Hoorcollegeaantekeningen inleiding IT

advertisement
Hoorcollegeaantekeningen inleiding IT-recht
week 6 – 13/03/2014: strafrechtelijke aspecten
Rapport High-tech crime
In het rapport High-tech crime kwamen zes onderzoeksvragen aan de orde. Het was
vooral een overzichtsonderzoek (literatuuronderzoek). Strafrechtelijke vragen kwamen
niet aan de orde. High-tech crime wordt gedefinieerd als een overkoepelend begrip voor
criminele activiteiten waarbij gebruik wordt gemaakt van ICT.
Computercriminaliteit zijn delicten gepleegd in de omgeving of met behulp van ICT. Zijn
verschillende typen computercriminaliteit. Zo heb je de ongeautoriseerde toegang tot
ICT (hackers), of een ICT-storing door het gegevensverkeer plat te leggen door
bijvoorbeeld een dDos-aanval. Ook heb je malware en virussen.
Bij Cybercriminaliteit gaat het om ‘gewone’ misdrijven uitgevoerd in een ICT omgeving.
Zoals radicalisering van terroristengroepen online, illegale handel op marktplaats,
financieel-economische criminaliteit (oplichting of fraude) of illegale communicatie
(zoals discriminatie, belediging of kinderporno).
De verwachtingen van het rapport is dat er een toename van high-tech crime zal zijn.
Ook zal het internet meer als plaats delict een positie in gaan nemen, denk bijvoorbeeld
aan phising. Er is een opkomst verwacht van hackers als dienstverleners. In een
vervolgonderzoek in 2013 werden jeugdige daders van cybercrime onderzocht.
Jongeren geven online makkelijker gevoelige informatie vrij, maar zijn zelf ook vaker
dader van allerlei misdrijven of cyberpesten. Typerend voor deze groep is dat ze vaak
first-offender zijn en Nederlands (geen allochtonen). Na correctie blijven ze vaak op het
rechte pad.
De rapporten die naar voren zijn gekomen zijn vaak criminologisch dan strafrechtelijk
van aard.
Strafrecht geschiedenis
Met de opkomst van de ICT en het internet kwam ook de vraag of er nieuwe vormen van
strafwaardig gedrag onder bestaande delictsomschrijvingen worden gebracht? Zo’n
soort vraag was eerder gesteld in het elektriciteitsarrest, namelijk de vraag of
elektriciteit een goed was. De HR oordeelde hier positief over. De vraag is nu wel of
computergegevens ook goederen zijn. Het Hof van Arnhem heeft iemand veroordeeld
wegens verduistering van computergegevens, maar in art. 321 Sr. gaat het om toeeigenen. Dat is iets anders dan wegnemen. Wegnemen kon echter niet, want de gegevens
staan nog steeds op de plek waar je ze hebt weggenomen. Veel discussie over geweest.
Wet computercriminaliteit I
Er is veel discussie geweest over of gegevens een goed zijn. In de wet
computercriminaliteit zijn gegevens niet als goed aangeduid. Daardoor moest het
wetboek van Strafrecht op veel punten aangepast worden wat betreft
computercriminaliteit. Door de keuze te maken om allerlei acties apart strafbaar te
stellen, kwam de wetgever er achter dat er veel lacunes bleken te zijn. Hierdoor liep de
wetgever constant achter de feiten aan. Een remedie die ze wanhopig probeerde te toe
te passen was dat gegevens dan ruimer werden geïnterpreteerd. Dit werd duidelijk in
het arrest over de afgifte van de pincode. Iemand had zijn pincode onder bedreiging af
moeten geven. Was de afpersing van de pincode ook daadwerkelijk afpersing? Een
pincode is geen goed en er was geen sprake van een afgifte. Ook gaat het niet om
gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer. De HR oordeelde in r.o. 7.3.1 en 7.3.2
dat de pincode geen goed was en er was geen sprake van afgifte want de afgever verliest
het beheer over de pincode niet (je weet de code zelf ook nog). De wetgever heeft het
geprobeerd te repareren door te zeggen dat het moet gaan om gegevens ipv gegevens
met geldwaarde in het handelsverkeer.
Een tweede methode die vanuit de jurisprudentie is gekomen is de interpretatie waarin
de HR niet-stoffelijke gegevens wel als goed beoordeelde. Zie hiervoor het Runescapearrest (summier behandeld).
In de wet zijn vaak onnodige specificaties gegevens. Dit wordt duidelijk bij de
Kournikova-worm, want daar gaat het om de vroegere variant van art. 350a Sr. Er moest
op een bepaalde manier schade zijn aangericht. Schade in het algemeen was niet
voldoende. Er werd verdedigd met de middelen dat het virus niet was bedoeld om
schade aan te richten en dat de verdachte geen opzet had. De HR vond echter dat
daadwerkelijke schade niet vereist was. Opzet kon uit de bewijsmiddelen worden
gehaald. Het probleem is dat lang niet alle virussen schade aanrichten door zichzelf te
vermenigvuldigen, maar dit was wel een vereiste in de wet. Inmiddels is dit aangepast in
de wet.
Strafprocesrecht
Betekenisregeling
De huidige betekenisregeling kent een strikte normering aan de adressen waar aan
betekent moet worden, zie art. 585 e.v. Sv. Na de betekening zijn er ook allerlei regels
over de uitreiking van de dagvaarding. Er is een wetsvoorstel wat hier verandering in
wilt brengen (het conceptwetsvoorstel herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke
beslissingen). Het voorstel wilt mogelijk maken om een gerechtelijke mededeling dmv
uitreiking of elektronische overdracht. In art. 36f concept staat dat voor elektronische
overdracht een bericht wordt gezonden naar het elektronische adres. Het lijkt een
simpele aanpassing, maar het impliceert de keuze voor een ander uitgangspunt. De
burger krijgt nu een keuze. Het bestaande stelsel houdt in dat de postbode het vaste
lijstje langs moet lopen, maar dat zou nu dus anders zijn. De verdachte krijgt de keuze
om een e-mailadres op te geven. Dat heet ook wel een domiciliestelsel, de verdachte
kiest het adres waar betekent moet worden. Omdat niet alle regelingen mee veranderen
blijven er veel mogelijkheden om uit te kiezen. Dat is erg ingewikkelde regeling, omdat
er veel mogelijkheden worden gesteld en als het ergens mis gaat dat er weer een heel
nieuw proces ingesteld moet worden. Het zou beter zijn als er voor een uitgangspunt
wordt gekozen en dat consequent wordt uitgewerkt.
Betekening appeldagvaarding
Hier geldt een afwijkende betekenisregeling. Het om een verdachte die al in de
berechting zit. Hier is een speciale regeling voor gecreëerd, je kan de oproeping direct
meegeven. De regeling is echter in de verloop van de tijd lastig hanteerbaar geworden.
De Hoge Raad heeft namelijk geaccepteerd dat je een brief naar de griffier kan sturen (in
plaats van in persoon langsgaan). De wetgever wilde de oude gedachte consequent
uitwerken, dus je kon in het geval van een brief op dezelfde manier als bij de oude
situatie de appeldagvaarding betekenen. In dit geval zou de griffier de gemachtigde zijn.
Het is natuurlijk onhandig om de griffier op de hoogte te stellen van jouw dagvaarding.
De wetgever heeft nu geregeld dat er dan alsnog een brief naar het adres van de
verdachte wordt verzonden. Het wordt niet aan jou betekend, maar slechts verzonden.
Over een elektronische betekening wordt in het conceptvoorstel niet gerept. Wel is er
een aanpassing wat betreft digitale processtukken.
Digitale processtukken
Is een stuk minder schokkend, want het maakt het proces wel eenvoudiger. Wat wel
discussie veroorzaakt is de elektronische aangifte doen. De drempel wordt lager wat dus
tot veel werk voor de politie kan leiden, maar ook veel voordelen kent.
Beleidsinitiatieven
Er wordt gekeken hoe bijvoorbeeld het strafproces meer gedigitaliseerd kan worden. De
vernieuwing wordt niet altijd uitgevoerd door juristen.
Download