Hst. 2.2 Spieren

advertisement
§2.2 Spieren
Introductie spieren
• https://www.youtube.com/watch?v=9010mxb
BopE&list=PLr1tx9agautG3fzp8CseFVfgC_pQfhpr&index=4
§2.2 Spieren
Het skelet is het passieve en de spieren zijn het actieve
bewegingsstelsel.
De willekeurige (dwarsgestreepte) skelet spieren kunnen bewust
worden aangespannen. Werkt snel maar is ook snel vermoeid!
De onwillekeurige (gladde) spieren, kunnen niet worden
gecontroleerd. Werkt traag maar langdurig!
Willekeurig (dwarsgestreepte)
Onwillekeurig (gladde) spieren
§2.2 Spieren
Meerdere spiercellen (myofibril) worden omhuld door een laagje
bindweefsel (spiervezels). Vele spiervezels vormen samen een spier.
De spier is omgeven door een dik bindweefsel kapsel (fascie).
De fascie kan rechtstreeks vergroeid zijn aan periost of via een pees
(tendo).
§2.2 Spieren
Antagonisten: spieren die elkaar opheffen (werken in tegengestelde
richting) biceps / triceps.
https://www.youtube.com/watch?v=jovoQR9G1rM&list=PLaxc7PL_e5
2_yR0U6aUdyO-rS167IDddP&index=3
Synergisten: spieren met dezelfde werking musculus temporalis links
en rechts (kauwspier).
Antagonisten
Synergisten
§2.2 Spieren
De pees (tendo) is omgeven door een peesschede (tendovagina) en
beschermt de pees tegen het vele schuren langs de gewrichten.
De tendovagina is gevuld met gewrichtssmeer (synovia) waardoor de
bewegingen soepel verloopt.
§2.2 Spieren
Behalve sesambeentjes (knieschijf) zijn er ook slijmbeurzen (bursa)
om het gewricht soepeler te laten verlopen.
Een bursa is een zakje bindweefsel gevuld met synovia, dat
bewegingen bij gewrichten versoepeld.
Bursae komen overal in het lichaam voor,
in het schoudergewricht is de bursa bij de
mens groter en gevoeliger voor
ontstekingen.
§2.2 Spieren
Mimische spieren zijn spieren die zorgen voor de gelaats
uitdrukking, de mimiek. (bij de mens circa 40 spieren)
Extensie: optillen van de kop (spiergroep 14).
Flexie: naar beneden trekken van de kop (spiergroepen 9, 10 en 11).
De nekband (ligamentum nuchae) ontlast de nekspieren.
§2.2 Spieren
Extensoren zijn strekkers, bijv vd rug: spieren die de rug hol maken.
.
Flexoren zijn buigers bijv rugspieren die de rug bol maken.
.
• Extensie
• Flexie
§2.2 Spieren
Tot de ademhalingsspieren behoren de tussenribspieren, de spieren
van de borstwervels naar de ribben en het middenrif.
§2.2 Spieren
Afleiden van enkele spiergroepen:
-Musculus serratus ventralis, (getande buikzijde spier)
van borstkas naar schouderblad
-Musculus sternomastoideus, (sternum = borstbeen)
van borstbeen naar schedel
-Musculus quadriceps femoris (vierkoppige dijbeen spier)
ventrale zijde achterpoot
-Musculus rectus abdominus (rechte buikspier)
van craniaal naar caudaal
-Musculus temporalis (kauwspier)
van de onderkaak over het slaapbeen
§2.2 Spieren
Adductoren: spieren die de achterpoten bijeen houden.
Musculus pectineus
Pectineusmyotomie: dwars doorsnede van de musculus pectineus om de pijn bij
heupdisplasie te verminderen.
Abductoren: spieren die de achterpoten kunnen liften.
(plassen bij een reu)
Adductoren
Abductoren
§2.2 Spieren
Linea alba: een peesplaat lopend van het puntje van het borstbeen tot
de symfysis pelvis. Aanhechtingsplaats voor de schuine buikspieren.
Bij een ventrale incisie heeft de linea alba de voorkeur (weinig bloedingen en minder
pijnlijke genezing).
Wisselsnede: opening van de flank van de buikholte. Doordat de
schuine buikspieren haaks op elkaar liggen en in de richting van de
spiervezels wordt gesneden ontstaat de wisselsnede.
Download