Hoofdstuk 13: Wisselkoersen en buitenlandse wisse markt

advertisement
Hoofdstuk 13: Wisselkoersen en buitenlandse
wisselmarkt
Zoals in hoofdstuk 12, definitie van een asset is de vorm van welvaart,
een manier de koopkracht over te brengen van de vandaag naar de
toekomst. De prijs dat een asset vraagt vandaag is daarom gerelateerd
aan de koopkracht dat de kopers verwachten in de toekomst.
Gelijkaardig: vandaag de wisselkoers dollar/euro is gekoppeld aan de
verwachting van de mensen over de toekomstige wisselkoers ervan.
Wisselkoers en internationale transacties
Wk laten ons toe om prijzen van goederen en diensten geproduceerd in
verschillende landen te laten vergelijken
relatieve prijzen kennen van
munten (te vinden in financiële kranten)
Wij definiëren op 2 manieren (zie slide)
Domestic and foreign prices
Prijzen kunnen vergeleken worden: prijs van 1 exportland in termen van
het ander land zijn geld.
Bijv. Hoeveel dollars betalen voor 50 British Pond (trui)
Vermenigvuldigen van de prijs in pond met de wisselkoers van de
pond in termen van de dollar.
Wk = 1,50$ per pond
1,50$/pond x 50 pond =$75
Appreciation WK omhoog (1,75$)  p omhoog in dollar
Despreciation WK omlaag (1,25$) p omlaag in dollar
Dus depreciatie van de pond ten opzichte van de dollar
Depreciatie van een munt = de goederen van dit land worden goedkoper
voor het buitenland.
Appreciatie van de munt = duurdere goederen voor het buitenland
 Bij depreciatie van de pond betekent dus ook een appreciatie van de
dollar ten opzichte van de pond en omgekeerd.
Bijv. $45 x 1,50 $/pond = 30 pond
$45 x 1.25 $/pond = 36 pond

depreciatie van de pond betekend een stijging in de pond
prijs van dollars dus een appreciatie van $ tov pond
 Munt in een land deprecieert, buitenlanders vinden export goedkoper is
en in thuisland is import dan enorm duur en omgekeerd.
Wisselkoersen en relatieve prijzen
Import en export – vraag worden beïnvloed door relatieve prijzen (zoals
G&D), zoals de prijs van een trui in termen van een jeans.
Vorig deel: muntprijzen vergelijken door ze in een gelijke munt te zetten
Nu:met Wk kan een individu ook de relatieve prijzen van goederen en
diensten vergelijken, die in verschillende munten staan.
 Hoeveel aan een Amerikaanse jeans spenderen en hoeveel aan een
Britse trui? Door prijzen in eenzelfde munt te zetten en dan de prijzen van
een trui in termen van een jeans vergelijken.
Zoals gezien … Wk = 1,50$/pond
Trui
(Amerika)
Jeans
$75
(Eng) 50 pond
$45
30 pond
 prijs van een trui in termend van een jeans
=
$75 per trui = 1,65 jeans per trui
$ 45 per jeans
=
50 pond per trui
= 1,67 jeans per trui
30 pond per jeans
Tabel 13.2 (pg328)
Relatieve prijzen per Wk wanneer de prijzen van de goederen dezelfde
blijven,
 appreciatie van de $ tov pond
truien goedkoper in termen van jeans dus de relatieve prijzen stijgen
je kan per jeans meer truien kopen.
 depreciatie van de $ tov pond
truien duurder in termen van jeans dus relatieve prijzen dalen (paren
jeans/trui) een paar jeans koopt minder truien.
BESLUIT
 appreciatie van de munt, dan stijgen de relatieve prijzen van hun
export en dalen de relatieve prijzen van de import
 depreciatie, relatieve prijzen export dalen en relatieve prijzen import
stijgen
Buitenlandse wisselmarkt
Wk worden bepaald door de interactie tussen bedrijven, banken en
centrale banken, die kopen of verkopen buitenlandse munten om
internationale betalingen te kunnen doen.
Dit heeft plaats in de buitenlandse wisselmarkt
 Spelers
Voornaamste spelers zijn de banken
Individuen minder een ral bv toeristen
Het is maar een kleine hoeveelheid
 Karakteristieken van de markt
Arbitrage: munt goedkoop kopen en duur verkopen
Zie slides
Vraag naar buitenlandse deviezen
Hangt of van de toekomstige waarde van de belegging in die munt
bepaald door 1. Intrest % en 2. Verwachte verandering in de Wk
Eenvoudige regel
Opbrengsten vergelijken van de belegging in dollar of in euro

regel (slide)

Tabel 13.3 (pg 339)
Bv geval 1
R$=0,10 / R€ = 0,06
Ee – E = 0
E
0,06 + 0 = 0,06 =< 0,10
0.06 = R€ en 0.10= R$
4% hoger rendement als je belegt in $
Evenwicht op de wisselmarkt
Wanneer alle beleggingen in munten evenveel opbrenge, dan is markt en
evenwicht.
Basiscondities voor evenwicht = intrestpariteit
= als beleggingen dezelfde verwachte opbrengst leveren
als R$ = R€ +
Ee - E  verwacht % van dollar depreciatie tov €
E
Bv R$ = 0,10
R€ = 0,06
Depreciatie van de $ tov € = 0,08 over 1 jaar (verwacht)
(case 3 in tabel 13.3)
R$ =< 0,06 + 0,08
0,10 =< 0,14
opbrengst in euro belegging is 4% hoger per jaar
niemand wil beleggen in $ en men zal proberen $-rekeningen te verkopen
tegen euro-rekeningen
bv R$ = 0,10
R€ = 0,12
$ appreciatie verwacht tov € = 0,04
0,10 => 0,12 – 0,04
0,08

beleggen in $
MAAR
R$ > R€, dan zal de $ appreciëren tov € omdat investeerders hun
beleggingen proberen over te schakelen in dollars.
$ deprecieert R€ > R$ (uitleg volgt)
Hoe verandering in de Wk de verwachte opbrengsten affecteren
(beïnvloed)
Verklaring door eerst de verandering te bekijken als de intrest en de
verwachtingen in de toekomst wk niet wijzigen.
depreciatie van de munt vandaag zal de verwachte
beleggingsopbrengst doen dalen en dus appreciatie vandaag
zal beleggingsopbrengst doen stijgen.
Bv wk $/€ = 1 $/€
Wke (verwacht) = $1,05/€
-> verwachte dollar depreciatie tov Euro
1,05 – 1 = 0,05 -> 5% per jaar
1
Dus als je een eurobelegging koopt, je niet alleen een intrest van
ontvangt (R€) maar ook een 5% bonus in termen van de $.

Stel: Wk plotse sprong tot 1,03$ per euro (appreciatie vd euro en
depreciatie van de dollar)
Naar de verwachte toekomstige wk is nog steeds 1,05$/€
wat is er gebeurd met de ‘bonus’?
1,05 – 1,03 = 0,019 (1,9% ipv 5% dus een daling van 3,1%)
1,03
Tabel 13.4
R€ = 5% blijft er ook E $/ € = 1,05 $/€
Wk stijgt  doet verwachte dollar – opbrengst op € - belegging dalen
(zoals in vb)
Wk daalt  (appreciatie $ tov €) altijd die opbrengst doet stijgen
DUS depreciatie van de dollar tov € maakt de belegging in euro minder
aantrekkelijk tov dollar belegging (door de daling van de verwachte dollar
– opbrengst of bonus op de eurobelegging)
Appreciatie van de dollar maakt € - belegging meer aantrekkelijk.
-> dit is normaal omdat de verwachte toekomstige wk $/€ constant bljft,
samen de i.
= dollar depreciatie vandaag betekent dat de dollar nu moet dalen met
een kleiner aantal – getal om enige verwachte toekomstige niveau te
halen (zie slide)
Wanneer de verwachte toekomstige wk niet wijzigt wanner de dollar
(depreciatie) vandaag deprecieert, zal de verwachte $ depreciatie (of
bonus) tov € daardoor dalen of de $-aprreciatie stijgen.
Figuur 13.3 laat de tabel 13.4 zien in grafiek.
De evenwichts – wk
Gegeven: R$ , R€, Ee
Figuur 13.4
 verticale lijn geeft de opgegeven niveau van R$ weer = de opbrengst
op dollar – rekening in $
 horizontale lijn geeft de verwachte opbrengst op € - rekening weer in
termen van de dollar die afhangt van de lopende wk (E)
 evenwicht in punt 1  E1
hier zijn de opbrengsten gelijk bij deze wk zodat de intrestpariteit op
gaat.
 waarom wk naar punt 1 zal gaan als het eerst in punt 2 of 3 zit
 punt 2 wk E²
opbrengst op € - rekeningen is minder dan de opbrengst op
dollar – rek (R$)
Hier zal ieder € - bezitter zijn rek willen verkopen voor de $ rek = de buitenlandse wisselmarkt is niet in evenwicht ondat er
deelnemers zijn die een euro – rek houden tegen hun zin.
Aanpassing= men zal verkopen, maar omdat de opbrengst op $ - rek
hoger is zal geen enkele houden van een $ - rek het verkopen voor een
Euro. Zo zullen € - houders hen overhalen door hen een betere prijs voor
de dollar aan te bieden. Zo naar E1 (wk daalt) = euro’s worden goedkoper
in termen van de dollar.
- > bij het vallen van E2 naar E1, de wk brengt de opbrengsten terug in
evenwicht, door het % waarin de dollar wordt verwacht te depreciëren in
de toekomst, te laten stijgen en zo de eruo – rek aantrekkelijker te
maken.
 punt 3 hetzelfde
niet graag $ - rek houden, zo door de hogere vraag nar eruo’s zal
de prijs van de euro stijgen - > wk € stijgt of wk $/€ deprecieert,
depreciatie van de $ van E3 naar E1: depreciatie van de $ maakt euro –
rekeningen minder attractief tov $ door de % te dalen waarin de $
verwacht is in de toekomst te depreciëren.
Intrest, verwachtingen en evenwicht
Hoe wk beïnvloed worden door verandering in de I en verwachtingen, die
hiervoor constant werden gehouden.
Effect van de verandering in intrest op de wk
In kranten = $ is sterk omdat de Amerikaanse intrest hoog is of dat de wk
daalt door I daalt
Figuur 13.5
I stijgt op $ - rek, van R1 naar R2 op het punt E1 de verwachte opbrengst
op $ - rek is nu hoger dan op een € - rek.
Hierdoor zal de $ appreciëren tot E2 (vraag $ stijgt  p $ stijgt)
Figuur 13.6
Effect van een stijging in R€, hierdoor zal de wisselkoers zal depreciëren,
$ deprecieert wanner I op € stijft, interessanter om in Euro te beleggen 
vraag naar € stijgt en aanbod € daalt in Europa.
€ apprecieert dus $ deprecieert.
Download