Embryonale ontwikkeling

Ovulatie
 Dag 14 van de menstruatiecyclus
 Eicel via de eierstok naar de baarmoeder
(duurt enkele dagen)
 In de eileider wandcellen met trilharen die
de eicel voortstuwen
 Eicel blijft slechts 1 dag in leven
 Spermacellen leven 3 à 4 dagen
 Waar vindt dan de bevruchting plaats?
Cilia (trilhaartjes)
dekcellen
cilia
Transport
Bevruchting
 Na versmelten eicel en zaadcel 
ondoordringbare laag om de eicel
 Na versmelten kernen deelt de zygote zich
enkele malen zonder groter te worden!
= Klievingsdelingen
Innesteling
 In de baarmoeder nestelt de zygote zich in
de baarmoederslijmvlies
 Met behulp van enzymen
 De zygote is nu gevuld met vocht
 Baarmoederslijmvlies groeit over klompje
cellen heen
Ontwikkeling
 Buitenste cellaag 
 buitenste vruchtvlies
 Embryonaalknop 
 Embryo
 Binnenste vruchtvlies
Binnenkant geeft vocht af:
holte binnen vlies wordt steeds groter
 Hechtsteel (later navelstreng)

Ontwikkeling placenta
 Rondom klompje cellen ontstaan holten in het
baarmoederslijmvlies, waardoor bloed van de
moeder stroomt
 Buitenste vruchtvlies ontwikkelt vlokken tussen
deze holten
 Gevolg: uitwisseling gassen en voedingsstoffen
embryo en moeder
 Let op: geen direct contact tussen bloed
moeder en kind!
Verdere ontwikkeling
 Na ongeveer 2 maanden alle weefsels gevormd
en organen aangelegd
 Na 3 maanden: foetus
 Foetus groeit sterk
 Na 4 maanden bewegingen foetus voelbaar
 Na negen maanden: geboorte
Problemen
 Veel bevruchtingen resulteren niet in een
geboorte. Er kan veel misgaan.
 Onvoldoende progesteron
 Erfelijke afwijking
 Ziektes
 Buitenbaarmoederlijke zwangerschap
4th
week
5th
week
6th
week
7th week
8th week
3th month
4th month
5th month
6th month
7th month
8th month