Italiaans neorealisme - Skript Historisch Tijdschrift

advertisement
Artikel: Italiaans neorealisme. Op zoek naar een nieuw humanisme
Auteur: Lieselot Decalf
Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 24.1, 17-24.
© 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam
ISSN 0165-7518
Abstract: Not available.
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van
de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar
verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele
historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder
publiek te presenteren.
Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het
machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de
redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar
bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam •
www.skript-ht.nl • [email protected]
Lieselot Decalf
Italiaans neorealisme
Op zoek naar een nieuw humanisme
Al in 1943 wordt Zuid-ltalie door de geallieerden bevrijd, maar het
duurt tot 1945 totdat zij daadwerkelijk Rome bereiken. Tot dan denken Italiaanse intellectuelen over de (herinrichting van de staat.
Daarbij wordt met bewondering naar het Russisch model gekeken.
Nadat ze jaren een ondergronds leven geleid heeft, komt de intellectuele
en culturele elite van Italië met een duidelijk doel voor ogen weer in de
openbaarheid. Deze mensen willen van hun land een nieuwe, leefbare
samenleving maken. Het geloof in een bloeiende toekomst uit zich - in
afwachting van de echte revolutie - op cultureel gebied. Dat levert een
korte maar levendige periode van culturele hoogconjunctuur op. Onder
meer in Italiaanse film en hteratuur uit de eerste jaren na de Tweede
Wereldoorlog komt het communistische ideaal tot uiting. Net zoals in de
Sovjetunie schrijft men aan cultuur de kracht toe om de politiek in eigen
handen te nemen, de 'foute' elementen in discrediet te brengen en een
nieuwe maatschappij op te bouwen, waar menselijkheid en gelijkheid centraal staan. Het uitdragen van een dergelijk nieuw humanisme wordt
onder meer het doel van de journalist en auteur Elio Vittorini. La proposta di un nuovo umanesimo of het voorstel voor een nieuw humanisme, zo
omschrijft hij zijn artistieke en intellectuele programma.^ De communistische inspiratie brengt een sterke thematische nadruk op de rauwe realiteit van de oorlog en de eigentijdse samenleving met zich. Deze verschillende kunstvormen moeten in de eerste plaats de werkelijkheid tonen, die
op een realistische manier in beeld moet worden gebracht. Daarbij hoort
de redenering dat realisme over een soort ongekunsteldheid of zuiverheid
beschikt die de burgerlijk-decadente kunstuitingen van het fascisme al
lang vergeten is. Deze stroming, die vooral in film en literatuur in het oog
springt, wordt door tijdsgenoten met de term 'neorealisme' aangeduid.
Het neorealisme kenmerkt zich door een sfeer van onverzoenbaarheid
met het verleden. Een realistische stijl wordt vooropgezet omdat de verschillende kunstvormen in de eerste plaats de werkelijkheid moeten
tonen. De nieuwe wereld moet een fotografisch negatief worden van de
oude, door mislukking getekende maatschappij. Auteurs en cineasten wijzen de stijlen en vormen die met fascisme geassocieerd worden af In
plaats van hermetische poëzie te schrijven, inspireren dichters zich bijvoorbeeld op de directe stijl van populaire verzetsliederen. Regisseurs
krijgen genoeg van de tranerige telefono bianco-films en trekken de straat
op met hun filmploeg.^ Op politiek vlak krijgt deze radicale houding vorm
in de afwijzing van de Italiaanse monarchie na een nationaal referendum
in 1946.
In zijn Inchiesta sul neorealismo (1951) schrijft Carlo Bo dat neorealistische auteurs niet alleen 'afdalen tot en deelnemen aan de dagelijkse
realiteit'. Ze gaan nog een stap verder, ze vinden de realiteit opnieuw uit
en geven die via papier of pellicule weer.-^ Tussen de regels zegt Bo dat
realisme - in weerwil tot de oorspronkelijke bedoeling - uiteindelijk toch
een artificieel karakter heeft. Het is geen reële werkelijkheid die men
creëert, maar een ideële. De grens tussen artificieel/fascisme en realistisch/democratie wordt heel dun en onhoudbaar. Het neorealisme bewandelt in feite twee wegen. Enerzijds lijken mensen als Carlo Bo te beseffen
dat het neorealisme en cultuur in het algemeen belang hebben bij openheid, bij een weg los van het communisme. Anderzijds is er een machtig
orgaan zoals de Partita Comunista Italiano (PCI) die het neorealisme bij het
marxisme indeelt en het daarvoor in een strak korset van regels wil stoppen. Omdat het neorealisme vooral door links geïnspireerde mensen
wordt gedragen, kent de PCI zichzelf de voogdij toe over de culturele stroming. Als een rechter zal deze partij beslissen over juist' en 'fout' neorealisme. Sommige auteurs worden bestempeld als slachtoffers van het 'individualisme in de literatuur' en hun werken worden 'decadent' of 'immoreel' genoemd. Deze regelgeving creëert een vals gevoel van helderheid.
De kunst die aan de eisen van het neorealisme beantwoordt, wordt gekenmerkt door de afwijzing van wat het fascisme aan zijn culturele elite voorschreef Sergio Turconi herkent dit proces in zijn studie van de neorealistische poëzie, maar verruimt het naar de hele toenmalige Italiaanse samenleving. Hij beschouwt de scherpe zwart-wittekening als een overgangsproces.^ In het verwerkingsproces dat de Italiaanse samenleving met haar
recente verleden aangaat, is voorlopig enkel plaats voor afkeer en tegenstelling.
Film als sociaal engagement
Hoewel het neorealisme als stroming slechts een kort leven beschoren is,
is het erin geslaagd om de naoorlogse Europese cultuur sterk te beïnvloeden. 1943 Is het signaaljaar: er is de gedeeltelijke capitulatie van de fascisten en Luchino Visconti filmt Ossessione, de prent die door vele filmcritici
als de blauwdruk van de neorealistische filmproductie wordt aangeduid.
De film is gebaseerd op de Amerikaanse thriller The postman always rings
twice van James M. Cain.-"^' Het is een verhaal over passie en geweld: een
zwerver begint een relatie met de eigenares van het café waar hij op een
van zijn tochten aanbelandt. Om het geld van de levensverzekering te
kunnen opstrijken, brengen ze samen haar echtgenoot om het leven door
een ongeval te ensceneren. Tijdens hun vlucht sterft de vrouw echter bij
een auto-ongeval. De ironie van het lot wil dat de zwerver - nadat de
moord op de echtgenoot onopgemerkt bleef - nu wël wordt beschuldigd
van moord op zijn geliefde en achter de tralies gezet wordt. Visconti
plaatst het verhaal in een Italiaanse sociale context en vooral de wijze
waarop is nieuw. 'Dit is Italië niet!', roept Mussolini uit bij het zien van de
armoedige en groezelige setting van de film, maar de filmcritici schrijven
de film meteen een voorbeeldfunctie toe. Ossessione volgt in de realistische enscenering het discours van het neorealisme, maar mist het sociale
engagement van vele films uit deze stroming. Zelf omschrijft Visconti het
als een film op mensenmaat, een antropomorfische film, waarbij de mens
en het leven in hun werkelijkheid worden weergegeven." Hij neemt dit
zelfs heel letterlijk door bepaalde scènes een realistische tijdwaarde aan te
meten. De filmische tijd is op dat moment gelijk aan de reële tijd, een concept dat Zavattini later cinema van de tijdsduur noemt. Omdat Visconti
Ossesslone heeft gedraaid zonder toestemming van de auteur, mag de film
aanvankelijk niet worden vertoond buiten Italië en blijft hij dus relatief
onbekend.
De eerste neorealistische film die wel meteen een internationale status
krijgt, is Roina citta aperta van Roberto Rossellini. In het verhaal worden
enkele personages gevolgd die samenwerken in het ondergrondse verzet
tijdens de winter van 1943-1944, wanneer de Duitse bezetter de Rome in
haar greep houdt. Volgens internationale oorlogsconventies is een 'open
stad' een stad waar niet wordt gevochten of waarop geen bombardementen
worden uitgevoerd. De Nazi's hebben Rome - nogal ironisch - tot open
stad verklaard en hoewel het directe oorlogsgebeuren daardoor niet meer
aanwezig is in de stad, gaan de bewoners er gebukt onder een repressieve
krijgswet.'' Roina citta aperta draagt alle basisingrediënten in zich van de
neorealistische cinema zoals Zavattini die in 1953 zal omschrijven. In
1953 gaat het reeds om gecanoniseerde regels, maar wanneer Rossellini in
1945 besluit om een film te draaien over het verzet, laat de realiteit hem
weinig keuze. Geen centimeter filmband mag verspild worden want het
materiaal is enkel te koop op de zwarte markt en dus peperduur.
Professionele acteurs en actrices zijn quasi onvindbaar, zodat hij genoodzaakt is met amateurs aan de slag te gaan. Het wereldberoemde studiocomplex Cinecittd is door de oorlog onbruikbaar, waardoor hij verplicht is
de straat op te trekken met zijn filmploeg. Medewerkers brengen meubels
en accessoires van bij hen thuis mee om de flat waar ze de binnenscènes
filmen, volgens zijn aanwijzingen te bemeubelen. Het onthutsende realistische karakter van de film is dus voor een groot deel bittere noodzaak, al
is de invloed van Rossellini's carrière als documentairemaker merkbaar.
Dit kan evenwel de latere mystificatie van de neorealistische cinema niet
verhinderen.
In 1946 en 1948 maken Vittorio De Sica en Cesare Zavattini twee meesterwerken die uit een heel ander neorealisme lijken te bestaan dan de oorlogsfilm van Rossellini. Sciuscia (Schoenpoetsertje) is een somber verhaal
over twee bevriende schoenpoetsertjes die door de frauduleuze activiteiten
van een oudere broer in de jeugdgevangenis terecht komen. Daar verliezen ze al snel hun kinderlijke onschuld en worden kleine crimineeltjes die
zelfs elkaar verraden. Ook de tweede film van de tandem De Sica Zavattini, Ladri di hiciclette (Fietsendieven) heeft dezelfde pessimistische,
haast fatalistische sfeer. Een werkloze huisvader krijgt eindelijk werk aangeboden als gemeentekoerier, op voorwaarde dat hij over een fiets
beschikt. Nadat zijn echtgenote het linnengoed van het gezin verpand
heeft, kan hij een fiets kopen die reeds op zijn eerste werkdag gestolen
wordt. De rest van het verhaal toont de zoektocht van de vader en zijn
zoon door Rome naar de fietsendief Uit wanhoop steelt de vader uitein-
delijk zelf een fiets, maar wordt meteen gepakt. Ook deze film eindigt in
een naargeestige sfeer, zonder dat het probleem van de gestolen fiets is
opgelost. In tegenstelling tot de film van Rossellini, is de oorlog als thema
niet meer aanwezig bij De Sica en Zavattini. De historiserende, documentaire stijl is vervangen door een actueel sociaal drama waarin het realisme
zorgvuldig gedirigeerd is. De definiëring van neorealisme door Carlo Bo
sluit hier bij aan: de neorealistische films zijn een gesublimeerde versie van
de realiteit. De alledaagse vlakheid van de realiteit wordt samengebald in
anderhalf uur. Het gaat in wezen om de kunst van imiteren, de te scheppen realiteit zo mogelijk nog 'echter' maken dan in werkelijkheid.
Schrijven voor een nieuwe wereld
De thematische verschuiving van oorlog naar de sociale problematiek
van de heropbouw, is eveneens merkbaar in de romans en de poëzie die
vlak na de oorlog verschijnen. Er is dezelfde tendens om zo realistisch
mogelijk te schrijven, een stijl die de traditionele - burgerlijke en dus fascistische - vormen afwijst. Schrijvers kiezen voor een taal die dichter bij
de spreektaal ligt, sommigen schakelen over op het dialect. Het literaire
klimaat van die dagen heeft een flinke steun aan de vele tijdschriften die
plaats bieden aan nieuwe, geëngageerde literatuur. Ook deze weekbladen
pleiten voor 'een nieuw humanisme, een medemenselijkheid die gedragen
wordt door een cultuur die beschermt tegen lijden, die het aanvecht en het
uit de wereld helpt', zoals de oprichter van II Politecnico, Elio Vittorini, het
omschrijft." Gelijkgestemd met de oprichters van Societa, pleit hij voor
een interdisciplinaire aanpak, waar een dialoog wordt gecreëerd tussen
wetenschap en cultuur, politiek en cultuur, marxisme en christendom.
Net zoals de verzetsgroep in Roina citta aperta een groepering was van
mensen met een zeer verschillende ideologische achtergrond (van priester
tot overtuigd atheïstisch communist) maar met dezelfde idealen, wil hij
van het tijdschrift een thuisbasis maken voor mensen die zich willen engageren voor dat nieuwe humanisme. Het debat over de relatie tussen politiek en cultuur is daarbij van groot belang, stelt Vittorini. Hij wil de
onmacht aanpakken van de oude Europese cultuur die, ondanks een eeuwenoude erfenis van humanisme en liberalisme, niet bekwaam is gebleken
om de gevaren van het fascisme het hoofd te bieden. De oorzaken van dat
tekortschieten liggen volgens Vittorini bij het ontbreken van een band
tussen deze cultuur en de maatschappij. Zijn droom is dat de cultuur in
plaats van de politiek de samenleving leidt, de macht overneemt en zelfde
nieuwe politiek wordt.^ Een dergelijke cultuurvisie - cultuur als een actief,
revolutionair en anticonformistisch begrip - wordt ook door de neorealistische cineasten en auteurs aangehangen. Op hun manier willen zij de
aanzetten geven tot verandering door de dagelijkse realiteit aan het
publiek te tonen.
Een liaison met het communisme
Ten opzichte van het communisme heeft het neorealisme steeds een erg
dubbelzinnige houding gekend. Il Politecnico bijvoorbeeld blijft steeds een
promotor van een zeer enthousiast, maar in hedendaagse ogen sentimen-
teel communisme. De eenvoudige interpretatie van de socialistische ideologie en het bewieroken van de verwezenlijking ervan in de Sovjetunie
krijgt hagiografische trekjes Het vertelt het verhaal van de strijd van de
gewone man tegen het kapitalisme, of van de partizanenstrijd tijdens de
oorlog. De bonte ideologische samenstelling van deze verzetsgroepen
krijgt in deze éénduidige en heldhaftige verhalen een overheersend rood
etiket opgeplakt dat alle aandacht naar zich toetrekt en de geschiedenis
homogeniseert. Toch kan niet worden gezegd dat tijdschriften als II
Politecnico en Societa zomaar in het brede spoor van de machtige PCI gaan
lopen, hoezeer deze partij probeert om alle leerlingen netjes per twee mee
te krijgen. De leider van de PCI, Palmiro Togliatti, verwijt II Politecnico dat
het geen keuzes kan maken en veel te eclectisch is - waarmee hij bedoelt
dat het te weinig marxistisch is. De samenstelling van de redactie is inderdaad zeer heterogeen, net zoals het antifascistisch verzet waar de wortels
van het ideeëngoed van het tijdschrift liggen. De communistische partij
zou maar wat graag de gescbiedcx^if van het verzet en de partizanenstrijd
recupereren als het begin van de grote communistische ommekeer in
Italië. Daarom probeert ze zoved mogelijk intellectuelen aan haar kant te
krijgen. Door zijn deelname aan de coalitieregering met de christendemocraten van De Gasperi is Togliatti trouwens bij een deel van zijn achterban zijn geloofwaardigheid als echte communist aan het verliezen. Als
hij wil dat links de rangen betev sluit, is een consensus onder opiniemakers zoals tijdschriften een prioriteit.
Op een gelijkaardige manier zal de PCI botsen met filmmakers. In 1948
vertrekt Visconti naar Sicilië om er La terra trema (De aarde trilt) op te
nemen, het op een novelle van Giovanni Verga geïnspireerde verhaal van
een vissersopstand. ^^ Hij wordt hiervoor gesteund door de communistische partij, die in Visconti - die ondertussen zijn adellijke afkomst afgezworen heeft - een partijtrouwe regisseur ziet. Hoewel de roman van Verga
oorspronkelijk eerder pessimistisch en fatalistisch van toon is, bevat hij
verhaalstof die naar een marxistische hand kan gezet worden. Visconti
echter kiest voor de fatalistische ondertoon. Hoewel de opstand van de
vissers aanvankelijk lijkt te lukken, moeten ze op het einde toch de duimen leggen voor het grote kapitaal. Ook hier lukt het de PCI niet om de
kunstenaars voor haar kar te spannen. Bovendien boert de partij achteruit. Na het eclatante verkiezingssucces van de christen-democraten in
1948 gaat Italië, lonkend naar de Verenigde Staten en het Marshallplan, de
gematigde toer op.
De storm gaat liggen
Voor het verdwijnen van het neorealisme kan geen eenduidige oorzaak
worden gegeven. Elisabetta Vitzizzai vindt dat het neorealisme er niet in
geslaagd is om werkelijk toegang te vinden tot de arbeidersbeweging.^
Ondanks de nadruk op het engagement is het vooral een theoretisch en
utopisch concept gebleven dat al snel door pragmatisch denken ingehaald
werd. De mensen hadden op een gegeven moment geen behoefte meer aan
het lezen of het zien van oorlogsleed of armoede, ze wilden het verleden
vergeten. Statistieken tonen de harde realiteit: behalve Roma citta aperta
leden alle andere neorealistische producties verlies in Italië. Tussen 1945
en 1953 was slechts tien procent van de nationale ftlmproductie in de categorie 'neorealisme' onder te brengen en eigenlijk hadden deze films meer
succes in het buitenland waar ze als 'cinema d'art' werden beschouwd. ^^
Ook bij de tijdschriften is het plaatje gelijkaardig. Societa evolueert wegens
het gebrek aan abonnees van weekblad naar maandblad om vervolgens
volledig te verdwijnen. Neorealisme blijkt dus een marginaal en eerder elitair verschijnsel te zijn als je het hele plaatje bekijkt.
Bovendien trachtte de overheid om het eigengereide karakter van het
neorealisme in de hand te houden. De centrumgerichte koers van de regering zette Giulio Andreotti aan om een open brief te sturen naar Vittorio
De Sica naar aanleiding van het verschijnen van de film Umberto D.^ De
brief reageerde op het negatieve beeld van Italië in de neorealistische cinema. In 1948 kreeg Ladri di biciclette zelfs een exportverbod opgelegd door
de regering. Andreotti drong er bij de Italiaanse regisseurs sterk op aan om
in het vervolg een constructiever beeld te schetsen van het land en 'de
vuile was binnenshuis te wassen'.^"'^ De koude oorlog verdeelde de wereld
in twee vijandige kampen. Italië had de kant van de Verenigde Staten gekozen. Om de beste leerling van de klas te worden en te blijven, kon het
land links-revolutionaire praat missen als kiespijn. Staatscontrole en censuur bleken nuttige hulpmiddelen om bepaalde opinies te doen verstommen.
Maar terecht merkt Turconi op dat de overheid niet de enige boosdoener
is.^-^ De crisis binnen de linkse intelligentsia zelf heeft eveneens bijgedragen tot de verdwijning van het neorealisme. Voor velen werd het steeds
moeilijker zich te vereenzelvigen met het communistische ideaal, zeker na
het gewelddadige optreden van de Sovjetunie tijdens de Hongaarse crisis.
Ten slotte is op micro-niveau duidelijk dat het neorealisme de ambiguïteit kent waar ook andere culturele stromingen mee worstelen. Enerzijds
lijkt een duidelijke definiëring te ontbreken, anderzijds zijn er toch pogingen ondernomen om een 'model' op te stellen van neorealistische poëzie of
cinema. Het 'recept' is geen lang leven beschoren. Hoewel de bloei van
het neorealisme slechts van korte duur is geweest, heeft het de grond
vruchtbaar gemaakt voor naoorlogse kunststromingen. De nouvelle vague
in de Franse cinema van de jaren zestig bijvoorbeeld, werd gedragen door
een generatie regisseurs die met veel bewondering het nonconformisme
van het neorealisme overnam. In het algemeen kan worden gesteld dat de
neorealistische kunstenaars in de beginjaren veel hebben geflirt met het
communisme om er later steeds verder van weg te groeien. Hun eigenlijke drijfveren bestonden uit engagement en enthousiaste actie, gekenmerkt
door directheid en een grote drang naar autonomie. Net zoals Turconi
opmerkt, kan je deze jaren beschouwen als een overgangsfase, alhoewel
dat misschien wat te veel klinkt als een understatement. Protagonisten uit
het neorealisme evolueren als kunstenaar of als mens in zeer verscheiden
richtingen - Rossellini begint een gevierde internationale carrière door
zijn samenwerking en huwelijk met de filmdiva Ingrid Bergman - toch
blijft men hen verbinden aan stijl en engagement van het neorealisme.
Noten
1 'La proposta dl un nuovo umanesimo' in: "Notizie su II Politicnico". Scheda bibliografica Einaudi. Turijn, 1975.
2. De term 'telefono bianco-film' of 'witte telefoon-film' verwijst naar de glamoureuze
decors van de populaire Italiaanse melodrama's uit de jaren dertig. Naar stijl en inhoud
zeer Amerikaans en oppervlakkig, was dit zowat het enige genre dat niet door de mangel van de fascistische censuur gehaald werd. Cf David A. Cook. "A history of narrative film". New York-Londen, 1996, 354.
3. Giorgio Luti en Caterina Verbaro. "Dal neorealisme alia neoavanguardia 1945-1969".
Firenze, 1995, 58
4. Sergio Turconi. "La poesia neorealista italiana". Milaan, 1977, 49.
5. James Mallahan Cain (1892-1977), Amerikaans schrijver en journalist, vertegenwoordiger van de harde en ongevoelige thriller-literatuur die in de jaren dertig zowel in
de Verenigde Staten als in Europa populair was. Naast 'The postman always rings
twice' (1934) schreef hij 'Double indemnity' (1936) en 'fvlildred Pierce' (1941). De filmversies van deze drie boeken behoren tot de klassiekers onder de film noir Cf David
A. Cook, "A history", 449-453.
6. Peter Bondanella. "Italian cinema from neorealism to the present". New York, 1991
7. David A. Cook, "A history", 427
8. 'Una cultura che protegga dalle sofferenze, che le combatta e Ie elimini' in: 'Vittorini,
Elio', « Dizionario delta letteratura italiana del novecento ». Turijn, 1992, 578.
9. Sergio Turconi, "La poesia neorealista", 9
10. Giovanni Verga (1840-1922) tijdgenoot van Emile Zola, publiceert in 1881 'I malavoglia', waarin hij het uit elkaar vallen van een vissersfamilie beschrijft bij hun strijd naar
betere levensomstandigheden. De roman is het eerste deel van een vijfdelige cyclus
waarin Verga elk boek aan een bepaalde sociale klasse wil wijden
11. Elisabetta Vitzizzai. "II neorealisme. Antifascismo e popoio nelle letteratura degli
anni trenta agii anni cinquanta". Turijn, 1980
12. Peter Bondanella, "Italian cinema", 35
13. Giulio Andreotti ("1919), Italiaans politicus, journalist en schrijver Werkte tijdens de
oorlog ondergronds mee aan de stichting van 'Democrazia Cristiana', de Italiaanse
christen-democratische partij. Na de bevrijding begint hij een lange parlementaire carrière en tussen 1947 en 1953 is hij als staatssecretaris verantwoordelijk voor het filmbeleid. Cf Peter Bondanella, "Italian cinema", 86-87
14. 'Andreotti disse che il film avrebbe portato fuori Italia una immagine avvilente del
paese en i panni sporchi, invece, si dovevano lavare in casa.' Franca Foldini en
Goffredo Fofi. « L'awenturosa storia del cinema italiano, raccontata dal suoi protagonisti 1935-1959 ». IVlilaan, 1979, 221
15. Sergio Turconi, "La poesia neorealista", 63
^^
Download