Bescherming tegen hepatitis B bij mensen met het syndroom van Down Nationaal Hepatitis Centrum Kenniscentrum voor hepatitis Inleiding Mensen met het syndroom van Down hebben minder weerstand tegen de besmettelijke ziekte hepatitis B (hepatitis = ontsteking van de lever). Het virus dat deze ziekte veroorzaakt kan soms ongemerkt in het lichaam komen en daar de lever ziek maken. Daarom is het belangrijk om beschermd te zijn tegen hepatitis B. Bescherming gebeurt door middel van vaccinatie. Wat is hepatitis B? Hepatitis B wordt veroorzaakt door een onzichtbaar kleine ziektekiem: het hepatitis B virus. Als dit hepatitis B virus in het lichaam komt, kan het de lever beschadigen. Soms kan dat ernstige gevolgen hebben omdat de lever een heel belangrijk orgaan is voor de mens. Een bekend ziekteverschijnsel bij hepatitis B is geelzucht. Dat is het geel worden van de huid en het oogwit. Maar heel vaak merkt iemand helemaal niet dat hij of zij ziek wordt. Als het hepatitis B virus in het lichaam zit, verdwijnt het virus bij veel mensen na een tijdje weer vanzelf. Maar soms is het virus na een half jaar nog steeds niet verdwenen en is de lever nog steeds ziek. De dokter spreekt dan van een “chronische hepatitis B”. Chronische hepatitis B kan behandeld worden door de dokter in het ziekenhuis. Bij mensen met het syndroom van Down komt chronische hepatitis B vaker voor dan bij andere mensen. Zij hebben dus een extra reden om te zorgen dat ze niet besmet raken. Zorgen dat je niet besmet raakt Mensen die het hepatitis B virus in hun lichaam hebben, zijn besmettelijk voor andere mensen. Meestal is echter niet bekend of iemand besmettelijk is. Daarom is het belangrijk om op te passen met bloed van een ander en altijd veilig te vrijen. Knuffelen, een hand geven of kussen kan natuurlijk gewoon. Mensen die het hepatitis B virus niet hebben, moeten zorgen dat dit zo blijft! Zij kunnen zich laten vaccineren tegen hepatitis B bij de dokter. Na een geslaagde vaccinatie krijgen zij geen hepatitis B meer. Vaccineren tegen hepatitis B Mensen met het syndroom van Down lopen meer kans op besmetting met hepatitis B. En als zij besmet zijn, wordt hepatitis B vaker “chronische hepatitis B”. Het is dus belangrijk dat mensen met het syndroom van Down voorkomen dat ze hepatitis B krijgen en dat ze zich beschermen tegen deze ziekte. Bescherming tegen hepatitis B gebeurt door een vaccinatie. Deze vaccinatie zorgt ervoor dat het lichaam antistoffen maakt tegen het hepatitis B virus. Als het virus dan het lichaam binnen wil komen, wordt het door de antistoffen meteen weer buiten gezet. 2 Vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma vanaf 1 januari 2008 Kinderen met het syndroom van Down die op of na 1 januari 2008 worden (of zijn) geboren, kunnen de vaccinatie tegen hepatitis B binnen het Rijksvaccinatieprogramma krijgen. Zij krijgen de vaccinatie dan op het consultatiebureau in één prik met andere vaccinaties van het Rijksvaccinatieprogramma: de DKTP-Hib-HebB-prik. Deze prik beschermt tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, ziekte veroorzaakt door Hib (bacterie die bijvoorbeeld hersenvliesontsteking kan veroorzaken) én hepatitis B. Kinderen krijgen deze prik op de leeftijd 2, 3, 4 en 11 maanden, tegelijk met de vaccinatie tegen pneumokokkenziekte. Door de combinatieprik hoeven ze geen extra hepatitis B prikken meer te krijgen. Baby’s geboren voor 1 januari 2008, oudere kinderen en mensen met het syndroom van Down die nog geen vaccinatie tegen hepatitis B hebben gehad, kunnen deze bij hun arts (huisarts, kinderarts of arts van de instelling) krijgen. Ook kinderen die wel al de DKTP-Hib prikken hebben gehad, maar nog geen vaccinatie tegen hepatitis B, kunnen de hepatitis B vaccinatie bij hun arts halen. Bij een vaccinatie tegen hepatitis B geeft de arts drie prikken, verspreid over een half jaar. Een maand na de laatste prik, doet de dokter een bloedonderzoek om te kijken of de vaccinatie geslaagd is. Als dat zo is, dan is er bescherming tegen hepatitis B. 3 Handige adressen en telefoonnummers Meer informatie over vaccineren tegen hepatitis B kunt u krijgen bij de huisarts of een andere arts waar u contact mee heeft ( bijvoorbeeld van de instelling waar u verblijft), de GGD, Stichting Downsyndroom of het Nationaal Hepatitis Centrum. Nationaal Hepatitis Centrum Stationsplein 121 3818 LE Amersfoort Tel.: 033-4220980 Fax: 033-4220983 Hepatitis Infolijn: (033) 422 09 88 E-mail: [email protected] Internet: www.hepatitis.nl Stichting Downsyndroom Bovenboerseweg 41 7946 AL Wanneperveen Tel.: (0522) 28 13 37 E-mail: [email protected] Vierde druk, december 2007 4