bijwerkingen - Studies ObsGyn

advertisement
V.E.T.
Veiligheids
Evaluatie
Tocolytica
studieprotocol
V.E.T. studie werkgroep
R. de Heus
C. van Holsbeke
Dr. B.W. Mol
Dr. H. Wolf
Dr. W.J. Gyselaers
Dr. J.J. Erwich
Prof. dr. M. Hanssens
Prof. dr. H.P. van Geijn
Prof. dr. G.H.A. Visser
UMC Utrecht, Nederland
Ziekenhuis Oost Limburg, Vlaanderen
Maxima Medisch Centrum, Nederland
Amsterdam MC, Nederland
Ziekenhuis Oost Limburg, Vlaanderen
UMC Groningen, Nederland
UZ Leuven, Vlaanderen
VU Amsterdam, Nederland
UMC Utrecht, Nederland
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
Inhoudsopgave
Pagina
1.
2.
3
3.1
3.2.1
3.2.2
4.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
5.
5.1
5.2
5.3
5.4
6.
6.1
6.2
6.3
7
7.1
7.2
7.3
8.
8.1
8.2
9.
10.
11.
Achtergrond
Vraagsteling
Patiënten en methode
Studieopzet
Inclusiecriteria
Exclusiecriteria
Inclusie en registratie
Data registratie formulieren
Web-based data entry
Betrouwbare registratie
Apotheekgegevens
Registratie ernstige bijwerking.
Spelregels van data inclusie
Deelnemende klinieken
Voorwaarden voor deelname
Perinatale centra
Contact
Vergoeding
Definities
Tocolytica
Ernstige bijwerkingen
Milde en dreigende bijwerkingen
Methodologie en analyse
Methodologie
Groepsgrootte en analyse
Beoordeling van de ernstige bijwerkingen.
Data monitoring en kwaliteitscontrole
Data monitoring
Kwaliteitscontrole en spelregels
Medische Ethische Toetsings Commissie
Coördinatie studie
Referenties
bijlage 1 Web Based Data Entry
bijlage 2 Voorbeeldbrief apotheek
bijlage 3 Registratieformulier ernstige bijwerkingen
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
14
15
2
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
1. Achtergrond
Recente case reports maken melding van ernstige bijwerkingen na gebruik van nifedipine en
ritodrine zoals ernstige hypotensie, myocard infarct en longoedeem (1-4). Tot op heden is er
nog geen literatuur verschenen die ernstige bijwerkingen beschrijft na atosiban gebruik. Naar
alle waarschijnlijkheid worden van de meeste casus met ernstige bijwerkingen geen melding
gemaakt in de vakliteratuur. Met name gegevens over ernstige bijwerkingen zijn van groot
belang bij de motivatie voor de keuze van een tocolyticum voor de behandeling van dreigende
vroeggeboorte. Registratie van ernstige bijwerkingen van tocolytica vereist echter ook
informatie omtrent het totale gebruik van deze medicamenten, opdat de incidentie van
complicaties hieraan gerelateerd kan worden.
2. Onderzoeksvraagstelling
Doel van de studie is inzicht krijgen in de incidentie van ernstige maternale bijwerkingen van
de verschillende tocolytica gebruikt in Nederland en Vlaanderen.
3. Patiënten en methode
3.1 Studie opzet
De studie opzet is een cohort registratie. Gedurende 1 jaar prospectief alle vrouwen die
behandeld worden voor premature weeën met een tocolyticum en mogelijke hierbij
optredende ernstige bijwerkingen registreren in Nederland en Vlaanderen. De geplande studie
inclusietijd is 1 januari t/m 31 december 2006.
3.2.1 Inclusie criteria
Alle patiënten die behandeld worden voor premature weeënactiviteit met een tocolyticum en
de eventuele ernstige bijwerkingen hiervan includeren en registreren in de deelnemende
ziekenhuizen in Nederland en Vlaanderen.
3.2.2 Exclusie criteria
Patiënten die met een tocolyticum behandeld worden voor een andere indicatie dan premature
weeënactiviteit, b.v. versie of intra-uteriene resuscitatie worden geëxcludeerd.
3
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
4. Inclusie en registratie
4.1 data registratieformulieren
Voor iedere patiënt die behandeld wordt met een tocolyticum wordt een kort
registratieformulier ingevoerd (zie bijlage 1). Op dit formulier wordt, naast enkele
obstetrische gegevens, aangegeven of er sprake was van een bijwerking. Doel van deze studie
is het in kaart brengen van ernstige bijwerkingen. Een bijwerking in deze studie is
gedefinieerd als een maternale bijwerking waardoor minimaal de behandeling met het
tocolyticum wordt gestopt. Door deze definitie te hanteren wordt een groot deel van de
“milde” bijwerkingen eruit gefilterd. Vanuit deze definitie ontstaan echter toch twee groepen
bijwerkingen, in de eerste plaats de groep ernstige maternale bijwerkingen en daarnaast de
groep met milde of dreigende ernstige bijwerkingen. Beide worden geregistreerd op het
inclusieformulier.
De definitie van een bijwerking of voorval is ruim en niet scherp omschreven om
verschillende redenen. In de eerste plaats is het scherp definiëren van alle afzonderlijke
bijwerkingen onlosmakelijk verbonden met het prospectief protocollair behandelen en
monitoren van patiënten die behandeld worden met tocolytica, hetgeen niet haalbaar lijkt in
Nederland en Vlaanderen. Ten tweede streven we in deze studie ernaar zoveel mogelijk
ernstige bijwerkingen in kaart te brengen en achteraf te classificeren en een mogelijke relatie
met de weeënremmer te beoordelen.
4.2 Web-based data entry
De formulieren worden online aangeboden via web-based data entry (bijlage1). De data
worden doorgestuurd naar een centrale database. Het invullen van het data
registratieformulier is niet arbeidsintensief. Patiëntengegevens in de vorm van aan ziekenhuis
gebonden patiëntennummers worden gecodeerd verzonden. Deze vorm verdient om
verscheidene redenen, waaronder betrouwbaarheid en efficiëntie van de dataverwerking,
sterke voorkeur. Alleen de studie coördinator heeft toegang tot de database en kan
veranderingen aanbrengen.
4.3 Registratie
Er zijn twee manieren om een betrouwbare registratie te bewerkstelligen.
1 De formulieren worden door de zaalarts of behandelend arts prospectief ingevuld op de
obstetrische afdeling waar de patiënten worden behandeld. De aantallen geïncludeerde
patiënten worden vervolgens maandelijks in de klinieken gecontroleerd door vergelijking met
de apotheekgegevens (zie paragraaf 4.4).
2 De patiënten worden maandelijks retrospectief geregistreerd aan de hand van
apotheekgegevens. Via de apotheekgegevens worden de patiënten geïdentificeerd die
behandeld zijn op de obstetrische afdeling met een tocolyticum. Maandelijks worden de
dossiers opgevraagd van de met tocolytica behandelde patiënten. Aan de hand van de dossiers
worden de data registratie formulieren ingevuld en bijwerkingen opgespoord door de
contactpersoon in het deelnemende ziekenhuis.
4
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
4.4 Apotheekgegevens
Elke ziekenhuisapotheek met een medicatiebewakingssysteem kan de gebruiksgegevens van
bepaalde middelen per patiënt in een bepaalde periode aanleveren. Dit gebeurt wel eens bij
b.v. een recall, het terugroepen van een geneesmiddel door de firma. Aan de hand van een
lijstje met de namen van de verschillende weeënremmers met de KNMP nummers kunnen
aantallen patiënten en doseringen opgezocht worden (zie bijlage 2). Aan de contactpersoon in
de deelnemende klinieken wordt tevens gevraagd deze apotheekgegevens maandelijks door te
sturen naar de studie coördinator.
4.5 Registratie ernstige bijwerking.
Indien melding wordt gemaakt op het inclusieformulier van een ernstige bijwerking neemt de
studie coördinator contact op met de contactpersoon van de betreffende kliniek voor verdere
uitgebreide informatie omtrent de casus.(zie bijlage2) De contactpersoon in de betreffende
kliniek vult in overleg met de studie coördinator de formulieren in met de aanvullende
informatie over de bijwerkingen die hij toegestuurd krijgt. Persoonsgegevens worden niet
opgestuurd en blijven in handen van de betreffende kliniek. Gegevens over ziekenhuizen en
behandelend artsen worden niet geregistreerd en opgenomen in de database en zeker niet
meegenomen in verdere analyse.
4.6 Spelregels van data inclusie
ALLE bijwerkingen worden geregistreerd waarvoor de behandeling met het
tocolyticum wordt stopgezet. De invuller mag GEEN voorselectie maken of al enig
verband beredeneren waardoor gegevens niet ingevoerd worden.
Patiënten behandeld met meerdere tocolytica tegelijk of omgezet op een ander type
tocolyticum, worden geregistreerd op 1 formulier mits het behandelingsvrije interval
niet langer dan 24 uur is. Indien de periode tussen twee behandelingen langer dan 24
uur is, wordt de patiënt opnieuw geïncludeerd.
Iedere patiënt die behandeld wordt met een tocolyticum op de afdeling wordt
geregistreerd. Indien patiënt elders gestart is met een tocolyticum wordt dit
aangegeven op het inclusieformulier.
Alle ziekenhuizen krijgen een code zodat ze geïdentificeerd kunnen worden door de
studie coördinator. Patiëntennummers worden gecodeerd verstuurd, waardoor
anonimiteit is gewaarborgd.
5
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
5 Deelnemende klinieken
5.1 Voorwaarden voor deelname
Omdat de incidentie van ernstige bijwerkingen naar alle waarschijnlijkheid laag is, streven we
naar een zo groot mogelijke deelname van de klinieken in Nederland en Vlaanderen. (zie ook
paragraaf 7) Echter een voor de hand liggend probleem vormt de selectiebias door gebrekkige
en onzorgvuldige registratie per kliniek gedurende een jaar. Het is van belang geen patiënten
te missen met een complicatie, maar is het van minstens even groot belang alle vrouwen
zonder complicaties te registreren. Met name bij deze laatste groep dreigt onzorgvuldigheid.
Zeer betrouwbare registratie en inclusie door de deelnemende ziekenhuizen is een absoluut
vereiste, waardoor het aantal deelnemende klinieken wellicht beperkter blijft. Er zijn dan ook
een aantal voorwaarden voor deelname aan de studie:
1 Vanzelfsprekend de bereidheid gedurende 1 jaar prospectief en retrospectief gegevens te
verzamelen mogelijk door dossiers op te vragen.
2 Bereidheid om de mogelijke ernstige bijwerkingen uitgebreid te omschrijven en door te
spreken met de arts onderzoeker.
3 Het kunnen produceren van apotheekgegevens betreffende tocolytica gebruik op de
obstetrische afdelingen.
4 De apotheekgegevens als controle gebruiken voor geïncludeerde aantallen patiënten. De
studie coördinator krijgt iedere maand de apotheekgegevens opgestuurd.
5.2 Perinatale centra
In eerste instantie worden de perinatale centra, die niet al vertegenwoordigd zijn in de studie
werkgroep, aangeschreven voor deelname aan de studie. Gestreefd wordt naar het aanwijzen
van 1 contactpersoon per deelnemend perinataal centrum. Vanuit de deelnemende perinatale
centra wordt in samenwerking met de studie coördinator contact gezocht met de omringende
perifere klinieken.
5.3 Contact
Indien een kliniek toestemming geeft en bereid is deel te nemen aan de studie wordt een
contactpersoon aangewezen door de deelnemende kliniek. Alle communicatie betreffende de
studie, vragen, gegevens enz. verloopt uitsluitend via de contactpersoon en de arts
onderzoeker. Een kort toestemmingsformulier wordt ingevuld door de kliniek met naam en
gegevens van de contactpersoon en opgestuurd naar de studie coördinator in het UMC
Utrecht. (zie bijlage 4)
5.4 Vergoeding
Om registratie te stimuleren en te bekostigen wordt een financiële vergoeding gegeven voor
iedere volledig gedocumenteerde patiënt. Deze vergoedingen worden voldaan door het
coördinerend centrum, UMC Utrecht. De vergoeding is gesteld op 5 euro per geregistreerde
patiënt. De betaling geschiedt per half jaar aan de ziekenhuizen. De financiële ondersteuning
voor de VET studie wordt beschikbaar gesteld door Ferring B.V. in de vorm van een
unconditional grant. M.a.w. de rol van Ferring is louter van ondersteunende aard.
6
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
6.Definities
6.1 Tocolytica
Tocolytica die gebruikt worden in Nederland en Vlaanderen zijn de beta-sympathicomimetica
ritodrine en fenoterol, de oxytocine-antagonist atosiban, de calcium-antagonist nifedipine en
de prostaglandine synthetase remmer indocid.
6.2 Ernstige bijwerkingen
De onderstaande bijwerkingen worden in deze studie gezien als ernstige bijwerkingen bij
tocolytica gebruik.
1 elektrolyten stoornis m.n. hypokaliemie
serum kalium < 3.5 mmol/l*
2 leverfunctiestoornis m.n. transaminasen
ASAT > 40 U/l*
3 Ernstige hypotensie
eenmalig gemeten systolische bloeddruk < 100 mg Hg en een daling van
minimaal 20% van de systolische bloeddruk in vergelijking met uitgangswaarde voor
de behandeling. (5)
4 Dyspnoe
Symptomatisch kortademig, benauwd gevoel. Geen afwijkingen op X thorax.
5 longoedeem
Overvullingsbeeld van de longen op X- thorax met gas-diffusie stoornis.
6 myocard infarct
a. pijn op de borst
b. ECG: ST-segment veranderingen en/of
c. cardiaal troponine I > 1,5 µg/l* (6)
7 anafylactische shock
Ernstige circulatiestoornis met sterke hypotensie (<85 mmHg) en (dreigende)
orgaanperfusiestoornis a.g.v. allergische reactie. (7)
8 Intensive Care opname
Opname op de intensive care in verband met een voorval niet boven reeds beschreven
na tocolyticum therapie.
9 maternale sterfte
Maternale sterfte in de tijdsperiode, aanvang tocolyticum tot en met 48 uur na het
stoppen van de tocolytica toediening.
10 overig
Iedere bijwerking na tocolyticum therapie waardoor de therapie gestaakt wordt en
bovenstaand niet nader wordt beschreven.
* de referentiewaarden gehanteerd in dit protocol zijn opgesteld door het centraal diagnostisch
laboratorium in UMC Utrecht. Deze waarden kunnen variëren binnen verschillende
ziekenhuizen met verschillende laboratoria.
7
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
6.3 Milde en dreigende bijwerkingen
De onderstaande bijwerkingen worden in deze studie gezien als milde of dreigende ernstige
bijwerkingen. De klachten zijn gegroepeerd in 5 hoofd groepen
1 sinustachycardie
sinustachycardie is per definitie een maternale hartslag > 100 slagen / minuut.
In de obstetrische kliniek lijkt de definitie van >120 slagen / minuut echter werkzamer.
2 gastro-intestinale klachten
- misselijkheid en braken.
3 neurologische klachten
- paresthesiëen
- hoofdpijn
- duizeligheid
- tremor
4 huidreacties
- transpireren
- flushing
- exantheem, urticaria
- pruritus
5 overige
iedere bijwerking na tocolyticum therapie waardoor de therapie gestaakt wordt en
bovenstaand niet nader wordt beschreven.
7 Methodologie en analyse
7.1 Methodologie
De V.E.T. studie is een cohortstudie waarbij alle vrouwen die tocolytica gebruiken worden
geïncludeerd en ernstige bijwerkingen worden geregistreerd. De risico’s met deze opzet
liggen met name op het gebied van selectiebias en op basis van blindering. Het is van belang
om alle patiënten te registreren met een ernstige bijwerking. Maar het is van nog groter belang
alle patiënten zonder bijwerkingen compleet te registreren. Hierin speelt de betrouwbaarheid
van inclusie een jaar lang door de deelnemende ziekenhuizen een grote rol. In het protocol
wordt uitvoerig besproken hoe deze vorm van selectiebias wordt aangepakt in de studie. Een
tweede probleem vormt het gebrek aan blindering tijdens de inclusie. Dit werkt een mogelijke
bevooroordeling van de deelnemende onderzoekers in de hand. De aanpak van dit probleem
wordt beschreven in paragraaf 7.3.
7.2 groepsgrootte en analyse
Uit onofficiële farmaceutische gegevens worden het aantal behandelingen met een
tocolyticum in 9 perinatale centra met 34 omringende perifere klinieken geschat op 2550 per
jaar in Nederland. Hiervan is het aandeel van de 9 perinatale centra in Nederland, met een
totaal aantal van 15.300 bevallingen, naar schatting 1200 behandelingen per jaar. Eerdere
resultaten uit een pilot fase van deze studie in juni 2005 in 3 perinatale centra in Nederland en
Vlaanderen onderstrepen deze schatting. In de drie deelnemende centra, UMCU, AMC en
ziekenhuis Oost-Limburg te Genk kregen 10 -12 patiënten in de maand juni per centrum een
tocolyticum toegediend. In een jaar zijn dit ongeveer 130 vrouwen per perinataal centrum die
behandeld worden met een tocolyticum. Deze gegevens suggereren een aandeel van de
8
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
perinatale centra in het aantal behandelingen met een tocolyticum van ongeveer 50 %. Het
precieze aandeel van de perinatale centra t.o.v. perifere klinieken is echter onduidelijk wegens
gebrek aan gegevens betreffende aantallen verschillende patiënten die behandeld werden en
intra-uteriene overplaatsingen van deze vrouwen. Naar alle waarschijnlijkheid worden de
meeste patiënten met een dreigende vroeggeboorte < 32 weken zwangerschapsduur op een
zeker moment in hun zorgtraject behandeld in een perinataal centrum of een groot perifeer
opleidingskliniek. Zwangeren echter met een dreigende vroeggeboorte >31 weken
zwangerschapsduur worden niet noodzakelijk doorverwezen naar een perinataal centrum. We
streven in deze studie dan ook naar deelname van een zo groot mogelijk aantal perinatale
centra en perifere ziekenhuizen in Nederland en Vlaanderen om zoveel mogelijk ernstige
bijwerkingen te registreren. Met inachtneming van de eerder beschreven voorwaarden.
Bij een grote deelname onder de klinieken in Nederland en Vlaanderen levert dit vervolgens
naar schatting 2500 - 3000 registraties op. Door gebrek aan eerdere studies naar incidenties
van ernstige bijwerkingen bij het gebruik van de verschillende tocolytica, zijn er geen
gegevens voorhanden om een schatting te geven van het aantal te verwachten ernstige
bijwerkingen. Mogelijk ligt deze incidentie rond 1 op de 100 behandelingen, en vinden we in
deze studie 10-30 ernstige bijwerkingen .
Om het relatieve risico te schatten van een type tocolyticum t.o.v. een andere tocolyticum
worden de data geanalyseerd in een case-control opzet. Waarbij de controles worden gehaald
uit de Landelijke Verloskundige Registratie (LVR). Een steekproef uit de landelijke populatie.
7.3 Beoordeling van de ernstige bijwerkingen.
De registratie van de patiënten en de complicaties verloopt niet geblindeerd. Hierin schuilt het
gevaar van het mogelijk bevooroordeeld zijn van de onderzoekers bij het verzamelen en
analyseren van de data. Om dit te voorkomen worden alle complicaties door de arts
onderzoeker op een uniforme manier systematisch beschreven met het registratieformulier
voor complicaties (zie bijlage 3). Voor het analyseren van de complicaties wordt een panel
samengesteld van 3 gynaecologen, een farmacoloog en een internist. Dit panel beoordeelt de
complicatie casus geblindeerd voor het soort tocolyticum. Zij classificeren de casus en
beoordelen een mogelijk verband van de complicatie met het tocolyticum.
De reproduceerbaarheid van het oordeel van het panel, de interobserver reproduceerbaarheid
wordt tevens getoetst.
De V.E.T. studie is gericht op het registreren en classificeren van ernstige bijwerkingen. Het
beleid en de procedures rondom ernstige bijwerkingen blijft de verantwoordelijkheid van de
betreffende kliniek.
9
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
8. Data monitoring en kwaliteitscontrole
8.1 Data monitoring groep
De eerder beschreven voorwaarden voor deelname en methoden van inclusie moeten leiden
tot een betrouwbare inclusie van patiënten voor deze studie. De aantallen registraties die
binnenkomen per kliniek worden gecontroleerd aan de hand van de apotheekgegevens. De
deelnemende klinieken worden verzocht maandelijks deze apotheekgegevens door te sturen
naar de studie coördinator. Hij controleert primair de data en patiënten inclusie. Voor een
secundaire onafhankelijke kwaliteitscontrole wordt een data monitoring groep gevormd buiten
de werkgroep leden om. Deze monitoring groep krijgt op 4 vaste momenten in het studiejaar
inzage in de data voor secundaire controle.
8.2 kwaliteitscontrole en spelregels
De data en inclusie worden iedere 3 maanden geëvalueerd. Indien een deelnemende kliniek
onvoldoende registreert; minder dan 60% van de patiënten geïncludeerd (getoetst aan de hand
van de apotheekgegevens) of niet aanvullen van de registraties na maandelijks bericht van de
studie coördinator (getoetst aan de hand van de apotheekgegevens), wordt contact opgenomen
met de betreffende kliniek. Na een gesprek over mogelijke problemen of oorzaken voor de
onvoldoende inclusie wordt gekeken of verdere samenwerking zinvol is. Een eventueel
besluit tot beëindigen van de samenwerking wordt genomen door de onafhankelijke
monitoring groep.
9. Medische Ethische Toetsings Commissie
Het betreft hier optimalisering van de klinische zorg. Het onderzoek hoeft dan ook niet
getoetst te worden door de METC en is niet WMO plichtig.
10. Coördinatie studie
De coördinatie van de studie is in handen van het Universitair Medisch Centrum Utrecht,
Prof.dr. G.H.A.Visser en arts-onderzoeker R. de Heus. De studiecoördinator is:
Roel de Heus, arts-onderzoeker
Divisie Perinatologie en Gynaecologie, UMC Utrecht
Lundlaan 6
3508 AB Utrecht
e-mail: [email protected]
telefoon: 0031 30 2507526 of 0031 624732630
Coördinatie van de studie in Vlaanderen:
Caroline van Holsbeke
Afdeling Gynaecologie,Verloskunde en Fertiliteit, Ziekenhuis Oost Limburg
Schiepse Bos 6, 3600 Genk
e-mail: [email protected]
telefoon: 0032 8932 50 50
10
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
11. Referenties
1. Verhaert D, Van Acker R. Acute myocardial infarction during pregnancy. Acta
Cardiol.2004 Jun;59(3):331-9.
2. Oei SG, Oei SK, Brolmann HA.Myocardial infarction during nifedipine therapy
for preterm. N Engl J Med.1999 Jan 14;340(2):154
3. Vaast P et al. Acute pulmonary oedema during nicardipine therapy for premature
labour. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 2003 Mar 15;113(1):98-1
4. Veen AJ, Pelinck MG, Pampus van MG, Erwich JJHM. Severe hypotension and
fetal death due to tocolysis with nifedipine. BJOG April 2005;112(4):509-10
5. Kinsella SM, Black AMS. Reporting hypotension after epidural analgesia during
labour. Anaesthesia, 1998 53;131-135
6. De Nederlandse vereniging voor Cardiologie. Richtlijn Acute Coronaire
Syndromen. 2001
7. De Nederlandse vereniging voor Cardiologie. Richtlijn Shock.
11
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
Bijlage1
Web based Data Entry Formulier
Ziekenhuis code: 
Patiëntnummer:  (wordt gecodeerd verzonden)
1 tocolyticum:_______________
2 tocolyticum:_______________
3 tocolyticum:_______________
4 tocolyticum:_______________
datum start behandeling:
datum stop behandeling:
maximale dosering:
datum start behandeling:
datum stop behandeling:
maximale dosering:
datum start behandeling:
datum stop behandeling:
maximale dosering:
datum start behandeling:
datum stop behandeling:
maximale dosering:
--
--
________________
--
--
________________
--
--
________________
--
--
________________
Is de weeënremming elders gestart?
 nee
 ja, ziekenhuis ______________
Gegevens zwangerschap
Geboortedatum patiënt:
A terme datum:
Graviditeit:
Pariteit :
Eenling
Ontsluiting
Status vliezen:
Bloedverlies:
(bij start behandeling)
--
--



Tweeling

 (cm)
 (intact)
 (gebroken)
 (ja)
 (nee)
Drieling

Aandoeningen voor en tijdens de zwangerschap
 preëxistent cardiovasculair lijden
 zwangerschapshypertensie
 preëxistent pulmonaal lijden
 pre-eclampsie
 diabetes type 1 of type 2
 polyhydramnion
 placenta praevia
 zwangerschapsdiabetes
 overige,nl:________________________________
12
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
Is de behandeling met de weeënremmer gestaakt i.v.m. een milde of dreigende
bijwerking?
Ja

Nee

Indien ja, welke en datum --
 gastrointestinale klachten
(misselijkheid, braken)
 neurologische klachten
(hoofdpijn, duizelig, tremor, paresthesiëen)
 huid / overgevoeligheids reacties
(flushing, urticaria, exantheem, transpireren)
 sinustachycardie
 overig ______________________
Is de behandeling gestaakt i.v.m.een ernstige maternale bijwerking?
Ja

Nee

Indien ja, welke en datum --
 elektrolyten stoornis
 myocard infarct
 leverfunctie afwijking
 anafylactische shock
 dyspnoe
 opname intensive care
 longoedeem
 maternale sterfte
 hypotensie
 overig ____________________
(klik op de bijwerkingen voor de definities)
13
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
Bijlage 2
Voorbeeldbrief apotheek
Geachte collega,
Graag zouden wij ten behoeve van ons onderzoek naar ernstige bijwerkingen van tocolytica
de verbruikscijfers door de afdeling obstetrie van de volgende middelen willen inventariseren.
Als uw medicatiebewakingssysteem het mogelijk maakt, geven wij de voorkeur aan een
maandelijkse weergave van de verbruikscijfers (geanonimiseerd) per patiënt van de afdeling
verloskunde gedurende 1 jaar prospectief.
Het betreft de volgende middelen:
Geneesmiddel:
Tractocile infvlst conc 7,5 mg/ml flacon 5 ml
Tractocile injvlst 7,5 m/ml flacon 0,9 ml
KNMP-nummer/Z-Index
14568128
14568101
Adalat Oros tablet mga 30 mg
Adalat Oros tablet mga 60 mg
Adalat Oros tablet mga 60 mg
Adalat Oros tablet mga 60 mg
Nifedipine tablet 5, 10, 20, 30, 60 mg
13622684
13622692
14329182
14751526
Diverse KNMP-nrs.
Ritodrine HCl infusieconcentraat 50 mg = 5 ml
Ritodrine HCl injectievloeistof 10 mg = 2 ml
Ritodrine HCl infvlst diverse sterkten
Apotheek voorraadbereiding
Apotheek voorraadbereiding
Apotheek voorraadbereiding
Orciprenaline infvst diverse sterkten
Apotheek voorraadbereiding
Partusisten infvlst conc 0,05 mg/ml ampul 10 ml
12561703
Indometacine capsules/zetpillen diverse sterkten
Indocid capsule 25 mg
Indocid forte capsule 50 mg
Indocid pda injectiepoeder flacon 1 mg
Indocid retard capsules mga 75 mg
Indocid zetpil 50 mg
Indocid zetpil 100 mg
Diverse KNMP-nrs.
13650270
13650297
13178369
13650300
13650327
13650335
14
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
Bijlage 3
Registratieformulier voor aanvullende informatie bij
ernstige maternale bijwerkingen na tocolyticum therapie.
Patiënteninformatie
Patiëntennummer:

A terme datum:
--
Geboortedatum:
--
Algemene anamnese:
Is patiënte reeds bekend met ziekte / aandoening:
 cardiovasculair
 ja
 nee
(b.v. essentiële hypertensie, ritmestoornis, trombofilie etc.)
indien ja, welke:_______________________________
 pulmonaal
(b.v. COPD, longembolie)
 ja
 nee
indien ja, welke:_______________________________
 gastrointestinaal
 ja
 nee
(bv. Crohn, colitis ulcerosa, leveraandoeningen etc.)
indien ja, welke:_______________________________
 endocrinologisch
 ja
 nee
(b.v schildklieraandoeningen, diabetes mellitus type 1 / 2 etc)
indien ja, welke:_______________________________
 neurologisch
 ja
 nee
(b.v. CVA, myasthenia gravis, multipele sclerose etc.)
indien ja, welke:_______________________________
Gebruikt patiënte medicatie voor zwangerschap?  ja
 nee
Indien ja,
1 Naam ___________________ Dosering ____________________
2 Naam ___________________ Dosering ____________________
3 Naam ___________________ Dosering ____________________
4 Naam ___________________ Dosering ____________________
15
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
Gegevens medicatie
Tocolytica
1 Naam ____________________
Toedieningsvorm
_______________________________________
Start toediening
tijd: -
datum --
Staken toediening
tijd: -
datum --
Doseringsschema:
_______________________________________
_________________________________________________________
_________________________________________________________
2 Naam ____________________
Toedieningsvorm
_______________________________________
Start toediening
tijd: -
datum --
Staken toediening
tijd: -
datum --
Doseringsschema:
_______________________________________
_________________________________________________________
_________________________________________________________
3 Naam ____________________
Toedieningsvorm
_________________________________
Start toediening
tijd: -
datum --
Staken toediening
tijd: -
datum --
Doseringsschema:
_______________________________________
_________________________________________________________
_________________________________________________________
Co-medicatie
1 Naam ____________________
Toedieningsvorm
_______________________________________
Start toediening
tijd: -
datum --
Staken toediening
tijd: -
datum --
Doseringsschema:
_______________________________________
_________________________________________________________
_________________________________________________________
2 Naam ____________________
Toedieningsvorm
_________________________________
Start toediening
tijd: -
datum --
Staken toediening
tijd: -
datum --
Doseringsschema:
_______________________________________
_________________________________________________________
_________________________________________________________
16
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
3 Naam ____________________
Toedieningsvorm
_________________________________
Start toediening
tijd: -
datum --
Staken toediening
tijd: -
datum --
Doseringsschema:
_______________________________________
_________________________________________________________
_________________________________________________________
4 Naam ____________________
Toedieningsvorm
_______________________________________
Start toediening
tijd: -
datum --
Staken toediening
tijd: -
datum --
Doseringsschema:
_______________________________________
_________________________________________________________
_________________________________________________________
Opmerkingen betreffende co-medicatie: ______________________________
_______________________________________________________________
_______________________________________________________________
Gegevens bijwerkingen:
bijwerking: ___________________________________________
Begin bijwerking:
tijd: -
datum --
Stop bijwerking:
tijd: -
datum --
Intensiteit:
 mild
 moderate
 ernstig
bijwerking:
___________________________________________
Begin bijwerking:
tijd: -
datum --
Stop bijwerking:
tijd: -
datum --
Intensiteit:
 mild
 moderate
 ernstig
bijwerking:
___________________________________________
Begin bijwerking:
tijd: -
datum --
Stop bijwerking:
tijd: -
datum --
Intensiteit:
 mild
 moderate
 ernstig
17
Protocol V.E.T.
November 2005
Veiligheids Evaluatie Tocolytica
Aanvullende informatie: (indien van toepassing)
Beschrijf symptomen, behandeling en verloop in de tijd:
Relevant lichamelijk onderzoek, vitale parameters: (pols, RR etc)
Relevant klinisch chemisch onderzoek: (Hb, troponine I etc)
Relevant röntgenologisch onderzoek: (X-thorax, CT scan)
Relevant microbiologisch onderzoek:
Overige toelichting, opmerkingen:
18
Protocol V.E.T.
November 2005
Download