor bloemen kunnen daarvoor de reden zijn. Uit
kwalitatief onderzoek uit 2003 en 2006 onder bloemisten en markthandelaren van bloemen en planten
in Noord-Italië werd het idee door hen bevestigd dat deze afname te maken heeft gehad met de
invoering van de euro. Dit had grote gevolgen voor de prijs van een bos bloemen waardoor het voor
veel mensen te duur werd om zomaar, bijvoorbeeld voor eigen gebruik, een bloemetje te kopen.
Bloemenbureau Holland
30
Productschap Tuinbouw
Tabel 4.2.1.2 Percentage toe- of afname kopende personen snijbloemen(%)
% toe- afname
1997 -1998
1998 - 2000
2000 - 2001
2001 - 2005
15-24 jaar
+10%
-2%
-16%
+9%
25-44 jaar
+9%
+1%
-8%
-8%
45-64 jaar
-4%
-1%
0%
-6%
65+
0%
+12%
-5%
-13%
+4%
+1%
-6%
-7%
Totaal
Bron: Productschap Tuinbouw
Kamerplanten
In 2005 heeft gemiddeld 46% van de Italianen minstens één keer een kamerplant gekocht. Relatief de
meeste kopers bevinden zich in de leeftijdsklasse 25 t/m 64 jaar. Het percentage kopers in de
leeftijdsklasse 15-24 jaar is relatief het laagst.
Tabel 4.2.1.3 Percentage kopers kamerplanten totaal en naar leeftijdscategorie 2005
%
2005
15-24 jaar
31%
25-44 jaar
52%
45-64 jaar
52%
65+
38%
Totaal
46%
Bron: Productschap Tuinbouw
Ook bij de planten is er tussen 2000 en 2001 een flinke afname te zien in het koperspercentage, maar
in tegenstelling tot de bloemen herstelt het koperspercentage zich tussen 2001 en 2005 en is er sprake
van een groei van 3% in deze periode. Opvallend daarbij is dat het percentage kopers van bloeiende
planten is gegroeid en het percentage kopers van groene planten is afgenomen. De veronderstelling dat
in tijden dat het economisch minder goed gaat, bloeiende planten de snijbloemen vervangen
voornamelijk vanwege hun duurzaamheid t.o.v. een bos bloemen, lijkt in Italië steek te houden. In
2005 is het percentage kopers van groen en bloeiend ongeveer gelijk, terwijl in voorgaande jaren
relatief meer mensen aangaven een groene plant te hebben gekocht.
Bloemenbureau Holland
31
Productschap Tuinbouw
Tabel 4.2.1.4 Percentage toe- of afname kopende personen kamerplanten (%)
% toe- afname
1997 -1998
1998 - 2000
2000 - 2001
2001 - 2005
Snijbloemen
+4%
+1%
-6%
-7%
Kamerplanten
+1%
+3%
-7%
+3%

Bloeiende
-9%
+13%
+2%
+22%

Groene
+3%
-6%
-5%
-9%
Bron: Productschap Tuinbouw
Er is een duidelijke indicatie dat tussen 2001 en 2005 vooral de twee jongste leeftijdscategorieën (44
jaar en jonger) de laatste jaren duidelijk meer bloeiende planten zijn gaan kopen, wat ten koste is
gegaan van de groene planten. De oudste categorie kopers is in deze periode meer groene planten gaan
kopen. Voor de leeftijdscategorie 45-64 jaar is het aandeel groen en bloeiend bijna niet veranderd.
4.3
Bestedingen
In het consumentenonderzoek 2005 wordt de Italiaanse koper gevraagd aan te geven wat hij/zij bij zijn
laatste bloemenaankoop heeft uitgegeven. Ook wordt gevraagd hoeveel producten er in die laatste
aankoop zijn gekocht. Op deze manier kan de gemiddelde uitgave aan bloemen en planten worden
berekend van de Italiaanse consumenten en kunnen de gemiddelde bestedingen in de tijd worden
gevolgd.
Snijbloemen
De Italiaanse bloemenkopers hebben in 2005 gemiddeld € 9,70 voor een bos bloemen uitgegeven. De
oudste leeftijdsgroep geeft gemiddeld het minste uit aan een bos bloemen.
Tabel 4.3.1 Laatste bloemenbesteding naar leeftijdscategorie 2005
€
2005
15-24 jaar
16,90
25-44 jaar
18,20
45-64 jaar
14,20
65+
Totaal
9,80
14,60
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
32
Productschap Tuinbouw
In tabel 4.3.2 staat aangegeven met hoeveel procent de bestedingen per bloemenaankoop gegroeid of
gedaald zijn. In 2005 is 18% meer aan een bloemenaankoop uitgegeven dan in 2001 of 2000. Italianen
van 65 jaar en ouder hebben tussen 2001 en 2005 slechts 3,8% meer aan een bos bloemen uitgegeven.
De consument tussen de 25 en 44 jaar heeft bijna de helft meer uitgegeven voor een bos bloemen in
2005 ten opzichte van 2001.
Tabel 4.3.2 Toe-/afname(%) besteding laatst gekochte bos bloemen naar leeftijdsklasse en totaal
% toe- afname
1997 -1998
1998 - 2000
2000 - 2001
2001 - 2005
15-24 jaar
-7%
+11%
+3%
+34%
25-44 jaar
0%
-1%
+3%
+45%
45-64 jaar
+4%
-17%
+21%
+15%
65+
16%
13%
-5%
+4%
Totaal
-2%
+2%
0%
+18%
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
33
Productschap Tuinbouw
Kamerplanten
De Italiaanse plantenkoper is gevraagd wat hij/zij bij zijn laatste aankoop van kamerplanten heeft
uitgegeven. In tabel 4.3.3 staan de bestedingen weergegeven van deze laatste aankoop in 2005.
Gemiddeld heeft men € 14,50 per plantenaankoop uitgegeven. Aan bloeiende kamerplanten is
gemiddeld 5% meer uitgegeven dan aan groene kamerplanten. Respectievelijk € 14,80 en € 14,10. Per
aankoop heeft men 2,3 producten gekocht. Dat wil zeggen dat men in 2005 voor één plant gemiddeld
€ 6,30 heeft uitgegeven. In 2000 werden er gemiddeld 1,9 producten per plantenaankoop gekocht en
werd er € 7,70 voor een plant betaald.
Tabel 4.3.3 Laatste kamerplantenbesteding totaal en naar leeftijdscategorie 2005
€
2005
15-24 jaar
€ 13,80
25-44 jaar
€ 18,30
45-64 jaar
€ 11,70
65+
€ 9,80
Totaal
€ 14,50
Bron: Productschap Tuinbouw
In tabel 4.3.4 staat weergegeven met hoeveel procent de bestedingen aan de laatste
kamerplantenaankoop in 2005 gegroeid of gedaald zijn ten opzichte van de metingen daarvoor. In
totaal is in 2005 ongeveer 7% meer uitgegeven in vergelijking met 2001. Daarmee liggen de
bestedingen aan planten in 2005 op ongeveer hetzelfde niveau als in 2000. De plantenkopers in de
leeftijdsklasse 25-44 jaar hebben in 2005 als enige categorie duidelijk meer aan een kamerplant
uitgegeven. Bij de andere leeftijdsklassen lag het bedrag bij de laatste aankoop in 2005 lager dan in
2001.
Tabel 4.3.4 Toe- of afname(%) bestedingen kamerplanten naar leeftijdsklasse en totaal
% toe- afname
1997 -1998
1998 - 2000
2000 - 2001
2001 - 2005
15-24 jaar
-26%
13%
-7%
-3%
25-44 jaar
0%
-13%
11%
30%
45-64 jaar
-21%
15%
-12%
-13%
65+
-27%
9%
-15%
-1%
-7%
5%
-7%
7%
Totaal
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
34
Productschap Tuinbouw
4.4
Aankoopfrequentie bloemen en planten
Niet alleen het koperspercentage en de bestedingen zeggen iets van de bereidheid van de Italiaanse
kopers om tot aanschaf van bloemen of planten over te gaan, maar ook de kopersloyaliteit is een
belangrijke indicatie of het goed of minder goed gaat met de verkoop van bloemen en planten. Die
kopersloyaliteit is het beste uit te drukken door het meten van het aantal keren in een jaar dat de
Italiaanse consument tot aanschaf overgaat. Hoe makkelijker het de kopers wordt gemaakt om een
bloemetje mee naar huis te nemen, hoe vaker zij tot aanschaf zullen overgaan.
Snijbloemen
In tabel 4.4.1 is het aantal keren aangegeven dat de Italiaanse bloemenkopers bloemen hebben gekocht
in 2005. Hoewel de bloemenkopers van 65 jaar en ouder gemiddeld minder besteden aan een
bloemetje, zijn ze wel degenen die het vaakst een bosje bloemen aanschaffen. De jongste categorie
kopers schaft het minst vaak een bosje bloemen aan. In 2005 werd gemiddeld 11,7 keer bloemen door
de bloemenkopers aangeschaft.
Tabel 4.4.1 Aantal keren per jaar gemiddeld bloemen aangeschaft
2005
15-24 jaar
7,2
25-44 jaar
10,0
45-64 jaar
12,6
65+
16,4
Totaal
11,7
Bron: Productschap Tuinbouw
Tabel 4.4.2 geeft aan met hoeveel procent de aankoopfrequentie van snijbloemen is toe- of afgenomen
ten opzichte van de meting daarvoor per leeftijdscategorie en in het totaal. Behalve voor de
leeftijdscategorie 25-44 jaar is in 2005 t.o.v. 2001 de aankoopfrequentie afgenomen. De sterkste
afname in aankoopfrequentie vindt onder de jongste kopers plaats. Tussen 2001 en 2005 is de
aankoopfrequentie in deze jongste groep met 15% gedaald. Gemiddeld is sinds 2000 de
aankoopfrequentie met 12% naar beneden gegaan.
Bloemenbureau Holland
35
Productschap Tuinbouw
Tabel 4.4.2 Toe- of afname(%) aankoopfrequentie snijbloemen naar leeftijdsklasse en totaal
1998 – 2000
2000 – 2001
2001 - 2005
15-24 jaar
0%
-21%
-15%
25-44 jaar
4%
-17%
3%
45-64 jaar
-2%
-5%
-11%
65+
-6%
5%
-3%
Totaal
-1%
-6%
-6%
% toe- afname
Bron: Productschap Tuinbouw
Kamerplanten
In tabel 4.4.3 is het aantal keren aangegeven dat de Italiaanse plantenkoper een kamerplant heeft
aangeschaft in dat jaar. Vooral plantenkopers van 65 jaar en ouder hebben relatief vaak een
kamerplant aangeschaft. Wanneer naar bloeiend of groen gekeken wordt dan blijkt dat de
aankoopfrequentie voor beide gelijk was in 2005.
Tabel 4.4.3 Aantal keren per jaar een kamerplant aangeschaft
2005
15-24 jaar
3,5
25-44 jaar
3,4
45-64 jaar
4,5
65+
5,6
Totaal
4,2
Bron: Productschap Tuinbouw
Tabel 4.4.4 geeft aan met hoeveel procent de aankoopfrequentie van kamerplanten is toe- of
afgenomen ten opzichte van de meting daarvoor. Tussen 2001 en 2005 is de aankoopfrequentie van
kamerplanten met 18% gedaald.
Bloemenbureau Holland
36
Productschap Tuinbouw
Tabel 4.4.4 Toe- of afname(%) aankoopfrequentie kamerplanten naar leeftijdsklasse en totaal
1998 – 2000
2000 – 2001
2001 - 2005
15-24 jaar
-21%
62%
-42%
25-44 jaar
24%
-12%
-24%
45-64 jaar
-34%
10%
-2%
65+
-20%
13%
-26%
Totaal
-12%
19%
-18%
% toe- afname
Bron: Productschap Tuinbouw
4.5
Assortiment
Snijbloemen
Van de totale consumentenbestedingen wordt 71% aan snijbloemen besteed en 29% aan potplanten.
Tussen 2000 en 2005 is het aandeel van potplanten op de totale sierteeltbestedingen licht gestegen.
De snijbloemenmarkt kan globaal ingedeeld worden in monobos, gemengd boeket en bloemstuk. Het
belang van deze drie snijbloemensegmenten staan in figuur 4.3.1. Qua ontwikkeling is er tussen de
aandelen gemengd- en monoboeket over de jaren heen weinig verschil te zien. In 2005 is het aandeel
gemengd boeket relatief afgenomen t.o.v. 2001. Het aandeel mono boeket is licht toegenomen. Het
aandeel bloemstuk is sterk gestegen. De cijfers van 2005 vertonen een grote gelijkenis met die van
1998.
Bloemenbureau Holland
37
Productschap Tuinbouw
Figuur 4.5.1 Assortiment snijbloemen op basis van bestedingen
100%
5%
9%
8%
7%
19%
20%
9%
90%
19%
80%
25%
26%
70%
60%
36%
35%
30%
50%
36%
30%
40%
30%
20%
39%
37%
39%
1998
2000
34%
36%
2001
2005
10%
0%
1997
Monobos
Gemengd boeket
Bloemstuk
Enkele bloem
Bron: Productschap Tuinbouw
Aan de Italiaanse bloemenkopers is gevraagd of ze de naam kunnen noemen van de bloem(en) die
men de laatste keer heeft gekocht. Naast de roos wordt de gerbera het meest genoemd, gevolgd door
de lelie. Het percentage bloemenkopers dat een bepaalde soort bloem noemt, verandert over de jaren
heen maar weinig. De lelie lijkt in 2005 duidelijk iets af te nemen als veel genoemde bloem, evenals
de anjer. De gladiool is als veel genoemde bloem het sterkst afgenomen. Werd de gladiool in 1997 en
1998 nog door 9% van de kopers genoemd als laatst gekochte bloem, in 2005 is dat nog maar door
3%. De chrysant is weer iets toegenomen. Dat de bloemen over het algemeen wat minder vaak worden
genoemd heeft vooral te maken met de verbreding van het assortiment in de overige producten.
Daarnaast is het percentage kopers dat de naam niet kent over de jaren heen toegenomen.
Bloemenbureau Holland
38
Productschap Tuinbouw
Tabel 4.5.1
Kent u de bloem(en) die u de laatste keer heeft gekocht? En welke is(zijn) dat?
Laatste bloemenaankoop
%
1997
1998
2000
2001
2005
Roos
44
42
44
37
43
Gerbera’s
16
23
21
19
19
Lelies
13
12
13
13
9
Orchideeën
7
9
6
6
8
Chrysanten
5
8
4
4
7
Anjers
14
10
10
10
5
Tulpen
4
4
5
5
5
Gladiolen
9
9
5
5
3
Bron: Productschap Tuinbouw
Kamerplanten
Uit de Producttest Kamerplanten Italië 2007 komen de volgende conclusies naar voren over de
voorkeuren van de Italiaanse consument uit Milaan en Turijn omtrent voorkeuren voor kamerplanten.
De meeste consumenten zijn tevreden met het beschikbare assortiment, sommigen vinden het echter
wat beperkt. Het lijkt zo te zijn dat Milanese consumenten iets minder tevreden zijn met het
beschikbare assortiment dan de consumenten uit Turijn. De Milanesen lijken hogere verwachtingen te
hebben van het assortiment en een sterkere voorkeur voor noviteiten. Dit is niet alleen bij planten het
geval, ook bij andere producten is dit te zien. Milaan is een van de meest toonaangevende steden op
het gebied van mode, design en vormgeving en is de belangrijkste zakenstad van Italië.
Favoriete bloeiende planten van de Italiaanse consument zijn: orchidee, gardenia, geranium, roos, en
cyclaam. Geliefde groene planten zijn: ficus, palm, cactus, yucca en philodendron.
Noviteiten verwacht men te vinden bij een bloemist of bij een winkel zoals Ikea, welke ook vaak wat
aparte planten in het assortiment heeft, die wel voor een breed publiek geschikt zijn. Bij de supermarkt
verwacht met laaggeprijsde planten, aanbiedingen en wat gewonere of meer toegankelijke planten.
Hierna volgen de resultaten uit kwantitatief onderzoek onder Italiaanse consumenten (2005).
Bloemenbureau Holland
39
Productschap Tuinbouw
De kamerplanten zijn goed voor zo’n 30% van de bestedingen aan bloemisterijproducten. Het belang
van de bloeiende kamerplanten is in 2005 op basis van bestedingen ongeveer even groot als dat van
groene kamerplanten. In voorgaande jaren lag het belang van bloeiende planten aanzienlijk lager.
Zo’n 55% van de Italiaanse kopers kocht bij zijn laatste aankoop een bloeiende plant en 53% kocht
een groene kamerplant (enkele kopers hebben beiden gekocht). In 1997 lagen deze percentages
respectievelijk op 43% en 63%. Het belang van bloeiende kamerplanten is duidelijk toegenomen in de
afgelopen jaren.
Figuur 4.5.2 Kocht u de laatste keer een bloeiende- dan wel groene kamerplant?
100%
90%
80%
53%
70%
63%
65%
61%
58%
44%
45%
2000
2001
60%
50%
40%
30%
55%
20%
43%
39%
1997
1998
10%
0%
Bloeiende kamerplant
2005
Groene kamerplant
Bron: Productschap Tuinbouw
Aan de kopers van groene kamerplanten is gevraagd welke plant zij bij hun laatste aankoop hebben
gekocht. Ficus wordt relatief het vaakst genoemd door de kopers van groene kamerplanten, op afstand
gevolgd door de yucca. De ficus is over de jaren heen wel iets in populariteit gedaald. Net als bij de
bloemen geldt ook voor de groene kamerplanten dat het assortiment verbreed is en dat de rubriek
“anders” is gegroeid.
Bloemenbureau Holland
40
Productschap Tuinbouw
Tabel 4.5.2
Kent u de naam van de groene kamerplanten die u de laatste keer heeft gekocht?
Laatste groene kamerplantenaankoop
%
1997
1998
2000
2001
2005
Ficus
17
18
18
14
15
Yucca
6
12
5
8
7
Cactus
6
3
8
9
7
Varen
3
5
2
3
5
Palm
5
5
3
3
4
Draceana
3
4
3
2
2
Anders
20
13
11
20
28
Weet niet
45
42
51
51
41
Bron: Productschap Tuinbouw
Ook aan de kopers van bloeiende planten is gevraagd welke plant zij bij hun laatste aankoop hebben
gekocht. Opvallend is dat de kopers van bloeiende planten de naam beter weten dan de kopers van
groene planten. De phalaenopsis komt voor het eerst op het lijstje van 2005 voor als op vier na meest
genoemde bloeiende plant. De saint paulia en de spatiphyllum stonden tussen 1997 en 2001 nog wel
op het lijstje van de zes meest genoemde bloeiende planten, maar worden in 2005 niet meer genoemd.
De azalea en de begonia laten een duidelijke afname zien als laatst gekochte bloeiende planten. De
kerstster was in 2005 zeer populair.
Bloemenbureau Holland
41
Productschap Tuinbouw
Tabel 4.5.3
Kent u de naam van de bloeiende kamerplant die u de laatste keer heeft gekocht?
Laatste bloeiende kamerplantenaankoop
%
1997
1998
2000
2001
2005
Kerstster
12
12
13
11
26
Cyclaam
16
26
16
13
15
Azalea
15
15
8
18
8
Phalaenopsis
-
-
-
-
6
Primula
6
3
6
5
4
Begonia
8
10
5
11
3
Anders
34
24
24
41
18
Weet niet
29
23
34
28
29
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
42
Productschap Tuinbouw
4.6
Aankoopgelegenheden
Snijbloemen
Het cadeausegment is het belangrijkste segment op de Italiaanse markt. Ongeveer 80% van de
aankopen is bestemd om cadeau te geven. Over de jaren heen is daar weinig verandering in gekomen.
In 2005 werd relatief iets meer bloemen als cadeau gekocht voor buiten het gezin dan in 2001.
Figuur 4.6.1
Bestemming bloemen op basis van laatste aanschaf
(meerdere antwoorden
mogelijk)
110%
90%
29%
36%
36%
36%
47%
46%
16%
19%
20%
19%
20%
1997
1998
2000
2001
2005
45%
70%
50%
54%
47%
39%
30%
10%
-10%
Voor zichzelf
cadeau binnen het gezin
cadeau buiten het gezin
Bron: Productschap Tuinbouw
Wanneer bloemen voor een bepaalde gelegenheid worden aangeschaft (met uitzondering van de
feestdagen) dan blijkt dat in 2005 ongeveer 24% bestemd is voor grafwerk op het kerkhof. Het
grafwerk vormt samen met de verjaardag de belangrijkste bloemenaankoop gelegenheid. Over de jaren
heen zijn er weinig verschillen te constateren in grootte van het aandeel voor de verschillende
gelegenheden.
Bloemenbureau Holland
43
Productschap Tuinbouw
Figuur 4.6.2
Bestemming snijbloemen 2005 op basis van laatste cadeauaanschaf (excl.
feestdagen)
begrafenis
3%
bedankje
3%
bruiloft
2%
visite
8%
naamdag
5%
verjaardag
38%
zomaar
8%
jubileum
9%
kerkhof
24%
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
44
Productschap Tuinbouw
Kamerplanten
Ongeveer de helft van de aankoop van kamerplanten is bestemd voor het eigen gebruik. Kamerplanten
worden door de Italiaanse consument relatief minder geschikt gevonden om cadeau te geven dan
snijbloemen. Over de jaren heen is de verhouding tussen eigen gebruik en cadeau weinig veranderd. In
2005 is 53% van de aankopen bestemd voor cadeau en 55% is bestemd voor het eigen gebruik (in
enkele gevallen zijn bij de laatste aankoop zowel planten voor het eigen gebruik als om cadeau te
geven gekocht).
Figuur 4.6.3
Bestemming planten 2005 op basis van laatste aanschaf (meerdere antwoorden
mogelijk)
120%
5%
1%
2%
0%
3%
28%
27%
28%
26%
31%
27%
28%
50%
53%
52%
55%
1998
2000
2001
2005
100%
23%
80%
24%
30%
60%
40%
56%
20%
0%
1997
Voor zichzelf
cadeau binnen het gezin
cadeau buiten het gezin
weet niet
Bron: Productschap Tuinbouw
Net als bij de snijbloemen is voor de kamerplanten de verjaardag de belangrijkste bestemming. Over
de jaren heen is daar geen verandering in opgetreden. Het zomaar geven van een plant en het geven
van een plant bij een visite hebben een aandeel van 13% van de genoemde bestemmingen. Een
verschil met voorgaande metingen was dat een bruiloft in 2005 nauwelijks als bestemming werd
genoemd noch kerkhof of grafwerk.
Bloemenbureau Holland
45
Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
46
Productschap Tuinbouw
Figuur 4.6.4
Aandelen gelegenheden kamerplanten 2005 op basis van bestemming
bedankje
4%
weet niet
5%
naamdag
5%
andere gelegenheid
7%
verjaardag
44%
jubileum
9%
visite
13%
zomaar
13%
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
47
Productschap Tuinbouw
4.7
Regionale verschillen
Snijbloemen
Italianen uit het noordwesten van Italië geven gemiddeld het meeste uit per aankoop snijbloemen. Het
verschil tussen het noordwesten en de rest van Italië is in 2005 sterk toegenomen, terwijl de
verschillen tussen het noordoosten, midden en zuiden van Italië kleiner zijn geworden.
Tabel 4.7.1 Gemiddeld besteed bedrag snijbloemen naar regio ( bedrag per aankoop)
1997
1998
2000
2001
2005
Noordwest
€ 13,20
€ 12,40
€ 12,70
€ 12,30
€18,50
Noordoost
€ 10,80
€ 14,00
€ 12,50
€ 12,60
€14,60
Midden
€ 9,80
€ 10,10
€ 12,30
€ 9,90
€14,00
Zuid
€ 9,70
€ 9,70
€ 9,70
€ 10,00
€14,20
Bron: Productschap Tuinbouw
In de figuur hieronder is te zien dat het koperspercentage van snijbloemen vooral in het noordoosten
van Italië in 2005 flink gedaald is ten opzichte van de andere regio’s.
Figuur 4.7.1 Koperspercentage snijbloemen naar regio
80
70
60
62 60
58
63
68
69
65 65
64
55
55
60
65 64 63
48
50
40
30
20
10
Noord-west
Noord-oost
1998
Midden
2000
2001
Zuid
2005
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
48
Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
49
Productschap Tuinbouw
Kamerplanten
Voor de kamerplanten zijn de verschillen minder groot in 2005 tussen de regio’s dan voor de
snijbloemen. Toch geldt ook voor de kamerplanten dat de plantenkopers in het noordwesten van Italië
gemiddeld het meest betaald hebben bij hun laatste aanschaf van (een) kamerplant(en).
Tabel 4.7.2 Gemiddeld besteed bedrag laatste aankoop potplanten naar regio
2005
2001
2000
1998
Noordwest
€15,10
€ 13,14
€ 14,50
€ 12,28
Noordoost
€14,60
€ 14,68
€ 17,90
€ 17,08
Midden
€14,00
€ 12,69
€ 11,24
€ 13,46
Zuid
€14,20
€ 13,36
€ 14,04
€ 12,64
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
50
Productschap Tuinbouw
5
BEDRIJVENMARKT
Op verzoek van Bloemenbureau Holland (BBH) heeft het Productschap Tuinbouw in 2003 een
onderzoek uitgevoerd naar het interne gebruik van bloemen en planten in het Italiaanse bedrijfsleven.
Doel van het onderzoek is meer inzicht te krijgen in het belang en de ontwikkelingen van de Italiaanse
institutionele markt voor snijbloemen en kamerplanten. Dit onderzoek is een herhaling van onderzoek
uit 1996.
5.1
Percentage bedrijven die op de werkvloer planten of bloemen aanschaffen
Ten opzichte van 1996 is het percentage bedrijven (met 10 of meer werkzame personen) die
regelmatig over bloemen en planten beschikken, gedaald. Lag het percentage bedrijven die destijds
wel eens bloemen of planten aanschafte op 75%, in 2003 is dat gedaald naar 68%. Deze daling is het
grootst in het middenbedrijf (10 tot 19 werkzame personen). Het verlies bij het grootbedrijf (50+) is
relatief minder groot. De klasse werkzame personen van 20 – 49 laat zelfs een kleine stijging zien. De
daling van de penetratiegraad van bloemen en planten wordt met name veroorzaakt door een daling
binnen de bedrijfstak industrie.
De helft van de Italiaanse bedrijven en instellingen werkzaam in het kleinbedrijf (minder dan 10
personen) beschikt regelmatig over bloemen en planten.
Alle productgroepen, met uitzondering van kunstbloemen en -planten, laten een daling zien in het
percentage bedrijven dat bloemen en planten in het bedrijf heeft staan. In 2003 heeft 14% van alle
bedrijven met 10 of meer werknemers echte snijbloemen in het bedrijf staan, terwijl dat in 1996 nog
18% van de bedrijven betrof. Zo’n 24% van alle 10+ bedrijven heeft bloeiende planten in het bedrijf
staan (in 1996 was dat 25%) en de penetratiegraad blijft daarmee ruim boven die van echte
snijbloemen. Voor groene planten geldt eveneens dat beduidend minder bedrijven over deze planten
beschikken: in de afgelopen tijd is de penetratie teruggelopen van 64% in 1996 naar 58% in
2003.Voor de productgroepen groene planten en snijbloemen geldt echter dat er wel een stijging in het
(absolute) aantal bedrijven te zien is. Dit komt doordat het Italiaanse bedrijfsleven in de afgelopen
jaren met circa 40.000 bedrijven is toegenomen. Een op de zeven bedrijven met meer dan 10
werknemers (13%) beschikt regelmatig over kunstbloemen en nog eens 18% beschikt regelmatig over
kunstplanten. Dit is moeilijk met 1996 te vergelijken, maar de tekenen zijn dat meer bedrijven verse
bloemen en planten “omgewisseld” hebben voor kunstbloemen en –planten.
Bloemenbureau Holland
51
Productschap Tuinbouw
5.2
Verdubbeling bestedingen aan bloemen en planten
Italiaanse bedrijven die bloemen en/of planten hebben aangeschaft geven daarvoor in 2003 bijna twee
keer zoveel uit als in 1996. Naast dat het gemiddelde bedrag dat per bedrijf aan bloemen en planten is
besteed is toegenomen, zijn er in absolute zin meer bedrijven bijgekomen. Ondanks het feit dat de
penetratiegraad over de gehele linie terugliep, zijn meer bedrijven meer gaan uitgeven. Dit geldt in
mindere mate voor echte snijbloemen.
De bestedingen aan kunstbloemen en –planten zijn fors gestegen. Belangrijkste oorzaak hiervoor is de
toename van de gemiddelde besteding per bedrijf en een toenemende populariteit van zijden en plastic
bloemen en planten (althans een toenemend aantal bedrijven is het niet eens met de stelling dat zijden
of plastic bloemen en planten een slechte uitstraling op het imago van het bedrijf hebben).
Geconcludeerd kan worden, dat er minder bedrijven ‘investeren’ in bloemen en planten. De bedrijven
die dat wel doen, besteden er meer aan dan zeven jaar geleden (dat geldt echter niet voor echte
snijbloemen). Horecagelegenheden en hotels geven per saldo het meest uit aan bloemen en planten.
Dit staat in schril contrast met bijvoorbeeld bedrijven werkzaam in de zakelijke dienstverlening.
5.3
Aankoopmotief bloemen en planten op rationele gronden
Bloemen en planten staan bij bedrijven met name vanwege de aankleding van het bedrijf (decoratie)
en in mindere mate voor de gezelligheid die het uitstraalt. Bij de helft van de bedrijven zien we dan
ook dat de hoofdingang of receptie voorzien is van bloemen en/of planten. Planten komen daarnaast
algemeen in de kantoren voor.
5.4
Kerstpakketten favoriet cadeau aan personeel
Misschien ingegeven door de economische situatie, maar slechts een derde van de Italiaanse bedrijven
geeft wel eens cadeaus aan eigen medewerkers. Hierbij zijn kerstpakketten duidelijk favoriet.
Snijbloemen komen op de vierde plaats, terwijl planten vrij zelden gegeven worden. Bedrijven en
instellingen die wel eens bloemen aan het eigen personeel geven, doen dat met name op Festa della
Donna, op verjaardagen en bij geboorte. Planten worden met name rond Kerstmis en bij jubilea
geschonken. Andere geefmomenten spelen een zeer ondergeschikte rol.
5.5
Rol van de bloemist en de bedrijvenmarkt
Het aandeel bloemisten op de Italiaanse bedrijvenmarkt ligt al enkele jaren stabiel rond de 70%. De
bloemisten halen het overgrote deel van de omzet uit de verkoop aan consumenten en dat is stabiel
over de jaren. De omzet die bedrijven bij de bloemisten genereren blijft eveneens stabiel, maar dan
Bloemenbureau Holland
52
Productschap Tuinbouw
wel op een beduidend lager niveau. De bloemist is de meest aangewezen plek voor de bedrijven om
hun bloemen te kopen. Een kwart van de Italiaanse bedrijven en instellingen koopt of bestelt hun
bloemen ook wel eens via een marktkoopman.
Bloemenbureau Holland
53
Productschap Tuinbouw
6
DETAILHANDEL
6.1
Marktaandelen
Voor de Italiaanse consument is de bloemist het belangrijkste aankoopkanaal. Bij de snijbloemen
blijkt dat in 2005 driekwart van de Italiaanse bloemenkopers bij de bloemist kocht, terwijl van de
kamerplantenkopers bijna de helft naar de bloemist ging. Uit de onderstaande tabellen zijn een aantal
ontwikkelingen te halen. Zo blijkt dat bij de snijbloemen de super- en hypermarkten heel langzaam
marktaandeel winnen, maar dat vooral bij de snijbloemen het aandeel nog erg laag ligt. De bloemist
heeft over de jaren heen geen aandeel hoeven in te leveren, de ambulante handel (markt, straat en
kiosk) laat wel een lichte aandeeldaling zien.
Tabel 6.1.1 Marktaandelen aankoopkanalen snijbloemen op basis van laatste aankoop
%
Snijbloemen
1997
1998
2000
2001
2005
Bloemist
72%
80%
74%
73%
78%
Markt
8%
7%
6%
7%
6%
Kiosk
9%
5%
7%
8%
5%
Hyper-/Supermarkt
1%
2%
2%
4%
4%
Kweker
3%
2%
3%
2%
3%
Straatverkoop
4%
3%
5%
4%
2%
Overig
3%
1%
3%
2%
2%
Bron: Productschap Tuinbouw
Bij de kamerplanten heeft vooral het tuincentrum in aandeel gewonnen, maar ook de supermarkt heeft
het relatief goed gedaan. Het belang van de supermarkt bij de verkoop van kamerplanten is groter dan
bij de verkoop van snijbloemen. Kamerplanten worden relatief vaker voor eigen gebruik gekocht,
vandaar dat het belang van de supermarkt waarschijnlijk groter is. Net als bij de bloemen geldt ook
voor de kamerplanten dat vooral de ambulante handel aan aandeel heeft moeten inleveren.
Bloemenbureau Holland
54
Productschap Tuinbouw
Tabel 6.1.2 Marktaandelen aankoopkanalen kamerplanten op basis van laatste aankoop
%
Kamerplanten
1997
1998
2000
2001
2005
Bloemist
52%
54%
52%
54%
50%
Kwekerij
22%
22%
18%
18%
23%
Hyper-/Supermarkt
8%
9%
10%
9%
11%
Markt
7%
8%
8%
8%
7%
Tuincentrum
3%
2%
5%
4%
6%
Kiosk
3%
2%
3%
1%
1%
Straatverkoop
4%
2%
3%
2%
1%
Overig
3%
2%
1%
4%
1%
Bron: Productschap Tuinbouw
6.1.1
Ontwikkelingen detailhandel in Italië
Vergeleken met landen in het noorden en westen van Europa is de concentratie (en organisatiegraad)
van de Italiaanse detailhandel erg laag. Ondanks dat er de laatste jaren een toename heeft
plaatsgevonden naar grootschalige vestigingen aan de rand van steden, blijft de detailhandel
voornamelijk bestaan uit vele kleine winkels. Overigens is de concentratie van de detailhandel
aanzienlijk hoger in het meer ontwikkelde noorden van Italië.
In 1998 startte de Italiaanse regering met de deregulatie van de detailhandel, waardoor het makkelijker
werd om vergunningen te krijgen voor het openen van nieuwe winkels, en met name grootschalige
vestigingen. Hierdoor kwam de sluiting van kleinere winkels in een versnelling. Echter, inmiddels
staat de bescherming van kleinere winkels weer bovenaan het prioriteitenlijstje van de regering.
(Bron: planet retail)
Bloemenbureau Holland
55
Productschap Tuinbouw
6.2
Bloemist
De Italiaanse bloemistensector kenmerkt zich door onafhankelijkheid. Het zijn vaak kleinschalige éénof ‘tweemansbedrijfjes’. De grotere winkels zijn veelal aangesloten bij een organisatie en bevinden
zich in het welvarende gedeelte van het land (het noorden). Van de bloemisten is de meerderheid lid
van één of meer organisaties. Interflora is de grootste. De bloemist staat garant voor een goede service
en levert in het algemeen kwalitatieve goede producten, tegen relatieve hoge prijzen.
Uit het Bloemisten Structuur Onderzoek (BSO) van Productschap Tuinbouw blijkt dat bijna alle
bloemisten in Italië verse snijbloemen verkopen. Wat betreft kamerplanten blijkt dat meer Italiaanse
bloemisten bloeiende kamerplanten verkopen dan groene kamerplanten.
Ongeveer de helft van de omzet van de bloemist wordt door de verkoop van snijbloemen verkregen.
Circa 31% van de omzet wordt door de verkoop van kamerplanten gerealiseerd, een daling ten
opzichte van de 2005. Bloeiende planten realiseren meer omzet dan groene planten.
Volgens een inschatting van alle Italiaanse bloemisten die snijbloemen verkopen, komt 15% van de
totale omzet (van 2007) voor rekening van alleen het bruidswerk. En in het bruidswerk worden bijna
altijd rozen verwerkt. Andere bloemen, zoals Anthurium of Calla worden beduidend minder vaak
genoemd. Het blijkt dat ca. 72% van de inkoopwaarde van het bruidswerk uit Nederland komt.
De meeste omzet wordt op de groothandelsmarkten in Italië ingekocht. Italiaanse bloemisten maken
over het algemeen gebruik van 1 inkoopkanaal. De aankoop van kamerplanten loopt meer dan bij
snijbloemen direct via de kweker. 7% van alle bloemisten in Italië zegt wel eens snijbloemen en/of
kamerplanten in te kopen via een elektronisch bestelsysteem via Internet.
Nagenoeg alle Italiaanse bloemisten zijn werkzaam op de consumentenmarkt met zowel snijbloemen
als met kamerplanten. Het percentage bloemisten dat werkzaam is op de Italiaanse bedrijvenmarkt
met snijbloemen ligt op 71%, voor kamerplanten is dit 61%.
De bloemisten behalen voor het overgrote deel van de omzet uit de verkoop aan consumenten en dat
komt in 2007 uit op zo’n 90% (toename ten opzichte van 2005). De omzet die bedrijven bij de
bloemisten genereren daalt naar een aandeel van 10%.
2007 was in Italië voor snijbloemen en voor kamerplanten zeker geen goed jaar. De overall inschatting
van de bloemisten is dat zowel de snijbloemenomzet als de kamerplantenomzet in 2007 in Italië
enigszins gedaald is. Ook voor 2008 zijn de Italiaanse bloemisten wat somber gestemd.
Bloemenbureau Holland
56
Productschap Tuinbouw
6.3
6.3.1
Grootwinkelbedrijf
Hypermarkten & superstores
Bijna de helft van de hypermarkten in Italië is in buitenlandse handen. Grote spelers zijn Coop Italia,
Auchan en Carrefour. In veel gebieden in Italië, vooral ten zuiden van Rome, is het niet rendabel om
een hypermarkt te open omdat de bevolkingsdichtheid en koopkracht in sommige zuidelijke delen zo
laag is. Door middel van het openen van winkelcentra in deze gebieden probeert men toch een groot
publiek te trekken. Voor hypermarkten zijn dit dan ook aantrekkelijke ontwikkelingen.
6.3.2
Supermarkten & buurtwinkels
Ondanks de toename van hypermarkten sinds 1970 blijft Italië echt een supermarkt land. Dit lijkt niet
te gaan veranderen op de korte termijn, mede door de steun van de overheid voor kleinere winkels en
de bureaucratische voorwaarden voor grootschalige winkels. Maar ook omdat supermarkten favoriet
blijven onder de Italiaanse consumenten, ten opzichte van hypermarkten. De waardering van de
Italianen voor hun supermarkten is opvallend: voor hen functioneert de lokale supermarkt een beetje
als een moderne buurtwinkel. Sinds 1972 is het aantal supermarkten meer dan vertienvoudigd.
Auchan, Carrefour, Lombardini en Esselunga zijn de bedrijven met het grootste supermarktnetwerk in
Italië.
6.3.3
Discounters
Italië is geen typisch discountland. Toch zijn er wel wat interessante ontwikkelingen geweest op dit
gebied. Sinds de toetreding van Lidl op de Italiaanse markt in 1992 zijn er veel vergelijkbare
concepten op de markt gebracht, echter weinig waren ook daadwerkelijk succesvol. Het belangrijkste
discount format in Italië is de soft discounter. Het aantal winkels in dit segment groeit echter langzaam
met zo’n 50 nieuwe winkels per jaar. Eurospin, dat in 1994 werd opgericht, is de grootste discounter in
Italië. Naast Eurospin zijn de Duitse spelers Lidl en Rewe erg belangrijk. Daarnaast zijn er nog enkele
andere lokaal opererende discount formules, waaronder Lombardini, Coop Italië en Pam.
Bloemenbureau Holland
57
Productschap Tuinbouw
6.3.4
Top 5 retailers Italië
De top 5 bestaat uit Italiaanse en Franse retailers. Door de gefragmenteerde markt hebben zij samen
een aandeel van 35%. Dit is zeer verschillend in vergelijking met bijvoorbeeld de Franse markt, waar
de concentratie van de topspelers veel hoger ligt. Daar hebben de top 5 spelers samen een aandeel van
ruim 60%.
Marktleider in Italië is Coop Italië. De nummer twee en drie worden ingenomen door het Franse
Carrefour en het Italiaanse Conad. Carrefour begeeft zich met verschillende formules op de Italiaanse
markt maar de focus van het concern ligt voornamelijk op hyper- en supermarkten. Conad is een
inkoopformule en koopt in voor andere ketens en individuele winkels. Maar daarnaast heeft Conad
ook zijn eigen supermarktformule met dezelfde naam. Het Franse Auchan komt op de vierde plaats en
legt, net als Carrefour, sterk de focus op hyper- en supermarkten. Het Italiaanse Esselunga is de
nummer vijf in de lijst, een pure supermarktformule.
Tabel 6.3.4.1 Top 15 grootwinkelbedrijven in Italië 2008
Supermarktorganisatie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Coop Italia
Carrefour
Conad
Auchan
Esselunga
PAM
Rewe Group
Finiper
Schwarz Group (Lidl)
Europsin
Metro Group
Bennet
Lombardini
SPAR (Austria)
Leclerc
Subtotaal
Overige
Totale omzet
x mln euro
12.255
8.388
6.736
7.647
5.200
2.646
2.444
2.628
1.949
2.073
2.264
2.000
1.704
1.430
899
60.263
Omzet Grocery
x mln euro
10.359
6.574
6.226
5.760
4.420
2.248
2.117
1.820
1.812
1.762
1.585
1.500
1.472
1.265
539
49.459
44.407
Marktaandeel
Grocery (%)
11,0
7,0
6,6
6,1
4,7
2,4
2,3
1,9
1,9
1,9
1,7
1,6
1,6
1,3
0,6
52,7
47,3
Totaal
93.866
100
Bron: planet retail (Grocery omvat onder meer levensmiddelen, dranken, tabak, kruidenierswaren en kleine
alledaagse huishoudelijke artikelen. Buiten deze categorie vallen zaken als kleding, boeken en cd's, elektrische
apparaten en meubelen.)
Bloemenbureau Holland
58
Productschap Tuinbouw
6.3.5
Internationalisatie
De belangrijkste internationale spelers op de Italiaanse markt zijn Franse (Carrefour, Auchan) en
Duitse (Lidl, Metro, Rewe, Tengelmann) formules. Zij breiden hun aanwezigheid op de markt gestaag
uit. Deze bedrijven zijn vooral actief op het gebied van hypermarkten, supermarkten en discounters.
De Spaanse retailer El Corte Inglés is van plan om in de toekomst een warenhuis te openen in Italië.
Ook succesvol zijn de gespecialiseerde winkelketens uit het buitenland met bijvoorbeeld bouwmarkten
(Tengelmann, OBI), parfumwinkels (Douglas) en consumentenelectronica winkels (Media World).
Vanwege het gefragmenteerde karakter van de Italiaanse detailhandel zijn er ook weinig Italiaanse
retailers die zich hebben uitgebreid naar buitenlandse markten. Enkele voorbeelden zijn de discounter
D'Più (Padova) die ook in Oostenrijk winkels heeft geopend, en Coop Italia die op de Kroatische
markt is gestart met de opening van de discountwinkel, Ipercoop, in de buurt van Zagreb in 2002. In
2004 begaf de Italiaanse discounter Eurospin zich op de Sloveense markt met vier discounters.
Eurospin heeft nog verdere uitbreidingsplannen naar Oostenrijk, Kroatië en Hongarije.
6.4
Ambulante handel
In 2006 heeft Productschap Tuinbouw onderzoek uitgevoerd onder Italiaanse markthandelaren.
Ongeveer 20% van de verkoop van bloemen en planten in Italië komt voor rekening van de ambulante
handel. Daarmee speelt de ambulante handel in Italië een relatief belangrijke rol. Ter vergelijking, in
Nederland komt het aandeel op 18%.
Het grootste verschil tussen een bloemenhandel op straat of op de markt met een bloemist is de
enorme weersafhankelijkheid. De bedrijfsvoering, het assortiment, de verkoop, de klandizie, alles
heeft met het weer te maken. De ambulante handel in bloemen en planten is een oud beroep. Verreweg
het grootste deel van de marktkooplui zit langer dan 16 jaar in het vak en heeft de marktstal van hun
ouders overgenomen. Het verschil tussen een kiosk en een stal op een weekmarkt is het aanbod. De
stallen op weekmarkten hebben relatief vaker pot- en perkplanten in hun assortiment. Daarnaast loopt
de openingstijd van de weekmarkt van ’s ochtends vroeg tot vroeg in de middag, terwijl de kiosk ook
vaak ‘s avonds nog open is.
6.4.1
Ontwikkeling huidige trends
Net als de bloemist geeft ook de markthandel aan dat er sinds enkele jaren een algemene daling is
opgetreden in de verkoop van bloemen. Dit had volgens hen te maken met het feit dat de prijs van
vooral snijbloemen aanzienlijk is toegenomen. Deze prijsontwikkeling heeft zich ingezet na de
invoering van de euro. Ook is het economische klimaat verslechterd. Het effect van de neergaande
Bloemenbureau Holland
59
Productschap Tuinbouw
trend wordt nog eens versterkt door het toenemen van de kosten van bijvoorbeeld belastingen in het
algemeen en op het milieu (afval), huur van de stal en brandstof.
Tot slot voelt men duidelijk de concurrentie van de supermarkten. Het effect van de supermarkt is van
grotere invloed op de ambulante handel dan op de bloemist. Italiaanse bloemisten moeten het vooral
hebben van bestellingen, het maken van arrangementen en van een specifiek cadeausegment, terwijl de
supermarkt en de ambulante handel vaak van een zelfde type klant afhankelijk zijn, waarbij het eigen
gebruik en de prijs een belangrijke rol spelen.
6.4.2
Assortiment
Opbrengst per vierkante meter is voor de ambulante handel een belangrijk kengetal en is van grotere
invloed op het assortiment dan bij de bloemist. Dit is een van de redenen dat er zich in het algemeen
weinig kamerplanten in het assortiment bevinden, uitgezonderd de buitenplanten die juist door hun
hardheid weer wel in het assortiment passen. Wat betreft het assortiment snijbloemen, daarin is de
ambulante handel zeer seizoensgebonden. Zo speelt de tulp in het voorjaar voor de ambulante handel
een zeer belangrijke rol. Anders dan bij de bloemist is de ambulante handel genoodzaakt klanten te
werven door veel aandacht aan het etaleren te besteden. Door felle kleuren te gebruiken wordt de klant
naar de kraam gelokt. Het gemengde boeket heeft in de afgelopen jaren aan belang gewonnen. De
boeketten worden meestal kant en klaar aangekocht. De kerntaak van de ambulante handel ligt, meer
dan bij de bloemist, op het wegzetten van volumes en dat is moeilijk de combineren met het maken
van boeketten. De vraag naar een kleiner type bloem zoals de tulp en de freesia is de laatste jaren
toegenomen en de vraag naar grootbloemige monoboeketten met lange stelen zoals de lelie en de
gladiool is afgenomen.
6.4.3
Seizoenen en feestdagen
Voor de verkoop is de ambulante handel meer dan andere afzetkanalen afhankelijk van feestdagen en
dit belang is alleen maar toegenomen met de opkomst van de supermarkt. Vooral in een tijd waarin de
economische situatie verslechterd en de koopkracht lijkt af te nemen, zullen in een land zoals Italië
waarin familiebanden een belangrijke rol spelen de speciale dagen zeker in eren worden gehouden.
Echter volgens de ambulante handel zijn de prijzen van bloemen tijdens de speciale dagen in de laatste
jaren onevenredig snel gestegen. Volgens de handelaren zal de scherpe prijsverhoging tijdens
feestdagen de bloemensector wel eens parten kunnen gaan spelen, doordat de consument naar
alternatieven gaat zoeken.
Bloemenbureau Holland
60
Productschap Tuinbouw
7
7.1
GROOTHANDEL
Groothandelskanalen
De binnenlandse afzet van snijbloemen en potplanten is kleinschalig en ondoorzichtig. In Italië
brengen de meeste telers zelf hun producten op de markt, waardoor ze elkaar direct beconcurreren. Zij
zetten hun producten af via: de detaillist (rechtstreeks vanaf het bedrijf of via de groothandelsmarkt),
de collecterende groothandel, eigen export of direct aan de consument. Voorts is er een aantal
afzetcoöperaties. De producenten vervullen dus vaak meerdere functies; een teler kan tevens importeur
en grossier zijn.
Via de groothandelsmarkt wordt ongeveer 20% van de lokale productie afgezet. Dit zijn doorgaans
producten van inferieure kwaliteit. Mede daarom hebben de groothandelsmarkten nauwelijks invloed
op de prijsvorming.
De lokale groothandelaren op de groothandelsmarkt en de leveranciers aan huis zijn voor snijbloemen
de belangrijkste inkoopkanalen voor de bloemist.
Nederlandse exporteurs hebben een goede naam in Italië. Ze hebben een zeer breed en diep
assortiment en leveren zeer snel. De Nederlandse exporteurs gaan nu ook steeds meer direct leveren
aan onder andere het grootwinkelbedrijf aldaar.
Importeurs kunnen de laatste jaren steeds minder als bezorgende groothandel beschreven worden. Die
daling wordt vooral opgevangen door stijgingen in het aantal bloemisten en tuincentra die rechtstreeks
uit Nederland zijn gaan importeren, zonder een Italiaanse tussenschakel.
Bloemenbureau Holland
61
Productschap Tuinbouw
Tabel 7.1.1 Indeling van importeurs naar bedrijfstype
%
Snijbloemen
1995
1998
Bezorgende groothandel
72
Bloemist
Potplanten
2002
2005
1995
1998
2002
2005
79
46
52
59
64
40
44
46
16
45
20
5
8
12
13
Groothandel op markt
15
16
11
11
28
30
30
13
Ambulante handel
4
1
5
3
4
2
5
6
Supermarkt / GWB
3
2
-
3
2
8
-
33
Kweker
1
2
6
24
32
33
34
53
Tuincentrum
1
3
13
4
24
35
46
19
Overige
7
7
6
25
7
13
15
1
Totaal*
117
126
132
137
161
193
182
182
Bron: PT *De som van de percentages bedraagt meer dan 100, omdat importeurs meerdere activiteiten
kunnen hebben.
7.2
Italiaanse importeurs
Bijna alle Italiaanse importeurs (ook zelf importerende bloemisten, supermarkten, tuincentra, etc.) van
snijbloemen nemen bloemen af van Nederlandse leveranciers en driekwart van hen neemt daarnaast
nog af van Italiaanse leveranciers. Ook voor de Italiaanse importeurs van potplanten zijn de twee
belangrijkste inkoopkanalen als eerste de Nederlandse exporteur en op de tweede plaats de Italiaanse
kweker.
Meer dan de helft van de importeurs heeft slechts één Nederlandse leverancier, en vijf of meer
Italiaanse leveranciers. Ook Italiaanse potplantenimporteurs hebben beduidend meer Italiaanse dan
Nederlandse leveranciers. De belangrijkste redenen voor Italiaanse importeurs van snijbloemen om bij
Nederlandse leveranciers in te kopen zijn het: “brede assortiment” , “ de service” en “de stiptheid van
bestellingen”. Bij de Italiaanse leverancier wordt in vergelijking met de Nederlandse leverancier vaker
gekozen voor “kwaliteit”, “prijs” (goedkoop) en “betrouwbaarheid”. Bij de importeurs van potplanten
geldt dat de aspecten: “service” en “bestellingen op tijd”, relatief vaak redenen zijn om bij een
Italiaanse leverancier af te nemen. De aspecten “assortiment” en “beschikbaarheid(jaarrond)” worden
significant vaker genoemd als reden om bij een Nederlandse leverancier af te nemen.
Bloemenbureau Holland
62
Productschap Tuinbouw
Als herkomstland van snijbloemen en groene planten is Nederland nog steeds favoriet, gevolgd door
Italië. Bij de bloeiende planten voert Italië als herkomstland de boventoon. Het Italiaanse product
scoort lager maar is qua oordeel er wel op vooruit gegaan. Ten opzichte van 2002 is het aandeel
potplanten voor zowel Nederland als Italië kleiner geworden. Italiaanse plantenimporteurs blijken in
2005 meer gedifferentieerd te hebben ingekocht, in landen als Denemarken en België.
7.3
Inkoopkanalen voor de importeur
De Italiaanse importeurs maken gebruik van diverse inkoopkanalen bij het inkopen van snijbloemen
en potplanten. Het belangrijkste inkoopkanaal voor snijbloemen op basis van omzet wordt door de
Nederlandse exporteur gevormd. Ruim eenderde van de omzet aan snijbloemen komt bij de
Nederlandse exporteur vandaan. De Italiaanse kwekers vertegenwoordigen 25% van de omzet.
Figuur 7.3.1
Inkoopkanalen in % van de omzet snijbloemen
Groothandel op de
markt
2%
Eigen teelt
2%
Afzet
cooperatie
8%
Bezorgende
groothandel
9%
Nederlandse exporteur
35%
Leverancier uit andere
landen
19%
Direct bij de Italiaanse
kweker
25%
Bron: Productschap Tuinbouw
Het zijn vooral de kleinere importeurs die gebruik maken van Italiaanse kwekers. De grotere
importeurs maken relatief vaak gebruik van een Nederlandse exporteur en als ze gebruik maken van
een Nederlandse exporteur dan geldt dat gelijk voor een relatief groot deel van hun omzet. Dit in
tegenstelling tot de leveranciers uit andere landen die vaak voor slechts een klein deel van de omzet
Bloemenbureau Holland
63
Productschap Tuinbouw
verantwoordelijk zijn (alleen voor specifieke bloemen, geen totaal assortiment zoals van de
Nederlandse exporteur).
In figuur 7.3.2 zijn de omzetaandelen van de verschillende leveranciers van kamerplanten
weergegeven. De Nederlandse leveranciers hebben het grootste omzetaandeel. Op de tweede plaats
komt de Italiaanse kweker met 22%. Van de Italiaanse plantenimporteurs beschikt 45% over eigen
teelt. Deze eigenteelt maakt gemiddeld slechts 13% uit van de omzet.
Figuur 7.3.2
Inkoopkanalen in % van de omzet kamerplanten
bezorgende
groothandel
6%
eigen productie
13%
Deense
leveranciers
10%
Italiaanse kwekers
22%
leveranciers uit
andere landen
15%
afzet
cooperatie
6%
Nederlandse
exporteur
28%
Bron: Productschap Tuinbouw
Bloemenbureau Holland
64
Productschap Tuinbouw
7.4
Afzetkanalen van importeurs
Bloemisten vormen met een omzetaandeel van 23% het belangrijkste afzetkanaal van snijbloemen in
2005, gevolgd door de bezorgende groothandel met 15% en de consument met 14%.
Figuur 7.4.1
Omzetaandelen afzetkanalen importeurs snijbloemen 2005
supermarkt/GWB
6%
institutionele
afnemers
6%
groothandel op de
markt
7%
bloemisten
22%
ambulante handel
8%
bezorgende
groothandel
15%
tuincentra
8%
export
14%
consumenten
14%
Bron: Productschap Tuinbouw
De helft van de Italiaanse importeurs van snijbloemen verwacht dat er in de komende vijf jaar zeker
wel veranderingen in de afzetstructuur zullen gaan plaatsvinden. Het grootste gedeelte van deze vijftig
procent denkt dat het aandeel supermarktkanaal verder zal gaan toenemen en dat de
groothandelskanalen zullen gaan afnemen. Verder zal het aandeel van de straathandel volgens hen ook
toenemen.
Wat betreft de vooruitzichten voor de consumptie van snijbloemen denkt eenderde van de importeurs
dat deze zal gaan afnemen en ruim een vierde denkt dat de consumptie zal gaan toenemen. 44% van de
importeurs denkt dat er geen veranderingen in de consumptie zullen optreden.
Een groot deel van de Italiaanse importeurs (66%) verkoopt potplanten direct aan de consument (te
vergelijken met een tuincentrum). In figuur 7.4.2 zijn de omzetaandelen van de verschillende
afzetkanalen weergegeven. Consumenten vormen met 20% het grootste omzetaandeel, de bloemist komt
met een omzetaandeel van 16% op de tweede plaats en het tuincentra is goed voor een aandeel van 11%.
In vergelijking met onderzoeken uit voorgaande jaren zijn de aandelen van de meeste afzetkanalen in
2005 toegenomen en is het aandeel “direct aan de consument” significant afgenomen.
Bloemenbureau Holland
65
Productschap Tuinbouw
Figuur 7.4.2
Omzetaandelen afzetkanalen groothandel kamerplanten 2005
institutionele
afnemers
7%
bouwmarkt
4%
consumenten
21%
ambulante
handel
9%
groothandel
op de markt
8%
bezorgende
groothandel
10%
export
2%
supermarkt/GWB
11%
tuincentra
12%
bloemisten
16%
Bron: Productschap Tuinbouw
Een derde van de Italiaanse plantenimporteurs denkt dat in de komende jaren de afzetstructuur wel zal
gaan veranderen. De meeste van hen denken dat de verschuiving er vooral toe zal bijdragen dat het
aandeel van het supermarktkanaal groter wordt. Iets meer dan de helft verwacht dat de consumptie
voor de komende vijf jaar gelijk zal blijven en 39% verwacht dat de consumptie van potplanten zal
gaan toenemen. Daarmee zijn de potplantenimporteurs in het algemeen positiever gestemd dan de
importeurs van snijbloemen.
Bloemenbureau Holland
66
Productschap Tuinbouw
8
8.1
IMPORT EN EXPORT
Import
Snijbloemen
De Italiaanse import van snijbloemen uitgedrukt in waarde is al jaren redelijk stabiel te noemen, met
importwaarden rond de 150 en 160 miljoen euro. In 2006 was een uitschieter te zien in de import van
173 miljoen maar in 2007 stabiliseerde deze zich weer en kwam uit op ruim 160 miljoen euro. Het
Nederlandse importaandeel bloemen o.b.v. waarde is de afgelopen jaren langzaam gestegen tot een
aandeel van 85% in 2007.
Figuur 8.1.1
Herkomst van Italiaanse snijbloemen import
Bron: Eurostat
De belangrijkste snijbloemen die Italië invoert, zijn rozen en orchideeën. De chrysant komt op de
derde plaats maar dit aandeel vertoont wel een daling over de laatste jaren en komt in 2007 op 4% uit.
Dit is in onderstaande figuur te zien.
Bloemenbureau Holland
67
Productschap Tuinbouw
Figuur 8.1.2
Assortimentsverdeling geïmporteerde bloemen
Bron: Eurostat
Potplanten
Sinds 2003 vertoont de invoer een stijgende lijn. In 2006 was net als bij snijbloemen een uitschieter te
zien in de import, van 148 miljoen maar in 2007 stabiliseerde deze zich weer tot 141 miljoen euro. Het
Nederlandse importaandeel planten o.b.v. waarde lijkt sinds 2003 langzaam te dalen. Nederland is nog
altijd dominant in de import met een aandeel van 73%.
Figuur 8.1.3
Herkomst potplanten import
Bloemenbureau Holland
68
Productschap Tuinbouw
Bron: Eurostat
Bloeiende planten nemen de belangrijkste plaats in wat betreft geïmporteerde potplanten, met een
aandeel van 37%. Groene planten volgen daarna met een aandeel van 32%. Over de jaren heen lijken
groene planten iets aan aandeel te verliezen. Bloeiende planten, met name bollen-op-pot, zijn wat
belangrijker geworden in de import.
Bloemenbureau Holland
69
Productschap Tuinbouw
Figuur 8.1.4
Assortimentsverdeling geïmporteerde potplanten
Bron: Eurostat
8.2
Export vanuit Italië
Snijbloemen
Italië exporteert verhoudingsgewijs het meest naar Duitsland, gevolgd door Zwitserland en Nederland.
Het belang van Frankrijk in de Italiaanse export lijkt sinds 2005 iets toe te nemen, terwijl het aandeel
van Duitsland iets is afgenomen.
Figuur 8.2.1
Italiaanse export snijbloemen
Bloemenbureau Holland
70
Productschap Tuinbouw
Bron: Eurostat
In de volgende figuur is te zien dat Italië veel overige snijbloemen exporteert. De prominente soorten
anjer, roos en chrysant spelen een bescheiden rol in de Italiaanse export van resp. 15%, 3% en 1%.
Figuur 8.2.2
Assortimentsverdeling geëxporteerde bloemen
Bron: Eurostat
Bloemenbureau Holland
71
Productschap Tuinbouw
Potplanten
Ook voor de Italiaanse potplantenexport is Duitsland van oudsher de grootste afnemer. Dit aandeel
daalt echter al jaren, terwijl Frankrijk in verhouding juist belangrijker is geworden als afnemer van
Italiaanse potplanten. Dit was ook al bij snijbloemen te zien. In 2007 hebben Frankrijk en Duitsland
een even groot aandeel in de Italiaanse potplantenexport. In onderstaande figuur is dit te zien.
Figuur 8.2.3
Italiaanse export potplanten
Bron: Eurostat
Bloemenbureau Holland
72
Productschap Tuinbouw
Zomerbloeiers spelen overduidelijk de belangrijkste rol in de Italiaanse potplantenexport met een
aandeel van 65% Dit aandeel is de afgelopen jaren gegroeid.
Figuur 8.2.3
Assortimentsverdeling geëxporteerde bloemen
Bron: Eurostat
Bloemenbureau Holland
73
Productschap Tuinbouw
8.3
Nederlandse export naar Italië
De Nederlandse export van bloemen en planten naar Italië stijgt al jaren gestaag. Al lijkt er in de
snijbloemenexport sinds 2005 een eind gekomen te zijn aan deze groei. De snijbloemenexport daalde
van 2005 tot 2007 van 194 miljoen naar 182 miljoen euro. De potplantenexport groeit daarentegen
onveranderd door en kwam in 2007 uit op een waarde van bijna 155 miljoen euro.
Figuur 8.3.1 Nederlandse export naar Italië x 1000€
250.000
193.622
200.000
190.430
175.742 181.772
150.000
132.977
100.000
111.047
94.167
69.926
78.411
87.830
141.941
153.882
110.506
98.684
122.608
131.293
139.048
182.309
150.521154.512
50.000
0
1998
1999
2000
2001
2002
Snijbloemen
2003
2004
2005
2006
2007
Potplanten
Bron: HBAG
Bloemenbureau Holland
74
Productschap Tuinbouw
9
LOKALE PRODUCTIE
De productiecijfers van bloemen en planten zijn in de Italiaanse statistieken bijgehouden t/m 2003.
Jaarlijks wordt er in Italië zo’n 5 tot 6 miljoen ton bloemen geproduceerd. Tussen 2002 en 2003 was er
een stijging van 6% in de productie te zien. Vooral in het zuiden werd er meer geproduceerd. De
opbrengst laat echter een daling zien. In 2003 hebben snijbloemen bijna 10% minder opgebracht dan
in 2002.
De productie van binnen- en buitenplanten ligt in volume vele malen hoger dan van de bloemen. In
waarde is de productie van snijbloemen echter belangrijker. In 2003 werden er 580 miljoen planten
(binnen en buiten) gekweekt.
Tabel 8.3.1 Ontwikkeling lokale productie in hoeveelheid en waarde voor bloemen en planten
naar regio, 2003
Hoeveelheid *1000 stuks
Opbrengst in euro (miljoen)
2001
2002
2003
% var
2001
2002
2003
% var
1.823
1.995
2.066
3,6
815
864
779
-9,8
Centraal
1.010
968
954
-1,4
233
245
219
-10,6
Zuid
2.791
2.602
2.900
11,4
535
570
517
-9,3
Italië
5.623
5.565
5.921
6,4
1584
1679
1515
-9,8
Snijbloemen Noord
Binnen- en Noord
316.991 328.012 327.498
-0,2
319
327
315
-3,5
buiten
Centraal
85.929
107.534 107.033
-0,5
409
428
429
0,2
planten
Zuid
140.579 134.886 145.729
8,0
157
167
167
0,2
Italië
543.499 570.432 580.260
1,7
885
921
911
-1,1
Bron: ISTAT
Productie gebieden
Italië kent van oudsher diverse productiegebieden. Zo staat de regio rond San Remo bekend als de
Bloemenrivièra. Het belang van deze regio neemt af ten gunste van zuidelijker gelegen
productieregio’s zoals Campania, Toscane, Sicilië en Lazio.
Het noorden en het zuiden van Italië zijn de belangrijkste productiegebieden voor de snijbloemen.
Meer dan 50% van de Italiaanse snijbloemen wordt tegenwoordig in het zuiden geproduceerd met de
regio Campanië als koploper. Campanië is goed voor een snijbloemenareaal van circa 2000 ha.,
waarvan het grootste deel zich bevindt in de provincie Napels. Opvallend is de toename van de
Italiaanse productie van snijgroen.
Bloemenbureau Holland
75
Productschap Tuinbouw
Bij de planten is het noorden verreweg het belangrijkste. Zo’n 60% van alle planten worden in het
noorden van Italië geteeld. Dit betreft vooral kleinere en weinig energievergende teelten, die over het
algemeen in oude kassen worden gekweekt. Uit het zuiden komen vooral grote palmen, zoals Kentia
en Phoenix. Bovendien zijn de mediterrane producten (olijfbomen, vijgebomen, citrusplanten,
exotische fruitbomen, etc.) een belangrijke groep.
Naar schatting zijn er zo’n 10.000 kwekers actief in de Italiaanse sierteeltindustrie. Veel bedrijven in
deze sector zijn kleinschalig. Noemenswaardig zijn de ontwikkelingen rondom productiebedrijf
Ciccolella. Gruppo Ciccolella is een grote producent van rozen, anthuriums en snijgroen. Het bedrijf
baarde de laatste jaren opzien door de overname van de handelsbedrijven Zurel, FFP en Leliveld
Group.
Bloemenbureau Holland
76
Productschap Tuinbouw
10 BIJLAGEN
BIJLAGE 1
ZAKELIJKE GEDRAGSCODE
BIJLAGE 2
FYTOSANITAIRE VOORSCHRIFTEN
BIJLAGE 3
INVOERBEPALINGEN EN BTW
BIJLAGE 4
BELANGRIJKE FEEST- EN BLOEMENDAGEN
BIJLAGE 5
BEURZEN
BIJLAGE 6
VAKBLADEN
BIJLAGE 7
INTERESSANTE ADRESSEN
BIJLAGE 8
MARKTONDERZOEKEN
Bloemenbureau Holland
77
Productschap Tuinbouw
BIJLAGE 1 ZAKELIJKE GEDRAGSCODE
Een eerste benadering
Zoals elk land heeft ook Italië zijn spelregels. Bij een eerste zakelijk contact vinden Italianen een
persoonlijke kennismaking belangrijk. Een schriftelijk handelsvoorstel is in Italië ongebruikelijker dan
in Noord-Europa.
De structuur van de meeste bedrijven is ook anders dan in Noord-Europa. Bij middelgrote en grote
ondernemingen heerst een sterkere hiërarchie dan wij in Nederland gewend zijn, vooral het
middenkader kent een geringe beslissingsbevoegdheid. Delegeren en medezeggenschap van andere
werknemers is er vaak niet bij. Het is ook een hele kunst in contact te komen met de juiste persoon:
degene die een beslissingsmandaat heeft. In Italië bestaat veel midden- en kleinbedrijf. Het hoofd van
het bedrijf is vaak tevens het hoofd van de familie. De 'padrone' is de baas en regelt en beslist vrijwel
alles. Soms zijn er introducties nodig om met de baas in contact te komen.
Even 'snel zakendoen en ter zake komen' past niet goed in de Italiaanse cultuur. Een eerste fase bestaat
vaak uit kennismaken en elkaar aftasten. Bij onderhandelingen wordt niet steeds - en zeker niet meteen
- over zaken gesproken. Afspraken kunnen op de normale werkdagen worden gemaakt. De werktijden
zijn grofweg tussen 8.30 en 12.30 uur en van 15.00 tot 18.00 uur. Het is beter geen afspraken te maken
voor het eerste en laatste uur van de werkdag of direct na lunchtijd (die sterk varieert). Een zakenlunch
vormt een goede gelegenheid voor een eerste kennismaking.
Conversatie
Enige kennis van de Italiaanse taal kan helpen bij het zakelijke contact en is soms zelfs noodzakelijk.
De Italiaan blinkt niet uit in talenkennis, hoewel de jeugd wel steeds meer en beter Engels leert. De
oudere generatie heeft vaak Frans als vreemde taal gehad op school, waardoor zij deze taal beter
beheerst dan het Engels.
Tijdens het zakelijke gesprek is het belangrijk geduld te hebben en niet al te snel tot zaken te (willen)
komen. Er zijn veel gespreksonderwerpen die bij een kennismaking aan de orde kunnen komen zoals
familie, sport, vakantie en gastronomie. Een compliment over zijn land wordt door de Italiaan erg op
prijs gesteld. Het is niet ongebruikelijk naar de herkomst van iemand te vragen. De Italiaan hecht vaak
meer waarde aan de regio waar hij vandaan komt dan aan zijn Italiaanse nationaliteit.
Het Italiaanse taalgebruik is indirect. Het maken van goede sier speelt daarbij ook een rol. Soms lijkt
een 'bel discorso' (letterlijk een mooi betoog, mooie woorden) belangrijker dan de boodschap zelf. De
Bloemenbureau Holland
78
Productschap Tuinbouw
taal leent er zich ook voor om een boodschap fraai te verpakken. De sfeer tijdens een gesprek of
onderhandeling is ook van belang. Uitspraken van Italianen en de inhoud van een gesprek moeten niet
altijd even letterlijk genomen worden. Het is belangrijk de Italiaanse zakenpartner in zijn waarde te
laten. Vanwege het indirecte Italiaanse taalgebruik kan een kritische noot in een gesprek beter worden
vermeden, zeker bij een beginnend contact.
Formele houding
Italianen zijn tamelijk formeel, tijdens zakelijke gesprekken zal men een gesprekspartner niet snel
tutoyeren of bij de voornaam noemen. Bij personen die in het bezit zijn van een academische titel, is
het aan te raden deze titel in mondeling of schriftelijk contact te gebruiken. 'Dottore' of 'dottoressa' zijn
de Italiaanse academische aanspreektitels, 'ingenere' is vergelijkbaar met ingenieur. Ook personen
zonder titel worden regelmatig daarmee wél aangesproken, hiermee wordt dan de kundigheid en/of
belangrijkheid van een persoon onderstreept.
Kleding en presentatie
Uiterlijk speelt een grote rol in de Italiaanse cultuur ('farebellafigura'). Het is belangrijk goed voor de
dag te komen. Zowel voor mannen als vrouwen is het dragen van vrijetijdskleding - zoals een
combinatie van blue jeans, een colbert met net hemd en das - tijdens zakelijke afspraken niet gewenst.
De Italiaan weet modieuze kleding te waarderen: kleding van goede kwaliteit en snit waarbij pak,
hemd, das, schoenen en sokken op elkaar zijn afgestemd.
Presentatie
Het is gebruikelijk om de gesprekspartner een visitekaartje te overhandigen. Bij voorkeur zijn de
kaartjes in het Italiaans gedrukt. Het kaartje bevat alle relevante informatie over de persoon in kwestie
en de functie die hij binnen het bedrijf bekleedt. De eerste voornaam wordt volledig weergegeven,
gevolgd door de initialen van de volgende voornamen en de achternaam. Eventuele titels worden ook
weergegeven. Presentatiemateriaal als folders met productinformatie kan in diverse talen worden
aangeboden. Als niet de gehele folder in de Italiaanse taal is (maar bijvoorbeeld in het Engels) is een
inlegvel met de meest relevante informatie in het Italiaans wel aan te raden.
Drinken en roken
Bij de lunch en het diner wordt meestal wijn gedronken, voor de maaltijd wordt ook vaak een aperitief
gebruikt. Sinds 1 januari 2005 mag in restaurants en bars in Italië niet meer worden gerookt.
Bloemenbureau Holland
79
Productschap Tuinbouw
Relatiegeschenken
Als een relatiegeschenk wordt aangeboden, moet dit een zekere uitstraling hebben. Met het aanbieden
van een eenvoudige pennenset met bedrijfslogo of een Delftsblauw bord wordt niet het juiste effect
bereikt. Een origineel geschenk in een decoratieve verpakking spreekt meer aan.
Bron: EVD
Bloemenbureau Holland
80
Productschap Tuinbouw
BIJLAGE 2 FYTOSANITAIRE VOORSCHRIFTEN
Algemene eisen
Geen
Invoervergunning
Niet van toepassing
Export certificaat
Niet van toepassing
Re-export certificaat
Niet van toepassing
Plantenpaspoort vereist voor
Planten, plantaardige producten en ander materiaal, bij vervoer binnen de Unie, ongeacht de herkomst
en inclusief materiaal bestemd voor de eindverbruiker.
Bijschrijving
Geen
Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot:
Plantenziektenkundige Dienst
Geertjesweg 15
Postbus 9102
6700 HC Wageningen
Telefoon:
0317 - 496911
Fax:
0317 - 421701
Bron: PD
Bloemenbureau Holland
81
Productschap Tuinbouw
BIJLAGE 3
INVOERBEPALINGEN EN BTW
Intracommunautaire transacties
Goederen die vanuit een EU-land in Italië worden ingevoerd zijn niet onderworpen aan grenscontroles.
Het zenden van een factuur aan de afnemer is voldoende. Meer informatie over intracommunautaire
transacties staat op de website van de Nederlandse belastingdienst, www.belastingdienst.nl.
Andere heffingen:
Voor bloemen en planten geldt een BTW tarief van 10 procent.
Factuur
Sinds de oprichting van de interne markt op 1 januari 1993 zijn leveringen van communautaire
goederen aan afnemers in Italië niet meer onderworpen aan grenscontroles. Het zenden van een factuur
aan de afnemer is voldoende. Op de factuur moet het BTW-identificatienummer van leverancier en
afnemers worden vermeld. Als tijdens het vervoer van goederen vanuit een EU-land naar Spanje een
derde land (land buiten de EU) wordt aangedaan, moet men gebruikmaken van het Enig Document
(EDE) of een ander vervoersdocument met daarin de aantekening T2L. Hiermee wordt de
communautaire oorsprong van de goederen aangeduid. Het Enig Document is in Nederland aan te
vragen bij SDU Uitgevers, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. 070-3789880, fax 070-3789783,
[email protected], www.sdu.nl
Vrachtbrief
Afhankelijk van het gekozen vervoermiddel worden de volgende soorten vrachtbrieven gebruikt:

internationale vrachtbrief CMR

internationale spoorwegvrachtbrief CIM

luchtvrachtbrief/Airway-bill (A/B);

connossement (zeevrachtbrief)
Sanitair certificaat
Meer informatie over de vereiste documenten en de procedure bij invoer is te vinden op de site van
Market Access Database (http://mkaccdb.eu.int). Op laatstgenoemde site zijn ook voorbeelden
weergegeven van de benodigde documenten. Om deze informatie te vinden dient u wel te beschikken
over een HS-code (op te vragen bij het CBS in Heerlen, telefoon (045) 570 79 31).
Bloemenbureau Holland
82
Productschap Tuinbouw
BIJLAGE 4 BELANGRIJKE FEEST- EN BLOEMENDAGEN
2008
2009
Nieuwjaarsdag
1 januari
1 januari
Driekoningen
6 januari
6 januari
Valentijnsdag
14 februari
14 februari
Vrouwendag
8 maart
8 maart
Vaderdag
19 maart
19 maart
Pasen
13 – 14 maart
12 – 13 maart
Bevrijdingsdag
25 april
25 april
Dag van de arbeid
1 mei
1 mei
Moederdag
11 mei
10 mei
Dag van de Republiek
2 juni
2 juni
Maria Hemelvaart
15 augustus
15 augustus
Festa dei Nonni
2 oktober
2 oktober
Allerheiligen
1 november
1 november
Allerzielen
2 november
2 november
Maria Onbevlekt Ontvangen
8 december
8 december
Kerstmis
25 – 26 december
25 – 26 december
Bloemenbureau Holland
83
Productschap Tuinbouw
BIJLAGE 5 BEURZEN
Flormart 2008
Datum
Plaats
Info
11 – 13 september 2008
Padova
De Flormart is de
belangrijkste beurs in
Italië op het gebied van
bloemen, planten en
technische producten.
http://www.flormart.it
Piergiovanni Navarro
T +39 081 7778530
Flora 2008
21 – 23 november 2008
Ercolano
Vakbeurs
Flormart 2009
19 – 21 februari
Padova
Piergiovanni Navarro
T +39 081 7778530
(voorjaar)
Bloemenbureau Holland
84
Productschap Tuinbouw
BIJLAGE 6 VAKBLADEN
Floricultore
Via Francesco Crispi 12
22100 Como
T +39 (0) 31 - 307 966
F +39 (0) 31 - 306 798
E [email protected]
I www.ilfloricultore.com
Doelgroep: producenten en tuincentra
Oplage: 4.000
Il Fiorista
Corso V. Emanuele II, 74
27029 Vigevano (PV)
T +39 (0) 381 - 70800 – 70811
F +39 (0) 381 - 72110
E [email protected]
E [email protected]
I www.federfiori.it
Doelgroep: bloemisten
Oplage: 15.500
Flortecnica
Ace International
Via Mocomero 26
I-29010 Vernasca PC Italia
T +39 (0) 39 - 9910719
F +39 (0) 39 - 9910719
E [email protected]
I www.flortec.it
I www.flortecnica.net
Doelgroep: producenten
Oplage: 6.800
Bloemenbureau Holland
85
Productschap Tuinbouw
Culture Protette
Casella postale 1206
40100 Bologna
T +39 (0) 51 - 65751
E [email protected]
Doelgroep: producenten
Oplage: 19.000
Green Up
P.le Archinto, 9
20159 Milano
T +39 (0) 26 - 9001255
F +39 (0) 26 - 9001277
E [email protected]
I www.spaziotre.it
Doelgroep: tuincentra en bouwmarkten
Oplage: 9.000
Linea Verde
Via la Spezia, 33
20142 Milano
T +39 (0) 2 89 50 18 30
F +39 (0) 2 89 50 16 04
E [email protected]
I www.linea-verde.net
Doelgroep: tuincentra en (handels)kwekers
Oplage: 6.000
Garden and Grill
P.zza Camillo De Lellis 1
20124 Milano
T +39 (0) 26 - 6984880
E [email protected]
Doelgroep: tuincentra (die voornamelijk ‘dode’ materialen verkopen)
Oplage: 14.500
Bloemenbureau Holland
86
Productschap Tuinbouw
Fiori e Foglie
Via G. Verdi, 4
35040 Carceri (Pd)
T +39 (0) 429 - 603730
F +39 (0) 429 - 651154
Doelgroep: bloemisten
Oplage: 4.000
Bloemenbureau Holland
87
Productschap Tuinbouw
BIJLAGE 7 INTERESSANTE ADRESSEN
Adressen van instanties, die u behulpzaam kunnen zijn bij het exporteren naar Italië zijn:

Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel
Postbus 1012
Bezoekadres:
1430 BA Aalsmeer
Turfstekerstraat 63
Tel.: 0297-380090
kantorencomplex “De Legakker”
Fax : 0297-380099
1431 GD Aalsmeer
email: [email protected]

Nederlands Centrum voor Handelsbevordering (NCH)
Postbus 10
Bezoekadres:
2501 CA Den Haag
Juliana van Stolberglaan 148
2595 CL Den Haag
Tel. 070-3441544
Fax 070-3853531
Website: www.handelsbevordering.nl

Italiaanse Ambassade
Nederlandse Ambassade
Alexanderstraat 12
Via Michele Mercati 8
2514 JL Den Haag
00197 Rome
Tel.: 070-3021030
Tel.: 00 39 6 32286001
Fax : 070-3614932
Fax: 00 39 6 32286256

Productschap Tuinbouw
Postbus 280
Bezoekersadres:
2700 AG Zoetermeer
Louis Pasteurlaan 6
Tel: 079–3470707
Zoetermeer
Fax: 079–3470404
website: http://www.tuinbouw.nl
email: [email protected]
Bloemenbureau Holland
88
Productschap Tuinbouw

Plantenziektekundige Dienst
Postbus 9102
Bezoekadres:
6700 HC Wageningen
Mansholtlaan 15
Tel: 0317-496911
6708 PA Wageningen
Fax: 0317-421701
Website: www.minlnv.nl/pd

Exportbevorderings- en Voorlichtingsdienst (EVD)
Juliana van Stolberglaan 148
2595 CL Den Haag
Tel. 070-778 88 88
Fax 070-778 88 89
Website: www.evd.nl
Email: [email protected] of [email protected]

Italiaans Instituut voor Buitenlandse handel
Postbus 10852 (Westermarkt 2/IV)
1001 EW Amsterdam
Tel: 020-540 88 00
Fax: 020 – 6448066
Email: [email protected]
Voor het bestellen van promotiemateriaal kunt u terecht bij:

Bloemenbureau Holland
Schipholweg 1
2316 XB Leiden
Tel.: 071-5659565
Fax : 071-5659555
Website: www.flowercouncil.org

Ufficio Olandese dei Fiori
Via G. Matteotti 51
21046 Malnate - VA
Tel: 0039 332 860499
Bloemenbureau Holland
89
Productschap Tuinbouw
Fax: 0039 332 860916
Adressen van groothandelsmarkten in Italië:

Mercato dei Fiori
Mercasir
Piazza Eugenio Artom
50127 Firenze
Tel: 00 39 055 4393090

Mercato dei Fiori
Piazzale Kennedy
16129 Genova
Tel: 00 39 010 561415

Mercato dei Fiori
Via Monta Stella
10015 Ivrea TO
Tel: 00 39 0125 410323

Mercato dei Fiori
Via Marco Bruto 17
20138 Milano
Tel: 00 39 02 7381841
Fax: 00 39 02 7381868
Signor Franco Cereda

Mercato dei Fiori
Corso Stati Uniti 50
35127 Padova
Tel: 00 39 049 8692111

Mercato dei Fiori
Via Trionfale 45
00195 Roma
Bloemenbureau Holland
90
Productschap Tuinbouw

Mercato dei Fiori
Via Perugia 29
10192 Torino
Tel: 00 39 011 859125

Florgest Mercato di Latina
S.S. 148 Pontina, km. 80,740
04100 Latina
Tel: 00 39 0773 250355
Fax: 00 39 0773 20345
Producentenmarkten in Italië

Comucent
Via Salvo d’Acquisto 10-12
51012 Pescia PT
Tel: 00 39 0572 4401

Mercato Internazionale dei Fiori
e delle Piante
Via Armea
18033 Sanremo IM
Signor Remo Pavarini

Mercato dei Fiori
Via Aurelia Nord 179
55049 Viareggio LU
Tel: 00 39 05 8450781
D.ssa Magda Puccinelli

Mercato Ortoflorofrutticolo
Strada provinciale per Casarano
73057 Taviano LE
Tel: 00 39 0833 914216

Mercato all’ingrosso orto-florofrutticolo
Bloemenbureau Holland
91
Productschap Tuinbouw
Via Carelli
70038 Terlizzi BA
Tel: 00 39 080 8816168
Signor Domenico Rutigliano

Mercato dei Fiori Castellammare
Cooperativa Agricola “Santa Rita”
Via Vecchia per Castellammare 14
80045 Pompei (NA)
Tel: 00 39 081 5366219
Fax: 00 39 081 8618012

Mercato dei Fiori - FE.ME.FLO
Stradale per Gapanella
97019 Vittoria RG
Tel: 00 39 0932 862549

CAAB Centro Agroalimentare SpA
Via C. Boldrini 18/B
40121 Bologna
Tel: 00 39 051 254998
Fax: 00 39 051 255036
Sig.ra Daniela Mattioli
Organisatie voor factoring en incasso

De lage landen
Corso Vittorio Emanuele II, 12
Fax: 00 39 011-8125870
Bloemenbureau Holland
92
Productschap Tuinbouw
BIJLAGE 8 MARKTONDERZOEKEN
Rapportnummer
Marktonderzoek
2008-70
Marktmonitor Italië 2008
Weergave van de Italiaanse markt voor snijbloemen en kamerplanten. In dit rapport is alle beschikbare
informatie over de Italiaanse markt gecombineerd.
2007-83
Consumentenscan Italië: roos, zantedeschia, snij-anthurium, amaryllis
Wat vindt de Italiaanse bloemenkopers van de roos, snij-anthurium, zantedeschia en amaryllis centraal
staan. De verschillen in kennis, houding en gedrag tussen de vier landen worden weergegeven.
2007-25
Producttest kamerplanten Italië
Kwalitatief onderzoek onder Italiaanse kopers van kamerplanten naar voorkeur, imago, gebruik en
toepassingen van nieuw op de markt te brengen kamerplantensoorten.
2007-18
Bloemisten structuuronderzoek Zuid Europa
Bloemisten uit Spanje, Portugal en Italië zijn ondervraagd over assortiment, belang Nederland,
omzetontwikkeling, toekomstverwachting, inkoopkanalen, bedrijvenmarkt, en consumentenmarkt .
2006-78
Evaluatieonderzoek Festa dei Nonni
Kwantitatief onderzoek onder consumenten naar de bekendheid en het koopgedrag van grootouderdag
in Italië.
2006-34
De ambulante handel van bloemen en planten in Italië
Kwalitatief onderzoek onder ambulante handelaren in de regio van Milaan en Venetië met als doel een
beter begrip te krijgen van de karakteristieken en marktstructuren van de Italiaanse straat en
markthandel en haar specifieke wensen ten aanzien van de in- en verkoop van bloemen en planten en
de positie die het Nederlands product daarbinnen inneemt.
2005-68
Importeursonderzoek Italië (herhalingsonderzoek)
Een kwantitatief onderzoek onder Italiaanse importeurs naar ontwikkelingen van de Italiaanse markt
en de positie en het imago van Nederlandse bloemen en planten.
2004-103
Bedrijvenonderzoek 7 landen
Kwantitatief onderzoek naar het gebruik van snijbloemen als cadeau voor zakenrelaties en klanten in
Nederland, België, Italië, Spanje, Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk.
2004-37
Ketenonderzoek droogverkoop bloembollen Italië
Onderzoek over de droogverkoop van bloembollen in Italië, onder exporteurs, importeurs, detaillisten
en consumenten.
2004-23
Bedrijvenmarkt onderzoek naar het externe gebruik van snijbloemen
Een kwantitatief onderzoek (telefonisch) naar het gebruik van snijbloemen als relatiegeschenk of
promotiemiddel in Nederland, België, Frankrijk, Italië en Spanje
2003-74
Bedrijvenmarktonderzoek Italië
Een kwantitatief onderzoek naar het interne gebruik (als decoratie of als cadeau aan personeelsleden)
van bloemen en planten in het Italiaanse bedrijfsleven.
Bloemenbureau Holland
93
Productschap Tuinbouw
De onderzoeken kunnen opgevraagd worden bij:
Productschap Tuinbouw (PT)
Postbus 280
Bezoekadres:
2700 AG Zoetermeer
Louis Pasteurlaan 6
2719 EE Zoetermeer
Tel.: 079-3470642
Fax.: 079-3470675
Email: [email protected]
Bloemenbureau Holland
94
Productschap Tuinbouw
Download