leerling

advertisement
De poppen aan
het dansen
Creatief schrijven
Een Internetproject voor de 6de klas van het basisonderwijs
Ontworpen door
Grietje Gommeren,
[email protected]
Inleiding | Klas | Leerdoelen | Proces | Bronnen | Evaluatie | Conclusie | Referenties | Leerlingenpagina
Inleiding
Internet zorgt voor een schat aan informatie. Die informatie
kan de creativiteit van de kinderen een steuntje geven en
hun fantasie extra kleuren bij
het schrijven van een verhaal. Om de kinderen te leren hun
lay-out te verzorgen, is de computer een handig medium. Ze
kunnen mooie titels maken, verschillende lettertypes
gebruiken en voor het stripverhaal sjablonen vinden op het
internet.
Als we denken aan het lezen van een verhaal, denken we
meestal aan boeken. Maar er zijn veel meer dingen waar
verhalen instaan. In een tijdschrift staat dikwijls een
kortverhaal, in een krant een column en achter de prenten
van een stripverhaal steekt ook een heus verhaal. Als je
denkt dat de schrijver meteen begint te tekenen, dan zit je
mis.
Hoe wordt een strip dan eigenlijk door de schrijver in elkaar
gezet? Eerst verzamelt hij/zij een heleboel informatie over
een bepaald onderwerp waarover hij/zij dan een verhaal
(scenario) schrijft. Dat scenario splitst de schrijver op in
kleine deeltjes en maakt er tekeningen over. Dat gaan wij
ook doen! Erg moeilijk is het niet, maar het vraagt veel werk.
Aan de slag dus!
Klas
Dit lesvoorbeeld om creatief te schrijven is ontworpen voor
kinderen aan het einde van de basisschool (bij voorkeur het
6de leerjaar). Deze kinderen moeten al weten en begrijpen
wat 'verzamelen van informatie', 'veranderen van die
informatie' en 'uitwerken van die informatie' is.
Een praktisch voorbeeld ter verduidelijking:
Koos Schippers zeilt op het meer in eigen buurt. Hij geniet
ervan en verbaast zich over zijn genot. Zo in de trant van:
gek, dat ik dit niet méér doe. (fase 1: waarnemingen en
gevoelens verzamelen)
Hij denkt verder na: bijna niemand blijft in eigen land na al
die natte zomers. In het buitenland is het altijd beter en
mooier. (fase 2: hij combineert twee gedachten)
Hij begint erover te schrijven. Hij noteert eerst lange zinnen,
gaat dan schrappen en houdt tenslotte over (fase 3: eraan
werken):
Bij Loosdrecht
Als dit Ierland zou zijn
Zou ik beter kijken
Leerdoelen
Volgens de taxonomie van Bloom: De gedragsdimensie is
synthese (samenbrengen om een nieuw geheel te creëren).
De relatie met de inhoudsdimensie is het produceren van een
uniek werkstuk.
Een eindterm die met deze les kan bereikt worden op het
gebied van schrijven is: voor een bekend persoon (hier de
klas) een verslag (hier een verhaal) schrijven, waarin
persoonlijke reacties (hier fantasie) op een verhaal worden
weergegeven.
Specifieke doelstellingen: De leerlingen leren hoe je een
fantasieverhaal kunt opbouwen. De leerlingen schrijven en
tekenen een fantasieverhaal. Ze weten wat er stap voor stap
bij komt kijken en kunnen die kennis formuleren. Ze kunnen
er samen over spreken. Ze kunnen samen keuzes maken,
zowel klassikaal, in kleine groepjes als per twee. Ze kunnen
elkaars werk beoordelen.
Proces
Jullie krijgen 3 lessen om van alles over speelgoed te weten
te komen en om er een tof verhaal en een leuke strip over te
schrijven. Deze lessen staan in het kader van de
taalvaardigheid creatief schrijven. Het onderwerp is
'speelgoed'. Uiteraard is dit een geschikt onderwerp om ook
als thema te dienen voor andere lessen. Het is misschien
leuk om één of twee weken rond dit onderwerp te werken en
het aldus op te vatten als project. Het kan misschien in heel
de lagere school worden ingericht.
Elke leerling moet toegang hebben (niet echt in het bezit zijn
van) tot een computer en internet, ook thuis om hun
huistaak te kunnen maken.
Soms werken de leerlingen hier alleen aan, soms in
klasverband, soms in een klein groepje en op het einde in
duo. In het 'Proces' wordt duidelijk uitgelegd wanneer welke
vorm van (samen)werken wordt vereist.
Samen-werken is niet zo eenvoudig. Het is belangrijk dat elk
van de leerlingen zijn stem kan laten gelden als in groep
gewerkt wordt en dat ze uiteindelijk een beslissing kunnen
maken waar iedereen toch min of meer mee akkoord is. Als
je als leerkracht merkt dat dit moeilijk gaat, is het aan te
raden speciaal lessen 'samenwerking' te geven, of er
alleszins extra aandacht voor te hebben.
Er wordt nog heel wat inspraak van de leerkracht verwacht,
vooral tijdens de klas- en groepsgesprekken. Creatief
schrijven lukt niet bij elke leerling even vlot. De leerkracht
moet deze leerlingen extra steun geven.
De eerste les:
1. Bekijk samen de film 'Toy Story'.
Na de film zal de les gedaan zijn. Onthoud goed wat er
allemaal met het speelgoed gebeurt wanneer het leeft. Als je
er nog meer van wil weten, klik dan hierop: Toy Story.
De tweede les:
2. Klik hier om in een speelgoedwinkel terecht te komen.
Stel dat je 5.000 bef krijgt en je mag er kopen wat je wil,
wat zou je kiezen? Zijn er dingen die er niet bijstaan en die
je toch zou willen hebben? Zoek ze dan op in de folders van
een speelgoedwinkel.
Heb je ook gedacht aan gezelschapspelen, houten speelgoed,
speelgoed van vroeger, speelgoed van andere landen,
verkleedkledij? Klik op het woord om er meer over te weten
te komen.
Wat denk je van het speelgoed van het jaar? Klik hier om te
weten wat dat is.
Mail je aankopen door naar je klasgenootjes. Zo krijg je
misschien nieuwe ideeën.
3. De juf/meester verdeelt de klas in 5 groepjes. Per groepje
kies je uit jullie bevindingen 5 stukken speelgoed die je tot
leven roept. Wat doen ze allemaal? Wanneer? Zijn ze braaf of
stout? Waar wonen ze?
4. Schrijf die op het bord. Met heel de klas en met de
juf/meester kiezen jullie 5 levende stukken speelgoed uit die
tof zijn, origineel, die veel kunnen doen en die gemakkelijk
zijn te tekenen.
Hierna is de les voorbij. Jullie krijgen nu een huistaak:
5. Nu moeten jullie een fantasieverhaal schrijven over de
belevenissen van speelgoed dat tot leven komt. Het moet
ongeveer een half getypt blad zijn. Ietsje meer mag, maar
hoeft niet.
Klik hier om bij het elektronische woordenboek van Dale
Taalweb terecht te komen. Nu kan je zelf moeilijke woorden
opzoeken en taalfouten verbeteren.
Mail dit verhaaltje door naar je klasgenootjes en lees alle
verhaaltjes die je krijgt. Kies welk je het beste vindt.
De derde les:
6. Het verhaal dat de meeste klasgenootjes het beste vinden,
wordt het scenario voor het stripverhaal. De leerkracht splitst
het scenario op in kleine scènes. Elk duo krijgt een scène of
een opdracht voor de voorkant, de titelpagina en de
slotpagina. Per twee gaan jullie op volgorde in een lange rij
zitten. Per twee bespreken jullie wat jullie op jullie bladzijden
zullen tekenen en schrijven. Ga zien bij de buurklasgenootjes
om elke pagina goed bij elkaar te laten aansluiten.
Klik hier om een leeg stripverhaal op het scherm te zien verschijnen.
Nu pas gaat elk tweetal zijn eigen pagina's maken. Daarbij
kunnen ze ofwel allebei tekenen en schrijven, ofwel een
taakverdeling maken: de ene leerling schrijft, de andere
tekent.
Als je klaar bent, verstuur je je pagina's naar de leerkracht.
Die plakt ze dan allemaal in de juiste volgorde tot een mooi
geheel en plaatst de bundel op het internet.
Variatie
In plaats van het tekenen van een strip, kunnen de
leerlingen ook een toneelscript uitschrijven en dit ook
opvoeren voor andere leerlingen, ouders, ...
Bronnen
Dit hebben de leerlingen nodig om de activiteiten uit te
kunnen voeren:








Folders van speelgoedwinkels
E-mail voor elke leerling
Elke leerling moet het e-mail adres hebben van
zijn/haar klasgenootjes en van de leerkracht.
Specifieke software: Microsoft Word 97, Netscape
Speciale hardware: toegang tot een computer in de
klas en thuis (eventueel laptop)
Video: Toy Story
Literatuur (eventueel als extra inleiding of in plaats van
de video Toy Story): Annie M.G. Schmidt 'Poppenfeest',
Hans Christiaan Andersen 'Het tinnen soldaatje' of Lynn
Reid Banks 'Indiaan in de kast'.
Belangrijke websites:
° om woorden en uitdrukkingen opzoeken en juist te
schrijven: http://www.vandale.nl/current/
° een leeg stripverhaal (patroon):
http://www.zeelandnet.nl.kidsplace/strips2.htm/


De klasleerkracht verzorgt de algemene coördinatie.
Eventueel een educatieve uitstap naar het
speelgoedmuseum in Mechelen.
Evaluatie
1. De leerkracht ontwerpt een website met al de prenten in
de juiste volgorde. Nu kan iedereen het eindresultaat
bekijken. Let erop dat negatieve kritiek wegblijft. Wijs op
fraaiigheden, originele vondsten, e.d. Zeg tegen de leerlingen
dat ze nu eens niet vooral naar hun eigen werk, maar naar
dat van andere groepen moeten kijken. Laat ze ontdekken
wat ze er goed of mooi of leuk aan vinden.
2. Het werk wordt uitgeprint, gebundeld en van een harde
kaft voorzien. Het moet zoveel mogelijk op een echt
stripalbum lijken. Eventueel kan je de strip in andere klassen
laten zien en promoten. Het hoort natuurlijk ook thuis in de
schoolbib.
3. Dan praten we erover met de klas.
a) Wat hebben we achtereenvolgens gedaan? Door welke
fasen zijn we gegaan? De leerkracht kijkt na welk deel de
leerling beter deed dan het andere en houdt er rekening
mee. Bij de beoordeling is het belangrijk de opstellen en
strips van àlle leerlingen te bekijken en dus elke taak
afzonderlijk te vergelijken met die van de klas. Het kan zijn
dat de leerlingen deze opdracht zéér moeilijk vinden. Het zou
dan niet eerlijk zijn alle leerlingen laag te beoordelen.
Omgekeerd geldt hetzelfde.
b) Wat vinden de leerlingen bij het werk van een ander beter
dan bij het hunne? Wat heeft elke leerling afzonderlijk
hiervan opgestoken? Zouden ze bij het schrijven van een
volgend verhaal dezelfde methode gebruiken? De leerkracht
zal een volgend opstel met dit vergelijken of ze van anderen
en uit hun fouten leren. Het is inderdaad belangrijk een
evolutie te zien: in welke mate komt de leerling vooruit. Elke
vordering verdient een pluim, ook al bereikt de leerling het
klasniveau niet.
c) Hoe vonden ze 't om samen te werken? Hebben ze ruzie
gemaakt? Is iedereen aan het woord kunnen komen, zowel in
klas-, groeps- als duoverband? Uiteraard kunnen op dit deel
geen punten geplakt worden. Wel is het nodig bij de
leerlingen een bepaald niveau van sociale vaardigheid na te
streven. Samenwerking wordt in de loop van de jaren
belangrijker. Ook buiten de klas moeten de kinderen met
elkaar kunnen werken.
Conclusie
Als je deze les goed gevolgd hebt, dan weet je dat er achter
een stripverhaal meer zit dan alleen maar prentjes. Je moet
er een heus verhaal voor schrijven. Voor dat verhaal mag je
je fantasie alle vrijheid geven. En via folders, boeken,
internet, ... kan je op nog meer ideëen komen! Ook samen
praten over het onderwerp kan helpen. Informatie
verzamelen is de eerste fase, het veranderen en bewerken
ervan is de tweede en de derde fase. Onthoud dit goed, het
helpt je bij het maken van andere opstellen.
Hopenlijk heb je gemerkt dat je met samenwerken tot
mooie, toffe en boeiende resultaten kan komen, ieders
inbreng is belangrijk. Vond je dat samenwerken moeilijk?
Geen nood, probeer het zoveel mogelijk te doen. Dan wordt
je dat gewoon en dan worden taken nog leuker.
Referenties
Dekkers, P. (1980). Werkplan Taal. Stellen. Malmberg, Den
Bosch.
Dijck, M. Van & Rosier, T. (1979). Speel d'r eens mee.
Bussum, De Toneelcentrale.
Kouwenberg, B. et al. (1996). Zin in taal. Taalboek A2.
Meerhout, Infoboek N.V.
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement
Onderwijs. (1993). Voorstel eindtermen lager onderwijs. S.l.,
Dienst voor onderwijsontwikkeling.
Verlaeckt, W. (ed.). (1984). Over creativiteit in schrijven.
Leuven, Acco.
Belangrijke websites:
° om woorden en uitdrukkingen opzoeken en juist te
schrijven: http://www.vandale.nl/current/
° een leeg stripverhaal (patroon):
http://www.zeelandnet.nl.kidsplace/strips2.htm/
° sjabloon van dit lesvoorbeeld:
http://edweb.sdu.edu/webquest/webquest.htm/
° informatie over stripverhalen: http://www.digikids.be/
° extra achtergrondinformatie:
http://www.digilife.be/schoolnet/, http://www.scholen.vlaanderen.be/
en http://www.klasse.be/
Bedankt voor de hulp,
Mevrouw L. Beek (lerares 2de leerjaar, Sint Stanislascollege,
Berchem-Antwerpen) voor inzage in de handleiding van het
Zin in taal, taalboek, voor het vertellen over hoe je kinderen
een opstel laat schrijven en voor het leuke idee van
'speelgoed'.
Caroline Decoster (studente aan de normaalschool, Karel de
Grote Hogeschool, Antwerpen) voor een aantal
lesvoorbeelden om kinderen creatief te laten schrijven.
Mevrouw I. Delanghe (lerares 6de leerjaar, Rozenregen,
Mortsel) voor het nalezen en becommentariëren van deze
taak.
Prof. Dr. M. Valcke voor het aanbieden van een aantal
websites die een schat aan informatie en voorbeelden geven.
Laatst bewerkt op 9-2-00. Gebaseerd op de template van The WebQuest Page
De poppen aan
het dansen
Creatief schrijven
Een Internetproject voor de 6de klas van het basisonderwijs
Ontworpen door
Griet Gommeren, [email protected]
Inleiding | Taak | Proces | Evaluatie | Conclusie | Referenties |
Inleiding
Als we denken aan het lezen van een verhaal, denken we
meestal aan boeken. Maar er zijn veel meer dingen waar
verhalen instaan. In een tijdschrift staat dikwijls een
kortverhaal, in een krant een column en achter de prenten
van een stripverhaal steekt ook een heus verhaal. Als je
denkt dat de schrijver meteen begint te tekenen, dan zit je
mis.
Hoe wordt een strip dan eigenlijk door de schrijver in elkaar
gezet? Eerst verzamelt hij/zij een heleboel informatie over
een bepaald onderwerp waarover hij/zij dan een verhaal
(scenario) schrijft. Dat scenario splitst de schrijver op in
kleine deeltjes en maakt er tekeningen over. Dat gaan wij
ook doen! Erg moeilijk is het niet, maar het vraagt veel werk.
Aan de slag dus!
Taak
Fantaseren zullen jullie allemaal kunnen, daaraan valt niet te
twijfelen. Maar al die fantasieën op papier krijgen, dat is wat
anders. Als jullie deze les volgen, zullen jullie leren hoe je
precies een fantasieverhaal moet schrijven. Je leert er ook
een strip van tekenen. Dit gebeurt allemaal stap voor stap.
Let dus goed op, want elke stap is belangrijk (ook voor
andere verhalen die je later misschien moet schrijven).
Je staat er niet altijd alleen voor. Soms werk je met de hele
klas of in kleine groepjes samen en op het einde ga je per
twee aan de slag. Probeer goed naar elkaar te luisteren, geef
iedereen de kans om zijn mening weer te geven. Zorg er dus
voor dat het een werkje van 'iedereen' wordt en niet van jou
alleen! Samenwerken is erg belangrijk.
Proces
Jullie krijgen 3 lessen om vanalles over speelgoed te weten
te komen en om er een tof verhaal en een leuke strip over te
schrijven.
De eerste les:
1. Bekijk samen de film 'Toy Story'.
Na de film zal de les gedaan zijn. Onthoud goed wat er
allemaal met het speelgoed gebeurt wanneer het leeft. Als je
er nog meer van wil weten, klik dan hierop: Toy Story.
De tweede les:
2. Klik hier om in een speelgoedwinkel terecht te komen.
Stel dat je 5.000 bef krijgt en je mag er kopen wat je wil,
wat zou je kiezen? Zijn er dingen die er niet bijstaan en die
je toch zou willen hebben? Zoek ze dan op in de folders van
een speelgoedwinkel.
Heb je ook gedacht aan gezelschapspelen, houten speelgoed,
speelgoed van vroeger, speelgoed van andere landen,
verkleedkledij? Klik op het woord om er meer over te weten
te komen.
Wat denk je van het speelgoed van het jaar? Klik hier om te
weten wat dat is.
Mail je aankopen door naar je klasgenootjes. Zo krijg je
misschien nieuwe ideëen.
3. De juf/meester verdeelt de klas in 5 groepjes. Per groepje
kies je uit jullie bevindingen 5 stukken speelgoed die je tot
leven roept. Wat doen ze allemaal? Wanneer? Zijn ze braaf of
stout? Waar wonen ze?
4. Schrijf die op het bord. Met heel de klas en met de
juf/meester kiezen jullie 5 levende stukken speelgoed uit die
tof zijn, origineel, die veel kunnen doen en die gemakkelijk
zijn te tekenen.
Hierna is de les voorbij. Jullie krijgen nu een huistaak:
5. Nu moeten jullie een fantasieverhaal schrijven over de
belevenissen van speelgoed dat tot leven komt. Het moet
ongeveer een half getypt blad zijn. Ietsje meer mag, maar
hoeft niet.
Klik hier om bij het elektronische woordenboek van Dale
Taalweb terecht te komen. Nu kan je zelf moeilijke woorden
opzoeken en taalfouten verbeteren.
Mail dit verhaaltje door naar je klasgenootjes en lees alle
verhaaltjes die je krijgt. Kies welk je het beste vindt.
De derde les:
6. Het verhaal dat de meeste klasgenootjes het beste vinden,
wordt het scenario voor het stripverhaal. De leerkracht splitst
het scenario op in kleine scènes. Elk duo krijgt een scène of
een opdracht voor de voorkant, de titelpagina en de
slotpagina. Per twee gaan jullie op volgorde in een lange rij
zitten. Per twee bespreken jullie wat jullie op jullie bladzijden
zullen tekenen en schrijven. Ga zien bij de buurklasgenootjes
om elke pagina goed bij elkaar te laten aansluiten.
Klik hier om een leeg stripverhaal op het scherm te zien verschijnen.
Nu pas gaat elk tweetal zijn eigen pagina's maken. Daarbij
kunnen ze ofwel allebei tekenen en schrijven, ofwel een
taakverdeling maken: de ene leerling schrijft, de andere
tekent.
Als je klaar bent, verstuur je je pagina's naar de leerkracht.
Die plakt ze dan allemaal in de juiste volgorde tot een mooi
geheel en plaatst de bundel op het internet.
Evaluatie
1. Nu kan iedereen het eindresultaat bekijken. Kijk nu eens
niet vooral naar je eigen werk, maar naar dat van andere
groepen. Probeer te ontdekken wat je er goed of mooi of
leuk aan vindt.
2. Het werk wordt uitgeprint, gebundeld en van een harde
kaft voorzien. Het moet zoveel mogelijk op een echt
stripalbum lijken. Eventueel kan je de strip in andere klassen
laten zien en promoten. Het hoort natuurlijk ook thuis in de
schoolbib.
3. Dan praten we erover met de klas.
a) Wat hebben we achtereenvolgens gedaan? Door welke
fasen zijn we gegaan? De leerkracht kijkt na welk deel je
beter deed dan het andere.
b) Wat vindt je bij het werk van een ander beter dan bij het
jouwe? Wat heeft elke leerling afzonderlijk hiervan
opgestoken? Zou je bij het schrijven van een volgend verhaal
dezelfde methode gebruiken? De leerkracht zal een volgend
opstel met dit vergelijken of je uit je fouten leert.
c) Hoe vond je 't om samen te werken? Heb je ruzie
gemaakt? Is iedereen aan het woord kunnen komen, zowel in
klas-, groeps- als duoverband?
Conclusie
Als je deze les goed gevolgd hebt, dan weet je dat er achter
een stripverhaal meer zit dan alleen maar prentjes. Je moet
er een heus verhaal voor schrijven. Voor dat verhaal mag je
je fantasie alle vrijheid geven. En via folders, boeken,
internet, ... kan je op nog meer ideëen komen! Ook samen
praten over het onderwerp kan helpen. Informatie
verzamelen is de eerste fase, het veranderen en bewerken
ervan is de tweede en de derde fase. Onthoud dit goed, het
helpt je bij het maken van andere opstellen.
Hopenlijk heb je gemerkt dat je met samenwerken tot
mooie, toffe en boeiende resultaten kan komen, ieders
inbreng is belangrijk. Vond je dat samenwerken moeilijk?
Geen nood, probeer het zoveel mogelijk te doen. Dan wordt
je dat gewoon en dan worden taken nog leuker.
Referenties
Dekkers, P. (1980). Werkplan Taal. Stellen. Malmberg, Den
Bosch.
Dijck, M. Van & Rosier, T. (1979). Speel d'r eens mee.
Bussum, De Toneelcentrale.
Kouwenberg, B. et al. (1996). Zin in taal. Taalboek A2.
Meerhout, Infoboek N.V.
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement
Onderwijs. (1993). Voorstel eindtermen lager onderwijs. S.l.,
Dienst voor onderwijsontwikkeling.
Verlaeckt, W. (ed.). (1984). Over creativiteit in schrijven.
Leuven, Acco.
Belangrijke websites:
° om woorden en uitdrukkingen opzoeken en juist te
schrijven: http://www.vandale.nl/current/
° een leeg stripverhaal (patroon):
http://www.zeelandnet.nl.kidsplace/strips2.htm/
° sjabloon van dit lesvoorbeeld:
http://edweb.sdu.edu/webquest/webquest.htm/
° informatie over stripverhalen: http://www.digikids.be/
° extra achtergrondinformatie:
http://www.digilife.be/schoolnet/, http://www.scholen.vlaanderen.be/
en http://www.klasse.be/
Bedankt voor de hulp,
Mevrouw L. Beek (lerares 2de leerjaar, Sint Stanislascollege,
Berchem-Antwerpen) voor inzage in de handleiding van het
Zin in taal, taalboek, voor het vertellen over hoe je kinderen
een opstel laat schrijven en voor het leuke idee van
'speelgoed'.
Mevrouw I. Delanghe (lerares 6de leerjaar, Rozenregen,
Mortsel) voor het nalezen en becommentariëren van deze
taak.
Caroline Decoster (studente aan de normaalschool, Karel de
Grote Hogeschool, Antwerpen) voor een aantal
lesvoorbeelden om kinderen creatief te laten schrijven.
Prof. Dr. M. Valcke voor het aanbieden van een aantal
websites die een schat aan informatie en voorbeelden geven.
Laatst bewerkt op 9-2-00. Gebaseerd op de template van The WebQuest Page
Download