Vertrouwen en politiek Start Goedemiddag, dames en heren. Van harte welkom bij dit gesprek over het onderwerp ‘Vertrouwen en Politiek’. Dat gesprek gaan we samen voeren, dat kan niet anders. Heeft u zelf een idee waarover dit gesprek zal gaan? Zullen we eventjes kijken: [beurt geven] a. Hebben vertrouwen en politiek wel iets met elkaar te maken? b. Wilt u kort aangeven waarover we het volgens u zouden moeten hebben? (T=5) *{korte inventarisatie: kernwoorden op een flap of bord, met een enkel ondersteunend woord; wordt het koppel politiek en vertrouwen wel gedeeld?} *{even aangeven of de wensen verderop aan bod kunnen komen of misschien eerder in de tekst die kan worden gedownload} [Opmerking: U ziet dat mijn keuze voor dit debat is om u uit te nodigen om actief bij te dragen. Voelt u geen dwang; activering helpt uw geheugen, uw verstand en helpt verbinden] (T=5) De thematiek van ons café voor vandaag: DIA 1 *kunnen we politiek en vertrouwen aan elkaar koppelen? Of is hier bezwaar tegen? *wat gaat dat eigenlijk over: politiek en vertrouwen aan elkaar verbinden? Is politiek dan niet ‘georganiseerd wantrouwen’? Of gaat politiek eerder over de vraag hoe men omgaat met ‘meningsverschillen’ zonder elkaar kwijt te raken? Of is dat een kern van democratie? *welke effecten kunnen we verwachten wanneer het vertrouwen onder de politiek verdwenen is? *wat kunnen we hoe doen en aanpakken? (T=5) Een korte schets van politieke actualiteit. Ik wil aandacht vragen voor het ongenoegen en wantrouwen in de politiek, en soms voor aanwezig vertrouwen in delen van het bestuur, groepen, clubs: ik stip even aan. U krijgt nog de mogelijkheid een uitgebreidere tekst van mijn hand te downloaden. DIA 2 -winnaars en verliezers, bijvoorbeeld van de economisch-technologische transitie -(on)vervulde beloftes: Rutte’s 1000€ -tevredenheid en teleurstelling: zij steeds wel maar wij nooit -praten tegen en niet met, in kleine vertrouwde groepen of in het anonieme openbaar -houdingen in de politieke communicatie: katten, grote woorden, jij-bakken, polariserend en niet overbruggend -populisme en politiek: wild wantrouwen, dat politiek niet zinvol wordt vertaald. (T=10) Uiteenzetting De eerste negatieve spiraal Opiniepeilingen –voor zover die wat zeggen- tonen aan dat nogal wat burgers vertrouwen in politici zijn kwijtgeraakt. De verwachtingen, de hoop, het geloof zijn teleurgesteld, en doorassociërend: ‘ze’ zijn oneerlijk en ‘liegen’, ze zweren samen. Deskundigen menen dat de media en de publieke opinie elkaar een zwart gat in praten. Peilingen berichten ons dat de burgers teleurgesteld zijn, en die peilers vragen steeds maar weer wat die erbij voelen en wie ze dan wel vertrouwen; politici gaan dan uitleggen waarom ze doen wat ze doen. Dat helpt natuurlijk niets. Of ze proberen politieke woorden te bedenken die aan de bezwaren van de burgers tegemoet komen. Dat helpt ook niet. Het Sociaal Cultureel Planbureau stelt dat de gevoelstemperatuur laag is: daar had ik het net over. In het algemeen is het vertrouwen in politici, beleid en politiek afgenomen Een tweede negatieve spiraal: de zware verstikkende hand van de bureaucratisering van het beleid. Voor vele terreinen zijn er tal van protocollen, lijstjes die ingevuld dienen te worden, criteria waaraan voldaan moet worden en schraplijstjes met tijdseenheden, tot in deelminuten nauwkeurig, waar de tijd aan besteed mag worden en hoeveel zorg er verleend mag worden. Beleid lijkt te gaan over financiële afrekeningen, telbare doelen, meetbare acties, en de echte inhoud ervan verdwijnt in de mist van die beslommeringen. De bureaucratisering zelf is een geheid teken van wantrouwen over de betrouwbaarheid van de burgers. Als de overheid die burgers niet controleert met behulp van checklists en stuurt met klein regelwerk , zou het maar een rommel worden. De burger op zijn beurt voelt zich bekeken en te kort gedaan. Het kost hem zeer veel tijd en energie, de fouten liggen voor het oprapen (met risico van beboeting), en hij schiet er zelf niets mee op. Bovendien maken de overheden zelf de ene misschatting na de ander: denk aan de miljarden die verdwijnen in onjuiste aanbestedingen, onjuiste afvloeiingsregelingen voor ambtenaren bij de belastingdienst en ga zo maar verder. Een derde negatieve spiraal De hedendaagse burger heeft wensen en verlangens die tegelijk een ijkpunt, een recht zijn. Wie niet aan dat ijkpunt voldoet, stelt het vertrouwen te leur. De burger gaat dan bij een andere politicus shoppen. Hier zit ook onvrede van de burger: wensdenken dat ijkpunt is. Daardoor ontstaat diep en steeds bevestigd wantrouwen in politici en beleidsambtenaren; die kunnen immers niet aan de wens = ijkpunt voldoen. Politici doen wel hun best om de burger te bedienen, ondanks de beleidskaders en de statistische lijstjes. Zij proberen steeds iets te bieden, maar dat is eigenlijk altijd te weinig, te laat, voor te geringe groepen, onjuist en onhaalbaar, korte termijn. U ziet: vandaag zitten burgers en politici elkaar in de weg (T=10) Ik wil het met u eigenlijk meer over vertrouwen hebben, en deze nare feiten even achter ons laten. Maar dat kan nog even niet. Vertrouwen: conclusies Vertrouwen blijkt een veelkleurig werkwoord en begrip te zijn. *Vertrouwen begint met een spontane en eerlijke verwachting van voedsel, veiligheid en liefde van de zuigeling. Overgave. *Vertrouwen zet zich vast als verwachting, hoop en geloof, een ‘wenspatroon’ dat vaker niet dan wel wordt beantwoord. Overigens: dit verhaal gaat natuurlijk niet alleen over politiek en/of beleid. Eenzelfde patroon vertoont zich ten aanzien van de scholen, de gezondheidszorg, politie, leger, rechters enz. enz.. Zo tekent zich een crisis af tussen burgers en politiek, ambtenarij, deskundigen, tot en met de universiteiten toe. De crisis is een crisis van het vertrouwen, als onbeantwoord wenspatroon. De crisis is wantrouwen, waarvan niemand zich eigenaar weet maar waarover wel voortdurend gerapporteerd wordt. De crisis is: Het deugt niet! Het stinkt. De crisis is: Zij tegenover Wij We zijn er bijna. Veel ontevreden, wantrouwende burgers voelen zich in de steek gelaten. Ze kunnen zich zien als slachtoffer van globalisering en de ict-veranderingen, doen niet meer mee, hebben hun baan verloren. Kosten van een economisch-technologische transitie, heet dat dan. Mensen voelen zich tot in de kern van hun bestaan bedreigd, en gebruiken grote, boze, lelijke woorden. Dat is zo, en het is niet leuk, maar elke politicus doet er goed aan heel nauwkeurig te luisteren en te ontcijferen welke gegronde klachten onder deze grote woorden verborgen zijn. Wat bedoelen die boze burgers eigenlijk? Waar zijn ze bang voor? En elke politicus doet er ook goed aan geen politiek te bedrijven die afgeleid is uit de boze woorden; geen populisme dus. Dat levert wel stemmen en zetels, maar geen oplossing. Tegelijk: politiek doen we voor de mensen, het welzijn, ons, niet voor de transitie, de bank, de onderneming. DIA 4 Zoals ook in het evangelie van Marcus 2:27 staat. “En hij zei tegen hen: de sabbat is gemaakt voor de mens, niet de mens voor de sabbat!” 2000 jaar geleden werden deze woorden geciteerd. (T=15) U ziet: ik heb enkele steekwoorden gebruikt om de politieke probleemstelling duidelijk te maken. Zijn we er nu? Of gaan we nog aanvullen? Wie mag ik het woord geven? (T=15) DIA 6, DIA 7. Taakstelling voor een betrokken burger. Herstel de fundamenten van ons politiek stelsel: basisvertrouwen en gedoseerd en rationeel omgaan met verschil in meningen en standpunten. Het wantrouwen voorbij! Eén basispijler van een politieke gemeenschap is een bijna onbewust vertrouwen in de zin van het gezamenlijk gesprek over beleidsterreinen. Een tweede pijler is morele verplichtingen naar de gemeenschap, naar elkaar dus. En een derde is samenwerken en samen luisteren en samen spreken. Drie opdrachten! (T=5) Even kort toelichten. DIA 8 Vertrouwen sluit wederzijdsheid in: hoor, wederhoor, empathie, verplaatsen in andermans gedachten, belangen begrijpen en afstemmen, naar elkaar toe, d.w.z. tussen verschillende politieke groepen, en tussen overheden en burgers. Dat is geen gegeven, maar een opdracht. (T=5) DIA 9 Vertrouwen sluit moraliteit in: je bent medelevend lid van de gemeenschap, en je voelt je verplicht daaraan bij te dragen, in grote en kleine dingen. Je betaalt belastingen en heffingen; je neemt actief aan het gesprek over de gemeenschapsbelangen deel; je draagt ook zorg voor de buren en hun welzijn. Maar al die plichten hebben ook een keerzijde: de belastingen moeten fair worden vastgesteld; je doet je best om aan het gesprek deel te nemen, maar je mag verwachten dat de deelnemers ook hun best doen naar jou te luisteren en jouw belangen te bepalen. Erasmus zei in 1520 hierover dat ieder zijn mening mag geven, welke ook, als hij dat maar naar beste weten heeft bedacht. Dit is ook geen gegeven, maar een opdracht. (T=5) DIA 10 Vertrouwen doen we samen: werken, doen, spreken en luisteren. In die samenwerking kan de burger zijn inspanning laten zien, maar ook waarnemen dat anderen hun eigen bijdragen leveren, en dat het geheel ervan betekenisvol bijdraagt tot het welzijn van de grote of de kleine samenleving. Hij ziet ook dat hij zijn best moet doen om het politieke gesprek over bijvoorbeeld zorg te volgen en zijn opvattingen zo goed mogelijk onder woorden te brengen, maar hij ervaart dat ook van de ander. Hoe gaat hij met steevaste verschillen van mening om? Ook al heeft hij er vaak helemaal geen enkele zin in. Ook al houdt hij helemaal niet van anonieme vergaderingen. Geen gegeven, maar nog een opdracht. (T=5) Discussie: over wederzijdsheid, moraliteit, samengedrag (T=15) We gaan een oefenaanpak testen Zullen we hiermee eens wat stoeien? Ik stel het volgende voor. DIA 11 1. De gesprekken, de vergaderingen gaan we onderwerpen aan de zeven punten van het politieke gespreksprotocol: *afgebakende spreektijd *beknopte samenvatting van standpunten *argumentatie, ook bij emotie *bemiddeling tussen standpunten: afstemmen, samenwerking *niet schreeuwen, niet brullen, niet schelden, maar spreken *wederzijdsheid: de spreker doet zijn best om kort en helder te zijn; de toehoorder doet zijn best te begrijpen en in te passen, of te vragen. *beoordeel bijdragen ook vanuit de begrippen wederzijdsheid, moraliteit, en samendoen. (uitreiken op papier; eventueel toelichten) (T=10 DIA 12 2. Kies samen een terrein of vraagstuk waarop je je voldoende zeker, betrokken, gemotiveerd en misschien wel deskundig voelt. Dat kan zorg zijn, maar ook lokale veiligheid, onderwijs, landelijk buitenlands beleid ten aanzien van de VS, noem maar op, wat je wilt. We gaan ervan uit dat je de lopende argumenten , ondanks ‘news fatigue’ rond zo’n terrein bijhoudt, in elk geval enigszins op de hoogte bent, om aan te kunnen sluiten bij een vigerende probleemstelling in een gesprek. Mocht je daar onvoldoende kennis en zekerheid bezitten, dan zijn er later altijd korte, beknopte overzichten over zo’n terrein beschikbaar. 3. Met regelmaat worden er ergens beleidsvergaderingen op zo’n terrein geagendeerd. Dat geeft dan vrij nauwgezet aan wat er ter discussie staat, d.w.z. welke veranderingen de beleidsmakers willen nastreven. U heeft daar een opvatting over die u kunt beargumenteren. U neemt zo aan een dergelijke beleidsvergadering deel. 4. Ter vergadering worden de argumenten uitgesproken, getoetst en geherformuleerd. Dat vraagt concentratie, inspanning en hertaling. Het zal afweging van belangen vragen. Knelpunten worden niet weggewuifd, maar geëxpliciteerd. Het gesprek mag divergeren. Er worden voorlopige besluiten genomen, tussenstanden. (T=5) Verloop vraagstelling en discussie; (T = 30/15) Zo dragen keuzes, gesprekken en een eenvoudig protocol bij tot de (weder-)opbouw van vertrouwen in de politiek en in elkaar: één weg naast meerdere. In de woorden van Micha de Winter: binden èn banden tezamen. Want vertrouwen is een zaak van hoofd, hart, van lachen en werken, van zweten en kriebels: inspanning in wederzijdsheid. Vertrouwen is ondanks alle verschillen van mening elkaar erkennen als volwaardige deelnemers, medeburgers, ingesloten in de gemeenschap. Allemaal met verschillende belangen die ieder voor zich een plaats vragen onder de zon. Dat zijn we kwijtgeraakt en hebben we afgeleerd. Dus aan de slag, aan het leren, aan het verwerven van wederzijds vertrouwen, ook al zijn er verschillen. DIA 13 Martin Luther King zei: ‘In the end we will remember not the words of our enemies, but the silence of our friends’. (T=15) *een evaluatieve ronde: wat heeft u zinvol gevonden, wat wil u aanvullen, wat wil u niet. (T=15)