GENEESKUNDE Zuivelproducten en yoghurt: minder of meer consumeren? Dr. S. Maupertuis Onlangs organiseerden de Belgian Bone Club en de Belgische Vennootschap voor Menopauze onder het voorzitterschap van prof. Reginster (ULg) en prof. Rozenberg (ULB-VUB) en met de steun van het Instituut Danone, een symposium waarin internationaal gerenommeerde experts aan de hand van de laatste wetenschappelijk gevalideerde onderzoeken debatteerden over de gezondheidsimplicaties die gepaard gaan met de consumptie van zuivelproducten. Naast de gezondheidsvoordelen van een evenwichtige consumptie van zuivelproducten stond ook de economische impact centraal. Weg met die valse geruchten! Terwijl melk en zuivelproducten vroeger de hemel werden ingeprezen, worden ze thans met de vinger gewezen en de consumptie − vooral dan van melk − gaat gestaag achteruit. Op basis van talrijke gevalideerde onderzoeken toont dr. Jean-Michel Lecerf van het Institut Pasteur te Lille nu aan dat dergelijke achterdocht nergens voor nodig is. Integendeel, te weinig melk drinken is juist gevaarlijk voor de gezondheid. De synergetische werking van melk en zuivelproducten in het kader van een evenwichtige voeding is belangrijk om het risico op het metabool syndroom, diabetes type 2 en cardiovasculaire en cerebrovasculaire aandoeningen te beperken, maar ook ter preventie van diverse chronische aandoeningen (in combinatie met andere factoren): osteoporose, sarcopenie, darmkanker… Omgekeerd zijn zuivelproducten niet verantwoordelijk voor bijvoorbeeld nierstenen, artrose of artritis, osteoporose, inflammatoire darmziekten, acne of multiple sclerose. Wat hun rol in het ontstaan van prostaatkanker betreft, besluit het laatste rapport van het Wereld Kanker Onderzoek Fonds dat er geen verband bestaat tussen de consumptie van zuivelproducten in normale hoeveelheden en prostaatkanker; enkel hoge dosissen (meer dan 2g calcium/dag) kunnen leiden tot een matige toename van het risico op prostaatkanker; een dergelijke consumptie is echter veel meer dan wat in onze contreien daadwerkelijk wordt geconsumeerd. MS8239N Aantal gevallen van lactose-intolerantie overschat Zuivelproducten worden vaak met de vinger gewezen wegens de mogelijke lactose-intolerantie. “Welnu”, verklaart Dr. Lecerf, “volledige intolerantie voor lactose komt vooral voor in MEDI-SFEER 443 Een evenwichtige consumptie van zuivelproducten doet het risico op darmkanker met 15 tot 20% dalen; een dergelijke consumptie wordt niet significatief gelinkt aan een toename van het risico op andere vormen van kanker, zoals prostaatkanker. bepaalde gebieden van Azië en Afrika, en nooit voor de leeftijd van 2 jaar.” Lactose-intolerantie na het spenen mag dan wel de norm zijn geweest bij de mens zo’n 6.000 tot 10.000 jaar geleden, maar geleidelijk aan hebben verschillende genmutaties ervoor gezorgd dat bepaalde bevolkingsgroepen, onder meer de Noord-Europeanen, deze koolhydraten in melk wel degelijk verdragen. “In België heeft slechts 20% van de bevolking een gedeeltelijke lactose-intolerantie”, aldus de wetenschapper. Lactose-intolerantie uit zich in maag-darmklachten (opgeblazen gevoel, gassen, buikpijn en diarree) na inname van een bepaalde hoeveelheid lactose en dit bij een aangetoonde mal­ absorptie van lactose. Om geabsorbeerd te kunnen worden, 12 7 MEI 2014 ACTUALITÉS GENEESKUNDE MÉDICALES moet de lactose eerst tot glucose en galactose worden gehydrolyseerd door middel van een specifieke hydrolase in de darmen, de zogenaamde lactase-phlorizin hydrolase (LPH). De lactose is osmotisch actief en de slechte vertering ervan zorgt ervoor dat water en zouten worden vastgehouden; de suiker die niet wordt geabsorbeerd, fermenteert onder invloed van luminale bacteriën, wat leidt tot een abdominale distensie met gasvorming en diarree tot gevolg. Het is echter belangrijk te vermelden dat de perceptie van patiënten die lactose-intolerant menen te zijn, in vele gevallen niet strookt met de werkelijkheid. “Wanneer de diagnose lactoseintolerantie verkeerdelijk wordt gesteld, kan het gebeuren dat de patiënt daardoor onvoldoende calcium inneemt en ongezonde botten krijgt”, waarschuwt dr. Andrew Prentice van de London School of Hygiene & Tropical Medicine (Verenigd Koninkrijk). De consumptie van zuivelproducten kan en moet dus worden gehandhaafd. Dankzij de aanwezige melkfermenten wordt yoghurt goed verdragen door patiënten die slecht lactose verteren. Doordat yoghurt dikker is dan melk, kan de restlactase ook beter haar werk doen. Maar let wel, niet alle zuivelproducten in potjes zijn yoghurt! Enkel yoghurt bevat twee specifieke melkfermenten, Lactobacillus bulgaricus en Streptococcus thermo­philus, die de vertering van lactose verbeteren bij patiënten die moeite hebben om deze suiker te verteren. Een impact op de gezondheid maar ook op de uitgaven België staat in de ‘top 20’ wat de incidentie van heupfracturen betreft. De laatste 8 jaar stellen we een steeds duidelijkere toename vast van het aantal fracturen, met een stijging van 20,4% bij mannen en 5,7% bij vrouwen. Verwacht wordt dat deze evolutie zich aan hetzelfde tempo zal voortzetten tot in 2025. “Tussen 2002 en 2007 kende België een verdubbeling van het aantal voorschriften voor geneesmiddelen tegen osteo­ porose”, benadrukt prof. Cyrus Cooper van de universiteiten Southampton en Oxford in het Verenigd Koninkrijk. Naast de impact op de levenskwaliteit bij patiënten die kampen met fracturen als gevolg van een verminderde botdichtheid, heeft dit soort pathologie ook een niet te verwaarlozen economische impact. “Op Europees niveau werden de rechtstreekse kosten voor de behandeling van deze fracturen in 2010 geraamd op zo’n 26 miljard euro, een bedrag waar we nog eens 11 miljard euro moeten bijtellen voor langetermijnbehandelingen,” aldus Cyrus Cooper. Volgens de aanbevelingen van de IOF vormen een evenwichtige voeding met enkele essentiële voedingsstoffen zoals calcium, vitamine D en eiwitten, regelmatige lichaamsbeweging en een evenwichtige levensstijl de basis van een gezond beenderstelsel. Die kernboodschap zou aan iedereen moeten worden verkondigd. In België en in andere Europese landen blijkt de voeding verre van voldoende calcium aan te brengen. MEDI-SFEER 443 Dat geldt onder meer voor vrouwen met osteoporose die in de menopauze zitten. Recente gegevens met betrekking tot 3 Europese landen (Frankrijk, Zweden en Nederland) tonen aan dat het voorkomen van heupfracturen bij 50-plussers door de inname van zuivelproducten (650mg calcium/dag) een duidelijke economische impact heeft. “De ontwikkeling van economische modellen is belangrijk om de economische rentabiliteit van deze preventieve gezondheidsaanpak duidelijk te maken”, benadrukt Cyrus Cooper. De behandeling van fracturen als gevolg van osteoporose kost de openbare gezondheidszorg een bom geld. Denken we bijvoorbeeld aan de hospitalisatie- en revalidatiekosten, de kosten als gevolg van de verminderde autonomie en de verminderde levenskwaliteit van de zieke. “We moeten onze patiënten stimuleren om hun eetgedrag te veranderen en zo het risico op osteoporotische fracturen te verminderen”, zo meent prof. René Rizzoli van de faculteit Geneeskunde in Genève, hoofdarts van het departement rehabilitatie en geriatrie en van de dienst bot- en beweeglijkheidsziekten. “Onderzoek van de financiële balans toont aan dat de voedingsgeneeskunde zorgt voor aanzienlijke besparingen op het vlak van gezondheid. Goedkope voedingsinitiatieven leiden zo tot flinke besparingen doordat fracturen preventief worden aangepakt.” De dagelijks aanbevolen hoeveelheid calcium innemen Melk en zuivelproducten consumeren vormt de manier bij uitstek − en in de praktijk vaak de enige manier − om de dagelijks aanbevolen hoeveelheid calcium in te nemen. In België consumeert twee derde van de bevolking niet de gemiddelde aanbevolen hoeveelheid calcium van 900mg/dag. Bovendien overschrijdt 98,8% van de bevolking de aanbevolen hoeveelheid verzadigde vetzuren, die in principe niet meer dan 10% van de totale energie-inname mogen vormen. Meer melk en yoghurt consumeren zonder daarom meer kaas te eten, zou de Belgen helpen om in hun dagelijkse calciumbehoefte te voorzien. “Dankzij deze eenvoudige aanpak wordt de consumptie van verzadigde vetzuren aan banden gelegd”, verklaart Edouard Clerfeuille van CONUT.eu. Tot slot “Momenteel kunnen we de genetische determinanten met betrekking tot osteoporose nog niet optimaliseren, besluiten prof. J-Y. Reginster (ULg) en prof. S. Rozenberg (ULB-VUB). Door evenwichtig te eten en een levensstijl te hanteren zonder tabak en overdreven alcoholgebruik, en door regelmatig te bewegen, kunnen we evenwel actief bijdragen tot onze gezondheid en ons welzijn. Melk en zuivelproducten nemen een bevoorrechte plaats in binnen deze aanbevelingen en we kunnen een evenwichtige consumptie van deze producten op elke leeftijd alleen maar aanmoedigen.” 13 7 MEI 2014