Kerncursus Inleiding kunsthistorische wetenschap - Samenvatting Aanbevolen plaatsing Eerste semester van BA 1 Niveau 100 Leerdoelen De belangrijkste doelstelling van een kerncursus Inleiding kunsthistorische wetenschap zou moeten zijn: • een bewustzijn ontwikkelen van kunst als een panmenselijk verschijnsel in ruimte en tijd • inzicht vertonen in de vragen die de kunstgeschiedenis stelt en de verschillende disciplinaire methoden die ter beantwoording daarvan kunnen worden toegepast • een vergelijkend perspectief leren toepassen op artistiek gedrag in uiteenlopende culturen • inzicht vertonen in zowel universele als cultuurrelatieve dimensies van kunstvormen wereldwijd • bewustzijn aan de dag leggen van de socioculturele contexten van artistieke uitingen • bewustzijn ontwikkelen van dynamische processen als artistieke diffusie en interculturalisatie Inhoud van de cursus en te behandelen begrippen en vragen Overzicht: 1. De studie van kunst in het nieuwe millennium: een stand van zaken 2. Kunst als wereldwijd verschijnsel 3. World art studies en antropologie van de kunst 4. De oorsprong van kunst: de eerste vormen van visueel artistiek gedrag 5. De multidisciplinaire studie van kunst 6. ‘From below’: bio-evolutionaire benaderingen 7. ‘From above’: geesteswetenschappelijke benaderingen -1 stijl 8. ‘From above’: geesteswetenschappelijke benaderingen –2 iconografie 9. Woord en beeld 10. Interculturele vergelijking in de studie van kunst: casus het portret 11. Ontmoetingen: Interculturalisatie in de kunst 12. Mondialisering in de kunst De colleges 7 t/m 10 zullen sterk casuïstisch worden uitgewerkt. Inhoud: 1. DE STUDIE VAN KUNST IN HET NIEUWE MILLENNIUM: EEN STAND VAN ZAKEN Tegen de achtergrond van een korte historiek van de Westerse discipline kunstgeschiedenis wordt de huidige stand van zaken in de wetenschappelijke bestudering van de visuele kunsten geschetst, mede in het licht van aanverwante, nieuwe vakgebieden als visual studies en Bildwissenschaft. Aan bod kunnen komen enkele • ‘thematische’ uitbreidingen: o aandacht voor gender (casus over de constructie van mannelijkheid en vrouwelijkheid in kunst en cultuur) o incorporatie van wat als ‘low culture’ bekend staat (begint al met Riegl) o aandacht voor kunst buiten het Westen (heeft een eigen en interessante geschiedenis) o belangstelling voor kunst van minoriteiten binnen een dominante cultuur o ook: nieuwe media zoals fotografie en video • disciplinaire uitbreidingen: o volgt deels uit het bovenstaande, bv. gender studies en visual studies o maar ruimer: van biologie tot filosofie (hier slechts een introductie, met nadere invulling in college 3 t/m 8) Hoe verhouden deze studievelden zich tot elkaar? Wordt de kunstgeschiedenis bedreigd door de opkomst van visual studies en Bildwissenschaft? Wat is Eigenartigkeit van de kunsthistorische discipline in het licht van de twee andere? Hoe kunnen de drie studievelden elkaar aanvullen of bevruchten? Een kernwoord hier kan dus ‘insluiting’ zijn: van de monodisciplinaire studie van de ‘schone kunsten’ uit de Westerse geschiedenis naar een multidisciplinaire studie van de uiteenlopende kunsten in het menselijk bestaan. 2. KUNST ALS WERELDWIJD VERSCHIJNSEL Een wereldreis op het gebied van de visuele kunsten. Kennismaking met een veelvoud aan stijlen, materiaalgebruik, thema’s, gebruik en functies in de kunst wereldwijd. Aandacht voor de prominente plaats van de menselijke figuur, diervoorstellingen en antropozoömorfe uitbeeldingen in uiteenlopende culturen in tijd en ruimte; de aan- of afwezigheid van het landschap en de gebouwde omgeving in de kunst; ornamentiek en design wereldwijd. 3. WORLD ART STUDIES EN ANTROPOLOGIE VAN DE KUNST Een meer systematische kennismaking met de studie van kunst vanuit een mondiaal perspectief. Wat is world art studies en hoe verhoudt deze nieuwe denkrichting zich tot verschillende vormen van antropologie van de kunst? Antropologie draagt niet alleen bij tot de ‘geoculturele’ uitbreiding die world art studies beoogt, maar voegt aan het multidisciplinaire pallet ook een specifieke disciplinaire benadering toe, waarin het accent ligt op de socioculturele contextualisering van kunstvormen. 4. DE OORSPRONG VAN KUNST: DE EERSTE VORMEN VAN VISUEEL ARTISTIEK GEDRAG Tegen een kort geschetste achtergrond van de evolutie van de mens komen de tot nu toe oudst bekende kunstuitingen in duurzame materialen aan bod: lichaamsversieringen in de vorm van kralen, patronen, en tweeen driedimensionale figuratieve voorstellingen. Kennismaking met de belangrijkste hedendaagse theorieën over de oorsprong van kunst. 5. DE MULTIDISCIPLINAIRE STUDIE VAN KUNST Kennismaking met het hele spectrum van disciplines die zich met de studie van kunst bezighouden, onderverdeeld in drie groepen: bio-evolutionaire wetenschappen, sociale en cultuurwetenschappen, en geesteswetenschappen. 6. ‘FROM BELOW’: BIO-EVOLUTIONAIRE BENADERINGEN Waarom reageren alle mensen positief op bepaalde visuele prikkels en negatief op andere? Hoe maken kunstenaars wereldwijd gebruik van deze responsen? Het wat, hoe en waarom van universele visuele responsen wordt onderzocht door respectievelijk de ethologie, de neurowetenschappen en de evolutionaire psychologie. Deze disciplines houden zich ook bezig met vragen omtrent de bio-evolutionaire oorsprong van menselijke creativiteit en verbeelding en met de sociale effecten van kunstproductie. 7. ‘FROM ABOVE’: GEESTESWETENSCHAPPELIJKE BENADERINGEN –1 Het accent ligt hier op (de interpretatie van) vormaspecten (stijl; Riegl; Wölfflin). 8. FROM ABOVE’: GEESTESWETENSCHAPPELIJKE BENADERINGEN –2 Vervolg van college 7: Kennismaking met iconografie, iconologie en semiotiek (Panofsky, Peirce). 9. WOORD EN BEELD In veel culturen is er een interessante relatie en interactie tussen verbale en visuele taal (paragone, kaligrafie, emblemata, woord-kunst, enz.) 10. INTERCULTURELE VERGELIJKING IN DE STUDIE VAN KUNST: CASUS HET PORTRET In een eerder college (3) is voorgesteld dat world art studies kan worden georganiseerd rond drie grote thema’s: de oorsprong van kunst, de interculturele vergelijking van kunstvormen in hun context, en processen van artistieke interculturalisatie. Aan de hand van het verschijnsel ‘portret’ wordt in dit college de cultuurvergelijkende benadering toegelicht en geïllustreerd. 11. ONTMOETINGEN: INTERCULTURALISATIE IN DE KUNST Hier komt het derde grote thema aan bod: artistieke invloeden tussen culturen. Hoewel dergelijke interculturele uitwisselingen nu aan de orde van de dag zijn, hebben dergelijke processen zich steeds voorgedaan in de kunstgeschiedenis wereldwijd. 12. MONDIALISERING IN DE HUIDIGE KUNSTWERELD Kunnen we in onze mondialiserende wereld nog spreken van centrum en periferie in de kunstwereld? Is het einde van uitsluitingsprocessen in zicht? Wat is de rol van biënnales en het Internet in de huidige kunstwereld? Handboek - Wilfried van Damme & Kitty Zijlmans (Eds.), World Art Studies, Exploring Concepts and Approaches (Amsterdam 2007, in voorbereiding) - reader met aanvullend materiaal Meer informatie Het volledige advies van de commissie kunsthistorische wetenschap, inclusief de overwegingen die tot bovenstaande invulling hebben geleid, kunt u vinden op de website van OWB: http://www.letowb.leidenuniv.nl/