Preek voor het Eeuwfeest 5 oktober 2008 DE KERK ALS UITVERKOREN VOLK 1 Petrus 2:9-10 Uitgebreide lezing: 1 Petrus 2:1-11 Extra teksten: Exodus 19:1-6; Hosea 1:1-11; Johannes 3:1-17 INLEIDING Op 13 oktober 1908 begon in een grote tent op de prairie van Texas een geweldig visioen gestalte te krijgen. Na dagen van prediking, gebed, onderhandelen en discussie, ontvingen de afgevaardigden van allerlei kerken verspreid over de Verenigde Staten een laatste motie die na stemming werd aangenomen. Een feeststemming kreeg de mensen in haar greep. Zij stroomden de tent uit en liepen er om heen terwijl zij liederen zongen en God prezen. Uit velen waren zij tot één geworden. Het was een boodschap die hen samen bracht. Als fervente aanhangers van de boodschap van heiligmaking van hart en leven in de Wesleyaanse heiligingstraditie, vertegenwoordigden zij ongeveer 10.000 leden uit verschillende organisaties en gemeenten. Hoewel het ging om een betrekkelijk klein aantal hadden veel van deze groepen kerken en missieposten in de Verenigde Staten en Canada en zendelingen in India, Kaap-Verdië en in Japan. Spoedig ontstond er ook werk in Afrika, Mexico en China. Hartstochtelijk toegewijd aan het “verspreiden van heiliging in ieder land”, verlieten zij Pilot Point, Texas, terwijl zij gegrepen waren door een radicaal optimisme met betrekking tot genade. Zij waren vastbesloten deze boodschap aan de wereld te brengen. Honderd jaar later heeft deze kerk die gesticht werd op de prairie in Texas meer dan 1.6 miljoen leden die verspreid zijn over 151 landen met 140 talen. Uit één zijn wij velen geworden. 1 Dit nieuwe lichaam van gelovigen besefte dat zij bij hun gezamenlijke inspanningen een kracht bezaten die zij individueel niet hadden. Zij ontwikkelden met elkaar een sterk besef van identiteit. Zij waren Nazareners! Zij vertrouwden op de leiding van de Heilige Geest. Zij waren toegewijd aan zorg voor de naaste en aan evangelisatie. En zij waren enthousiast over de boodschap van heiligmaking. Maar zij waren ook realistisch over de enorme omvang van hun taak. De wereld zou spoedig met de 1e Wereldoorlog worden geconfronteerd. De hulpbronnen kwamen onder grote druk te staan nu de groeiende denominatie trachtte om steeds meer activiteiten te ontplooien. Moedige zendelingen waagden hun leven om te werken in een wereld in oorlog. Een wereldwijde recessie zorgde ervoor dat de financiële middelen bijna uitgeput waren. De jonge kerk moest de realiteit onder ogen zien dat groei niet automatisch voldoende fondsen betekende. Toen spoedig daarna de 2e Wereldoorlog uitbrak kwam het zendingswerk in veel landen tot stilstand. Sommige zendelingen werden gegrepen en gevangen gezet. Maar de kerk ging door met haar bediening en groeide. Ondanks enorme spanningen in de wereld werden kerken gesticht en werden scholen en ziekenhuizen opgericht. En de kerk bleef zich over de wereld uitbreiden. Na de 2e Wereldoorlog maakte de kerk in Amerika een ongekende groei door. Honderden kerken werden gesticht en nieuwe districten werden gevormd. Het aantal colleges groeide en het Nazarene Bible College in Colorado Springs en het Nazarene Theological Semenary in Kansas City werden gesticht. De groeiende kerk zorgde voor een stroom van mensen en geld voor het zendingswerk in de wereld. Het aantal zendelingen bedroeg al snel meer dan 800 en de lijst met landen waar de kerk van de Nazarener werkte nam snel toe. Zo effectief was dit wereldwijde zendingswerk dat in de laatste jaren van de eerste honderd jaar van ons bestaan het ledenaantal in de andere landen groter was geworden dan in de Verenigde Staten en Canada samen. Gedurende al die honderd jaar heeft dit enthousiasme dat de kerk van de Nazarener vormde uit velen tot één er ook voor gezorgd dat er in al die landen Christusgelijkvormige discipelen gevormd werden door de boodschap van 2 heiligmaking. De katalysator die de kerk in 1908 verenigde was de boodschap van heiligmaking. En de hoop voor de toekomst van dit grote experiment in geloof en gehoorzaamheid is de boodschap van heiligmaking. We zijn nu een volk dat verspreid is over de gehele aardbodem. Vurig betrokken bij evangelisatie, discipelschap en zorg voor de naaste zijn wij nog steeds een volk dat gekenmerkt wordt door een boodschap. Maar deze boodschap is niet onze uitvinding, noch ons bezit. In zijn twee Nieuwtestamentische brieven schreef Simon Petrus, die onstuimige en loyale discipel van Christus, aan de Christenen die verspreid waren over Klein-Azië, een gebied dat nu tot Turks grondgebied behoort. Petrus daagde de gelovigen uit om standvastig te blijven in een tijd dat hun stabiliteit, hun effectiviteit en hun boodschap ernstig uitgedaagd werden. Petrus herinnerde hen aan hun ware identiteit. Zij waren het nieuwe Israël. Door Christus golden de beloften van God in het Oude Testament ook direct voor hun. Zij waren Gods nieuwe volk. I. EEN UITVERKOREN VOLK Petrus maakte het zijn lezers duidelijk dat zij niet door eigen inspanning het volk van God waren geworden. Hij zei dat zij een uitverkoren volk waren. Zij waren een volk gevormd door genade. Zij waren niet de bron van hun eigen bestaan of boodschap. God had hen geroepen om Zijn volk te zijn. In zijn openingswoorden noemt hij hen een volk dat door God is uitgekozen (1 Petrus 1:2). God had ervoor gezorgd dat zij tot aanschijn waren geroepen door “heiliging door de Geest”. Deze verkiezing is niet beperkt tot de gelovigen aan wie Petrus schreef. Het is het algemene erfdeel voor al Gods kinderen van alle tijden. Hij is de initiatiefnemer, de grondlegger van onze verlossing. Hij heeft ons uitgekozen. 3 Dit vertrouwen geeft kracht en betekenis aan de viering van het Eeuwfeest van de Kerk van de Nazarener. Het is ons geloof dat Hij ons heeft uitgekozen, ons tot aanschijn heeft geroepen en ons heeft geschapen als een volk van genade. Door zijn genade en zegen heeft Hij ons in staat gesteld om Jezus Christus te gehoorzamen en heeft Hij ons samen gebracht als een verbondsvolk. Petrus bracht deze werkelijkheid treffend onder woorden: “Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk”(2:10). Deze werkelijkheid geldt echter niet alleen ons; het is de geweldige erfenis van al diegenen die ingegaan zijn op zijn genadige initiatieven. Hij heeft alle mensen tot zich geroepen en wij worden toegevoegd aan het verbondsvolk met allen die Jezus Christus werkelijk belijden als hun Verlosser en Heer. Kent u deze werkelijkheid? Heeft u zelf het wonder van Gods vergeving en genade ervaren? U kunt Hem leren kennen! Dat is het hart van onze boodschap. U kunt Jezus Christus persoonlijk leren kennen, nu, vandaag! Hij nodigt u uit bij Hem te komen door de genade die recht uit zijn hart vloeit. Het lijden en sterven van Jezus Christus is de mate van zijn liefde voor u. Kent u Hem? Zou u Hem willen leren kennen? Dat kan en het kan vandaag. Ook u kunt een deel worden van dit nieuwe volk –het volk van God! Zie uw behoefte aan Hem onder ogen. Belijd uw zonden tegenover Hem. Keer u af van deze zonden! Nu! Geheel en al! En vertrouw op Hem! Terwijl Petrus schrijft aan een grotendeels geïsoleerd volk dat verspreid over een groot gebied leefde, moedigde hij hun geloof aan te midden van moeilijke omstandigheden. Jullie zijn niet alleen, schreef hij. Jullie behoren toe aan God en jullie vormen een nieuw volk – het volk van God. II. EEN HEILIG VOLK Petrus ging verder met het noemen van een zeer belangrijk aspect van deze verkiezing, toen hij schreef: “U bent…..een heilige natie” (2:9). 4 Terwijl het volk Israël kampeerde op de berg Sinaï na hun bevrijding uit Egypte, sprak de Heer tot Mozes: “De hele aarde behoort mij toe. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk” (Exodus 19:5-6). Petrus herhaalde die duidelijke claim voor alle gelovigen: “U bent….een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft” (2:9). Simon Petrus maakte aanspraak op het erfdeel van Israël en paste het toe op de mensen aan wie hij schreef. U bent uitgekozen en voorbestemd door God de Vader en geheiligd door de Geest om Jezus Christus gehoorzaam te zijn, zei hij. Dit is uw erfdeel. Dit is uw toekomst. U bent het heilige volk van God. Eerder in zijn brief had hij opnieuw aandacht geschonken aan de erfenis van het volk Israël. Hij paste dit direct toe op zijn lezers: “Wees als gehoorzame kinderen en geef niet opnieuw toe aan de begeerten waardoor u vroeger, toen u nog onwetend was, werd beheerst, maar leid een leven dat in alle opzichten heilig is, zoals Hij die u geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig’” (1 Petrus 1:14-16). De heiliging waartoe Petrus zijn lezers oproept is de erfenis waartoe de Heer de Kerk van de Nazarener heeft geroepen. Wij hebben deze oproep tot heiliging van harte omarmd. Het is opgenomen in onze Geloofsartikelen. Het is de passie in onze prediking. Het is het middelpunt van ons leven. Wij, die Nazareners worden genoemd en die als lichaam en als individuen dat lichaam vormen, zijn geroepen een heilig volk te zijn. Wij zijn geroepen om de heiliging die ons geschonken is door het heiligende werk van de Geest uit te leven. En we zijn geroepen om Jezus Christus te gehoorzamen. Dit is een gehoorzaamheid van liefde en mededogen, van genade en aanvaarding. Dit is een gehoorzaamheid van onbuigzame weerstand tegen de zonde in al z’n verschijningsvormen en weerstand tegen gelijkvormigheid aan de wereld om ons heen. Dit is een gehoorzaamheid van radicale overgave aan de heerschappij van Jezus Christus, aan een krachtig leven door de Geest en aan een diepe liefde voor elk mens. En dat betekent een actieve betrokkenheid bij de noden van de mensen om ons heen. 5 Laat ik u een vraag stellen. Deze geweldige genade van heiliging, van volkomen heiligmaking, is meer dan een theorie. Dit is het diepere leven dat wij, Nazareners, de hele geschiedenis door uitgeleefd en verkondigd hebben. Dit is de reden van ons bestaan. Maar de vraag die ik u vandaag wil stellen is deze: Heeft u deze geweldige genade al ervaren? Heeft u Gods Geest toegestaan in u te werken, u dichter bij Hem te brengen, u meer en meer te vormen en te kneden naar het beeld van Christus? Bent u op het punt gekomen van een volledige overgave van uw wil aan de heiligende volheid van de Heilige Geest? Hij verlangt ernaar u met zichzelf te vervullen. Hij verlangt ernaar uw hart te reinigen. Hij nodigt u uit tot dit moment van overgave. Dat is zijn wil voor u! Wilt u naar zijn volheid zoeken? Wilt u uw verloste leven aan Hem aanbieden in een uiterste loslating van elke andere heerschappij over uw leven? Wilt u Hem toestaan de Heer over uw leven te zijn tot in de verste schuilhoeken van uw ziel? Vertrouw Hem! Geef u over aan Hem! Ontvang Hem! Hij verlangt ernaar u met zijn Geest te vervullen! Dit is de gezamenlijke erfenis van onze kerk. Het bepaalt de manier waarop wij moeten leven als gelovig verbondsvolk. Het is onze gemeenschappelijke weg waardoor wij als mensen gebracht worden tot die persoonlijke ontmoeting met de heiligheid van God en zijn heiligende kracht. Vanaf het begin van de Kerk van de Nazarener heeft deze boodschap centraal gestaan in onze missie. Wij evangeliseren in de wereld ten einde gelovigen te leiden naar een levensveranderende ontmoeting met de Heilige Geest die ernaar verlangt zijn volk “door en door” te heiligen. III. EEN GEZONDEN VOLK Petrus schreef ook dat wij een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie zijn, Gods eigen volk “om de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht” (2:9). Wij zijn een gezonden volk. 6 Wat wij ontvangen hebben is niet alleen om voor onszelf te houden. Wij hebben de opdracht gekregen om zijn machtige daden te verkondigen. Nu wij uitgekozen, verlost, veranderd en geheiligd zijn, zijn wij ook gezondenen. Deze verkiezing is niet alleen voor onszelf; het is voor de wereld. In zijn tweede brief maakt Petrus dit punt zonneklaar: “De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat” (2 Petrus 3:9). Het is waarschijnlijk dat Jezus zijn discipelen verteld heeft over zijn gesprek met Nicodemus, zoals dat vermeld staat in Johannes, hoofdstuk drie. Petrus had zich kennelijk die hartstocht van Jezus voor het verlorene eigen gemaakt. De God die de wereld zo lief had dat Hij zijn enige Zoon zond, heeft niet de wens dat er ook maar iemand verloren gaat! Die overtuiging heeft de Kerk van de Nazarener overal ter wereld gemotiveerd. Wij kunnen niet stil gaan zitten terwijl er nog mensen zonder Christus leven. Onze opdracht is om moedig en onverschrokken Christus-gelijkvormige discipelen te maken overal in de wereld. Wij zijn het gezonden volk van God dat geroepen is de rijkdom van zijn genade te verkondigen aan alle mensen waar ook te wereld. Terwijl we ons laten motiveren door het radicale optimisme van genade, gaan we de wereld in in de kracht van de Geest om die wereld voor Christus te winnen. Wij zijn gezondenen. Dit is onze erfenis; dit is onze opdracht. CONCLUSIE/UITNODIGING De Kerk van de Nazarener staat voor haar tweede honderd jaar met geestelijke rijkdommen die zij in meer dan 100 jaar van wereldwijde bediening heeft verzameld. Wij hebben een goddelijke erfenis, een geweldige geschiedenis en een wereldwijde bediening. Wij hebben alle reden om de trouwe dienst van onze mensen waar ook ter wereld te vieren. Wij hebben een op de Bijbel gebaseerde theologie en een geschiedenis van godvruchtige leiders die de kerk in getrouwheid uitgedaagd en geleid hebben. Wij bezitten een groeiend netwerk van kerken op strategische plekken om de miljoenen mannen en vrouwen, jongens en meisjes, met de levensveranderende boodschap van Jezus Christus 7 te bereiken. En wij zijn vastbesloten trouw te blijven aan onze erfenis van Wesleyaanse heiligingsevangelisatie, onderwijs en tot discipelen maken van nieuwe gelovigen zodat ook zij de rijkdom van Gods heiligende kracht in en door zichzelf mogen ervaren. De komende honderd jaar eisen wij alvast op. Wij mogen niet alleen onze voorbije successen vieren, noch treuren over onze gemiste kansen. Wij leven nu om de wereld te veranderen! Met Gods genade en hulp zullen we doorgaan “een uitverkoren geslacht” te zijn, “een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van Hem die ons uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijk licht” (2:9). Eerder in deze preek stelde ik u twee zeer belangrijke vragen. Een ervan had te maken met uw relatie met Jezus Christus als uw persoonlijke verlosser. Laat mij u opnieuw vragen: kent u Hem? Heeft u het wonder ervaren dat u zijn kind bent geworden, dat u vergeving hebt ontvangen, dat u deel bent geworden van zijn familie, en dat u het leven hebt ontvangen dat alleen Jezus kan geven? Als dat niet zo is, dan is er geen beter ogenblik dan nu! Aan u die gelooft wil ik mijn tweede vraag stellen: Heeft U de Geest van God toegestaan u “geheel en al” te heiligen? Heeft u de onuitsprekelijke vreugde ervaren om te weten dat Jezus Christus de onbetwiste Heer is van uw ziel? Hij verlangt ernaar u te maken zoals Hijzelf is. Hij verlangt ernaar u te vullen met zijn heilige liefde. Hij verlangt ernaar uw hart te reinigen van iedere rivaliserende heerser. Hij kan dat doen! En Hij kan het nu doen! Wilt u Hem dat toestaan? Opnieuw zeg ik u: Is er een beter moment dan nu?! --Jesse C. Middendorf, Algemeen Superintendent 8 Predikant, Op deze zondag van ons Eeuwfeest hebben we niet alleen het voorrecht onze geschiedenis en erfenis te vieren, maar ook de mogelijkheid tot evangeliseren door het evangelie te verkondigen en mensen uit te nodigen een beslissing voor Jezus Christus te nemen. Ik nodig u uit deze Schriftgedeelten en deze preek te gebruiken om hen aan te moedigen die behoefte hebben aan vergeving om bij Christus te komen onder berouw van hun zonden en volle verlossing te ontvangen. Roep die gelovigen op die nog niet geheiligd zijn hun leven volkomen aan God toe te wijden en de volheid van zijn Geest te ontvangen. Ik zal bidden dat God u zal gebruiken om de mensen in uw kerk vandaag tot Hem te leiden. Dit zou wel eens de dag kunnen zijn waarop u niet alleen de boodschap van verlossing en heiligmaking zult brengen maar waarop er ook feest zal zijn met hen die dit voor de allereerste keer zullen ervaren! --Jesse C. Middendorf, Algemeen Superintendent 9