Achtergronddocument ‘CO2-emissierechten’ CO2-emissiehandel kent verschillende typen CO2-emissierechten. Alle huidige typen met hun toepassingen en twee bijzondere groepen rechten staan in dit document beschreven. Daarna volgt een beschrijving van het mogelijke gebruik van CO2-emissierechten, het houden van CO2emissierechten en het overbrengen naar een volgende handelsperiode. Inhoudsopgave: Typen CO2-emissierechten Gebruik van emissierechten in EU-ETS CO2-emissierechten houden CO2-emissierechten overbrengen Typen CO2-emissierechten Binnen de CO2-emissiehandel zijn verschillende typen emissierechten te onderscheiden. U vindt hieronder een overzicht van de belangrijkste typen emissierechten. European Union Allowance (EUA’s) Emissierechten die aan bedrijven worden toegewezen; ook via veilingen komen deze op de markt. Zowel bedrijven als luchtvaartmaatschappijen kunnen EUA’s onbeperkt gebruiken om hun uitstoot mee te compenseren. Aviation European Union Allowance (AEUA’s) Emissierechten die aan luchtvaartmaatschappijen worden toegewezen; ook via veilingen komen deze op de markt. Alleen luchtvaartmaatschappijen kunnen AEUA’s gebruiken om hun uitstoot mee te compenseren. Aan het gebruik van AEUA’s is geen limiet verbonden. Certified Emission Reduction (CER’s) Emissierechten afkomstig van Clean Development Mechanism (CDM-)projecten. Deze projecten verminderen de uitstoot van broeikasgassen in landen zonder verplichting binnen het Kyotoprotocol. Bedrijven en luchtvaartmaatschappijen kunnen geldige CER’s tot een bepaalde grens omruilen voor EUA’s en AEUA’s. Emission Reduction Units (ERU’s) Emissierechten afkomstig van Joint Implementation (JI-)projecten. Deze projecten verminderen de uitstoot van broeikasgassen in landen met verplichting binnen het Kyotoprotocol. Bedrijven en luchtvaartmaatschappijen kunnen geldige ERU’s tot een bepaalde grens omruilen voor EUA’s en AEUA’s. Assigned Amount Units (AAU’s) Emissierechten die aan Kyoto-partijen (zoals Nederland) worden toegewezen. AAU’s zijn niet geldig in het EU-ETS. Bedrijven en luchtvaartmaatschappijen kunnen deze daarom niet gebruiken om hun uitstoot mee te compenseren. Alleen Kyoto-partijen kunnen deze emissierechten gebruiken voor nalevingsdoeleinden. Removal Unit (RMU): Rechten die Kyoto-partijen gratis toegewezen krijgen voor LULUCFactiviteiten (LULUCF = land use, land change use and forestry). RMU’s zijn niet geldig in EU- ETS. Bedrijven en luchtvaartmaatschappijen kunnen deze daarom niet gebruiken om hun uitstoot mee te compenseren. Alleen Kyoto-partijen kunnen deze emissierechten gebruiken voor nalevingsdoeleinden. Sink ERU (ERU_RMU): Omgezette RMU’s uit broeikasgasemissiereducties door JI-projecten, projecten in landen die een verplichting hebben binnen het Kyotoprotocol. ERU_RMU’s zijn niet geldig in EU-ETS. Bedrijven en luchtvaartmaatschappijen kunnen deze daarom niet gebruiken om hun uitstoot mee te compenseren. Alleen Kyoto-partijen kunnen deze emissierechten gebruiken voor nalevingsdoeleinden. Temporary CER/long-term CER (tCER/lCER): Tijdelijke rechten uit broeikasgasemissiereducties door CDM-bosbouwprojecten in landen die geen verplichting hebben binnen het Kyotoprotocol. tCER’s en lCER’s zijn niet geldig in EU-ETS. Bedrijven en luchtvaartmaatschappijen kunnen deze daarom niet gebruiken om hun uitstoot mee te compenseren. Alleen Kyoto-partijen kunnen deze emissierechten gebruiken voor nalevingsdoeleinden. Tot slot nog twee bijzondere groepen rechten: de HFC23 en N2O adipinezuur CER’s en ERU’s en de Large Hydro CER’s HFC23- en N2O adipinezuur-CER’s en -ERU’s Vanaf 1 mei 2013 is het voor bedrijfslocaties en luchtvaartmaatschappijen niet meer toegestaan om emissierechten die afkomstig zijn van HFC23 en N2O adipinezuur projecten binnen het EU-ETS te gebruiken. De EU-lidstaten hebben dit in 2011 besloten. Het gebruik van CER’s (Certified Emission Reductions) en ERU’s (Emission Reduction Units) van HFC23 en N2O adipinezuur projecten is controversieel. Een belangrijke reden hiervoor is de twijfel die er bestaat over de milieu-integriteit van deze rechten. Meer informatie geeft de Europese Commissie. Voor landen geldt geen verbod op het gebruik van CER’s en ERU’s die afkomstig zijn van HFC23en N2O-projecten. Verschillende EU-landen, waaronder Nederland, hebben echter besloten dat zij geen gebruik van HFC23- en N2O-adipinezuur-kredieten zullen maken. Large Hydro CER’s In het Europese register gelden voor het gebruik van Large Hydro CER’s geen bijzondere regels in vergelijking met andere CER’s. Nederlandse bedrijven mogen geldige Large Hydro CER’s dan ook gewoon gebruiken. Large Hydro CER’s zijn gecertificeerde emissiereducties (CER’s) die afkomstig zijn van projectactiviteiten voor de opwekking van waterkracht met een opwekkingsvermogen van meer dan 20 MW (bijvoorbeeld een stuwdam). In het Kyoto-protocol is vastgelegd dat een CDM-project alleen CER’s kan opleveren als een AnnexI-land (een land met een reductieverplichting, zoals Nederland) zijn goedkeuring aan het project heeft verleend. Dit gebeurt via een Letter of Approval (LoA). Om de goedkeuring van een EUlidstaat te krijgen moet een Large Hydro project aan bepaalde internationale richtlijnen voldoen. Deze richtlijnen zijn opgenomen in artikel 11b van de Europese Linking Directive en zijn opgesteld om te voorkomen dat Large Hydro projecten een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van een regio. Dit artikel is in de periode voor 1 juli 2009 binnen de EU op meerdere manieren geïnterpreteerd. Verschillende lidstaten meenden dat een Large Hydro project alleen goedgekeurd mocht worden als het over een door een milieu-accountant gevalideerd rapport beschikte waarin stond dat het aan alle criteria van de World Commission on Dams (WCD) voldeed. Andere landen kozen voor een meer pragmatische aanpak en namen ook genoegen met een verklaring van de projectontwikkelaar waarin hij aangaf dat hij de WCD-criteria zou respecteren. Medio 2009 heeft de EU het initiatief genomen om met alle lidstaten eenduidig de WCD-criteria te interpreteren en toe te passen. Uiteindelijk heeft de Europese Commissie samen met alle lidstaten een format opgesteld met alle criteria waaraan een Large Hydro project moet voldoen, het Compliance Report. Binnen de EU is afgesproken dat een Large Hydro project vanaf 1 juli 2009 alleen nog een WA van een lidstaat kan krijgen als de projectontwikkelaar een gevalideerd Compliance Report inlevert. Daarnaast is afgesproken dat als een Large Hydro project na de indiening van een Compliance Report eenmaal door een lidstaat is goedgekeurd, alle andere lidstaten de CER’s uit dit project voor compliance-doeleinden zullen accepteren. Voor CER’s die afkomstig zijn van Large Hydro projecten die voor 1 juli 2009 door EU-lidstaten zijn goedgekeurd, geldt dat alle lidstaten deze op dit moment voor compliance-doeleinden kunnen gebruiken. Echter, in de Large Hydro CER’s Guideline staat dat een lidstaat ervoor mag kiezen het project alsnog aan de WCD-criteria te toetsen, waardoor de projectontwikkelaar eventueel aanvullende informatie moet verstrekken. Gebruik van emissierechten in EU-ETS De 3e fase van het EU-ETS loopt van 2013 tot en met 2020. Ieder handelsjaar wordt afgesloten met het inleveren van emissierechten om de emissies tot dan toe te vereffenen. De gebruiksmogelijkheden voor exploitanten van stationaire installaties en luchtvaartmaatschappijen van de verschillende typen rechten in het EU-ETS zijn hieronder schematisch weergegeven. Onder het schema treft u belangrijke toelichting aan. Soort emissierecht EUA AEUA Geldige CER en/of ERU Gebruiksmogelijkheden Onbeperkt bruikbaar, door zowel stationaire installaties als luchtvaartmaatschappijen Onbeperkt bruikbaar, alleen door luchtvaartmaatschappijen Bruikbaar voor stationaire installaties en luchtvaartmaatschappijen door ze om te ruilen voor EUA's of AEUA's Niet-geldige CER en/of ERU Niet bruikbaar AAU Niet bruikbaar RMU Niet bruikbaar lCER/tCER Niet bruikbaar EUA's en AEUA's Net als in de 2e handelsperiode (2008-2012) zijn EUA's en AEUA's in de 3e fase van het EUETS (2013-2020) zonder beperkingen bruikbaar. Bedrijven kunnen onbeperkt EUA's inleveren ter vereffening van hun uitstoot. Luchtvaartmaatschappijen kunnen onbeperkt gebruik maken van zowel EUA's als AEUA's. CER's en ERU's In de 3e fase van het EU-ETS (2013-2020) zijn niet alle CER's en ERU's bruikbaar. CER's en ERU's die wel geldig zijn, kunnen beperkt omgeruild worden. Beperkte geldigheid Wat betreft de geldigheid van CER's zijn de volgende algemene regels van toepassing. CER's uit HFC23 en N2O adipinezuur projecten: CER's afkomstig uit HFC23 en N2O adipinezuur projecten zijn niet meer geldig. Deze rechten zijn niet meer te gebruiken voor vereffening van uitstoot in de jaren 2013 tot en met 2020. Alle andere typen CER's die staan voor emissiereducties die tot en met 31 december 2012 hebben plaatsgevonden: deze CER’s zijn geldig en bruikbaar tot en met 31 maart 2015. Alle andere typen CER's afkomstig van projecten die geregistreerd zijn voor 31 december 2012 en die staan voor emissiereducties vanaf 1 januari 2013: deze CER's zijn geldig en bruikbaar tot en met in ieder geval het jaar 2020. Alle andere typen CER's uit projecten die na 1 januari 2013 zijn geregistreerd: CER's en ERU's uit projecten die na 1 januari 2013 zijn geregistreerd bij de United Nations Framework Convention on Climate Change zijn alleen geldig en bruikbaar (tot en met in ieder geval het jaar 2020) indien de projecten plaatsvinden in zogenaamde 'Least Developed Countries (LDC's)'. Meer informatie over LDC's is te vinden op deze website van de Verenigde Naties. Wat betreft de geldigheid van ERU's zijn de volgende algemene regels van toepassing. ERU's uit HFC23 en N2O adipinezuur projecten: ERU's afkomstig uit HFC23 en N2O adipinezuur projecten zijn niet meer geldig. Deze rechten kunnen niet worden gebruikt voor vereffening van uitstoot in de jaren 2013 tot en met 2020. Alle andere typen ERU's uitgegeven tot en met 31 december 2012: deze ERU's zijn geldig en bruikbaar tot en met 31 maart 2015. Alle andere typen ERU's uitgegeven door EU-lidstaten na 31 december 2012 en die staan voor emissiereducties die tot en met 31 december 2012 hebben plaatsgevonden: deze ERU's zijn geldig en bruikbaar tot en met 31 maart 2015 als ze door een EU lidstaat uitgegeven zijn vóór 30 april 2013. ERU's die na 30 april 2013 door een EU lidstaat uitgegeven worden, zijn alleen geldig als ze van projecten afkomstig zijn die niet voor 'dubbeltellingen' in het EU-ETS zorgen. Alle andere typen ERU's uitgegeven door niet-EU-lidstaten na 31 december 2012 en die staan voor emissiereducties die tot en met 31 december 2012 hebben plaatsgevonden: deze ERU's zijn geldig en bruikbaar tot en met 31 maart 2015: als ze door een niet-EU-lidstaat zijn uitgegeven die het Doha amendement geratificeerd heeft en daarmee deelneemt aan de 2e Kyoto-periode; als ze door een land zijn uitgegeven dat niet deelneemt aan de 2e Kyoto-periode, zolang het gaat om track-2-projecten of track-1-projecten die geverifieerd zijn door een zogenaamde 'accredited independent entity'. Alle andere typen ERU's uitgegeven door zowel EU-lidstaten als niet-EU-lidstaten die staan voor emissiereducties die vanaf 1 januari 2013 hebben plaatsgevonden: Deze ERU's bestaan op dit moment nog niet. ERU's zijn namelijk AAU's die door het gastland van het JI-project zijn omgezet. Het verdrag waarin de 2e handelsperiode van Kyoto (20132020) is beschreven, moet nog van kracht worden. Daarna zullen landen die deelnemen aan dit vervolg op Kyoto hun AAU's voor de 2e handelsperiode ontvangen. Pas dan kunnen JIprojecten eventueel voortgezet worden. AAU's, RMU's, lCER's en tCER's AAU's, RMU's, lCER's en tCER's zijn niet geldig binnen EU-ETS. Deze rechten kunnen door ibedrijven en luchtvaartmaatschappijen niet gebruikt worden voor naleving. CO2-emissierechten houden In het CO2-register bestaan verschillende typen emissierechten en verschillende typen rekeningen. Niet alle typen emissierechten kunnen op elk type rekening staan. Hieronder staan de belangrijkste regels voor emissierechten houden. Regels European Union Allowance (EUA’s) kunt u op alle rekeningen houden, behalve op een Kyotorekening (KR); Aviation European Union Allowance (AEUA’s) kunt u op alle rekeningen houden, behalve op een Exploitanttegoedrekening (ETR) en KR; Certified Emission Reduction (CER’s) en Emission Reduction Units (ERU’s) die in EU Emissions Trading System (EU-ETS) gebruikt mogen worden, kunt u op alle rekeningen houden; CER’s en ERU’s die u níet in EU-ETS mag gebruiken, kunt u alleen op een KR houden; Assigned Amount Units (AAU’s) kunt u alleen op een KR houden. Op welke rekeningen kunt u welk type emissierecht houden? Soort emissierecht ETR LETR PTR HR KR EUA + + + + - AEUA - + + + - In EU-ETS bruikbare CER* en ERU + + + + + In EU-ETS niet bruikbare CER* en ERU - - - - + AAU - - - - + RMU - - - - - tCER/lCER - - - - - * De directe levering van CER’s uit het Clean Development Mechanism (CDM-)register kan alleen op een KR plaatsvinden. Alleen CER’s die in EU-ETS bruikbaar zijn, kunt u vervolgens naar alle typen rekeningen overboeken. Bovenstaande regels hebben gevolgen voor het overboeken van emissierechten. Alleen rechten die u op een bepaald type rekening mag houden, kunt u naar die rekening overboeken. Een EUA kan bijvoorbeeld dus alleen naar een (L)ETR, PTR of HR overgeboekt worden, maar niet naar een KR. CO2-emissierechten overbrengen Sommige CO2-emissierechten die voortkomen uit een bepaalde handelsperiode kunt u omzetten in rechten voor de daaropvolgende handelsperiode. Dat heet ‘overbrengen’. Voor het overbrengen van emissierechten geldt een aantal regels. Zo kan niet iedereen alle emissierechten overbrengen. Overbrengen van EUA’s en AEUA’s Alle rekeninghouders kunnen onbeperkt European Union Allowance (EUA’s) en Aviation European Union Allowance (AEUA’s) overbrengen naar een volgende periode, ongeacht de rekening waar ze op staan. Alle (A)EUA’s die geldig zijn in de 3e fase van het EU-ETS worden medio 2021 omgezet in (A)EUA’s die geldig zijn in de 4e fase. Fase 3 van EU-ETS loopt van 2013 tot en met 2020. Fase 4 gaat per 2021 van start. Rekeninghouders hoeven niets te doen voor het omzetten van fase 3 naar fase 4. Het register voert deze actie automatisch uit. Overbrengen van CER's en ERU's CER's en ERU's zijn rechten die hun oorsprong vinden in het Kyoto-protocol. In 2015 wordt de eerste Kyoto-periode (2008-2012) afgesloten door deelnemende landen. Alleen de Nederlandse overheid kan CER's en ERU's overbrengen van de eerste naar de 2e Kyoto-periode (2013-2020). Bedrijven, luchtvaartmaatschappijen en organisaties kunnen hun CER’s en ERU’s niet overbrengen. Wel kunnen zij in ieder geval tot 31 maart 2015 over al hun CER’s en ERU’s blijven beschikken. Voor CER’s en ERU’s die op 1 april 2015 nog op een rekening staan, geldt: CER’s en ERU’s die staan voor reducties die in de eerste Kyoto-periode (vóór 2013) zijn gerealiseerd, worden op 1 april ongeldig en worden in november 2015 geannuleerd; CER's en ERU's die een reductie in 2013 of daarna vertegenwoordigen, blijven ongewijzigd op alle rekeningen staan. Overbrengen van AAU's Ook Assigned Amount Units (AAU's) vinden hun oorsprong in het Kyoto-protocol. In 2015 wordt de eerste Kyoto-periode (2008-2012) afgesloten door deelnemende landen. Bedrijven, luchtvaartmaatschappijen en organisaties kunnen geen AAU’s overbrengen; alle AAU's die zich medio 2015 op rekeningen in het Nederlandse deel van het EU-register bevinden, worden dan in een reserve geplaatst. Alleen de Nederlandse overheid kan deze reserve onder voorwaarden aanspreken.