Casestudy Longkanker

advertisement
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Klinisch redeneren 4
Welke interventies kan een
verpleegkundige ondernemen
bij inadequate coping
Naam: Anouschka Joling
Klas: LV11-4AGZ4
Volg+ nummer: 500534328
Docent: M. Dijkmans Van Gunst
Toets datum: 4 november 2011
Hogeschool van Amsterdam
Pagina 1
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Inhoudsopgave
Casus .......................................................................................................................................... 3
Inleiding ..................................................................................................................................... 4
Pathologie ................................................................................................................................... 4
Diagnostisch redeneren .............................................................................................................. 4
Therapeutisch redeneren ............................................................................................................ 5
Bijlage 1: Gehele casus .............................................................................................................. 7
Bijlage 2: Beslisboom ................................................................................................................ 9
Bijlage 3: zoekstrategie ............................................................................................................ 10
Bijlage 4: Achtergrondinformatie ............................................................................................ 13
Bijlage 5:Complete uitwerkingen ............................................................................................. 15
Clusteren: .............................................................................................................................. 15
Hypothetische diagnoses per cluster: .................................................................................... 16
Uiteindelijk diagnose ............................................................................................................ 17
Interventies ............................................................................................................................ 18
Prognostische variabelen ...................................................................................................... 19
Wetgeving ............................................................................................................................. 19
Patiënten perspectief ............................................................................................................. 19
Uiteindelijke interventie ........................................................................................................ 20
Hogeschool van Amsterdam
Pagina 2
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Casus
Longcarcinoom
Mark Jansen is een man van 50 jaar, getrouwd en heeft 2 kinderen die beide op hun zelf wonen. Dhr.
Jansen heeft in het verleden veel gerookt maar is 20 jaar geleden gestopt. Dhr. Jansen gaat altijd veel
op stap met zijn vrienden, dhr. vindt dat hij een echte man is.
De afgelopen tijd is dhr. Jansen snel benauwt, hoest veel en klinkt hees. In eerste instantie schonk dhr.
Jansen hier niet veel aandacht aan, maar na een aantal maanden ging dhr. Jansen na aandringen van
zijn vrouw toch naar de huisarts. Deze vond het toch zorgwekkend en stuurde dhr. Jansen door naar de
longarts.
Tijdens de afspraak bij de longarts zijn er onderzoeken afgesproken naar de mogelijke oorzaak, hierbij
werd ook een opname gepland om dhr. Jansen gedurende een aantal dagen te kunnen observeren.
Tijdens de opname is dhr. altijd vrolijk aanwezig en maakt veel grapjes met medepatiënten en
personeel.
Dhr. Jansen kreeg een aantal medicijnen die de luchtweg zouden verwijden (Ventolin, Atrovent,
Spiriva) en dit sloeg goed aan bij dhr. Jansen en dhr. Jansen werd minder benauwd. ’s Avonds ligt dhr.
vaak nog lang wakker en zegt gewoon moeilijk in slaap te komen door het geluid van het ziekenhuis.
Tijdens een gesprek komt de verpleegkundige erachter dat dhr.
Jansen erg inzit over dat zijn vrouw alleen thuis zit, en hoe het in de toekomst verder moet als hij toch
ziek blijkt te zijn. Uiteindelijk blijkt na een bronchoscopie dat dhr. longkanker heeft, maar de tumor zit
perifeer en dit heeft een grote overlevingskans. De behandeling die werd voorgeschreven was een
operatie en chemotherapie. De fysiotherapeut wordt in consult gevraagd om er voor te zorgen dat de
conditie van dhr. niet verslechterd. Daarnaast wordt de diëtist in consult gevraagd om, te zorgen dat
de voedingstoestand van dhr. optimaal is voor de operatie.
In een gesprek met dhr. zegt hij dat hij niet veel meer weet van het gesprek maar dat hij er ook niet
verder over wil praten. Wanneer zijn vrouw de volgende dag komt en met dhr. gaat praten, komt zij er
ook achter dat hij niet over de diagnose wil praten. Zij verteld dit aan de verpleegkundige, daarnaast
verteld zij dat dhr. ongewoon vrolijk is en wanneer er over de longkanker gesproken wordt, wordt dhr.
erg boos.
Hogeschool van Amsterdam
Pagina 3
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Inleiding
Tijdens mijn stage jaar 3 heb ik stagegelopen op de
longafdeling. Hierbij heb ik een meneer leren
kennen die een soortgelijke situatie had mee
gemaakt. Bij deze meneer heeft de vrouw er
uiteindelijk voor gezorgd dat dhr. over zijn ziekte
ging praten en voor een beslissing over de
behandeling. Toen heb ik nog nagedacht over hoe
ik het zou oplossen wanneer het mevrouw niet was
gelukt, hier kon ik op dat moment geen antwoord
op vinden. Mijn vraag bij dit onderzoek is dan ook
welke verpleegkundige interventies kan ik bij deze
patiënt het beste gebruiken?
Pathologie
Anatomie
Onder de definitie kanker vallen honderden
verschillende ziektes. Het enige wat kanker
betekend is dat er een ongeremde deling van
lichaamscellen plaats vindt.1
Longkanker betekent dat de ongeremde deling van
lichaamscellen plaats vindt in de longen.2 Bij deze
patiënt gaat het om adenocarcinoom. Deze vorm is
een relatief langzaam groeiende vorm en zaait
langzaam uit. 3
Epidemiologie
Per jaar wordt bij ruim 10.000 nieuwe patiënten een
longcarcinoom gediagnosticeerd; bij ongeveer 80%
van hen gaat het om een NSCLC.4 Bij ongeveer
85% van de patiënten met longkanker is er een
verband met roken. Bij diagnostiek blijkt het
merendeel van de patiënten reeds een
gemetastaseerde ziekte te hebben. 2
Prognose
Overall-genezingspercentage van patiënten in
Nederland met een NSCLC is geschat op 12%.
Wanneer er sprake is van een chirurgische
behandeling is de vijfjaars-overlevingskans 4050%. Bij een perifeer gelegen tumor waarbij geen
sprake is van metastase is de kans zelfs 50-60%.
Risicofactoren
Er is niet een duidelijk oorzaak van longkanker
maar er zijn wel een aantal risicofactoren.
- Roken, dit betekend ook ex-rokers of
mensen die veelvoudig mee roken.
- Carcinogene agentia, asbest, nikkel en
chroom
- COPD
- Littekens in de long door andere
aandoeningen zoals TBC5
Signalen & symptomen
De symptomen van een centraal en een perifeer
gelegen tumor zijn verschillend. Bij een centraal
gelegen tumor zijn er meer symptomen dan bij een
perifeer gelegen tumor.
Doordat dhr. Jansen een perifeer gelegen tumor
heeft zal daar meer op toegespitst worden.
- Hoesten
- Dyspneu d’effort door pleura-exsudaat
- Pijn door pleuraprikkeling
Hogeschool van Amsterdam
Daarnaast zijn er nog niet-pulmonale symptomen,
deze ontstaat doordat er tumoruitbreiding of
metastasering ontstaat. Een aantal van deze
symptomen zijn:
- Pijn
- Heesheid
- Dyspneu
- Vage buikklachten2
Diagnostisering
Om longkanker te constateren zijn er een aantal
onderzoeken:
- Thoraxfoto´s in twee richtingen
- Bronchoscopie met het nemen van biopten
voor histopathologische diagnostiek,
daarnaast kan er ook cytologisch
onderzoek gedaan worden.
- Het opsporen van metastasen door
bijvoorbeeld een CT-scan,
mediastinoscopie of endoscopische
echografie, röntgenonderzoek, botscan,
PET-scan.2
Behandeling
Er zijn een aantal behandelmogelijkheden, hierbij
wordt gekeken of de tumor curatief is of dat er een
palliatieve behandeling nodig is.
Curatieve behandeling:
- Indien resectabel: chirurgie
- Wanneer operatie niet mogelijk is:
chemotherapie en radiotherapie
Palliatieve behandeling:
- Radiotherapie of endotracheale
lasertherapie
- Bij doorgroei tumor: radiotherapie2
Nazorg:
- Fysiotherapie, de conditie moet opnieuw
worden opgebouwd en mensen moeten een
andere ademhalingstechniek ontwikkelen.
- Maatschappelijk werk/psychiater: de
diagnose en behandeling kunnen een
aanslag hebben op de geestelijke
gesteldheid van de patiënt. De keuze voor
discipline hangt af van de ernst van de
casus.
Complicaties
De complicaties die kunnen ontstaan zijn
voornamelijk gerelateerd aan de plaats en groei van
de tumor.6 Een aantal complicaties kunnen zijn:
ophoesten van bloed, compressie van het
ruggenmerg, botpijn etc.7
Diagnostisch redeneren
Op basis van de literatuur heb ik bij de casus
gekozen voor de volgende hypothetische diagnoses:
- Angst
- Ineffectieve ademhaling
- Inadequate coping8,9
Daarna is er literair onderzoek gedaan om een
definitieve diagnose te stellen.
Pagina 4
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Angst
Angst kan een gevoel van beklemming en
bezorgdheid bezorgen dat samen met een activering
van het autonome zenuwstelsel optreedt als reactie
op een niet te duiden dreigend gevaar of onheil.
Hierbij kan er bijvoorbeeld hoofdpijn, problemen
met slapen of prikkelbaarheid ontstaan. 10,11
Ineffectief ademhalingspatroon
Vanuit de literatuur wordt ineffectief
ademhalingspatroon gekenmerkt door een feitelijk
of potentieel verloren gaan van een toereikende
aanvoer en afvoer van gassen in de longen door een
verandering in de wijze van ademhalen. De
symptomen die hierbij ontstaan zijn o.a.:
verandering van ademhalingspatroon,
kortademigheid, heesheid.24
Inadequate coping
Hierbij kan de patiënt niet goed omgaan met een
stresssituatie, waardoor omgaan met emoties
vermoeilijkt wordt.12,13
Daarnaast is er ook een verstoring in het
aanpassingsvermogen waardoor de patiënt een
situatie of probleem niet goed kan hanteren
waardoor taken en rollen niet naar voldoende
vervuld kunnen worden.
De definitieve diagnose van dhr. Jansen is:
inadequate coping. De rede waarom coping nu van
belang is, doordat wanneer de patiënt geen juiste
coping heeft hij dit ook niet accepteert en daardoor
snel de behandeling af slaat. Dit is ook het geval bij
dhr Jansen.
Therapeutisch redeneren
Na het vaststellen van de verpleegkundige diagnose
inadequate coping heb ik gekeken naar de
resultaatsklasse en het opstellen van een doel. Het
is belangrijk dat een interventie past bij het doel,
het probleem en de persoon.
De resultaatsklasse die bij dhr. Jansen van
toepassing is, is het oplossen van de inadequate
coping. Om gericht te zoeken naar interventies heb
ik twee doelen opgesteld:
- Dhr. kan na 3 weken meer accepteren dat
dhr. longkanker heeft en kan hierover met
andere mensen binnen een vertrouwens
kring praten.
- Dhr. heeft na 4 weken meer kennis over
wat longkanker is en wat het voor dhr.
betekend.
Hypothetische interventies
Vanuit literatuurstudie en klinisch inzicht zijn er
een aantal hypothetische interventies opgesteld.
Counseling30,31,32
- Counseling is het ondersteunen van een
persoon en zijn/haar relaties door middel
van verschillende psychologische
theorieën.
Hogeschool van Amsterdam
Bevordering van coping14
- Ondersteunen zodat de patiënt zich kan
aanpassen aan mogelijke stressoren,
veranderingen of bedreigingen die kunnen
belemmeren in het vervullen van taken en
rollen.
Ondersteuning bij de besluitvorming14
- Zorgen voor informatie en ondersteuning
wanneer een patient een besluit moet
nemen over de zorg of behandeling.
Emotionele ondersteuning14
- Ondersteuning in een emotionele tijd zoals
rouw, dit is niet geheel van toepassing op
dhr. Jansen omdat dhr. nog niet zover is.
Actief luisteren
- Het luisteren en aansporen van een patiënt.
Generaliseerbaarheid
Het doel volgens dhr. Jansen is het blij maken van
zijn vrouw en zijn vrouw te ondersteunen na de
diagnose.
Eén artikel is geheel generaliseerbaar i.v.m. dat het
over verschillende soorten kanker gaat. De twee
andere gaan over een ander soort kanker maar wel
over inadequate coping waardoor ze
generaliseerbaar zijn. Door het multidisciplinaire
team zijn de hypothetische diagnoses
generaliseerbaar op het team.
Prognostische variabelen
Omgeving (positief)
Dhr. heeft in zijn omgeving zijn vrouw, kinderen en
vrienden die veel invloed hebben op dhr. Dhr. wil
veel voor zijn vrouw doen om haar gelukkig te
maken. Daarnaast geeft zijn vrouw dhr. veel
psychische steun.
Hulpmiddelen
Dhr. heeft op dit moment nog geen hulpmiddelen
nodig
Leefstijl/motivatie (positief)
Dhr. staat vol in het leven en is erg actief. Dhr. wil
er voor gaan en daar is genezing voor nodig.
Daarnaast is dhr gezond wat een positieve invloed
heeft op de genezing.
Ziekte (negatief)
Dhr. heeft longkanker, dit heeft een 40-50%
vijfjaarsoverlevings kans. Bij de diagnose kanker
denken mensen vaak dat er geen hoop meer is.
Cultuur (negatief)
Dhr. leeft in een westerse wereld (Nederland)
waarbij de subcultuur een mannencultuur is. Een
groot punt bij een mannencultuur is dat je niet over
gevoelens praat.
Wetgeving
Binnen de wetgeving moet er gekeken worden naar
een aantal punten
- Verzekering: Dhr. is aanvullend verzekerd
bij Ohra. Ohra vergoed counseling op
basis van consulten.
- Andere interventies zijn uit te voeren door
de verpleegkundige zonder extra kosten.
Pagina 5
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Er is al contact met dhr door middel van de
opname.15
- BIG: hierin staan alle handelingen
beschreven die de verpleegkundige mag
uitvoeren vanuit de wet. De
verpleegkundige is er zelf
verantwoordelijk voor om te zorgen dat zij
bekwaam blijft.16
- WGBO: in deze wet staat beschreven dat
de patiënt recht heeft op inspraak het
behandelplan.17
Doordat de wetgeving geen belemmering is, zal
hier niet verder op ingegaan worden in de
uiteindelijke besluitvorming.
Juridische aspecten zijn gezien, maar wordt nu geen
rekening mee gehouden.
Patiënten perspectief
“Ik weet niet zo wat ik van alle dingen die gegeven
worden moet denken. Ik vind het allemaal maar een
beetje overdreven en ik heb al zeker geen
emotionele ondersteuning nodig. Ik zou ook niet
weten waar ik over zou moeten praten, dus dat wil
ik ook niet.
Ik weet niet eens of ik überhaupt wel iets wil.
Maar mijn vrouw wil graag dat ik met iemand ga
praten over de situatie waar ik nu in zit en ik wil
dat zij ook geholpen wordt want zij heeft het er heel
moeilijk mee.
Ik weet niet zo goed wat ik moet denken bij
bevordering van coping, ik hoef daar geen hulp bij.
Ik denk dat van alles counseling mij het meeste
aanspreekt omdat hier ook mijn vrouw bij geholpen
kan worden.
Hogeschool van Amsterdam
Definitieve interventie
Na verschillende artikelen te hebben geraadpleegd,
mijn eigen klinische expertise en het patiënten
perspectief ben ik tot de conclusie gekomen dat
voor Mark Jansen en zijn vrouw counseling het
beste is.
Discussie
De informatie die in dit artikel is beschreven is
plausibel aan de hand van de gevonden informatie.
De onzekerheid is dat er een kans bestaat op
publication bias, dit komt doordat er niet gezocht is
in een trail database. Als tweede was er een doel
opgesteld vooraf het zoeken waardoor het zoeken
beperkt wordt. Daarbij denk ik wel dat de uitkomst
niet veel zou veranderen omdat deze in de meeste
artikelen als beste wordt aangegeven.
Als laatste weet je nooit wat dhr. Jansen achteraf
denkt en hij kan altijd weer van gedachten wisselen
waardoor de keuze voor interventie weer kan
veranderen. Hierdoor moet er continu gekeken
worden of er heroverwegingen gemaakt moeten
worden.
Er is weinig wetenschappelijk onderzoek te vinden
naar de verschillende interventies die uitgevoerd
kunnen worden bij inadequate coping. Hierdoor
zijn de meeste interventies uit slechts 1 artikel
gehaald, een richtlijn, dit geeft onzekerheden.
Echter doordat het een richtlijn is, is de
plausibiliteit voldoende om tot een uiteindelijke
definitie te komen.
Pagina 6
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Bijlage 1: Gehele casus
Een Man van 50 jaar, getrouwd en 2 kinderen die beide op hun zelf wonen. Dhr. heeft in het
verleden veel gerookt maar is 20 jaar geleden gestopt. Dhr. gaat altijd veel op stap met zijn
vrienden en doet dan altijd uitdagende activiteiten zoals een stormloopbaan, dhr. vindt dat hij
een echte man is.
De afgelopen tijd is dhr. snel benauwd, hoest veel en klinkt hees. In eerste instantie schonk
dhr. hier niet veel aandacht aan, maar na een aantal maanden ging dhr na aandringen van zijn
vrouw toch naar de huisarts. Deze vond het toch zorgwekkend en stuurde dhr. door naar de
longarts.
Dhr. is een aantal keer bij de longarts geweest, tijdens een van deze afspraken heeft de arts
een aantal onderzoeken voor geschreven.
Dit waren verschillende longfunctie testen waardoor de longinhoud getest kan worden en een
röntgenfoto waaruit gehaald kan worden of het gaat om een infectie of pneumonie.
Uit geen van deze onderzoeken bleek een duidelijke diagnose.
Tijdens de laatste afspraak werd er met dhr. gesproken over een eventuele opname zodat er
andere onderzoeken gedaan kunnen worden, er geobserveerd kan worden hoe het gedurende
de dag gaat en dat er een aantal medicijnen uitgeprobeerd kan worden en het resultaat hiervan
geobserveerd kan worden.
De vrouw van dhr. schrok hier erg van, zij wist wel dat het niet goed was maar zo erg wist zij
niet.
Dhr. maakte er een grapje over dat hij nu een keer lekker alleen nog slapen.
Tijdens de opname is dhr. altijd vrolijk aanwezig en maakt veel grapjes met medepatiënten en
personeel. Dhr. kreeg een aantal medicijnen die de luchtweg zouden verwijden en dit sloeg
goed aan bij dhr. en dhr. werd minder benauwd.
’s Avonds ligt dhr. vaak nog lang wakker en zegt gewoon moeilijk in slaap te komen door het
geluid van het ziekenhuis.
De verpleegkundige ging een keer op een rustige avond het gesprek met dhr. aan, daarin
vertelde dhr. dat hij zich zorgen maakt om zijn vrouw omdat die nu alleen thuis zit. Daarnaast
wist hij niet precies wat er allemaal ging gebeuren.
De verpleegkundige merkte dat dhr. erg inzat over de onduidelijkheid van zijn ziekte.
De volgende dag heeft dhr. weer een onderzoek, een bronchoscopie. Hierbij kijken de artsen
door middel van het inbrengen van een camera in de longen en kunnen evt. een biopt nemen.
Tijdens de bronchoscopie ziet te longarts een massa zitten en neemt hier een biopt van. Na
enkele dagen komt de uitslag hiervan.
Tijdens het uitslaggesprek verteld de arts dat er een tumor is gevonden en dat uit de biopt is
gebleken dat deze kwaadaardig is. Maar dat deze perifeer zit (aan de buitenkant van de long)
en dat dit dus een goed teken is volgens de arts. Doordat de tumor perifeer zit heeft dhr. ook
relatief weinig symptomen. De arts stelt voor dat dhr. operatie en chemotherapie ondergaat en
dat hierna eigenlijk de tumor geheel weg moet zijn.
Wanneer dhr. terug komt op de afdeling ziet de verpleegkundige dat dhr. erg stil is en vraagt
wat er tijdens het gesprek besproken is. Dhr. geeft aan er niet veel meer van te herinneren
maar wel dat hij kanker heeft en bang is wat er met zijn vrouw gebeurt als hij er straks niet
meer is.
Hogeschool van Amsterdam
Pagina 7
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Wanneer zijn vrouw de volgende dag op bezoek komt doet dhr. alsof er niks aan de hand is en
neemt haar gezellig mee naar beneden voor een kopje koffie.
Als mevr. later weg gaat spreekt ze jou aan en verteld dat zij zich zorgen maakt over haar
man, ze vertelde dat hij tijdens het bezoek helemaal niet met haar wilde praten over de
diagnose en dat hij daar soms zelfs erg boos over werd als zij er over begon. Daarnaast vond
zij dat dhr. ongewoon vrolijk was helemaal na de uitslag.
Tijdens je dienst merkte je ook dat dhr. eigenlijk van alles deed en zei als het maar niet over
de uitslag van de longkanker ging.
Hogeschool van Amsterdam
Pagina 8
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Gediagnosticeerd met longcarcinoom
Bijlage 2: Beslisboom
Hypothetische diagnoses:
Counseling
Actief luisteren
Emotionele ondersteuning
Bevordering van coping
Ondersteuning bij de
besluitvorming
Doelen:
Wat is het hoogst haalbare?
Welk doel past het best bij dhr. Jansen?
De doelen die met dhr zijn gemaakt zijn: Dhr. kan na 3 weken
meer accepteren dat dhr. longkanker heeft en kan hierover
met andere mensen binnen een vertrouwens kring praten.
Dhr. heeft na 4 weken meer kennis over wat longkanker is en
wat het voor dhr. betekend.
Passen de hypothetische diagnoses bij de doelen van de patiënt?
De hypothetische diagnoses actief luisteren en ondersteuning
bij besluitvorming passen niet bij de doelen die met dhr
gesteld zijn. Hiermee wordt nu niet verder gegaan.
Patiënten perspectief:
Hierbij wordt gekeken wat dhr. Jansen en zijn vrouw
van de interventie denken.
- Is de interventie belastend
- Wat is de voorkeur van dhr. Jansen
Dhr vind dat hij eigenlijk geen ondersteuning
nodig heeft maar als hij moet kiezen wil dhr het
liefst counseling doen doordat dit het meest bij
zijn doel past om zijn vrouw te helpen.
Ja
Nee
Beginnen met
behandeling
Generaliseerbaarheid:
Zijn de interventies te betrekken op mijn patiënt?
Zijn de interventies door het team uit te voeren?
Zijn de juiste hulpmiddelen aanwezig?
Zijn de gevonden artikelen generaliseerbaar op bij patiënt?
Eén artikel is geheel generaliseerbaar i.v.m. dat het over verschillende
soorten kanker gaat. De twee andere gaan over een ander soort kanker
maar wel over inadequate coping waardoor ze generaliseerbaar zijn.
Door het multidisciplinaire team zijn de hypothetische diagnoses
generaliseerbaar op het team.
Wetgeving:
Hierin wordt gekeken welke wetten en
kostenvergoedingen van toepassing zijn op de
interventies en dhr. Jansen.
Doordat dhr. verzekerd is en de interventies
zijn opgenomen in de verzekeringen heeft dit
geen invloed op de uiteindelijke beslissing.
Uiteindelijke interventie:
Counseling
Hogeschool van Amsterdam
Inadequate coping
Pagina 9
Prognostische variabelen:
Dit zijn factoren die een positieve of negatieve invloed kan
hebben op de patiënt.
Omgeving, hulpmiddelen, leefstijl, ziekte, cultuur
De ziekte en cultuur hebben een negatieve
invloed. Dit komt omdat mensen bij kanker
vaak denken dat het einde verhaal is, dit is ook
het geval bij dhr Jansen. Daarnaast heeft
Nederland een macho cultuur wat negatief is
voor het acceptatie proces.
De omgeving en leefstijl hebben een positieve
invloed, omdat dhr alles wil doen voor zijn
omgeving en zijn leefstijl is erg goed waardoor
een volledig herstel hoogst waarschijnlijk is.
Dhr heeft nu nog geen directe hulpmiddelen
nodig.
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Bijlage 3: zoekstrategie
In deze bijlage vertel ik hoe ik aan de informatie ben gekomen die ik gebruikt heb ik het
artikel.
Hypothetische interventies
Pico: Hoe kan ik de coping van dhr. Jansen verbeteren ten aanzien van longkanker.
Zoektermen: Disturped, adjustment, ability, capacity, cancer, lungcancer, handle stress
situation, nursing interventions, interventions, adaption, adjustment problems, coping
anhancement.
Databases: Pubmed, Cochrane, google scholar en studieboeken.
Keuze: Uiteindelijk heb ik voor drie Engelstalige artikelen en een richtlijn van oncoline.
Hierna heb ik de artikelen beoordeeld en ik vindt het goede artikelen, de validiteit is
voldoende en de resultaten staan duidelijk beschreven.30,31,32
Na aanleiding van de gevonden literatuur heb ik de hypothetische interventies opgesteld.
Hierna heb ik gericht gezocht naar bewijs voor de hypothetische interventies zodat ik een
selectie kon maken en uiteindelijk op één interventie kon komen.
Veel van de gevonden artikelen zijn niet gebruikt doordat deze niet aansloten bij de casus.
Deze waren bijvoorbeeld niet gericht op inadequate coping of waren gericht op mensen die al
langdurig ziek zijn waardoor de ingangswaarden en uiteindelijk de uitkomsten anders waren.
P: Disturbed adjustment
I1: Counseling
I2: Bevordering van coping
I3: Ondersteuning bij de besluitvorming
I4: Emotionele ondersteuning
I5: Actief luisteren
C:
O: Adaption, Coping enhancement
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
10
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
11
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
12
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Bijlage 4: Achtergrondinformatie
Onder de definitie kanker vallen honderden verschillende ziektes. Het enige wat kanker
betekend is dat er een ongeremde deling van lichaamscellen plaats vindt.18
Longkanker betekent dat de ongeremde deling van lichaamscellen plaats vindt in de longen.
Per jaar wordt bij ruim 10.000 nieuwe patiënten een longcarcinoom gediagnosticeerd; bij
ongeveer 80% van hen gaat het om een NSCLC.19 In 2008 werd bij 6.729 mannen en 4.047
vrouwen longkanker gediagnosticeerd. Bij ongeveer 85% van de patiënten met longkanker is
er een verband met roken. Bij diagnostiek blijkt het merendeel van de patiënten reeds een
gemetastaseerde ziekte te hebben. Slechts 20% van de patiënten komt in aanmerking voor een
resectie van de tumor. De overigen komen hiervoor niet in aanmerking, doordat de tumor zich
locoregionaal heeft uitgebreid of is gedissemineerd. Een gedeelte van de potentieel
resectabele patiënten komt vanwege comorbiditeit, functionele reserve en slechte performance
status niet in aanmerking voor een chirurgische behandeling omdat het risico op overlijden of
blijvende invaliditeit te groot wordt geacht. Er zijn slechts kleine verschuivingen in de
verdeling over de stadia van ziekte onder andere door diagnostische vooruitgang en de nieuwe
stadiumindeling van NSCLC.
Overall-genezingspercentage van patiënten in Nederland met een bronchuscarcinoom is
geschat op 12%. Wanneer er sprake is van een chirurgische behandeling is de vijfjaarsoverlevingskans 40-50%. Bij een perifeer gelegen tumor waarbij geen sprake is van metastase
is de kans zelfs 50-60%.
Er is niet een duidelijk oorzaak van longkanker maar er zijn wel een aantal risicofactoren.
- Roken, dit betekend ook ex-rokers of mensen die veelvoudig mee roken.
- Carcinogene agentia, asbest, nikkel en chroom
- COPD
- Littekens in de long door andere aandoeningen zoals TBC20
De risicofactoren moeten geprobeerd vermeden te worden. Er zijn bijvoorbeeld hulpmiddelen
en instanties om te helpen bij stoppen met roken.
Daarnaast zijn er strenge wetten wanneer er met carcinogene agentia stoffen wordt om
gegaan, zoals het dragen van beschermende kleding en mondkapjes.
De symptomen van een centraal en een perifeer gelegen tumor zijn verschillend. Bij een
centraal gelegen tumor zijn er meer symptomen dan bij een perifeer gelegen tumor.
Doordat dhr. Jansen een perifeer gelegen tumor heeft zal daar meer op toegespitst worden.
- Hoesten
- Dyspneu d’effort door pleura-exsudaat
- Pijn door pleuraprikkeling
Daarnaast zijn er nog niet-pulmonale symptomen, deze ontstaat doordat er tumoruitbreiding
of metastasering ontstaat. Een aantal van deze symptomen zijn:
- Pijn
- Heesheid
- Dyspneu
- Vage buikklachten etc.
Om longkanker te constateren zijn er een aantal onderzoeken:
- Thoraxfoto´s in twee richtingen
- Bronchoscopie met het nemen van biopten voor histopathologische diagnostiek,
daarnaast kan er ook cytologisch onderzoek gedaan worden.
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
13
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
-
Het opsporen van metastasen door bijvoorbeeld een CT-scan, mediastinoscopie of
endoscopische echografie, röntgenonderzoek, botscan, PET-scan.
Er zijn een aantal behandelmogelijkheden, hierbij wordt gekeken of de tumor curatief is of dat
er een palliatieve behandeling nodig is.
Curatieve behandeling:
- Indien resectabel: chirurgie
- Wanneer operatie niet mogelijk is: chemotherapie en radiotherapie
Palliatieve behandeling:
- Radiotherapie of endotracheale lasertherapie
- Bij doorgroei tumor: radiotherapie
Complicaties
De complicaties die kunnen ontstaan zijn voornamelijk gerelateerd aan de plaats en groei van
de tumor.21 Een aantal complicaties kunnen zijn: ophoesten van bloed, compressie van het
ruggenmerg, botpijn etc.22
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
14
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Bijlage 5:Complete uitwerkingen
Clusteren:
Bang:
Dhr. slaapt slecht
Dhr. heeft een bang voor gevoel
Dhr. is bezorgd
Dhr. heeft een verminderde eetlust
Vrouw van dhr. is erg bang
Hypothetische diagnose:
Angst
slaaptekort
Verantwoording:
Ik heb voor deze hypothetische diagnoses gekozen omdat dit het meest met de symptomen
van dhr. overeen komt. Er staan een aantal andere symptomen in de cluster maar omdat hier
meer een lichamelijke diagnose uit komt ga ik hier niet op door. Ik heb uiteindelijk voor angst
gekozen omdat dit erg actueel is en hierdoor ook het slaaptekort kan komen.
Bij de diagnostisering van kanker komt vaak angst voor, doordat het een grote klap is en veel
mensen denken dat ze hierdoor snel zullen overleiden. Dit is echter niet zo maar mensen
vinden het moeilijk om dit te accepteren omdat je vooral vaak hoort wanneer er iemand
overlijd met kanker.
Ademhalen:
Dhr. heeft een longcarcinoom
Dhr. is snel benauwd
Dhr. is snel bang
Dhr. heeft vroeger gerookt
Hypothetische diagnose:
Ineffectieve ademhalingspatroon
Hyperventileren
Verantwoording:
Bij een longca kunnen er veel symptomen voor komen, maar dhr. heeft hiervan niet echt veel
symptomen omdat de tumor perifeer gelegen ligt. Hierdoor zullen de symptomen gerelateerd
aan de ademhaling meer vanuit de angst komen. Ik heb dit wel als een lichamelijke cluster
gemaakt omdat er lichamelijk complicaties bij kunnen komen door de ineffectieve
ademhalingspatroon. Hyperventileren komt voornamelijk in episodes voor en dhr. heeft last
van continue ademhalingsproblemen, hierdoor heb ik gekozen voor ineffectieve
ademhalingspatroon.
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
15
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Praten:
Dhr. is sociaal aanwezig
Dhr. vindt het moeilijk om over
emoties te praten
Dhr. is snel boos
Hypothetische diagnoses:
Communicatie
Inadequate coping
Verantwoording:
Het sociale gedeelte is erg belangrijk voor mensen die net een leven veranderende situatie
hebben mee gemaakt. Dit geldt ook voor dhr., maar dhr. zelf vindt het erg moeilijk om
hierover te praten met andere mensen. Dit kan erg zwaar worden voor dhr. zelf en uiteindelijk
de omgeving van dhr.
Uiteindelijk kan het niet communiceren met andere lijden tot lichamelijke achteruitgang en
verslechterd herstel, dit komt doordat dhr. bijvoorbeeld slechter slaapt.
Het slechte communiceren komt doordat dhr. niet weet hoe hij zelf met deze situatie om moet
gaan en daardoor ook niet hoe hij zich moet uiten. Hierom heb ik dit ook voor inadequate
coping gekozen omdat je hiermee ook de communicatie verbeterd.
Hypothetische diagnoses per cluster:
Angst
P: Gevoel van beklemming en bezorgdheid dat samen met een activering van het autonome
zenuwstelsel optreedt als reactie op een niet te duiden dreigend gevaar of onheil
S:
 hoofdpijn
 buikpijn
 problemen met slapen
 prikkelbaar
 spanning en onrust23
Dhr. vertoont een aantal van de bovengenoemde symptomen.
 Dhr. slaapt slecht
 Dhr. heeft een bang voor gevoel
 Dhr. is bezorgd
 Dhr. heeft een verminderde eetlust
Ineffectief ademhalingspatroon:
P: Feitelijke of potentieel verloren gaan van een toereikende aanvoer en afvoer van gassen in
de longen door een verandering in de wijze van ademhalen.
S:
Kenmerken
Kritische kenmerken:
 verandering in ademhaling (frequentie, diepte, regelmaat)
 verandering in polsslag (frequentie, regelmaat, vulling) en bloeddruk.
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
16
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Mogelijke kenmerken:
 Kortademigheid
 Heesheid
 Ademhaling met getuite lippen
 Verlengde uitademing.24
Bij dhr. W komen verschillende symptomen voor:
 Dhr. is snel benauwd
 Dhr. heeft last van heesheid
 Dhr. heeft last van een verandering van ademhaling
Inadequate coping:
P: De patiënt kan niet goed omgaan met een stresssituatie, waardoor omgaan met emoties
vermoeilijkt wordt.25,26
Daarnaast is er ook een verstoring in het aanpassingsvermogen waardoor de patiënt een
situatie of probleem niet goed kan hanteren waardoor taken en rollen niet naar voldoende
vervuld kunnen worden.
S:
 Uitspraken dat het niet lukt om de situatie te hanteren of vragen om hulp
 Verkeerd gebruik van afweermechanisme
 Niet in staat zijn om aan rolverwachtingen te voldoen
 Voortdurende bezorgdheid
 Vaak ziek zijn
 Niet-assertieve manier van reageren
 Verandering in gebruikelijke manier van communiceren27
Uiteindelijk diagnose
Inadequate coping:
P: De patiënt kan niet goed omgaan met een stresssituatie, waardoor omgaan met emoties
vermoeilijkt wordt.28,29
Daarnaast is er ook een verstoring in het aanpassingsvermogen waardoor de patiënt een
situatie of probleem niet goed kan hanteren waardoor taken en rollen niet naar voldoende
vervuld kunnen worden.
E: De diagnose inadequate coping is gerelateerd aan de diagnostisering van de longkanker,
dhr. weet niet goed hoe hij zich aan deze nieuwe situatie moet aanpassen. Dit wordt getoond
doordat dhr. niet over de diagnose praten en wordt soms zelfs boos wanneer hier toch over
gesproken wordt.
S:
 Uitspraken dat het niet lukt om de situatie te hanteren of vragen om hulp
 Verkeerd gebruik van afweermechanisme
 Niet in staat zijn om aan rolverwachtingen te voldoen
 Voortdurende bezorgdheid
 Vaak ziek zijn
 Niet-assertieve manier van reageren
 Verandering in gebruikelijke manier van communiceren27
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
17
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Verantwoording:
Na het vergelijken van de verschillende kenmerken van de diagnoses met de symptomen die
dhr. W heeft ben ik uitgekomen op de verpleegkundige diagnose inadequate coping. Dhr. W
weet niet goed wat hij met deze situatie aan moet en probeert het daardoor een beetje af te
wenden en te ontlopen.
Dhr. heeft het meest overeenkomst met de symptomen van de inadequate coping.
Angst is ook een belangrijk voor dhr. en komt zeker voor, maar een emotie die vaak bij
inadequate coping voor komt is angst25. Door de angst kan ook de ademhaling veranderen,
maar daarnaast is het ook een stuk van de kanker die in de langen zit. Hierdoor komen alle
clusters in deze diagnose naar voren.
Hiernaast valt onder inadequate coping ook acceptatie, dit is het belangrijkst bij dhr. omdat
dhr. dit niet doet waardoor hij ook nog niet met de situatie om kan gaan.
Doel
Het doel voor dhr. is:
Dhr. kan na 3 weken meer accepteren dat dhr. longkanker heeft en kan hierover met andere
mensen binnen een vertrouwens kring praten.
Dhr. heeft na 4 weken meer kennis over wat longkanker is en wat het voor dhr. betekend.
P: Disturbed adjustment
I1: Counseling
I2: Bevordering van coping
I3: Ondersteuning bij de besluitvorming
I4: Emotionele ondersteuning
I5: Actief luisteren
C:
O: Adaption, Coping enhancement
Interventies
Mogelijke interventies:
Counseling
Bevordering van coping
Ondersteuning bij de
besluitvorming
Emotionele ondersteuning
Actief luisteren
30,31,32
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
18
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Generaliseerbaarheid:
De meeste bovengenoemde interventies zijn generaliseerbaar voor mijn patiënt. Enkel actief
luisteren is niet van toepassing op dit moment omdat dhr. er niet over wil praten. Dit kan later
echter wel van toepassing zijn doordat wanneer dhr. zijn ziekte meer geaccepteerd heeft hier
ook makkelijker over zou kunnen praten en dat is actief luisteren een belangrijke interventie.
Daarnaast is ondersteuning bij besluitvorming maar deels van toepassing op de casus omdat
dhr. er niet over wil praten, zal hij ook nog geen besluitvorming willen maken maar deze
interventie zal niet het probleem van acceptatie benaderen.
De rest van de mogelijke interventies zijn wel generaliseerbaar op de situatie van dhr. omdat
ze allemaal op de acceptatie in gaan.
Prognostische variabelen
Vrouw
Kinderen
Vrienden
N.V.T. Dhr. heeft geen hulpmiddelen nodig
Hulpmiddelen:
Leefstijl/motivatie: Actief, vol in het leven
Longkanker, dit heeft een 40-50% 5 jaars-overlevingskans
Ziekte:
Dhr. leeft in een westerse cultuur waarbij de subcultuur een
Cultuur:
mannencultuur is.
Omgeving:
Verantwoording:
Ik heb voor deze punten gekozen omdat dit invloed kan hebben op de acceptatie van de ziekte
en uiteindelijk de gekozen interventies. Een actieve levensstijl en een grote vriendengroep zal
een extra motivatie zijn om toch het behandeltraject in te gaan en te zorgen dat dhr. weer kan
doen wat hij vroeger deed. Daarnaast heeft de cultuur hier ook een grote rol, elke cultuur heeft
zijn eigen gewoontes en gebruiken waardoor de reactie op gebeurtenissen kan verschillen.
Binnen de westerse cultuur is het niet ongewoon om over gevoelens te praten. Binnen de
mannencultuur is het weer normaal om juist niet over je gevoelens te praten en altijd alles
voor jezelf te houden. Hierdoor zal het moeilijk zijn om dhr. aan het praten te krijgen over
zijn gevoelens maar het is zeker niet onmogelijk.
Wetgeving
 AWBZ: nog geen aanspraak door korte ziekteverloop
 Verzekering: Dhr. is aanvullend verzekerd bij Ohra. Ohra vergoed counseling op basis
van consulten.
 Andere interventies zijn uit te voeren door de verpleegkundige zonder extra kosten. Er
is al contact met dhr door middel van de opname.33
Patiënten perspectief
Doordat de WGBO van kracht is, is het belangrijk om te kijken wat dhr. zelf wil. De WGBO
is opgesteld zodat de patiënt zelf ook rechten heeft binnen het behandelplan, de patiënt moet
instemmen met een behandelplan en heeft ten allertijden recht op informatie.34
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
19
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
Dhr. zag in het begin in alle interventies geen heil, maar na een gesprek met dhr. en zijn
vrouw ziet dhr. in dat de coping niet voldoende is en wil wel graag meewerken alleen weet
nog niet hoe. Dhr stemt in met counseling en bevordering van coping.
Doordat dhr. nu wel inziet dat hoe dhr. op dit moment om gaat met de diagnose niet geheel is
zoals het zou moeten, zoals dhr. dit zelf zegt. Hierdoor is het probleem op te lossen.
Uiteindelijke interventie
Na enkele artikelen te hebben geraadpleegd kwam eruit dat counseling het meest helpt bij het
verbeteren van coping. Uit deze artikelen bleek ook dat persoonlijke counseling het beste
werkt, hierbij wordt er alleen counseling gegeven aan de persoon en zijn of haar directe
omgeving. Dit in tegenstelling tot counseling in een groep wat meer bekend is.
1
http://kanker.kwfkankerbestrijding.nl/wat-is-kanker/Pages/default.aspx (geraadpleegd op 30-102011)
2 Vries J. de, Hollema H etal. Oncologie voor de algemene praktijk.Assen: Van Gorcum;2009
3 http://www.longkanker.info/longkanker-algemeen/niet-kleincellige-longkanker.html (geraadpleegd op
5-1-2013)
4 http://www.iknl.nl (geraadpleegd op 16-9-2011)
5 http://www.kanker.be/index.php/oorzaken/verschillende-oorzaken/id-menu-2660.html (geraadpleegd
op 30-10-2011)
6 http://www.gezondvgz.nl/%7B802ade26-ed0a-4213-95c6-708cd12663c2%7D#{e93431a0-09f742cc-9465-91e5f30efdca} (geraadpleegd op 2-11-2011)
7 http://www.merckmanual.nl/mmhenl/sec04/ch057/ch057a.html (2-11-2011)
8 Carpenito-Moyet L.J., Zakboek verpleegkundige diagnosen, derde druk, Wolters-Noordhoff,
Groningen/Houten, 2008
9 http://nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_richtlijnen/k_nhgstandaarden/SamenvattingskaartjeNHGStandaard/M62_svk.htm (geraadpleegd op 2-11-2011)
10 http://www.encyclo.nl/begrip/angst (geraadpleegd op 2-11-2011)
11 http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychische-gezondheid/angststoornissen-algemeen
(geraadpleegd op 30-9-2011)
12 http://www.oncoline.nl/uploaded/docs/verpleegplannen/Ineffectieve%20coping.diagnose.pdf (geraadpleegd
op 30-9-2011)
13 http://www.verpleegkunde.net/GORDON/010COPING.htm (geraadpleegd op 30-9-2011)
14 Richtlijn ineffectieve coping, integraal kankercentrum Nederland. Goedgekeurd 2006 (geraadpleegd
op 16-09-2011)
15 http://www.mesters.nl/Counseling-Vergoeding.html (geraadpleegd op 27-10-2011)
16 Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg www.rijksoverheid.nl (geraadpleegd 2-11-2011)
17 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kwaliteit-van-de-zorg/vraag-en-antwoord/hoe-zijn-derechten-en-plichten-van-de-arts-en-de-patient-geregeld.html (geraadpleegd op 2-11-2011)
18 http://kanker.kwfkankerbestrijding.nl/wat-is-kanker/Pages/default.aspx (geraadpleegd op 30-102011)
19 http://www.iknl.nl (geraadpleegd op 16-9-2011)
20 http://www.kanker.be/index.php/oorzaken/verschillende-oorzaken/id-menu-2660.html (geraadpleegd
op 30-10-2011)
21 http://www.gezondvgz.nl/%7B802ade26-ed0a-4213-95c6-708cd12663c2%7D#{e93431a0-09f742cc-9465-91e5f30efdca} (geraadpleegd op 2-11-2011)
22 http://www.merckmanual.nl/mmhenl/sec04/ch057/ch057a.html (2-11-2011)
23 http://www.psychischegezondheid.nl/page/604/symptomen.html (16-9-2011)
24 http://www.oncoline.nl/index.php?pagina=/richtlijn/item/pagina.php&id=17855&richtlijn_id=319 (16-92011)
25 http://www.oncoline.nl/uploaded/docs/verpleegplannen/Ineffectieve%20coping.diagnose.pdf (geraadpleegd
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
20
Casestudy Longkanker herkansing
11 Januari 2013
op 30-9-2011)
http://www.verpleegkunde.net/GORDON/010COPING.htm (geraadpleegd op 30-9-2011)
27 Carpenito-Moyet L.J, Zakboek verpleegkundige diagnosen. Groningen/Houten: Wolters- Noordhoff; 2008
28 http://www.oncoline.nl/uploaded/docs/verpleegplannen/Ineffectieve%20coping.diagnose.pdf (geraadpleegd
op 30-9-2011)
29 http://www.verpleegkunde.net/GORDON/010COPING.htm (geraadpleegd op 30-9-2011)
30 Trijsburg R.W., van Knippenberg F.C.E., Rijpma S.E. Effects of psychological on cancer patient: a critical
review. Psychosomatic Medicine. 1992; 54:489-517
31 Seok J-H, Kim L.S. etal. Psychological and neuroendocrinological characteristics associated with
depressive symptoms in breast cancer patient at the initial cancer diagnosis. Elsevier/General
Hospital Psychiatry. 2010;32:503-508
32 Carlsson M, Hamrin E. Psychological and psychosocial aspects of breast cancer and breast cancer
treatment. Cancer nursing. 1994;17(5):418-428
33 http://www.mesters.nl/Counseling-Vergoeding.html (geraadpleegd op 27-10-2011)
34 http://www.hulpgids.nl/index.php?mid=153 (geraadpleegd op 27-10-2011)
26
Hogeschool van Amsterdam
Pagina
21
Download