Geldlening. - Belastingzaken

advertisement
Bron: NDFR
A-0501
OVEREENKOMST VAN GELDLENING i
De ondergetekenden:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “.......... B.V.”, hierna
noemen de uitlener, statutair gevestigd te .......... en kantoorhoudende aan de ..........
.........., te dezen vertegenwoordigd door haar bestuurder, de heer/mevrouw ..........;
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid “.......... B.V.”, hierna
noemen de lener, statutair gevestigd te .......... en kantoorhoudende aan de ..........
.........., te dezen vertegenwoordigd door haar bestuurder, de heer/mevrouw ..........;
te
te
te
te
in aanmerking nemende:
dat de uitlener aan de lener op ..........ii, hierna te noemen de ingangsdatum een bedrag heeft
uitgeleend;
dat de uitlener en de lener het wenselijk achten om de voorwaarden en bepalingen van deze
overeenkomst van geldlening vast te leggen in een onderhandse akte;
dat – gegeven de omstandigheid dat sprake kan zijn van een belangenverstrengeling tussen
partijen in de zin van artikel 8 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek – aan onderhavige
overeenkomst ten grondslag ligt een besluit van de algemene vergadering van
aandeelhouders van de lener d.d. .........., van welk besluit een kopie als bijlage aan deze
akte is gehecht;iii
zijn met elkaar een overeenkomst van geldlening aangegaan, die wordt beheerst door
de navolgende voorwaarden en bepalingen:
Artikel 1: AANVANG EN DUUR
Onderhavige overeenkomst van geldlening is aangegaan op ..........iv, gaat in op de
ingangsdatum en is aangegaan voor bepaalde tijd, te weten met een looptijd van ..........
jaren. De overeenkomst eindigt derhalve op .........., hierna te noemen de einddatum.
Artikel 2: BEDRAG VAN LENING
De uitlener heeft aan de lener ter leen verstrekt, gelijk de lener van de uitlener in ontvangst
heeft genomen, een som geld ter grootte van € ...........
Artikel 3: RENTE
De lener is niet verplicht over de geleende hoofdsom, of het restant daarvan, aan de uitlener
een rentevergoeding te betalen.
Óf:
1. De lener is verplicht over de geleende hoofdsom, of het restant daarvan, aan de uitlener
een rentevergoeding te betalen. De rentevergoeding is verschuldigd in ..........termijnenv,
waarbij de eerste rentetermijn vervalt op .........., over de lengte van die eerste termijn
berekend.
2. De rentevergoeding is gebaseerd
óf: op een vaste rente ter grootte van ......... %vi op jaarbasis.
óf: op een variabele rente ter grootte van het 12-maands Euriborvii op 01 januari van enig
kalenderjaar met een opslag van 1,5%viii.
Geldlening.
Pagina:
1/5
Bron: NDFR
A-0501
3. Deze rentebepaling geldt voor de volledige looptijd van de lening.
óf:
Deze rentevergoeding geldt gedurende de periode die loopt van de ingangsdatum tot en
met ........... Na het verstrijken van deze periode wordt de hoogte van de rentevergoeding
opnieuw in onderling overleg vastgesteld voor een nader te bepalen periode.
Artikel 4: AFLOSSINGEN
1. De lener is niet verplicht op de geleende hoofdsom, of het restant daarvan, aan de
uitlener aflossingen te betalen.
2. De hoofdsom, of het restant daarvan, is echter te allen tijde terstond en zonder enige
waarschuwing of kennisgeving vooraf opeisbaar in de volgende gevallen:
a. op de einddatum;
b. bij niet prompte voldoening van de rente op de verschijndagen;ix
c. door faillissement van de lener of aanvraag daartoe;
d. door surséance van betaling van de lener of aanvraag daartoe;
e. door elke andere omstandigheid waarbij de lener het vrije beheer over één of meer
van zijn zaken verliest;
f. bij ontbinding van de lener om welke reden dan ook.
3. De lener is bevoegd te allen tijde zonder enige waarschuwing (andere) aflossingen te
doen dan de hierboven bepaalde, mits in ronde sommen van honderd euro of een
veelvoud daarvan.
Óf:
4. De lener is verplicht op de geleende hoofdsom, of het restant daarvan, aan de uitlener
aflossingen te betalen.
5. Aflossingen vindt plaats op lineaire grondslag, waarbij de aflossingen € .......... op
jaarbasis bedragen.
óf:
Aflossingen vindt plaats op annuïtaire grondslag, waarbij de aflossingen bedragen
conform het aan deze akte gehechte aflossingsschema.x
6. De aflossingen zijn verschuldigd in ..........termijnenxi, waarbij de eerste aflossingstermijn
vervalt op ...........
7. De hoofdsom, of het restant daarvan, is echter te allen tijde terstond en zonder enige
waarschuwing of kennisgeving vooraf opeisbaar in de volgende gevallen:
a. bij niet prompte voldoening van de rente én/ofxii de aflossing op de verschijndagen;
b. door faillissement van de lener of aanvraag daartoe;
c. door surséance van betaling van de lener of aanvraag daartoe;
d. door elke andere omstandigheid waarbij de lener het vrije beheer over één of meer
van zijn zaken verliest;
e. bij ontbinding van de lener om welke reden dan ook.
8. De lener is bevoegd te allen tijde zonder enige waarschuwing (andere) aflossingen te
doen dan de hierboven bepaalde, mits in ronde sommen van honderd euro of een
veelvoud daarvan.
Artikel 5: HYPOTHECAIRE ZEKERHEIDxiii
1. De lener verbindt zich jegens de uitlener om binnen een periode van een maand na de
ingangsdatum, te haren behoeve een recht van (tweede) hypotheek te vestigen op de
onroerende zaak, zijnde .........., staande en gelegen aan de .......... te .........., kadastraal
bekend gemeente .........., sectie .......... nummer .........., met een grondoppervlakte van
Geldlening.
Pagina:
2/5
Bron: NDFR
A-0501
.......... m². Dit, tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de lener op grond van
onderhavige overeenkomst van geldlening aan de uitlener schuldig is. Voor deze
hypotheek zullen de gebruikelijke voorwaarden gelden. De kosten van de hypotheekakte
komen voor rekening van lener.
2. Indien de lener deze verplichting niet nakomt, verbeurt hij een direct opeisbare en niet
voor verrekening vatbare boete van € 50.000,-- ten behoeve van de uitlener,
onverminderd het recht van de laatste om de meerdere schade te vorderen.
Artikel 6: NEGATIEVE/POSITIEVE HYPOTHEEKVERKLARING xiv
1. De lener verbindt zich jegens uitlener om, zolang de geldlening niet geheel is afgelost, de
aan de lener toebehorende onroerende zaak, zijnde .........., staande en gelegen aan de
.......... te .........., kadastraal bekend gemeente .........., sectie .........., nummer ..........,
waarvan de oppervlakte groot is .......... m², zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van de uitlener noch geheel, noch gedeeltelijk te verkopen, te ruilen, te schenken, in te
brengen in een vennootschap of op andere wijze geheel of gedeeltelijk te vervreemden of
met hypotheek of enig ander zakelijk recht te zullen bezwaren.
2. De lener verbindt zich jegens de uitlener om op eerste vordering, te haren behoeve een
recht van hypotheek te vestigen op de hiervoor genoemde onroerende zaak, tot
zekerheid voor de betaling van al hetgeen de lener op grond van onderhavige
overeenkomst van geldlening aan de uitlener schuldig is. Voor deze hypotheek zullen de
gebruikelijke voorwaarden gelden. De kosten van een eventuele hypotheekakte komt
voor rekening van lener.
Deze verplichting tot zekerheidstelling vervalt zodra anderszins afdoende zekerheid voor
de nakoming van de verplichtingen uit onderhavige overeenkomst is gesteld, zulks ten
genoegen van de uitlener.
3. Indien de lener deze verplichting niet nakomt, verbeurt hij een direct opeisbare en niet
voor verrekening vatbare boete van € 50.000,-- ten behoeve van de uitlener,
onverminderd het recht van de laatste om de meerdere schade te vorderen.
Artikel 7: ACHTERSTELLINGCLAUSULExv
De uitlener en de lener komen overeen – onder verwijzing naar artikel 3:277, tweede lid, van het
Burgerlijk Wetboek – dat bij opeisbaarheid van de lening door welke oorzaak dan ook voor
.......... onderhavige vordering van de uitlener jegens de lener is achtergesteld bij na te noemen
vorderingen op de lener:
 de vordering van .......... op de lener uit hoofde van ..........;
 de vordering van .......... op de lener uit hoofde van ..........;
 de vordering van .......... op de lener uit hoofde van ..........;
 alle vorderingen van .......... op de lener, zowel huidige als toekomstige.
Het is de lener uitdrukkelijk verboden om op onderhavige bedrag van lening af te lossen,
alvorens voornoemde vorderingen van derden op de lener zijn ingelost.
Artikel 8: KOSTEN.
Alle kosten die zijn verbonden aan de totstandkoming van onderhavige overeenkomst van
geldlening zijn voor rekening van lener.
Artikel 9: OVERIGE BEPALINGEN
1. De lener is in gebreke door het enkel verloop van de bepaalde termijn of het enkel feit
Geldlening.
Pagina:
3/5
Bron: NDFR
A-0501
der niet of niet behoorlijke nakoming of overtreding, zonder dat daartoe een bevel of
soortgelijke akte nodig is.
2. Alle betalingen moeten geschieden ten kantore van de uitlener of door middel van
storting op zijn rekening bij een bankinstelling.
Artikel 10: TOEPASSELIJK RECHT EN FORUMKEUZE
1. Op deze overeenkomst is steeds het Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen voortvloeiende uit of verband houdende met de uitvoering van deze overeenkomst worden door de uitlener en de lener in eerste aanleg aanhangig gemaakt bij de
gerechtelijke instantie waaronder de vestigingsplaats van de uitlener ressorteert.
Aldus in drievoud opgesteld en ondertekendxvi te .......... op ...........
De uitlener,
te dezen:
De lener,
te dezen:
i
Deze modelakte is bedoeld voor een geldlening, waarbij een BV geld uitleent aan een andere BV.
Hier dient te worden ingevuld de dag waarop het geld door de uitlener wordt overgemaakt naar de
lener. Vanaf deze datum gaat de rente lopen.
iii Normaliter is in de statuten van een BV de bepaling opgenomen dat in alle gevallen waarin de
vennootschap een tegenstrijdig belang heeft met één of meer directeuren de vennootschap niettemin
wordt vertegenwoordigd door de directie van de vennootschap. Op grond van art. 2:8 BW kan
desondanks sprake zijn van een belangenverstrengeling, die vernietiging van de overeenkomst kan
impliceren. Om de kans op een onverhoopte vernietiging te verkleinen kan een voorafgaand besluit
van de AV soelaas bieden. Een dergelijk besluit kan de rechtsgeldigheid van de overeenkomst
versterken. Dit is aan de orde bij elke overeenkomst tussen een DGA en diens eigen BV, waarin hij
als natuurlijk persoon in twee hoedanigheden de overeenkomst aangaat: enerzijds als bestuurder van
de BV en anderzijds als wederpartij van die BV. Aan alle overeenkomsten ter zake van
bestuurdersbeloningen dient al een besluit van de AV ten grondslag te liggen, deze bepaling is met
name op de andere overeenkomsten van toepassing.
Als de BV waarbij de lening wordt afgesloten meerdere aandeelhouders heeft, kan deze bepaling
vervallen.
iv Hier dient te worden ingevuld de dag waarop deze overeenkomst is gesloten. Die staat los van de
dag waarop het geld wordt uitgeleend.
v Hier kan de rentetermijn worden ingevuld, bijv. maandtermijnen, kwartaaltermijnen of jaartermijnen.
vi Bij een zakelijke rente is de hoogte van de rente afhankelijk van een aantal omstandigheden, zoals
de hoogte van de lening, de duur van de rentevastperiode, de kwaliteit van de zekerheden die door de
lener aan de uitlener worden verschaft.
vii Er kan ook worden gekozen voor de 1-maands Euribor of een andere korte rente als grondslag voor
de renteberekening.
viii Deze renteopslag van 1,5% is gebaseerd op de uitspraak van de Rechtbank Arnhem 01-10-2009,
LJN: BK3097, AWB 08/1894, waarbij de Rechtbank bepaalde bij een uitlening door een eigen BV aan
een DGA dat een rente ter grootte van de 12-maands Euribor met een opslag van 1,5% zakelijk was.
ii
Geldlening.
Pagina:
4/5
Bron: NDFR
A-0501
ix
Deze bepaling kan vervallen bij een renteloze lening.
Het verdient aanbeveling om bij een annuïtaire aflossing het aflossingsschema als bijlage aan de
akte te hechten, zodat bij de lener en bij de uitlener eenduidigheid en duidelijkheid bestaat over de
omvang van de resterende schuld gedurende de looptijd van de lening.
xi Hier kan de rentetermijn worden ingevuld, bijv. maandtermijnen, kwartaaltermijnen of jaartermijnen.
xii Deze bepaling kan vervallen bij een renteloze lening.
xiii Het verstrekken van hypothecaire zekerheid versterkt de zakelijkheid van de geldlening. Het
verdient aanbeveling, vooral bij gelieerde personen, om juist in het kader van de zakelijkheid deze
zekerheid te verschaffen.
xiv Aan een zgn. pos/neg-verklaring kan betrekkelijk weinig waarde worden toegekend, omdat hij geen
zakenrechtelijke werking heeft. Door de Belastingdienst wordt een pos/neg-verklaring niet aangemerkt
als een reële zekerheid, hetgeen voor de rente een verhoging van de risico-opslag betekent. Als
artikel 5 (hypothecaire zekerheid) als bepaling wordt opgenomen, dan kan deze pos/neg-bepaling
vervallen.
xv Deze bepaling is optioneel.
xvi Op grond van art. 2:247 BW dienen overeenkomsten tussen overeenkomsten tussen een B.V. en
zijn enig aandeelhouder (en partner) doorgaans schriftelijk te worden vastgelegd, op straffe van een
mogelijkheid van vernietiging door de vennootschap.
x
Geldlening.
Pagina:
5/5
Download