Aanplant- en beheerinstructie

advertisement
Aanplant- en beheerinstructie
(erf)beplanting
Nieuwe aanplant is altijd zeer kwetsbaar. In deze instructie
staat advies over de aanplant en het beheer van (erf-)
beplanting. Naast informatie die voor alle aanplant geldt, vindt
u specifieke aanbevelingen voor de aanplant en het beheer
van bomen, fruitbomen, leibomen en hagen/houtsingels.
Aanplant algemeen
Beheer algemeen
Bomen en struiken met zogenaamde kale
wortel dienen altijd zo snel mogelijk na
ontvangst geplant te worden, dit gebeurd in
de rustperiode (november - maart).
Na aanplant is het noodzakelijk om
voldoende water te geven. Hoeveel is
uiteraard geheel afhankelijk van o.a.
verdamping, licht en temperatuur. Een plant
zonder blad verdampt bijna geen water en
ook met donker en regenachtig weer verliest
uw beplanting nauwelijks vocht. Bij hogere
temperaturen en een schrale (oosten)wind
verdampt uw plant veel meer en
deze sneller uit. Overmatig water geven
is ook niet goed, want dan bestaat het
gevaar dat de plant aan de wortels gaat
rotten. Het is belangrijk om de grond
rondom de boom- en haagspiegels
onkruidvrij te houden. Wanneer u dit doet
met behulp van een schoffel, zorg er dan
voor dat u wortels en stam van de
beplanting niet beschadigt.
Mocht het niet mogelijk zijn om de
beplanting direct op de gewenste locatie te
zetten, dan kunt u het eventueel tijdelijk
opkuilen. Zorg daarbij dat de planten (bij
voorkeur gebundeld) met hun wortels in het
zand staan, zo drogen ze niet uit. Zorg altijd
dat de plantlocatie goed is voorbewerkt: vrij
is van onkruid en vooraf gespit of gefreesd
is. Voor een evenwichtig totaalbeeld van de
(erf)beplanting zijn de plantafstanden per
soort vermeld of kunnen eenvoudig worden
opgevraagd.
Maak altijd een ruim plantgat met daar
onderin goed losgemaakte grond. Planten
met een kale wortel zet je net zo diep als ze
bij de kweker gestaan hebben. Het stuk
tussen wortel en verkleuring heet de
wortelhals; deze komt helemaal in de grond.
De verkleuring op de bast geeft zo duidelijk
de diepte aan.
Na het planten moet de grond aangetrapt
worden waarbij eerst de plant iets omhoog
getrokken moet worden zodat het zand goed
tussen de wortels komt. Belangrijk
is om de grond niet te hard aan te stampen,
anders verdicht deze te sterk en verdichte
grond vertraagt de verdere kieming van de
wortels.
Voorkom schade door vraat van dieren.
Bescherm nieuwe beplanting altijd goed
door op ruime afstand van de beplanting
gaas of een hekwerk te plaatsen of de
bomen uit te rasteren.
U ontvangt gezonde producten die uw
woonomgeving levendiger maken. Wat
moet u vermijden bij nieuwe beplanting? Er
mag geen snoeihout verbrand worden nabij
bomen/struiken. Versnipperd snoeihout mag
niet verwerkt worden in het element. Het
gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen is
niet toegestaan, met uitzondering van
stobbenbehandeling bij ongewenste
houtsoorten zoals amerikaanse vogelkers,
Robinia en ratelpopulier. Ook mogen geen
meststoffen gebruikt worden.
AANLEG- EN BEHEERINSTRUCTIE ERFBEPLANTING
VINK TUIN EN LANDSCHAP
Bomen
Aanplant
Voor het planten van een boom kunt u het
beste een gat graven van ongeveer 50 x 50
x 50 centimeter. Dit gat is groter dan het
wortelgestel van de boom, maar door de
losse grond rondom de wortels groeit en
verankert de boom zich beter. Let op kabels
en leidingen in de grond!
Beheer algemeen
Over het algemeen kunt u bomen het beste
snoeien als het blad is gevallen en de
sapstroom tot stilstand is gekomen. Dit is
rond november. Let erop dat u ’s winters
geen zware takken wegsnoeit bij onder meer
berk, esdoorn, kastanje en walnoot, in
verband met het zogenaamde bloeden van
deze bomen. Deze moet u snoeien als ze in
blad staan.
Zorg bij het plaatsen van nieuwe bomen
voor verankering met behulp van
boompalen. Deze moeten niet in het
plantgat worden geplaatst als de boom al
staat, want dit kan de wortels beschadigen.
Graaf dus eerst het gat, sla daarna de
boompaal in de grond in het gat, daarna
kunt u de boom erbij zetten. Gebruik een
paal van onbehandeld hout. De boompaal
moet minimaal 75 cm in de grond komen
te staan en boven de grond op
schouderhoogte.
Voorkom dat er bij het snoeien bast
losscheurt van de boom. Dat kan door in
twee fases te zagen. Zaag eerst de
onderkant van de tak op enige afstand van
de stam in. Daarna zaagt u, iets verder van
de stam, de tak vanaf de bovenkant door.
De ‘kapstok’ die dan blijft zitten moet daarna
bij de stam worden weggezaagd. Let er wel
op dat de ‘kraag’ vlak bij de stam blijft zitten.
De boom sluit de wond namelijk vanuit die
kraag.
De boompalen kunnen het best geplaatst
worden aan de noordwest- en/ of
zuidwestzijde van de boom. De boom zal zo
bij de meest voorkomende windrichtingen in
de boomband hangen en dit voorkomt dat
de bast langs de boompaal kapot schuurt. U
kunt er ook voor kiezen om twee boompalen
op schouderhoogte aan weerszijden van de
boom te plaatsen. Boompalen zorgen er ook
voor dat de boom vaste wortels kan maken.
Ze kunnen na circa drie jaar verwijderd
worden.
Dode en schurende takken moeten
gesnoeid worden. Snoei nooit meer dan
20% van de totale hoeveelheid takken van
de boom weg; zo voorkomt u een te sterke
groeireactie.
Bij een jonge boom is het wenselijk dat hij
opgekroond wordt totdat hij een takvrije
stam heeft van circa 2 meter. Snoei om dit te
bereiken maximaal één takkrans (groep
takken op dezelfde hoogte rondom de stam)
per jaar weg.
Het voorjaar is de beste tijd om bomen te
knotten, u voorkomt dan vorstschade.
Geschikte bomen om te knotten zijn linde,
populier, wilg en paardenkastanje.
AANLEG- EN BEHEERINSTRUCTIE ERFBEPLANTING
VINK TUIN EN LANDSCHAP
Beheer Fruitbomen
Voor nieuw aangeplante fruitbomen is een
goede kroonvorming het belangrijkst. Als
regel kunt u aanhouden dat de boom drie tot
vijf hoofdtakken moet behouden. Wanneer u
bepaald heeft welke takken dit moeten
worden, kunnen de overige takken
weggesnoeid worden.
De snoeiperiode voor pitvruchten zoals
appel en peer ligt rond februari, steenfruit
zoals pruim en kers kunt u het beste
snoeien van half april tot september.
Bovendien vraagt iedere levensfase van de
fruitboom om een specifieke snoei; is
vormsnoei, onderhoudssnoei of
vervangingssnoei nodig?
Win bij een specialist advies in als u vragen
heeft over de juiste snoei van uw
fruitbomen.
Leibomen
Het rek dat in de leilindes zit kunt u het
beste zes á zeven jaar laten zitten. Hierna
zijn de hoofdtakken voldoende ontwikkeld
en moet het rek uit de boom gehaald
worden.
Voor het snoeien van de leilindes hebt u
twee opties.
Totale snoei
In de periode november - maart knipt u alle
verticale scheuten weg die zich het
voorgaande jaar gevormd hebben. Doe dit
zo dicht mogelijk op de hoofdtak.
Op de onderste liggers van de boom
kunnen de verticale scheuten een paar
ogen verder van de hoofdtak weggeknipt
worden. De boom heeft onderin van nature
minder groeikracht dan bovenin, maar kan
nu ook op de onderste liggers goed uitlopen
in het voorjaar.
Vormsnoei
In de periode november - maart knipt u alle
dikke scheuten weg die zich op de
hoofdtakken gevormd hebben. Doe dit zo
dicht mogelijk op de hoofdtak. Vaak zijn
deze dikste scheuten dicht bij de stam te
vinden, waar de meeste groeikracht is.
In de zomerperiode kunnen nieuwe
scheuten met een heggenschaar op een en
dezelfde breedtemaat worden gesnoeid.
Hiermee ontstaat er als het ware een ‘haag
op poten’.
AANLEG- EN BEHEERINSTRUCTIE ERFBEPLANTING
VINK TUIN EN LANDSCHAP
(Gemengde) Haag en Houtsingel
Aanplant
Zorg voor een ruim plantgat en losse grond
waar de wortels goed in kunnen
doordringen. Wanneer in lichte grond
(zandgrond) geplant wordt is het goed om
deze eerst te verbeteren. Meng hiervoor
organisch materiaal (compost/vochtige
potgrond) door de uitgegraven grond. Door
zware kleigrond kan fijn grind of grof zand
gemengd worden, zodat de drainage
bevorderd wordt.
Verdeel eerst het plantmateriaal over de
gehele lengte die u uitgegraven heeft.
Bevochtig de wortels en zet de beplanting in
de sleuf met de wortels goed uitgespreid.
Schud tijdens het vullen het plantgoed iets,
zodat de aarde de wortels goed kan
omsluiten.
Beheer
Zorg de eerste drie jaar na aanplant dat er
geen concurrentie is van onkruid. Het advies
is om de beplantingsstrook frequent
handmatig te schoffelen of te wieden.
Heeft u nog vragen naar aanleiding van het
door u ontvangen plantmateriaal, neemt u
dan contact op met Vink Tuin en Landschap.
Wij willen u graag verder helpen.
Vink Tuin en Landschap
[email protected]
0186-684529
Colofon
Er is onderscheid tussen het snoeien van
knip- en scheerhagen of struweelhagen/
houtsingels. Bij een knip- en scheerhaag
kunt u zelf bepalen hoe hoog en hoe breed
u de haag wilt laten worden. Door een
nieuwe haag in de eerste drie jaren
regelmatig te knippen ontstaat een dicht
vertakte, stevige haag. Begint u te laat met
knippen dan ontstaat er een brede, slappe
haag die kaal is van onderen.
Door hagen van boven iets smaller te
houden komt er lager in de hagen ook
voldoende licht bij en kan daar ook blad
groeien. Een knip- en scheerhaag moet bij
voorkeur jaarlijks gesnoeid worden. Een
beukenhaag kunt u het beste tweemaal per
jaar knippen. Een beukenhaag verdraagt
licht op de stam erg slecht. Zorg er daarom
voor dat er altijd wat takken (en blad) aan
de stam blijven zitten na het snoeien.
Plan de snoeibeurt op een bewolkte dag,
want zo voorkomt u dat het blad verbrandt
en bruin wordt.
Voor een struweelhaag en houtsingel wordt
‘hakhoutbeheer’ toegepast. Dit wil zeggen
dat de struiken laag bij de grond afgezaagd
kunnen worden (bij voorkeur doet u dit niet
met een klepelmaaier). U bepaalt zelf hoe
vaak u dit doet, op basis van hoe hoog u de
haag of houtsingel wilt laten worden. In de
meeste gevallen gebeurt dit eenmaal in de
vijf-zes jaar. U kunt er ook voor kiezen
om jaarlijks 20% af te zetten. De eerste keer
kan dit vijf jaar na aanplant. Hakhoutbeheer
kan het best plaatsvinden in de periode
tussen 1 oktober en 15 maart.
Overhangende takken kunnen gedurende
het hele jaar worden teruggesnoeid.
Deze publicatie is tot stand gekomen en uitgegeven in eigen
beheer door Vink Tuin en Landschap. Alle rechten
voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
worden overgenomen of verveelvoudigd in enige vorm of op
enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Vink Tuin en Landschap.
AANLEG- EN BEHEERINSTRUCTIE ERFBEPLANTING
VINK TUIN EN LANDSCHAP
Download