GS Nederlands-Indie samenvatting

advertisement
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ Geschiedenis Nederlands-Indië
Hoofdstuk 1: Europese expansie en de VOC
Oriëntatie
Aan het eind van de vijftiende eeuw waren de Middeleeuwen voorbij, het was de tijd van de Renaissance. Men had een hernieuwde belangstelling voor de oudheid. Door nieuwe wetenschappelijke inzichten ging men anders tegen het geloof aan kijken. Aan het bestaan van God werd niet getwijfeld, maar wel aan het gezag van de kerk. Maarten Luther verzette zich tegen het gezag van de kerk. Zijn ideeën leidden tot de reformatie of hervorming en had een nieuwe Christelijke stroming tot gevolg: het protestantisme. In Nederland vond later de Opstand of 80‐jarige oorlog plaats. Men verzette zich tegen de Spaanse koning. Nederland kwam uit de opstand tevoorschijn als de Republiek der Verenigde Nederlanden. De Verenigde Oostindische Compagnie
De VOC werd gesticht omdat de concurrentie tussen de verschillende voorcompagnieën de prijzen onder druk zette. Ook was het uitrusten van de expedities bijna onbetaalbaar geworden. De VOC kreeg van de Bataafse Republiek behalve een monopolie ook veel staatsrechtelijke macht; zo mocht de VOC verdragen sluiten met de plaatselijke vorsten, forten bouwen en de orde handhaven. Dit was besloten omdat overleg door de lange reistijd te lang zou duren. Het zou onmogelijk zijn besluitvaardig te handelen door de moeizame communicatie. De VOC voerde niet alleen handel tussen Europa en Azië, maar ook veel inter‐Aziatische handel. Hierbij maakte men gebruik van handelsposten, de zogenaamde factorijen. Door deze handel in Azië tussen onder andere China, Japan, India en Indonesië, hoopte men de retourvloten te kunnen financieren. De inter‐Aziatische handel leverde veel geld op, vooral opium bracht bij de VOC veel geld in het laatje. Toch is het doel, het financieren van de retourvloten, nooit bereikt. Om de goederen in handen te krijgen maakte de VOC gebruik van het contingentenstelsel. Dit hield in dat de VOC verdragen sloot met de plaatselijke vorsten. De VOC bood de vorst een dienst aan, zoals steun in de strijd tegen de Portugezen, en ontving in ruil daarvoor een bepaalde hoeveelheid (contingent) van een handelsproduct. Het kwam voor dat de VOC bij een vorstenstrijd een bepaalde vorst steunde in ruil voor goederen. Dit leverde de VOC uiteraard veel goederen op, maar het had ook een onbedoeld effect: men raakte steeds meer betrokken bij de lokale politiek. Faillissement van de VOC
In de loop van de achttiende eeuw ging het bergafwaarts met de VOC. De belangrijkste oorzaken zijn: A. Corruptie binnen de VOC. Door de lage lonen werd er door de werknemers veel gesmokkeld; vooral opium was een geliefd smokkelwaar. __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ B. Britse concurrentie. Vanaf het eind van de 17e eeuw was de economische en militaire positie van Groot‐Brittannië groter dan die van Nederland. Ook de vele oorlogen die Nederland moest voeren verzwakte de internationale positie. Tijdens de Vierde Engelse oorlog (1780‐1784) bezetten de Engelsen een aantal factorijen. C. Een gebrek aan kapitaal. Voor de financiering van de handel was veel geld nodig. Het kapitaalgebrek werd voor een deel veroorzaakt doordat Japan de export van zilver beperkte. Ook bleven de uitgaven van de VOC veel sneller stijgen dan de inkomsten. Deze beperkte inkomstenstijging werd onder andere veroorzaakt door de veranderende Europese markt. De vraag naar specerijen, terwijl de vraag naar ander Aziatische goederen (koffie, thee, suiker) steeg. De VOC had geen monopolie op deze goederen. De VOC bleef dividend uitkeren aan de aandeelhouders, zelfs tijdens de Vierde Engelse Oorlog, toen de kas al leeg was. Waarschijnlijk wilde men de indruk wekken dat alles nog goed ging. Over oplossingen voor de teruglopende internationale positie van de Republiek verschilden de meningen. De prinsgezinden wilden stadhouder Willem V meer macht geven, terwijl de patriotten juist een democratischer bestuur wilden. In 1975 werd de Republiek der Verenigde Nederlanden overgenomen door de patriotten, die de Bataafse Republiek uitriepen. De Patriotten eisten ‘politiek toezicht’ op de VOC. De meeste prinsgezinde regenten werden vervangen door patriotten. Niet veel later werd de VOC failliet verklaard en nam de Bataafse Republiek de overzeese bezittingen over. Indo-Europese mengcultuur
In Indië ontstond ten tijde van de VOC een mengcultuur: de Nederlanders gingen steeds meer gebruiken van de Indiërs overnemen. Nieuwkomers keurden dit in eerste instantie af, maar wenden later toch aan deze vreemde gewoonten. Een aantal voorbeelden van de Indo‐
Europese mengcultuur zijn: ‐ Veel mannen hadden een Indonesische vrouw, een ‘Njaj’. ‐ Veel kinderen werden opgevoed door een Indische ‘baboe’ ‐ Nederlanders aten Aziatisch eten en droegen thuis Aziatische kleding. __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ Hoofdstuk 2: van VOC naar cultuurstelsel
(1800-1870)
Oriëntatie
In Nederland waren sinds 1975 de patriotten aan de macht. Napoleon Bonaparte was tegelijkertijd aan zijn opmars bezig. In 1806 benoemde hij zijn broer Lodewijk tot vorst van ‘Koninkrijk Holland’. Dit duurde maar vier jaar, daarna werd Nederland een Franse Provincie. Napoleon is niet lang aan de macht geweest, in 1915 leed hij zijn definitieve nederlaag bij Waterloo. De Europese vorsten hoopten hun eigen macht te kunnen herstellen, zoals het was voor de Franse Revolutie. Men had echter niet in de gaten dat het volk dit niet meer pikte. In Nederland vond een kleine opstand plaats, die de koning onrustig maakte. Om verdere problemen te voorkomen besloot koning Willem II dat de burgerij meer macht zou krijgen. Jan Rudolf Thorbecke maakte de nieuwe grondwet. De overgang van VOC naar cultuurstelsel
Tijdens de Napoleontische oorlogen werden de oceanen bijna volledig beheerst door de Engelsen. Omdat Nederland bondgenoot van de Engelse vijand Frankrijk was, verliep het contact tussen Indië en Nederland moeizaam. Herman Willem Daendels
In 1808 stuurde Lodewijk Napoleon de patriot Herman Willem Daendels als gouverneur‐
generaal naar Indië. Hij moest de kolonie bestuurlijk reorganiseren. Hij voerde de volgende maatregelen uit: ‐ Het oude VOC‐bestuur werd vervangen door betaalde ambtenaren ‐ De lokale bestuurders waren door Daendels niet geliefd, als patriot moest hij niets hebben van de elite. Alle lokale bestuurders werden door hem daarom gezien als ambtenaren. Wie niet naar hem luisterde werd hard aangepakt. ‐ Java werd verdeeld in negen districten. ‐ Boeren werden verplicht onbetaald werk te verrichten. Met behulp van deze herendiensten werd de Grote Postweg op Java aangelegd. Dit kostte duizenden Javanen het leven. ‐ Het contingentensysteem van de VOC werd behouden. Daendels maakte zichzelf zeer ongeliefd bij veel mensen. Allereerst bij de oude VOC‐
bestuurders die werden vervangen door ambtenaren, ten tweede bij de lokale elite: zij werden als ambtenaren gezien en met hun status werd geen rekening gehouden. Ten slotte bij de lokale bevolking vanwege de herendiensten. Thomas Stamford Raffles
__________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ In 1811 werd Java overgenomen door de Britten en kwam Thomas Stamford Raffles aan de macht. Hij nam veel veranderingen van Daendels over. Maatregelen die Raffles uitvoerde: ‐ Een modern en direct bestuurssysteem (net als Daendels wilde) ‐ De Javaanse elite raakte nog meer macht kwijt (zoals Daendels ook wilde) ‐ Het contingentensysteem werd afgeschaft en vervangen door het systeem van de landrente. Dit was een liberaler systeem. De Javaanse mochten zelf hun grond verbouwen en de opbrengst houden. Wel moesten zij belasting betalen, de landrente. De hoogte van deze belasting moest per boer worden vastgesteld en was afhankelijk van de soort grond en het gewas. De lokale elite werd een tussenpersoon tussen de boeren en de overheid. Het systeem van de landrente mislukte omdat de inkomsten tegenvielen. Ook was er chaos en ontevredenheid omdat het oude en het nieuwe systeem naast elkaar bleven bestaan. G.A.G.Ph. van der Capellen
In 1814 werd een verdrag gesloten tussen Engeland en Nederland, waarbij Indië weer in Nederlandse handen kwam. Van der Capellen werd de nieuwe gouverneur‐generaal. Hij kreeg de taak de kolonie winstgevend te maken en het liberale beleid van Dandels en Raffles voort te zetten. Zelf wilde hij ook nog het leven van de Javanen verbeteren. Om deze doelen te bereiken deed hij het volgende: ‐ Het landrente‐systeem van Raffles bleef gehandhaafd ‐ Westerse ondernemers mochten land huren en kopen om bedrijfjes en plantages op te zetten. Men hoopte dat deze ondernemers de koloniale inkomsten zouden vergroten. De resultaten hiervan vielen echter tegen. Ook ging Van der Capellen de ondernemers tegenwerken omdat de Javaanse boeren werden uitgebuit. Dit had tot gevolg de ondernemers naar Midden‐Java trokken, waar ze wel land konden huren. Daarop verbood Van der Capellen alle landverhuur. Toen Van der Capellen na tien jaar vertrok als gouverneur‐generaal, was de kolonie nog steeds niet winstgevend. 1825-1830 Java-oorlog
Oorzaken ‐ De boeren hadden het slecht door droogte en misoogsten. ‐ De adel was ontevreden omdat ze door de politiek van Daendels, Raffles en Van der Capellen veel macht waren kwijtgeraakt. Ook waren ze getroffen door het verbod op het verhuren van land. Aanleiding ‐ Bij een troonstrijd in het Javaanse vorstendom Djokjakarta kiest Nederland partij en creëert daarmee automatisch een tegenstander: prins Diponegoro. ‐ Diponegoro doet zich voor als een religieuze leider, waardoor veel diepgelovige boeren zich bij hem aansluiten. De ontevreden Javaanse adel sluit zich ook bij hem aan. De eerste jaren van de oorlog verliep slecht voor de Nederlanders. Zij waren gewend aan veldslagen op open terrein, maar de Javanen voerden een guerrillastrijd. Generaal De Kock past de Nederlandse tactiek aan. Hij liet kleine eenheden opereren vanuit versterkte posten, waardoor het Javaanse leger op een steeds kleiner gebied wordt teruggedrongen. Ook zorgt __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ hij ervoor dat het verbod op landverhuur weer wordt teruggedrongen. Hierdoor weet hij een deel van de adel weer achter zich te krijgen. In 1830 wordt Diponegoro gevangen genomen. Gevolgen van de Java‐oorlog zijn: ‐ Het verzet van de Javaanse adel was definitief gebroken ‐ Nederland controleert heel Java ‐ De kolonie is Nederland nog meer gaan kosten dan voorheen. ‐ 15.000 Nederlandse en 200.000 Javaanse slachtoffers ‐ In Nederland ontstaat een hevige discussie over de toekomst van de kolonie. Het cultuurstelsel
De discussie die ontstond ging vooral over hoe de kolonie winstgevend kon worden gemaakt. Gouverneur‐generaal Johannes van den Bosch ontwikkelde het cultuurstelsel. In het cultuurstelsel waren sporen te vinden van de methodes van de VOC, van Raffles en van Van der Capellen. De belangrijkste punten van het cultuurstelsel zijn: ‐ De Javaanse boeren worden verplicht om één vijfde deel van hun grond te verbouwen voor de Nederlanders. Het product wat verbouwd wordt worden cultures genoemd. Dit zijn onder andere koffie, thee, suiker en de indigoplant, die werd gebruikt om een blauwe kleurstof van te maken. De Nederlanders bepaalden wat de boeren moesten verbouwen. ‐ In ruil voor de cultures ontvingen de boeren het plantloon. ‐ Boeren bleven landrente betalen (die lager was dan het plantloon dat ze ontvingen). ‐ Herendiensten bleven verplicht. ‐ Plaatselijke dorpshoofden zorgden ervoor dat de cultures en de landrente werden geïnd; zij waren de tussenpersonen tussen de boeren en de Nederlanders. In ruil voor de cultures ontvingen zij de cultuurprocenten. Waarschijnlijk heeft dit op sommige plaatsen geleid tot uitbuiting van de boeren door de lokale dorpshoofden. ‐ Het vervoer en de verkoop van de productie kwam in handen van de Nederlandsche Handelmaatschappij (NHM). Dit staatsbedrijf kreeg een monopolie. ‐ De opbrengst van het cultuurstelsel wordt het batig slot genoemd. Voordelen van het cultuurstelsel: ‐ de kolonie werd voor het eerst winstgevend voor Nederland. ‐ De NHM werd een succes door het verkregen monopolie. ‐ De lokale elite profiteerde van de cultuurprocenten Nadelen van het cultuurstelsel: ‐ De Javaanse boer kreeg het slecht: op de boer na had iedereen baat bij het verbouwen van meer cultures. Er werden steeds meer cultures verbouwd in plaats van voedsel. ‐ De boeren moesten nog steeds herendiensten doen en landrente betalen. Rond 1850 werd de suikerteelt verminderd en de indigoteelt helemaal beëindigd. Deze twee gewassen onttrokken zoveel water uit de bodem dat de rijstteelt gevaar liep. Ook werd de controle op de herendiensten en het inheemse bestuur verbeterd. De boeren kregen meer tijd __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ om op hun rijstvelden te werken en werden geholpen door de aanleg van irrigatiesystemen. Hierdoor verbeterde de situatie van de Javaanse boeren. Dualistisch bestuursstelsel
In de kolonie ontstond een dualistisch bestuursstelsel. Dit hield in dat het Nederlandse (het binnenlands bestuur) en het Indonesische bestuur (het inlands bestuur) naast elkaar bestonden. In de praktijk kwam het erop neer dat het binnenlands bestuur de beslissingen nam en het oppertoezicht uitvoerde, terwijl de uitvoerende taken door het inlands bestuur (oftewel de inheemse adel) gebeurden. Dit dualistische bestuursstelsel ontstond omdat er te weinig Nederlanders waren om de hele kolonie te besturen. Een bijkomend voordeel was dat de huidige hiërarchie bewaard bleef; de Javaanse boeren bleven luisteren naar de vorsten zoals ze dat gewend waren. Europeanisering
In de loop van de negentiende eeuw vond in de kolonie europeanisering plaats. De Indo‐
Europese mengcultuur leek te verdwijnen. In de privésfeer bleven de Europeanen hun gemengde levenssfeer aanhouden, maar uit de publieke sfeer verdwenen de Indische gebruiken. Dit proces begon in de korte tijd dat de Engelsen in Indië heersten. De Engelsen keken neer op de Indo‐Europese mengcultuur en probeerden de kolonie Europeser te maken. Dit deden ze door onder andere Europees toneel, opera en dansen naar Indië te brengen. De Nederlanders die de Britten opvolgden moesten ook niets hebben van de Aziatische gebruiken. In deze tijd werd de naam Indië vervangen door Nederlands‐Indië. __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ Hoofdstuk 3: imperialisme en liberalisme
(1870-1900)
Oriëntatie
Engeland is lang het machtigste land van Europa geweest, maar in de tweede helft van de 19e eeuw veranderde deze positie. Duitsland industrialiseerde snel en bouwde een grote oorlogsvloot. Frankrijk had moeite met de groeiende invloed van Duitsland. Het leidde tot de oorlog van 1870‐1871, die Frankrijk verloor. Deze onderlinge argwaan in Europa had tot gevolg dat ieder land zo veel mogelijk land wilde veroveren. Er vond een soort wedloop plaats. Ook dacht men dat de economie baat had bij een zo groot mogelijk grondgebied. Een derde reden voor het imperialisme was dat men beschaving wilde brengen in de te koloniseren gebieden. Politiek van onthouding
De Nederlanders hadden in de tijd van het cultuurstelsel veel macht op Java en de Molukken. Met de overige gebieden (de ‘buitengewesten’) bemoeiden ze zich nauwelijks. De reden hiervoor is eenvoudig: er waren te weinig soldaten en bestuurders om deze gebieden te kunnen controleren en het zou te veel geld kosten. De buitengewesten maakten in naam wel deel uit van de kolonie en het buitenland erkende deze grenzen ook. Aan deze politiek van onthouding kwam een eind, tussen 1890 en 1918 breidde de Nederlandse invloed zich uit tot de grenzen van het huidige Indonesië. Hiervoor waren verschillende redenen: ‐ Economische motieven (er waren grondstoffen en plantages in de buitengewesten) ‐ De verspreiding van Europeanen over de eilanden nam toe. Deze mensen moesten uiteraard beschermd worden. ‐ Men was bang dat andere Europese landen delen van Indonesië over zouden nemen. Pacificatie van Lombok, 1894
In 1894 kwam Lombok in opstand tegen de vorst van Bali. Nederland stuurde het Koninklijk Nederlandsch‐Indisch leger (KNIL) om de orde te herstellen. Een bloedige strijd met veel slachtoffers aan beide zijden volgt. Uiteindelijk neemt Nederland de politieke macht over Bali en Lombok over. De Nederlanders reageren enthousiast, van ‘onthouding’ wil men niets meer weten. De pacificatie van Lombok wakkert het imperialisme nog meer aan. Er vinden na Lombok meerdere expedities plaats om de buitengewesten onder Nederlands gezag te krijgen. Men gebruikt niet de term ‘oorlog’ maar ‘pacificatie’, herstel van de vrede. Pacificatie van Atjeh, 1873-1909
In 1869 wordt het Suezkanaal geopend. Hiermee wordt de reis naar Azie met 16.000km verkort. De nieuwe scheepsroute naar Nederlands‐Indië liep langs de Straat van Malakka (tussen Sumatra en Maleisië). De noordelijkste punt van Sumatra werd gevormd door het __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ onafhankelijke sultanaat Atjeh, een broeinest van piraterij. De Nederlanders wilden Atjeh onder Nederlands gezag krijgen en stuurde het KNIL. Een bloederige guerrillaoorlog is het gevolg. Generaal Van Heutz besluit met harde hand op te treden. Pas in 1909, als er al duizenden doden zijn gevallen, is Atjeh volledig ‘gepacificeerd’. Ook na de pacificatie blijft het nog lang onrustig op Atjeh. Na de Atjeh‐oorlog bestuurt Nederland de hele Indonesische archipel. Nederland ontwerpt de korte verklaringen die gesloten wordt met de lokale elite van veel eilanden. In deze verklaring erkent een vorst de Nederlandse soevereiniteit en belooft hij de Nederlandse opdrachten trouw uit te voeren. In Nederland wordt generaal Van Heutz een held en hij krijgt een standbeeld. Over dit standbeeld ontstaat direct discussie, omdat linkse partijen de harde hand van Van Heutz bekritiseren. Liberalisme
In het midden van de negentiende eeuw komt er steeds meer verzet tegen het koloniale bestuur. Vooral de liberalen hebben kritiek, zij vinden dat de overheid zich te veel met de economie bemoeit. Een aantal wetten maakte langzaam maar zeker een einde aan het cultuurstelsel: ‐ De mijnwet (1850) maakte het voor particulieren mogelijk in Indië naar bodemschatten te zoeken ‐ De suikerwet (1870) zorgde voor geleidelijke afschaffing van de verplichte suikercultures op Java. ‐ De agrarische wet (1871) zorgde ervoor dat particulieren landbouwgebieden konden huren van de staat. Door deze wetten kwamen er steeds meer grote plantages gesticht. Ook nam de aandacht voor de buitengewesten toe. Terwijl Nederlands‐Indië liberaliseerde, kwam in de laatste 25 jaar van de 19e eeuw in Nederland de Industriële Revolutie op gang. Hierdoor ontstond veel industrie in Nederland, waar de grondstoffen die in de kolonie verzameld waren verder werden verwerkt. De industriële revolutie bracht ook stoomschepen met zich mee, die de contacten tussen het moederland en de kolonie en tussen de onderlinge eilanden versterkte. In 1888 werd de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij opgericht. Dit bedrijf kreeg dankzij een overheidscontract een monopolie: de KPM mocht alle goederen en personen van en naar Nederlands‐Indië verzorgen. De overheid kon de KPM gebruiken als het KNIL ergens moest worden ingezet. Daarom wordt de KPM tegenwoordig gezien als een verlengstuk van de imperialistische politiek van de staat: het bedrijf werd gebruikt bij de verovering van gebieden. De inheemse boeren begrepen het nut van de geldeconomie steeds beter. Ook konden deze boeren nieuwe ideeën en methoden van de Nederlanders overnemen, waardoor ze beter en goedkoper konden produceren. In 1902 werden de herendiensten afgeschaft, waarmee het cultuurstelsel volledig is verdwenen. Deli
Nadat de nieuwe liberale wetten waren aangenomen (mijnwet, suikerwet en agrarische wet), werd bij Deli op Sumatra een enorm junglegebied gekapt en omgetoverd tot een welvarend __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ landschap vol plantages. Duizenden Europeanen trokken naar Nederlands‐Indië om zelf te profiteren van het ‘wonder van Deli’. Bij de plantages op Sumatra was echter een groot tekort aan arbeidskrachten. Daarom gingen de blanken gebruikmaken van loonslaven die zij ‘koelies’ noemden. Ronselaars beloofden straatarme mensen een voorschot wanneer zij een contract ondertekenden. Wie tekenden, zat vast aan een soort slavenbestaan. In 1880 werd de macht van de planters nog groter door de koelie‐ordonnantie. Dit was een verzameling wetten over verzorging, betaling en bestraffing van de koelies. Een van deze wetten was de ‘poenale sanctie’, waardoor weggelopen koelies een gevangenisstraf konden krijgen. Toenemende westerse invloed
Tussen 1880 en 1900 nam het aantal immigranten uit Nederland sterk toe. De nieuwkomers hielden vast aan hun Europese gewoonten. Hierdoor verdween de oude gemengde samenleving. De tijd rond 1900 werd later door blanken tempo doeloe, de goede oude tijd genoemd. Dit was een geromantiseerd beeld. De blanke elite had het in die tijd goed, maar de rest van de bevolking was ondergeschikt aan de blanken en hadden erg slechte levensomstandigheden. __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ Hoofdstuk 4a: de tijd van de
wereldoorlogen (1900-1940)
Oriëntatie
Nationalisme, WOI, Vrede van Versailles, beurskrach en WOII: als het goed is weet je dit allemaal. Ethische politiek
In de tweede helft van de 19e eeuw nam de kritiek op het Indië‐beleid nog verder toe. Multatuli bekritiseerde het feit dat Indië werd beschouwd als melkkoe en er niets gebeurde om het welzijn van de inlandse bevolking te bevorderen. Politicus Abraham Kuyper vond dat Nederland de plicht had de inheemse bevolking op te voeden tot meer zelfstandigheid. Dit wordt de voogdijgedachte genoemd. Later verscheen het artikel ‘een ereschuld’ van advocaat C. van Deventer. Hierin staat dat Nederland de plicht heeft iets terug te doen voor de Indiërs. Zo moeten de Nederlanders onder andere zorgen voor onderwijs voor de Indiërs. Deze denkbeelden leidden ertoe dat de overheid de ethische politiek ging voeren, met als doel de Indië minder afhankelijk te maken van Nederland. (Let op: Nederland wilde Indië niet onafhankelijk maken. Met ‘minder afhankelijk’ wordt alleen bedoeld dat Indië zichzelf economisch en bestuurskundig beter zou kunnen redden.) Een voorwaarde voor de ethische politiek was dat de Nederlanders meer zouden samenwerken met de inheemse bovenlaag (associatie). De kernpunten van de ethische politiek zijn: ‐ De financiën van de kolonie en het moederland werden gescheiden ‐ Er kwam meer bestuur in de buitengewesten ‐ Er kwamen scholen voor de inheemse bevolking, zodat ze op den duur bestuurstaken over zouden kunnen nemen. ‐ De inheemse bevolking moest meer inspraak krijgen. Om dit te bereiken werd de volksraad ingesteld. De invloed hiervan was echter zeer beperkt. Met de ethische politiek wilde men ook de welvaart van de inheemse bevolking verbeteren. Dit wilde men doen door: ‐ Irrigatie: de irrigatie werd verbeterd en de boeren kregen kredieten en werden voorgelicht. Hiermee wilde men de productie verhogen. ‐ Emigratie: men wilde de bevolking beter spreiden door de Javaanse boeren te stimuleren naar dunbevolkte gebieden te verhuizen. ‐ Educatie: er kwam meer schioling voor de indiers. De ethische politiek kostte veel geld (met name het migratieprogramma), maar de welvaart en voedselproductie stegen wel. De koelies op Sumatra merkten weinig van de Ethische politiek. In 1902 publiceerde J. van den Brandt ‘De miljoenen van Deli’, waarin vertelde hoe slecht het met de koelies gesteld __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
__________________________________________________________________________________ was. Hierop liet de minister van Koloniën een rapport schrijven door J. Rhemrev. Dit rapport werd meteen geheim verklaard. Toch werden er maatregelen genomen om de toestand op Sumatra te verbeteren. Het bestuur en de politie kregen versterking, er werd een arbeidsinspectie ingesteld en na een aantal jaar werd ook de poenale sanctie afgeschaft. Gezondheidszorg
Het werk van de missie (katholiek) en de zending (protestants) werd lang tegengehouden om onrust tegen te gaan. Pas nadat Thorbeckes grondwet in 1848 werd ingevoerd kregen ze beperkte toegang. Rond 1900 kregen ze meer vrijheid. Missie en zending hielden zich met onderwijs en gezondheidszorg bezig. Ze waren echter nooit met veel mensen aanwezig. Toch hebben ze goed werk verricht met bijvoorbeeld het stichten van scholen en ziekenhuizen, het vaccineren van mensen en het geven van voorlichting over de verbeteren van de hygiëne. Onderwijs
De Nederlanders vonden hun eigen beschaving superieur aan die van de Indiërs. Daarom zagen ze het als hun taak om de Indiërs op te voeden. Om dit te doen werd er voor meer onderwijs gezorgd. __________________________________________________________________________________ Nederlands-Indië, Pim Moltzer 2008
Download