Handboek legionella

advertisement
Inhoudsopgave
LEESWIJZER .......................................................................................................................................................... 3
REFERENTIES ........................................................................................................................................................... 4
1
INLEIDING....................................................................................................................................................... 5
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
TIJDELIJKE REGELING LEGIONELLA PREVENTIE IN LEIDINGWATER .............................................................. 5
EIGENSCHAPPEN VAN LEGIONELLA.............................................................................................................. 5
AANWEZIGHEID VAN LEGIONELLA IN WATERINSTALLATIES ........................................................................ 5
LEGIONELLOSE............................................................................................................................................. 6
BEGRIPPENLIJST. .......................................................................................................................................... 6
2 RISICO ANALYSE IN HET KADER VAN DE TIJDELIJKE REGELING LEGIONELLA
PREVENTIE IN LEIDINGWATER .....................................................................................................................15
2.1
RISICO BESCHOUWING. ...............................................................................................................................15
2.1.1
Risico factoren ....................................................................................................................................15
2.1.2
Risico kwalificatie ...............................................................................................................................16
2.2
BEPERKTE RISICO ANALYSE ........................................................................................................................18
2.2.1
Checklist voor de beperkte risico analyse...........................................................................................18
2.3
UITGEBREIDE RISICO ANALYSE ...................................................................................................................20
2.3.0
Algemene checklist voor de beoordeling van leidingwaterinstallaties ...............................................20
2.3.1
Checklist grondstof (drinkwater) ........................................................................................................22
2.3.2
Checklist koudwater installatie ...........................................................................................................25
2.3.3
Warmtapwaterbereiding( toestellen). .................................................................................................29
2.3.4
Checklist warmwaterinstallatie. .........................................................................................................33
2.3.5
Checklist Tappunten ...........................................................................................................................40
2.3.6
Checklist aërosolvormende apparatuur ..............................................................................................42
2.3.7
Checklist hot spots ..............................................................................................................................46
3
BEHEERSPLAN ..............................................................................................................................................48
3.1.1
Algemene gegevens: ............................................................................................................................48
3.1.2
Beschrijving van de installaties: .........................................................................................................52
3.1.3
Documentenoverzicht..........................................................................................................................53
3.1.4
Algemene gebruiksgegevens ...............................................................................................................54
3.1.5
Meetpunten en meettoestellen. ............................................................................................................55
3.1.6
Temperatuurinstellingen warmwatertoestellen ...................................................................................56
3.1.7
Etmaal gemiddelde temperaturen ......................................................................................................56
3.1.8
Risico analyse .....................................................................................................................................58
3.1.9
Actualisatie revisietekeningen en overige documenten .......................................................................59
3.1.10 Verantwoordelijkheden en bevoegde personen. ..................................................................................60
3.2
BEHEERSMAATREGELEN .............................................................................................................................61
3.2.2
Groslijst Beheersmaatregelen .............................................................................................................61
3.2.4
Procedures. .........................................................................................................................................66
4
BIJLAGEN .......................................................................................................................................................68
4.1
MONSTERNAME EN ANALYSE VAN HET LEIDINGWATER ..............................................................................68
4.1.1
Monstername algemeen ......................................................................................................................68
4.1.2
Aanbevolen frequentie voor monstername: ........................................................................................69
4.2
WERKINSTRUCTIES. ....................................................................................................................................71
4.2.1
Spoelen................................................................................................................................................71
4.3
LOGBOEK TEMPERATUURMETINGEN. ..........................................................................................................73
$
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
2
$
Leeswijzer
Dit handboek bestaat naast de inleiding uit 3 hoofdstukken. In de inleiding wordt eerst in algemene zin aandacht besteed aan de
bacterie legionella. Het wettelijk kader wordt gegeven en de mogelijke manieren van besmetting met Legionellaen de ziektebeelden
komen kort aan de orde.
In hoofdstuk 1 komt de risico analyse aan bod. Eerst wordt de beperkte risico analyse besproken. Kan niet worden volstaan met de
beperkte risico analyse, dan kan gebruik worden gemaakt van de in dit deel aangereikte checklisten voor de uitgebreide risico
analyse. De diverse onderdelen van de gehele water installatie worden middels de checklisten doorgelicht. Bij de checklisten wordt
voor ieder onderdeel en de bijbehorende componenten een risico beoordeling gegeven. Afhankelijk van de risico kwalificatie worden
beheersmaatregelen voorgesteld.
In hoofdstuk 1 zijn ook checklisten opgenomen voor een aantal veel gebruikte apparaten waarbij mogelijk aërosolen kunnen ontstaan.
Strikt genomen valt aërosolvormende apparatuur buiten de Tijdelijke Regeling. Op grond van de Arbowetgeving is het toch
noodzakelijk om ook deze apparatuur aan een risico analyse te onderwerpen.
Hoofdstuk 2 bevat de componenten voor het beheersplan. Dit beheersplan volgt op logische wijze uit de risico analyse. In hoofdstuk
3, de bijlagen, treft u naast aanwijzingen voor b.v. temperatuurmetingen ook een logboek aan voor de registratie van gegevens.
Gebruik van het handboek
Dit handboek bevat een groot aantal checklisten. Wanneer u op basis van de beperkte risico analyse besluit om de uitgebreide risico
analyse uit te gaan voeren zal slechts een deel van de in dit boek opgenomen checklists voor u van belang zijn. Het is dus niet zo dat
u- om aan de regelgeving te voldoen- alle opgenomen lijsten hoeft in te vullen. Laat u zich daarom vooral niet ontmoedigen door de
dikte van dit handboek: slechts een beperkt gedeelte is voor u relevant en dient dus ingevuld te worden.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
3
$
Referenties
1.
Modelbeheersplan Legionella-preventie in leidingwater. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Oktober 2000
2.
Tijdelijke Regeling Legionella preventie in leidingwater, oktober 2000. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer.
3.
Lesboek cursus Beheersplan Legionella. Wateropleidingen Nieuwegein, januari 2001.
4.
Publicatie 55.1 ISSO, Handleiding Legionella preventie in leidingwater. Tweede druk, november 2000.
ISBN 90-5044-078-9
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
4
$
1
Inleiding
1.1
Tijdelijke Regeling Legionella preventie in leidingwater
Om besmetting met Legionella bacteriën te voorkomen heeft de overheid regels gesteld t.a.v. leidingwaterinstallaties. Deze regels zijn
vastgelegd in de Tijdelijke Regeling Legionella preventie in leidingwater, kortweg de Tijdelijke Regeling genoemd. In de Staatscourant
van 13 oktober 2000 is de Tijdelijke regeling gepubliceerd. De tijdelijke regeling is een uitwerking van de Waterleidingwet en heeft een
geldigheidsduur van maximaal 2 jaar. Daarna zal de inhoud van de Tijdelijke regeling worden verwerkt in de Waterleidingwet of het
Waterleidingbesluit. De regeling houdt in dat eigenaren van leidingwaterinstallaties er zorg voor dienen te dragen dat leidingwater, dat
op zodanige wijze gebruikt of ter beschikking gesteld wordt dat daarbij relevante hoeveelheden inadembare aërosolen vrijkomen, ten
hoogste 50 Kve/l Legionella mag bevatten.
Eigenaren van warmwatervoorzieningen, collectieve drinkwatervoorzieningen en huishoudwatervoorzieningen en eigenaren van
collectieve leidingnetten dienen een risico analyse uit te voeren en, op basis van deze risico analyse, een beheersplan met betrekking
tot inrichting en beheer van de leidingwaterinstallatie op te stellen.
Alleen in de volgende gevallen hoeft geen beheersplan te worden opgesteld:

Indien geen relevante hoeveelheden inadembare aërosolen vrijkomen bij gebruik van het water;

Indien uit de risico analyse blijkt dat er geen periodiek terugkerende maatregelen hoeven te worden genomen om het risico van
overschrijding van de gestelde Legionella norm te beheersen.
De Tijdelijke regeling Legionella preventie in leidingwater geeft richtlijnen voor het opstellen van een risico analyse en voor het
opstellen van een beheersplan De risico analyse dient elke drie jaar en bij aanpassingen van de installatie herhaald te worden. Het
beheersplan wordt hierop indien nodig aangepast.
Deze handleiding geeft een uitwerking voor de risico analyse die op alle installaties voor leidingwater kan worden toegepast en geeft
regels voor het opstellen van een beheersplan voor dergelijke situaties. De handleiding is opgesteld op basis van de Tijdelijke
regeling, de ISSO publicatie 55.1 “ Handleiding Legionella preventie in leidingwater” en het Modelbeheersplan Legionella-preventie in
leidingwater van oktober 2000 van het Ministerie van VROM.
In het algemeen kan worden gesteld dat bij een correct gebruik van dit handboek wordt voldaan aan de wettelijke eisen die de
Tijdelijke regeling stelt aan de risico analyse en het beheersplan. Hiermee heeft u dan voldaan aan de eisen die men in redelijkheid
kan stellen m.b.t. Legionellaveiligheid van leidingwater installaties. De handleiding heeft betrekking op drinkwater, warm tapwater,
inclusief mengwater én huishoudwater.
1.2
Eigenschappen van Legionella
Legionella’s zijn staafvormige, beweeglijke bacteriën die alleen groeien in aanwezigheid van zuurstof. Ze komen wijd verbreid voor in
oppervlaktewater. Vermeerdering treedt met name op in slijmlaagjes (‘biofilms’) op oppervlakken in contact met water, in sediment en
in aanwezigheid van algen. Legionella bacteriën stellen hoge eisen aan hun voeding. Naast organische verbindingen, die dienen als
bron voor energie en/of koolstof, zijn ijzerverbindingen en een tiental verschillende aminozuren nodig. Het temperatuurstraject voor
groei ligt tussen 25 en 50°C, met een optimum tussen 30 en 40 °C. Tussen 20°C en 25°C is langzame vermeerdering aangetoond,
zodat in een kouwatersysteem een temperatuur van maximaal 20°C de voorkeur verdient. Het aantal levensvatbare Legionella’s per
volume-eenheid water wordt vastgesteld door kweken op een semi-selectieve voedingsbodem bij 37°C.
1.3
Aanwezigheid van Legionella in waterinstallaties
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
5
$
In tal van watersystemen, waaronder drinkwaterinstallaties, warmtap-watersystemen, koeltorens, luchtbevochtigers en whirlpools, zijn
Legionella’s aangetoond. In drinkwater zoals aan de hoofdkraan wordt geleverd liggen de aantallen vrijwel altijd beneden de
detectiegrens (< 50 kolonievormende eenheden per liter water, 50 Kve/l). Toch wordt aangenomen dat drinkwater een belangrijke
besmettingsbron is voor binneninstallaties. In warmtapwatersystemen kunnen hoge aantallen aanwezig zijn (tot meer dan 105 Kve/l),
als gevolg van vermeerdering die optreedt bij de hierboven genoemde temperaturen. Biofilmvorming en accumulatie van sediment, in
combinatie met de verblijftijd van het water in een systeem, zijn mede bepalend voor de mate waarin vermeerdering van Legionella
optreedt. Biofilmvorming wordt veroorzaakt door de groei van bacteriën op oppervlakken in contact met water. Voedingsstoffen voor
deze groei zijn aanwezig in het water, en/of afkomstig van materialen in contact met water. Biofilm en sediment vormen vervolgens
een voedingsbodem voor Legionella. Bepaalde soorten protozoën en amoeben, die zich voeden met bacteriën van de biofilm, kunnen
als gastheer voor Legionella dienen.
1.4
Legionellose
Inademing van aërosolen van water met Legionella bacteriën kan legionellose tot gevolg hebben, waarbij de natuurlijke afweer wordt
ondermijnd door vermeerdering van Legionella’s in de macrofagen (witte bloedlichaampjes). De twee vormen van legionellose zijn:

Legionella-pneumonie, een ernstige vorm van longontsteking. De incubatie tijd varieert van 2 tot 10 dagen.

Pontiac-fever, een minder ernstige, griepachtige aandoening, die 2 tot 5 dagen duurt. .
Legionellose is waargenomen in tal van landen in Europa, en ook in de Verenigde Staten, in Canada en in Australië. Personen met
verminderde weerstand vormen de belangrijkste risicogroep. Daarom worden onder meer in ziekenhuizen ziekte-gevallen
waargenomen, waarbij ook de aanwezigheid van uitgestrekte (warm)tap- watersystemen een belangrijke oorzaak is. In 1986 is
legionellose in Nederland aangifteplichtig geworden en sindsdien worden jaarlijks gemiddeld ongeveer 45 gevallen van deze ziekte
aangemeld.
In 1980 bleek dat Legionella bacteriën zich ook kunnen vermeerderen in warmtapwatersystemen. Het meest frequent wordt in
dergelijke systemen de soort Legionella pneumophila aangetroffen, waarvan serogroep 1 de voornaamste veroorzaker van
legionellose is. Ook andere serogroepen en vertegenwoordigers van andere Legionella-soorten, waarvan er inmiddels meer dan 40
zijn beschreven, kunnen ziekte veroorzaken.
Begin 1999 deed zich een uitzonderlijke situatie voor toen meer dan 200 gevallen van legionellose optraden onder bezoekers van een
tentoonstelling, waarvan 17 (bewezen) met dodelijke afloop. Aangetoond werd dat een tentoongestelde whirlpool de bron was van de
besmetting. Gevallen van legionellose zijn alleen waargenomen bij Legionella concentraties boven 1000 kve per liter, maar ook bij
lagere aantallen is besmetting niet uit te sluiten. Een grenswaarde afgeleid van een geaccepteerd infectierisico kan (nog) niet worden
gegeven. Factoren die vaststelling van een grenswaarde bemoeilijken zijn met name:




de grote verschillen in virulentie tussen de diverse serogroepen en stammen
de grote verschillen in gevoeligheid tussen personen;
de overdracht via aërosolen;
de mogelijke rol van protozoën bij de overdracht van Legionella.
Zekerheidshalve wordt voor water bestemd voor huishoudelijk gebruik uitgegaan van een grenswaarde van 50 Kve per liter water.
Beneden dit niveau is de kans op infectie waarschijnlijk verwaarloosbaar, terwijl overschrijding een signaal is dat vermeerdering is
opgetreden.
1.5
Begrippenlijst.
Terwille van de harmonisatie met de nieuwe waterleidingwet en NEN 1006 zijn waar mogelijk de nieuwe begrippen toegepast.
Aërosol
Uiterst fijne nevel van vaste of vloeibare deeltjes in de atmosfeer of in een ander gas. [Van Dale]. Afmetingen 1μm - 10μm.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
6
$
Afzonderlijke drinkwatervoorziening
Afzonderlijke watervoorziening waarmee drinkwater ter beschikking wordt gesteld.
Biofilm
Een biofilm is een populatie van micro-organismen in een matrix van slijm, die aan een oppervlak gehecht is. De populatie van microorganismen bestaat uit één of meerdere soorten bacteriën maar in veel gevallen ook schimmels en gisten, algen en protozoën. De
biofilm bevat sporenelementen, afvalproducten van het metabolisme (de stofwisseling) van de micro-organismen, en door de microorganismen afgescheiden stoffen zoals exopolysacchariden. Ook stoffen afkomstig uit het materiaal van het oppervlak en de daarmee
in contact staande vloeistof zijn in de biofilm opgenomen.
Brandblusinstallatie
Een voorziening voor brandbestrijding met leidingwater
Voorbeelden:

een op een leidingwaterinstallatie aangesloten brandslanghaspel;

een op een leidingwaterinstallatie aangesloten aparte groep brandslanghaspels;

een op een leidingwaterinstallatie aangesloten voorziening met voorraadtank of drukverhogingpomp
Circulatieleiding
Leiding voor het in circulatie houden van warm tapwater, vanaf de aftakking van de laatste uittapleiding of vanaf het laatste tappunt tot
aan de warmwaterbereider.
Circulatiesysteem warm tapwater
Systeem voor het in circulatie houden van warmtapwater in een leidingnet op zodanige wijze dat een ingestelde temperatuur
gehandhaafd wordt, exclusief de hierop aangesloten warmtapwaterbereiding en exclusief de hieraan verbonden uittapleidingen.
Circulerend mengwatersysteem
Systeem voor het in circulatie houden van mengwater in een leidingnet op zodanige wijze dat een ingestelde mengtemperatuur
gehandhaafd wordt, exclusief de hierop aangesloten warmtapwaterbereiding en exclusief de hieraan verbonden uittapleidingen.
Collectieve leidingwaterinstallatie
Collectieve watervoorziening, collectief leidingnet of huishoudwatervoorziening; onder huishoudwatervoorziening wordt voor de
toepassing van deze regeling verstaan een voorziening voor de winning of behandeling van water, dat met behulp van een leiding of
distributienet als huishoudwater, zijnde water dat niet voldoet aan bijlage A van het Waterleidingbesluit en uitsluitend bestemd is voor
toiletspoeling, gebruik in wasmachine of het besproeien van de tuin, aan derden ter beschikking wordt gesteld.
Collectief leidingnet
De leidingen, fittingen en toestellen, tijdelijk, doch anders dan ten behoeve van bevoorrading, of permanent aangestoten op het
distributienet van een waterleidingbedrijf of van een collectieve watervoorziening, met behulp waarvan leidingwater aan derden ter
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
7
$
beschikking wordt gesteld.
Voorbeelden:

het leidingnet in een appartementengebouw (flatgebouw) vanaf het leveringspunt tot de woninginstallaties;

het leidingnet in kantoren, scholen, ziekenhuizen, hotels, etc.;

het leidingnet op kampeerterreinen etc.;

het leidingnet op en in industriële complexen, voor zover dit leidingwater bestemd is om te drinken, te koken, voedsel te bereiden
of voor andere huishoudelijke doeleinden.
Collectieve watervoorziening
Landgebonden voorziening, niet zijnde een waterleidingbedrijf, voor de winning of behandeling van water, waarmee met behulp van
een leiding of distributienet leidingwater ter beschikking wordt gesteld.
Voorbeelden:

eigen winning en/of ter beschikking stelling van leidingwater op een kampeerterrein;

het opwarmen en/of ontharden van door een waterleidingbedrijf ter beschikking wordt gesteld, zoals bijvoorbeeld de levering van
warm tapwater door een energiebedrijf.
Het opvoeren van de druk wordt niet als een behandeling beschouwd.
Desinfecteren
Het op zodanige wijze behandelen van (delen van) een leidingwaterinstallatie dat Legionellabacteriën en eventuele andere aanwezige
micro-organismen (biofilm) in het water en zo mogelijk ook aan de oppervlakte van alle watervoerende onderdelen gedood worden.
Bij lokale desinfectie wordt uitsluitend bet voorbijstromend water gedesinfecteerd.
Distributieleiding
Het hoofdleidingnet van het waterleidingbedrijf.
Drinkwater
Leidingwater, bestemd of mede bestemd om te drinken.
Drinkwaterinstallatie
Leidingwaterinstallatie, waarmee drinkwater ter beschikking wordt gesteld.
Drinkwaterreservoir
Een in de drinkwaterinstallatie opgenomen en daaruit gevoede voorraadbak voor drinkwater onder atmosferische druk, waaruit dit
drinkwater weer onbehandeld bestemd of mede bestemd tot drinkwater is.
Eigenaar
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
8
$
De eigenaar van een collectieve leidingwaterinstallatie.
Enkelvoudige uittapleiding
Een Ieiding waardoor Ieidingwater naar 1 tappunt kan stromen.
Etmaalgemiddelde binnentemperatuur
De temperatuur die in een ruimte gemiddeld over een dag optreedt.
GBS
Gebouw Beheer Systeem. Systeem voor de geautomatiseerde besturing en controle van installaties voor verwarming, koeling,
luchtbehandeling, watervoorziening en mogelijk andere functies.
Gevaarlijk toestel
Een toestel dat naar zijn aard nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het leidingwater kan opleveren.
Grijswater
Afvalwater van wasmachine, douche, bad en wastafels.
Hot spot
Plaats waar water in een deel van de gehele drinkwaterinstallatie, de gehele huishoudwaterinstallatie of de uittapleidingen van het
warmtapwater tot boven 25oC, of meer dan 5oC boven de ruimtetemperatuur, kan opwarmen.
Huishoudwater
Water dat bestemd is voor specifieke huishoudelijke toepassingen waarbij de kwaliteit van het water niet behoeft te voldoen aan de
kwaliteitseisen, die in het waterleidingbesluit zijn gesteld. Huishoudwater kan worden geleverd door de waterleidingbedrijven, of kan
hemelwater of behandeld grijswater zijn.
Huishoudwaterinstallatie
Leidingwaterinstallatie waarmee huishoudwater ter beschikking wordt gesteld.
Kve
Letterlijk: Kolonie vormende eenheid. Het aantal kolonie vormende eenheden per volume (zowel per liter als per milliliter gegeven),
zoals bepaald in een analyse, veelal met kweektechniek.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
9
$
Legionella-bacterie
Alle bacteriën die behoren tot het geslacht Legionella.
Leidingwater
Water, bestemd om te drinken, te koken, voedsel te bereiden of andere huishoudelijke doeleinden, dat door een waterleidingbedrijf of
een collectieve watervoorziening aan derden ter beschikking wordt gesteld.
Opmerking: Leidingwater kan zijn drinkwater, warm tapwater of huishoudwater.
Leidingwaterinstallatie
Installatie, bestaande uit leidingen, fittingen, waterbehandelingstoestellen en andersoortige toestellen waarmee leidingwater ter
beschikking wordt gesteld. Een Ieidingwaterinstallatie kan bestaan uit een collectieve watervoorziening, collectief leidingnet en een
woninginstallatie.
Leveringspunt
Het punt waar een collectief leidingnet of woninginstallatie verbonden is met het distributienet van het waterIeiding-bedrijf en/of
energiebedrijf en bet punt waar een woninginstallatie verbonden is aan een collectief leidingnet.
Meervoudig circulatiesysteem warm tapwater
Circulatiesysteem warm tapwater dat zo is ingericht dat op één of meer plaatsen leidingen parallel doorstroomd kunnen worden.
Mengwater
In het kader van deze norm (NEN 1006) warm tapwater dat met een bepaalde hoeveelheid drinkwater is vermengd om de gewenste
lagere temperatuur in stand te houden.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
10
$
Mengwater installatie
Leidingwaterinstallatie waarmee mengwater ter beschikking wordt gesteld.
Naverwarmingstijd
De naverwarmingstijd is de tijdsduur waarin water continu op of boven de gegeven temperatuur dient te worden gehouden. Omdat het
hier in de regel een situatie met doorstroming betreft dient ervoor te worden zorggedragen dat alle doorstromend water aan deze cis
voldoet. Er mag geen situatie ontstaan waarin een deel van het water een kortere naverwarmingstijd en/of een lagere temperatuur
doorstaat.
Onderbreking
Terugstroombeveiliging uitgevoerd als leidingwaterreservoir, echter zonder voorraadvorming.
Perceel
Elk roerend of onroerend goed, gedeelte of samenstel daarvan, ten behoeve waarvan een leveringspunt tot stand is gekomen of zal
komen, dan wel levering van Ieidingwater geschiedt of zal geschieden.
Reinigen
Het verwijderen van bezinksel, sediment en (kalk)afzetting van de (oppervlakte van) watervoerende onderdelen van (delen van) een
leidingwaterinstallatie.
Sediment
Bezinksel of afzetting uit het water.
Spoeltijd
De spoeltijd is de tijdsduur waarin een leiding of andere installatiedelen in zijn geheel op of boven de gegeven temperatuur dient te
worden gehouden.
Tappunt
Plaats waar het Ieidingwater beschikbaar komt voor gebruik.
Taptemperatuur
De temperatuur van het water aan het tappunt.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
11
$
Toezichthouder
De toezichthouder, aangewezen op grond van artikelen 15b of 15f van de wet (bedoeld is de Waterleidingwet).
Uittapleiding
Een Ieiding waardoor leidingwater direct, zonder enige vorm van circulatie, aan één of meer tappunten ter beschikking wordt gesteld.
Warm tapwater
Verwarmd drinkwater, al dan niet met koud drinkwater vermengd, bestemd voor douchen, baden, wassen, afwassen of ander
huishoudelijk gebruik.
Warmwaterleidingnet
Warmtapwaterinstallatie zonder warmtapwaterbereiding.
Warmtapwaterbereiding [NEN 5128]
Toestel of serie van toestellen, waarmee warm tapwater wordt bereid of kan worden bereid door het opwarmen van water.
Warmtapwatertoestel
Toestel waarmee warm tapwater wordt bereid of kan worden bereid door het opwarmen van water.
Warmtapwatertemperatuur
De temperatuur van het warm tapwater aan het tappunt.
Wet
De Waterleidingwet.
Woning
Eengezinswoning appartement of daarmee vergelijkbare bouwkundige eenheid voor één gezin of huishouding.
Woninginstallatie
Leidingen, fittingen en toestellen, aangesloten op het distributienet van een waterleidingbedrijf of een collectieve watervoorziening of
op een collectief leidingnet, en deel uitmakend van een woning.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
12
$
Warmtapwaterinstallatie
Leidingwaterinstallatie waarmee warm tapwater wordt bereid en ter beschikking wordt gesteld.
















Warmtapwaterleiding deel uitmakend van het circulatiesysteem
Enkelvoudige uittapleiding
Enkelvoudige uittapleiding
Uittapleiding
Circulatieleiding
Circulatiepomp
Warmtapwaterbereider
Drinkwaterleiding
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
13
$
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
14
$
2
Risico analyse in het kader van de Tijdelijke Regeling
Legionella preventie in leidingwater
In de Tijdelijke regeling is vastgelegd hoe de risico analyse moet worden uitgevoerd. Als eerste stap moet er voor ieder gebouw een
beperkte risico analyse worden uitgevoerd. Deze risico analyse beperkt zich uitsluitend tot de tappunten en laat de rest van de
installatie buiten beschouwing. In ieder geval moet er dus een inventarisatie van de tappunten plaatsvinden. Een tappunt is een plaats
waar het water beschikbaar komt voor gebruik. Onder tappunten worden niet alleen de punten verstaan waar water door de gebruiker
getapt wordt maar tevens de punten waar water voor andere doeleinden gebruikt wordt en waarbij de eventueel gevormde aërosolen
met mensen in contact kunnen komen. Voorbeelden hiervan zijn een toilet en de voeding van een luchtbevochtiging. Doel van deze
inventarisatie is per tappunt of groep identieke tappunten te bepalen of er relevante aërosolvorming plaats vindt. Hiertoe moeten de
volgende gegevens worden verzameld:

Nummer tappunt (op tekening of plattegrond gebouw)

Plaats tappunt

Type tappunt, b.v. kraan met schuimstraalstuk

Wateraansluiting: warm tapwater en/of drinkwater, huishoudwater

Relevante aërosolvorming, ja of nee.

Preventieve maatregelen
2.1
Risico beschouwing.
2.1.1
Risico factoren
Uitgangspunt is dat bij tappunten waar relevante hoeveelheden inadembare aërosolen kunnen vrijkomen, minder dan 50 kolonie
vormende eenheden Legionellabacteriën per liter (Kve/l) in het leidingwater aanwezig mogen zijn.
Risico factoren die vermeerdering van Legionellabacteriën in leidingwatersystemen bevorderen zijn:

Een watertemperatuur tussen de 20 en 50 °C, maximale groei treedt op tussen de 30 en 40 °C;

Stilstaand water. Stilstaand water vergroot het risico op het ontstaan van biofilm, die als voedingsbron en bescherming van
Legionellabacteriën fungeert;

Lange verblijftijd. Eventueel aanwezige Legionellabacteriën kunnen bij een lange verblijftijd doorgroeien tot hogere
concentraties;

Biofilm en sediment. Zowel het aangevoerde water als de installatie kunnen voldoende voedingsstoffen bevatten voor de
vorming van biofilm en de groei van Legionellabacteriën. Grote hoeveelheden sediment ( bezinksel) vormen een voedingsbodem
voor langdurige ontwikkeling van biofilm en Legionellabacteriën in hoge concentraties.
Risico beperkende factoren zijn:

Watertemperaturen onder de 20 °C. Hierbij treedt geen groei op.

Watertemperaturen boven de 50 °C. Hierboven treedt geen groei, maar langzame afsterving op.

Watertemperaturen boven de 60 °C. Hierboven treedt geen groei, maar snelle afsterving op;

Doorstroming. Doorstroming is echter onvoldoende om eenmaal gevormde biofilm te verwijderen;

Korte verblijftijd. Een korte verblijftijd beperkt de groei van Legionellabacteriën
Omdat op dit moment nog niet voldoende bekend is, is niet gedifferentieerd naar leidingmateriaal. Er is uitgegaan van situaties waarin
altijd voldoende zuurstof ( > 2,2 mg O2 en voedingsstoffen aanwezig zijn.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
15
$
2.1.2
Risico kwalificatie
Bij de risico kwalificatie wordt gebruik gemaakt van de volgende symbolen:

+ ( afsterven Legionellabacteriën,

0 ( neutraal)

- ( groei Legionellabacterie)
Als referentie wordt uitgegaan van een concentratie van minder dan 50 Kve/l
Hieronder wordt de betekenis van meerdere minnen en plussen gegeven:
Symbool
Betekenis
0
Neutraal
< 50 Kve/l (absoluut getal)
-
< 103 Kve/l
--
< 104 Kve/l
---
> 104 Kve/l
+
Reductie met een factor 10
++
Reductie met een factor 100
+++
Reductie met een factor 1000
Bij serie schakeling van componenten of clusters van componenten gelden de volgende rekenregels voor de symbolen:

Als meerdere componenten/ clusters minnen of nullen scoren wordt de totale score gegeven door de slechtste score in de reeks.
De component met de meeste minnen bepaalt de score. Meerdere componenten met een negatieve score worden dus niet
opgeteld.

Als één of meerdere componenten gezamenlijk negatief scoren kan dit door één of meerdere plussen worden gecompenseerd.
Bij serieschakeling van componenten met plussen mogen de positieve scores worden opgeteld.

Eén min kan uitsluitend stroomafwaarts worden gecompenseerd door een plus; er kunnen geen plussen worden “gespaard”.
Iedere hoofdfunctie dient aan de eis van een score van 0 te voldoen.
Hieronder wordt voor diverse combinaties van risicofactoren de risico kwalificatie gegeven:
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
16
$
Risico kwalificatie als functie van risico factoren:
Risico factoren
Leidingvolume > 1 liter
Temperatuur (°C)
Tijd dat de temperatuur heerst
in component
Risico kwalificatie
(+ afsterven; - groei)
< 20 °C
onbeperkt
0
20-25 °C
onbeperkt
01
25-45 °C
< 2 dagen
0
25-45 °C
> 2 dagen
-
< 1 week
25-45 °C
> 1 week
---
45-50 °C
onbeperkt
--
50-55 °C
onbeperkt
0
55-60 °C
> 1 uur
+
55-60 °C
> 2 uur
++
55-60 °C
> 3 uur
+++
60-65 °C
> 3 min
+
60-65 °C
> 5 min
++
60-65 °C
> 10 min
+++
65-70 °C
> 20 sec
+
65-70 °C
> 40 sec
++
65-70 °C
> 1 min
+++
1 Bij
temperaturen tussen de 20 en 25 °C kan langzame uitgroei van de bacterie optreden tot boven de detectie grens. Voor leidingvolumes kleiner
dan 1 liter is voor alle temperaturen de risico kwalificatie neutraal.(0)
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
17
$
2.2
Beperkte Risico analyse
2.2.1
Checklist voor de beperkte risico analyse
Voor de beperkte risico analyse kan de volgende checklist / tabel worden gebruikt:
Overzicht tappunten t.b.v. beperkte risico analyse.
Nr tappunt
Plaats tappunt/
( zie plattegrond)
Omschrijving
ruimte
Type tappunt
plus relevante
bijz.heden
Wateraansluiting
Relevante
aërosolvorming?
Preventieve
maatregelen
( ja/nee)
…
…
…
…
2.2.1.1
Beoordeling relevante inadembare aërosolen
De volgende tappunten leveren in vrijwel alle gevallen relevante hoeveelheden inadembare aërosolen op:

Douche

Hogedrukreiniger

Nood- en oogdouches

Brandslang, indien deze niet is verzegeld

Sproeidouche in keuken
De volgende voorzieningen leveren in vrijwel alle gevallen relevante hoeveelheden inadembare aërosolen op.

Fontein in gebouw

Bubbelbad / whirlpool

Koeltorens
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
18
$

Adiabatische luchtbevochtigers

Vernevelaars
Deze voorzieningen worden gevuld met leidingwater maar maken geen deel uit van de leidingwater installatie. De voorzieningen zelf
vallen daarom niet binnen de Tijdelijke Regeling. Het water dient wel op het vulpunt legionellaveilig te zijn. Het is echter wel zo – in
het kader van de Arbowetgeving – dat de gevormde aërosolen geen Legionellamogen bevatten. De voorzieningen vallen weliswaar
niet binnen de Tijdelijke Regeling, het risico van vermeerdering in de voorzieningen zelf moet op grond van de Arbowet wel worden
ingeschat. Aanbevolen wordt daarom deze voorzieningen bij de inventarisatie van de tappunten op te nemen.
2.2.1.2
Beheersmaatregelen relevante inadembare aërosolen.
Blijkt bij deze inventarisatie dat er geen tappunten zijn waar relevante hoeveelheden inadembare aërosolen vrijkomen, ook niet bij
gebruik van het water, dan kan de risico analyse worden afgesloten. Als er een klein aantal punten zijn waar wel relevante
hoeveelheden inadembare aërosolen vrijkomen, zijn er twee opties:

Op die punten een behandelingstechniek toepassen die garandeert dat eventuele aanwezige Legionella bacteriën in voldoende
mate worden geëlimineerd. Een voorbeeld van zo’n techniek is naverwarmen boven de 60 graden Celsius. Deze maatregelen
moeten dan wel in een beheersplan worden vastgelegd.

Overstappen op een uitgebreide risico analyse.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
19
$
2.3
Uitgebreide risico analyse
Allereerst is het noodzakelijk algemene installatiegegevens te verzamelen m.b.v. onderstaande checklist:
2.3.0
Algemene checklist voor de beoordeling van leidingwaterinstallaties
( geldig voor alle soorten installaties ! )
Algemene gegevens leidingwater installaties
Algemene gegevens bedrijf/ instelling
Bedrijf/ instelling
Bezoekadres
Correspondentieadres
Postcode & plaats
Contactpersoon & functie
Telefoon
Telefax
E-mail
Gebouwfunctie(s)
Alleen invullen indien afwijkend van bovenstaande gegevens, bijvoorbeeld bij bedrijf op meerdere locaties.
Adres van onderzoek
Bezoekadres
Postcode & plaats bezoekadres
Gebouwfunctie(s) dit adres
Algemene gegevens onderzoek
Datum beoordeling
Bedrijf/instelling dat beoordeling uitvoert
Naam beoordelaar
Algemene gegevens installatie 1
Bouwjaar installatie
Laatste jaar aanpassingen installatie
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
20
$
Tekeningen beschikbaar?
ja / nee / deels
Laatste revisiedatum tekeningen
Tekeningen up-to-date?
Ja/ nee/ deels
Datum vorige beoordeling
Jaargebruik water totaal [m3 ]*
-Jaargebruik koud water [m3 ]*
- Jaargebruik warmtapwater[m3 ]*
Gebruiksfunctie(s)
Logboek installatiebeheer aanwezig en op orde?
* Ten
Ja/ nee/ opmerkingen;
behoeve van het bepalen van de doorstroming van het leidingwater.
Bij meerdere installaties voor iedere afzonderlijke installatie de gegevens invullen!
Voor de uitgebreide risico analyse is het noodzakelijk dat de leidinginstallatie wordt verdeeld in 5 hoofdfuncties:
De grondstof. (2.3.1.) Het betreft hier de kwaliteit van het water op de plaats waar de gehele installatie op de centrale afvoer is
aangesloten. Bij aansluiting op het leidingnet van het waterleidingbedrijf betreft het hier de plaats van de watermeter en de
hoofdkraan. Het kan ook de toevoer zijn uit de waterbronnen die in eigen beheer worden benut.
Drinkwaterinstallatie.( 2.3.2) Het betreft hier het hele leidingnet tussen de centrale aanvoer en alle tappunten en omvat onder meer
inlaatcombinaties voor warmwatertoestellen en de inlaat voor mengwatertoestellen.
Warmtapwaterbereiding.( 2.3.3) Het betreft hier alle warmwatertoestellen en hun onderlinge verbinding middels leidingen.
Warmwaterleidingnet.( 2.3.4) Het betreft hier het hele leidingnet tussen uitlaat van de warmtapwaterbereiding en alle tappunten,
inclusief eventuele circulatieleidingen. Als mengwatertoestellen worden toegepast, vallen zowel het mengwatertoestel als het gehele
leidingnet na het mengwatertoestel tot de tappunten hieronder.
Tappunten. (2.3.5) Een tappunt is een plaats waar het water beschikbaar komt voor gebruik. Onder tappunten worden niet alleen de
punten verstaan waar water door de gebruiker getapt wordt maar tevens de punten waar water voor andere doeleinden gebruikt wordt
en waarbij de eventueel gevormde aërosolen met mensen in contact kunnen komen.
Op de volgende bladzijden worden de verschillende hoofdfuncties checklisten gegeven. Op grond van de risicobeoordeling per
hoofdfunctie kunnen beheersmaatregelen worden gekozen. De beheersmaatregelen worden per hoofdfunctie vastgelegd in het
beheersplan.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
21
$
2.3.1
Checklist grondstof (drinkwater)
(Bij meerdere leveringspunten meerdere checklisten invullen)
Gegevens drinkwater (grondstof)
Component
antwoord
Oordeel volgens risico
beoordeling
Maatregelen op basis van
risico beoordeling
Aantal leveringspunten
drinkwater
Een/ meerdere
Risico beoordeling 2.2.1.a
Zie beheers-maatregelen
2.2.1.b
De volgende vragen per leveringspunt beantwoorden
Herkomst drinkwater
leveringspunt 1:
Waterleiding/ andere
bronnen
Risico beoordeling 2.2.1.c
Zie beheers-maatregelen
2.2.1.d
Uitvoering leverings-punt
drinkwater- installatie
Directe aansluiting/
aansluiting plus verzegelde
omloopleiding
Risico beoordeling 2.2.1.e
Zie beheer 2.2.1.f
Eind oordeel grondstof
indien maatregelen worden
uitgevoerd
Herkomst drinkwater
leveringspunt 2:
Waterleiding/ andere
bronnen
Uitvoering leverings-punt
drinkwater- installatie
Directe aansluiting/
aansluiting plus verzegelde
omloopleiding
Eind oordeel grondstof
indien maatregelen worden
uitgevoerd
2.3.1.a
Risico beoordeling op basis van het aantal leveringspunten.
Etmaalgemiddelde binnentemperaturen
< 20 o C
20-25 o C
> 25 o C
Één
0
0
-
Meerdere
0
-
--
Aantal leveringspunten drinkwater
Leveringspunt: Het punt waar een collectief leidingnet verbonden is met het distributienet van het waterleidingbedrijf en/of
energiebedrijf.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
22
$
2.3.1.b
Beheersmaatregelen op basis van het aantal leveringspunten
Bij een negatief oordeel ( -, - - , of - - - ) dienen voorzieningen te worden getroffen om wekelijks een gegarandeerde doorstroming in
de leidingen met een onbepaalde stroomrichting te forceren gedurende 5 minuten. Bijvoorbeeld door tijdelijke afsluiting van op één na
alle leveringspunten.
2.3.1.c
Risico beoordeling op basis van herkomst grondstof (drinkwater)
Herkomst drinkwater( grondstof)
beoordeling
Waterleiding drinkwater
Geen risico (0)
Eigen watervoorziening drinkwater
Risico analyse uitvoeren conform Tijdelijke Regeling
De bron vlgs Waterleidingbesluit
Leidingen: zie koudwaterinstallatie
2.3.1.d
Beheersmaatregelen op basis van herkomst grondstof (drinkwater)
Water dat door het drinkwaterleidingbedrijf wordt geleverd bevat gegarandeerd minder dan 50 Kve per liter water. Bij aanlevering is
de risico kwalificatie van dat water dus 0. Bij een eigen drinkwatervoorziening kan nooit worden uitgesloten dat er een hoeveelheid
Legionellabacteriën in het bronwater zit die hoger is dan de detectie grens van 50 KVE per liter water. Gegeven dat de temperatuur
van het water tot aan het leveringspunt zodanig laag is dat deze niet boven de 20 o C uitkomt is de enige manier om de hoeveelheid
Legionellabacteriën te achterhalen het uitvoeren van metingen. Aanbevolen wordt eens per half jaar op Legionellate testen. Nadat
gedurende een jaar geen Legionellabacteriën boven de detectie grens zijn aangetroffen, kan de frequentie tot eens per jaar worden
verlaagd.
2.3.1.e
Risico beoordeling van leveringspunt drinkwater installatie
Etmaalgemiddelde binnentemperatuur bij
leveringspunt
< 20 o C
20-25 o C
> 25 o C
Leveringspunt
Beoordeling
Beoordeling
Beoordeling1
Directe aansluiting
0
0
Twater ≤ 25 o C: 0
Twater > 25 o C: -
Verzegelde omloopleiding
0
-
1 Watertemperatuur
--
na de langste periode waarin niet getapt wordt, bijvoorbeeld na de nachtperiode, in een periode waarin de
etmaalgemiddelde binnentemperatuur boven de 25 o C is.
2.3.1.f
Beheersmaatregelen leveringspunt drinkwater installatie.
Directe aansluiting:

Indien risico kwalificatie 0:

Indien risico kwalificatie -, of - - :
Geen maatregelen vereist
Installatie aanpassen
Verzegelde omloopleiding:

Indien risico kwalificatie 0:
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Geen maatregelen vereist
23
$

Indien risico kwalificatie - of - -
Installatie aanpassen.
Installatie aanpassingen:
De volgende maatregelen kunnen door of met toestemming van het Waterleidingbedrijf worden uitgevoerd:

Haal omloopafsluiter weg en zorg voor een compleet passtuk voor de watermeter.

Maak de omloopleiding aftapbaar door het plaatsen van 2 verzegelde afsluiters direct op de hoofdleiding en maak het
tussenliggende deel aftapbaar door een aftapkraantje en een beluchter.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
24
$
2.3.2
Checklist koudwater installatie
Indien meerdere gescheiden drinkwater installaties aanwezig zijn moeten de volgende stappen per installatie worden uitgevoerd. U
dient dan deze bladzijde te kopiëren en extra in te voegen.
Gegevens drinkwater
Installatie nr:
Component
antwoord
Oordeel & maatregelen
Drinkwaterreservoir of breektank?
Ja/ nee
Indien ja:
doe risico beoordeling 2.2.2.a.
Drinkwaterringnetten aanwezig?
Ja/ nee
Indien ja:
(ringleiding waarin geen opgelegde
stroomrichting heerst)
doe risico beoordeling 2.2.2.c.
Voorbeelden van een drinkwater reservoir zijn:

Binnen opgesteld drinkwaterreservoir

Betonnen drinkwaterreservoir aangebracht boven de hoogst voorkomenden grondwaterstand.

Betonnen drinkwaterreservoir aangebracht beneden de hoogst voorkomende grondwaterstand.

Drinkwaterreservoir met een inhoud ≦1m3 .
2.3.2.a
Risico beoordeling drinkwaterreservoir/ breektank.
Etmaalgemiddelde temperatuur opstellingsruimte
< 20 o C
20-25 o C
> 25 o C
Type drinkwaterreservoir
Beoordeling
Beoordeling
Beoordeling
Alle drinkwaterreservoirs
0
-
---
2.3.2.b
Beheersmaatregelen drinkwaterreservoir/ breektank.
Indien risico beoordeling neutraal (0):

De standaard beheersmaatregelen uitvoeren conform Vewin 1.4G onderdeel 8, Drinkwater installaties; dit omvat:

Minimaal een keer per jaar het water op Legionellatesten en betrouwbaar verklaren,

Controle en zonodig vervangen van filters op ont- en beluchtingsopeningen;

Controleren of het waterslot in de overloop met water gevuld is;

Controleren of de overloop van deugdelijk vliegengaas is voorzien;

Registratie watertemperatuur en/of temperatuur opstellingsruimte; ( b.v. middels het gebouwbeheerssysteem)

Jaarlijks reinigen van drinkwaterreservoir, ook de niveaukolom en peilglazen;

Controle of gebruik globaal overeenstemt met ontwerp uitgangspunten i.v.m. voldoende doorstroming.
Indien de risico beoordeling licht negatief is ( -):

Bij voorkeur ruimte/ installatie aanpassing, zodat de etmaalgemiddelde temperatuur onder de
20 o C blijft. Mogelijkheden: Isolatie of verbeterde ventilatie van de ruimte, zonwering, isolatie cv leidingen e.d..

Indien dat niet mogelijk is moet 4 keer per jaar op Legionellaworden beproefd en betrouwbaar verklaard.

Uitvoeren algemene beheersmaatregelen voor neutrale risico beoordeling
Indien de risico beoordeling zeer negatief is ( - - - ):
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
25
$

Ruimte/ installatie aanpassing vereist, zodat etmaalgemiddelde binnentemperatuur onder de 20 o C blijft.
Uitvoeren algemene beheersmaatregelen voor neutrale risico beoordeling
2.3.2.c
Risico beoordeling drinkwaterringnet met onbepaalde stroomrichting
Etmaalgemiddelde binnentemperaturen
< 20 0C
20-25 0C
> 25 0C
Gebruik
Risico beoordeling b
Risico beoordeling
Risico beoordeling
Dagelijks goede doorstroming gehele ringnet
0
0
-
Slechte/ niet dagelijkse doorstroming gehele
ringnet
0
-
---
2.3.2.d
Beheersmaatregelen drinkwaterringnet met onbepaalde stroomrichting.
Bij voorkeur deze systemen niet toepassen. Is er wel sprake van een dergelijk systeem dan zijn beheersmaatregelen altijd
noodzakelijk:

Voorzieningen die ervoor zorgen dat een dagelijkse doorstroming van het hele ringnet is gewaarborgd zijn vereist.
Gegarandeerd moet worden dat de watertemperaturen onder de 25 0C blijven.

Als blijkt dat het niet mogelijk is een situatie te creëren waarbij de temperatuur van het water onder de 25 0C blijft, dan moet
tenminste eenmaal per jaar op Legionellaworden getest en betrouwbaar verklaard.
2.3.2.1 Checklist koudwater installatie, hoofdleidingen.
Bij meerdere installaties meerdere checklisten invullen. In dat geval een kopie maken van deze checklist en extra invoegen.
Checklist hoofdleiding 1
Ruimte nummers / gebouw
Gegevens drinkwater
Installatie nr:
Component: leidingnet vertakkend
met uiteenlopende tappunten
antwoord
In te vullen per (hoofd)leiding
nvt
Maatregelen indien “niet ok”
ok
Niet ok
Hoofdleidingen naar meer dan een
bedrijfsgebouw mogen niet zijn
weggewerkt maar dienen bereikbaar
en vervangbaar te zijn.
Voor installaties die voor 1983 zijn
gebouwd is er geen verplichting tot
aanpassing. Temperatuurmeting om
ongewenste opwarming te bepalen is
vereist
( Wevin WB 3.1 artikel 1.1)
Brandblusinstallatie en andere
installatiedelen aangesloten via
onderbreking.
Installatie na onderbreking behoeft
geen risico analyse, tenzij er tappunten
zijn waar relevante hoeveelheden
inadembare aërosolen voorkomen.
( Wevin WB 4.2)
Per gebouw dient in de aftakleiding
een keerklep met toebehoren te
worden geplaatst
( Wevin WB 3.1 artikel 3)
Als dit niet kan/ het geval is strekt de
risico analyse en het beheer zich uit tot
de tappunten in het gebouw.
Het eind van iedere hoofdleiding is een
dagelijks gebruikt tappunt.
Vewin WB 3.1 art. 2.1
Bij voorkeur installatie aanpassing.
Anders beheers-maatregelen.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
26
$
Afgedopte en niet gebruikte leidingen
dienen op een maximale lengte van 5
maal de diameter van de hoofdleiding
te zijn / worden afgedopt of te zijn
voorzien van een afsluiter en cap.
Verwijderen T stuk of afdoppen op
maximaal de aangegeven afstand.
( in Vewin WB 3.1 art. 2.3 wordt een
max. lengte van 300 mm geëist)
Afsluiter met keerklep en aftap kraan
aan begin leiding naar weinig
gebruikte tappunten
Installatie aanpassen. Anders
beheersmaatregelen.
Afsluiter met aftapkraan aan begin
slangaansluiting naar verplaatsbaar
toestel. ( (af) wasmachine, e.d.)
Voorzieningen aanbrengen.
Aansluiting per warmwatertoestel (
uitgezonderd geiser) met
controleerbare keerklep. ( Vewin WB
4.4B, code EA)
Voorzieningen aanbrengen.
Aansluiting brandslangen met
controleerbare keerklep.
Voorzieningen aanbrengen.
Wevin WB 3.8, code EA)
Aansluiting dranken automaat met
controleerbare keerklep.
Voorzieningen aanbrengen.
Wevin WB 3.8, code EA)
Aansluiting gevelkraan met
controleerbare keerklep aan begin
enkelvoudige uittapleiding.
Voorzieningen aanbrengen.
Overige toestellen:
Voorzieningen aanbrengen.
( Vewin WB 3.8)
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
27
$
2.3.2.1.a
Risico beoordeling drinkwaterinstallatie: vertakkend met uiteenlopende tappunten
Deze beoordeling geldt voor een uitgebreid vertakkend leidingnet na de watermeter, geheel inpandig, in opbouw en /of inbouw
gemonteerd.
Beoordeling:
Lengte uittapleiding
Alle lengtes
≤ 5 meter
≥ 5 meter
24 uurs gem. binnentemperatuur
≤ 25 0C
> 25 0C
> 25 0C
Gebruik per uittapleiding:
Beoordeling
Beoordeling
Beoordeling
Gebruik alle werkdagen/ niet in weekend
0
0
-
Gebruik min. eens per week c.q. wekelijks
spoelen
0
0
--
Geen gebruik gedurende > 1 week
0
-
---
Opmerkingen:

De beoordeling geldt voor die uittapleidingen waarop het gebruik betrekking heeft.

Als de installatie ( groep) als geheel langere tijd niet gebruikt wordt, dan geldt de beoordeling voor de hele groep. Voor
brandslanghaspels geldt altijd een uittapleiding > 5m.
2.3.2.1.b
Beheersmaatregelen drinkwaterinstallatie: vertakkend met uiteenlopende tappunten.
Bij binnentemperaturen die structureel boven de 25 0C liggen ontstaat in principe een onveilige situatie die niet aan de norm voldoet.

Bij leidingen ≤ 5 meter en watertemperaturen die structureel boven de 25 0C liggen de installatie aanpassen, zodat de
temperatuur onder de 25 0C blijft. Is dat niet direct mogelijk, dan wekelijks kort spoelen. ( zie bijlage werkinstructies spoelen)

Bij leidingen ≥ 5 meter en watertemperaturen die structureel boven de 25 0C liggen de installatie aanpassen, zodat de
temperatuur onder de 25 0C blijft. Is dat niet direct mogelijk, dan dagelijks kort spoelen en minimaal eens per jaar op Legionella
testen.

Is er sprake van leidingen die gedurende meerdere weken niet gebruikt worden, dan kan het aftappen van de leiding een
alternatief zijn. Aan het begin van de leiding moet dan een afsluiter worden geplaatst. Voor gebruik moet de leiding dan wel goed
worden doorgespoeld. Is er sprake van dat de leidingen gedurende maanden niet gebruikt worden, b.v. op sportcomplexen, dan
moet de installatie niet alleen gespoeld, maar dan wordt aanbevolen te reinigen of desinfecteren. In zulke gevallen wordt
aanbevolen op Legionella te testen.

Bij brandslangen is het aan te raden deze te verzegelen of op een andere manier te voorkomen dat de slang voor andere
doeleinden wordt gebruikt. Lukt dat niet, dan moeten er beheersmaatregelen worden genomen bij binnentemperaturen boven de
25 0C.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
28
$
2.3.3
Warmtapwaterbereiding( toestellen).
Indien op meerdere gescheiden plaatsen warmtapwaterbereiding plaats vindt, dienen de volgende gegevens per opstelplaats te
worden verzameld:
2.3.3.0
Checklist warmtapwaterbereiding algemeen
Gegevens warmtapwaterbereiding
Betreft
Antwoord
Oordeel en maatregelen
Opstelplaats( en)
n.v.t.
Aantal toestellen
n.v.t.
Opstelling toestellen
n.v.t.
Zie risico beoordeling en
beheersmaatregelen
hieronder
parallel
serie zonder oplaadsysteem uniforme
temperatuur
serie zonder oplaadsysteem op verschillende
temperatuur
anders, nl.
2.2.3.1
Checklist toestellen warmtapwaterbereiding.
Per toestel dienen de volgende gegevens te worden vermeld:
Gegevens warmtapwaterbereiding
Gegevens per toestel
Volgnr, merk, type, bouwjaar toestel
Toesteltype:
Oordeel en maatregelen
Voorraadtoestel
Doorstroomtoestel
Opstelling meerdere toestellen
Gegevens temperaturen
Waarde
Temperatuurinstelling continu of
periodiek
Temperatuur instelling (0C)
( Vewin WB 4.4A:min. 60 0C)
Gemeten temperatuur in retourleiding
bij toepassing circulatie systeem
( Wevin WB 4.4A: min 60 0C)
Gegevens opnemer
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
nvt
ok
Niet ok
29
$
Afleesbare thermometer op uitlaat
toestel
Indien “niet ok” voorzieningen
aanbrengen
Afleesbare thermometer op
retourleiding toestel bij toepassing
circulatie systeem
Indien “niet ok” voorzieningen
aanbrengen
Conclusie voor dit toestel
Risico oordeel indien maatregelen worden uitgevoerd
Zie risico beoordeling en maatregelen
hieronder
Als voor alle toestellen het risico oordeel en de beheersmaatregelen zijn bepaald kan het risico oordeel voor de gehele
warmtapwaterbereiding worden bepaald.
Voor de verschillende toesteltypes volgt hier een risico beoordeling:
2.3.3.1.a
Risico beoordeling warmtapwaterbereiding. Voorraadtoestel.
Onder voorraadtoestel wordt verstaan:

Direct verwarmd voorraadvat, (gas of olie boiler)

Elektrische boiler

Indirect verwarmd voorraadvat

Voorraadvat zonder verwarmingsvoorzieningen ( onderdeel van oplaadsysteem)
Beoordeling:
Temperatuurinstellling
beoordeling
25 tot 45 0C, dagelijks thermische desinfectie
0
25 tot 45
0C,
wekelijks thermische desinfectie
-1
25 tot 45 0C, zonder thermische desinfectie
---
45 tot 50 0C
--
> 50 0C
02
1 Bij
wekelijkse preventieve thermische desinfectie kan incidentaal een situatie ontstaan waarin Legionellabacteriën in concentraties
boven de detectie grens voorkomen. Er is echter geen aanleiding om hoge concentraties te verwachten
2 Een temperatuur van 60 0C wordt aanbevolen.
Soms hebben voorraadvaten mede ten doel eventuele Legionellagroei in voorgeschakelde vaten door naverwarming te neutraliseren.
In zo’n geval dient te worden gegarandeerd dat het water minimaal de vereiste tijd op de gegeven temperatuur in het vat verblijft. ( zie
tabel hier direct onder). Onder geen voorwaarde mag een kortere verblijftijd en/of een lagere temperatuur optreden. Tijdens piek uren
kan een tijdelijke daling van de temperatuur optreden. Dit is in de meeste gevallen toelaatbaar, zolang het water dagelijks een uur of
meer de ingestelde temperatuur bereikt. Alleen als een vat gebruikt wordt als naverwarmer voor thermische desinfectie is dit niet
toegestaan.
Risico kwalificatie
0
+
++
+++
55 tot 60 0C Verblijftijd water
≤ 1 uur
> 1 uur
> 2 uur
> 3 uur
60 tot 65 0C Verblijftijd water
≤ 3 min.
> 3 min
> 5 min.
> 10 min.
> 650C Verblijftijd water
≤ 20 sec.
> 20 sec.
> 40 sec.
> 1 min.
Temperatuurinstelling en verblijftijd
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
30
$
2.3.3.1.b
Beheersmaatregelen voorraadtoestel:
Toestellen die de vereiste temperatuur van 60 0C niet kunnen leveren moeten worden aangepast of vervangen. Daarnaast moeten
altijd de algemene beheersmaatregelen worden genomen. (2.2.3.1.c)
2.3.3.1.c
Algemene onderhoudsmaatregelen voorraadvaten:

Wekelijks meten en registreren temperatuur aan uitlaat en retour( handmatig of middels GBS)

Wekelijks thermische desinfectie indien van toepassing

Jaarlijkse controle functioneren temperatuurinstelling

Jaarlijkse kalibratie van temperatuuropnemers

Jaarlijks sediment verwijderen door spuien aan de onderzijde
2.3.3.1.d
Risico beoordeling doorstroomtoestellen warmtapwaterbereiding.
(Het betreft hier warmwatertoestellen met minimale inhoud zoals geisers en compacte warmte wisselaars.)
Temperatuurinstelling
25 tot 50
beoordeling
0C
-
50 tot 55 0C
0
Beoordeling
0
+
++
+++
55 tot 60 0C Verblijftijd water
≤ 1 uur
> 1 uur
> 2 uur
> 3 uur
60 tot 65 0C Verblijftijd water
≤ 3 min.
> 3 min
> 5 min.
> 10 min.
> 650C Verblijftijd water
≤ 20 sec.
> 20 sec.
> 40 sec.
> 1 min.
Temperatuurinstelling en verblijftijd

Voor gewoon gebruik wordt een temperatuurinstelling onder de 60 0C ontraden.

Voor naverwarming t.b.v. thermische desinfectie zijn doorstroomtoestellen met temperaturen onder de 65 0C niet geschikt. De
verblijftijd van het water is te kort om bij temperaturen onder de 65 0C thermische desinfectie van het water te bewerkstelligen.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
31
$
2.3.3.1.e
Beheersmaatregelen doorstroomtoestellen warmtapwaterbereiding.
Indien de vereiste temperatuur van 60 0C niet kan worden gehaald:

Installatie aanpassen. Na aanpassen de algemene beheersmaatregelen nemen. ( 2.2.3.1.f)
2.3.3.1.f
Algemeen beheer doorstroomtoestellen warmtapwaterbereiding.:

Wekelijks meten en registreren temperatuur aan uitlaat en retour, indien toestel is opgenomen in circulatie systeem ( handmatig
of dmv gebouwbeheerssysteem)

Jaarlijks controleren van de temperatuurinstelling.

Jaarlijkse kalibratie van temperatuuropnemers indien het toestel is opgenomen in een circulatie systeem.
2.3.3.2
2.3.3.2.a
Warmtapwaterbereiding bij opstelling van meerdere warmwatertoestellen.
Risico beoordeling opstelling meerdere toestellen:
Type toestelopstelling
Beoordeling
Parallel
Ieder toestel moet een neutraal (0) of positief (+) risico oordeel hebben.
Serie met oplaadsysteem
Ieder toestel moet een neutraal (0) of positief (+) risico oordeel hebben
Serie zonder oplaadsysteem
Een eventueel negatief risico oordeel van het eerste toestel kan
gecompenseerd worden door een even positief of positiever risico oordeel
van het tweede toestel. Dit is met name van belang als het eerste toestel een
lage temperatuur boiler is.
( b.v. verwarmd door een warmtepomp of zonneboiler)
Voorbeeld bepaling risico oordeel voor twee toestellen in serie opstelling zonder oplaadsysteem:
Oordeel 1e toestel
Oordeel 2e toestel
Totaal oordeel
Totaal oordeel
0
0
0
Neutraal
-
0
-
Onvoldoende
-
+
0
Neutraal
--
+
-
Onvoldoende
--
++
0
Neutraal
---
++
-
Onvoldoende
---
+++
0
Neutraal
Het positieve oordeel over het tweede toestel veronderstelt voldoende verblijftijd van het water bij de ingestelde temperatuur. De
installatie dient zodanig te zijn uitgevoerd dat ten allen tijde aan deze eisen wordt voldaan. Als door een ongewoon grote tapvraag het
water uit de eerste boiler zonder voldoende opwarming in de tweede boiler naar de tappunten stroomt wordt niet aan de eis voldaan.
2.3.3.2.b
Beheersmaatregelen opstelling meerdere toestellen:
Zie de maatregelen die voor de afzonderlijke toestellen zijn gegeven.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
32
$
2.3.4
Checklist warmwaterinstallatie.
Als op meerdere gescheiden plaatsen warmtapwaterbereiding en distributie plaats vindt, moeten de volgende stappen per
opstelplaats worden uitgevoerd.
Per plaats zal óf een installatie met uitsluitend uittapleidingen óf met een circulatiesysteem ( zonder voormenging) worden toegepast.
Mengwatersystemen kunnen worden gevoed door deze systemen en direct aan de warmtapwaterbereiding worden gekoppeld.
Alleen de van toepassing zijnde checklists dienen te worden ingevuld!
Algemene gegevens waterleidingnet
Opstelplaats warmtapwaterbereiding
Onderdelen
ja
nee
Uitsluitend uittapleidingen( evt. met hiermee gevoed mengwatersysteem )
checklist 2.3.4.1
Circulatiesysteem ( zonder voormenging) checklist 2.3.4.2
Niet circulerend mengwatersysteem ( < 60 o C ) checklist 2.3.4.3
Circulerend mengwatersysteem ( < 60 o C ) checklist 2.3.4.4
2.3.4.1
Checklist uittapleidingen
Gegevens warmwaterleidingnet
Onderwerp
antwoord
Uitsluitend uittapleidingen
( eventueel met hiermee gevoed
mengwatersysteem)
ok
Niet ok
Temperatuur aan alle tappunten
minimaal 60 o C 1
Indien “niet ok”:
Controleren of lengte uittapleiding oorzaak kan
zijn.
(Gebruik hierbij checklist tappunten, zie
2.2.5)
Anders aanpassen temperatuurinstelling
warmtapwaterbereiding.
Afgedopte en niet gebruikte leidingdelen
dienen op een maximale lengte van 5
maal de diameter van de hoofdleiding te
zijn/ worden afgedopt of te zijn voorzien
van een afsluiter en cap.
Indien “niet ok”:
Verwijderen T stuk of afdoppen op maximaal
de aangegeven afstand.
( Vewin WB 3.1 art 2.3 eist een max.
lengte van 300 mm)
Er is sprake van langdurige stagnatie/
stilstand
Bepaal de gebruiksintensiteit van de
afzonderlijke tappunten. Voer de risico
beoordeling uit mbv onderstaande tabel.
1Zowel
van de warmtapwaterbereiding als van de tappunten wordt geëist dat de 60 o C gehaald kan worden. Gezien de afkoeling die
in de uittapleidingen kan optreden wordt voor de tappunten een marge van maximaal 5 o C toegestaan.
Bij toepassing van thermische desinfectie dient voor het bepalen van de spoeltijd te worden uitgegaan van de werkelijk optredende
temperatuur aan de tappunten.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
33
$
Aan de leidinglengte van het toestel naar de tappunten worden geen aanvullende eisen gesteld.
2.3.4.1.a
Risico beoordeling uittapleidingen naar één of meerdere tappunten.
Lengte uittapleiding
alle
≤ 5m
> 5m
Etmaalgemiddelde binnentemperatuur
≤ 25 o C
> 25 o C
> 25 o C
Gebruik ( per enkelvoudige tapleiding)
beoordeling
beoordeling
beoordeling
Gebruik alle werkdagen/ geen gebruik in weekend
0
0
-
Gebruik min. eens per week c.q. wekelijks spoelen
0
0
-
Geen gebruik gedurende > 1 week
0
-
---
Opmerkingen:

De beoordeling geldt voor die uittapleidingen waarop het gebruik betrekking heeft.

Als een installatie ( groep) als geheel langere tijd niet wordt gebruikt dan geldt de beoordeling voor de gehele groep.
2.3.4.1.b
Beheersmaatregelen uittapleidingen naar één of meerdere tappunten.

Bij binnentemperaturen die structureel boven de 25 o C liggen ontstaat er een onveilige situatie. Installatie aanpassing is
noodzakelijk om watertemperaturen na afkoeling onder de 25 o C te garanderen. Is dat niet mogelijk dan moet er wekelijks
gedesinfecteerd worden. (Zie bijlage)

Bij een licht negatieve beoordeling( -): Wekelijks kort spoelen op hoge temperatuur op alle tappunten

Is er sprake van leidingen die gedurende meerdere weken niet gebruikt worden, dan kan het aftappen van de leiding een
alternatief zijn. Aan het begin van de leiding moet dan een afsluiter worden geplaatst. Voor gebruik moet de leiding dan wel goed
worden gedesinfecteerd. Is er sprake van dat de leidingen gedurende maanden niet gebruikt worden, b.v. op sportcomplexen,
dan moet de hele installatie worden gedesinfecteerd. (Zie bijlage)
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
34
$
2.3.4.2
Checklist Circulatie systeem (zonder voormenging).
Component:

Enkelvoudige circulatie leiding met meerdere uittapleidingen óf

Circulatiesysteem met deelringen met meerdere uittapleidingen.( geheel inpandig, in opbouw en/of inbouw gemonteerd.)
Gegevens warmwaterleidingnet
Onderwerp
Antwoord
Circulatie systeem ( zonder
voormenging)
ok
Oordeel en maatregelen
Niet ok
Temperatuur circulatie leidingen
minimaal 60 o C
Indien “niet ok” aanpassen
temperatuurinstelling
warmtapwaterbereiding
Vewin WB 4.4A art 4.6.)
Temperatuur aan alle tappunten
minimaal 60 o C 1
Indien “niet ok”:
Controleren of de lengte van de
uittapleiding de oorzaak kan zijn
Zoniet dan aanpassen
temperatuurinstelling
warmtapwaterbereiding
Afgedopte en niet gebruikte
leidingdelen dienen op een maximale
lengte van 5 maal de diameter van de
hoofdleiding te zijn/ worden afgedopt
of te zijn voorzien van een afsluiter en
cap.
Indien “niet ok” verwijderen T stuk of
afdoppen op maximaal de
aangegeven afstand
( Vewin WB 3.1 art 2.3 eist een max.
lengte van 300 mm)
Per gebouw: keerklep met
toebehoren in de aansluitleiding
Indien “niet ok” dan moet de risico
analyse en het beheer zich tot de
tappunten uitstrekken
Langdurige stagnatie/ stilstand
Zie schema hieronder
Meervoudige circulatie systemen.
Invullen per deelring
Inregelafsluiter per deelring
Indien “ niet ok” alsnog aanbrengen
Temperatuur circulatie leiding per
deelring minimaal 60 o C
Indien “ niet ok” aanpassen
temperatuur instelling
Afleesbare thermometer, meetpunt of
GBS temperatuuropnemer in
retourleiding per deelring op 0,5 m of
meer afstand van de aansluiting op
de hoofdretourleiding.
Indien “ niet ok” alsnog aanbrengen
Zowel van de warmtapwaterbereiding als van de tappunten wordt geëist dat de 60 o C gehaald kan worden. Gezien de afkoeling die
in de uittapleidingen kan optreden wordt voor de tappunten aan marge van maximaal 5 o C toegestaan, omdat anders toestellen die
1
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
35
$
voldoen aan de eisen tot een installatie leiden die niet aan de eisen voldoet.
Bij toepassing van thermische desinfectie dient voor het bepalen van de spoeltijd te worden uitgegaan van de werkelijk optredende
temperatuur aan de tappunten. Aan de leidingen van het circulatie systeem naar een tappunt worden geen aanvullende eisen gesteld.
2.3.4.2 a
Risico beoordeling circulatie systeem ( zonder voormenging)
Installatiedeel
Beoordeling
Circulatie systeem
0
Lengte uittapleiding
alle
≤ 5m
> 5m
binnentemperaturen
≤ 25 o C
> 25 o C
> 25 o C
Gebruik ( per enkelvoudige tapleiding)
Beoordeling
Beoordeling
Beoordeling
Gebruik alle werkdagen/ geen gebruik in weekend
0
0
-
Gebruik min. eens per week c.q. wekelijks spoelen
0
Geen gebruik gedurende > 1 week
-
1 Eventuele
2 Eventuele
0
-
1
2
---2
Legionellagroei treedt voornamelijk op in de uittapleiding vlak bij de circulatie leiding
Legionellagroei kan optreden in de gehele uittapleiding
Opmerkingen:

De beoordeling geldt voor die uittapleidingen waarop het gebruik betrekking heeft.

Als in een ( niet gebruikte of afgedopte) uittapleiding Legionellaaanwezig is, kan dit via het circulatie systeem andere
uittapleidingen en tappunten bereiken. In de meeste gevallen is de verblijftijd in combinatie met de heersende temperaturen in
de circulatie leiding onvoldoende om Legionellaaf te doden.
Installatie aanpassingen:

De leiding naar een tappunt dat minder dan eenmaal per week wordt gebruikt: Aan het begin een afsluiter en keerklep met
toebehoren aanbrengen. ( code EA Vewin WB)

Langdurig ongebruikte aftapleidingen indien mogelijk afsluiten en aftappen.

Bij binnentemperaturen die structureel boven de 25 o C liggen de installatie aanpassen zodat temperaturen onder de 25 o C
kunnen worden gegarandeerd.
Is het niet mogelijk deze installatie aanpassingen te verrichten, dan moeten er beheersmaatregelen worden genomen:
2.3.4.2 b
Beheersmaatregelen circulatie systeem ( zonder voormenging):

Bij een licht negatieve beoordeling (-) voor temperaturen ≤ 25 o C: wekelijks kort spoelen volgens het spoelschema in de bijlage.

Bij temperaturen boven de 25 o C is de risico kwalificatie (- - -) en moet wekelijks worden gedesinfecteerd.
Daarnaast dienen altijd de volgende algemene beheersmaatregelen te worden genomen:

Jaarlijkse controles functioneren temperatuuropnemers.

Wekelijkse temperatuurmeting aan het eind van de circulatieleiding in iedere deelring.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
36
$
2.3.4.3
Checklist niet circulerend mengwatersysteem
Schema: Vertakkend leidingnet met mengwater, gevoed door een menginrichting op 25 tot 50 o C, geheel inpandig en/of inbouw
gemonteerd.
Gegevens warmwaterleidingnet
Onderwerp
Antwoord
Niet circulerend
mengwatersysteem
( < 60 o C)
ok
Oordeel en maatregelen
niet ok
Bij voorkeur niet toepassen. Indien
onvermijdelijk opsplitsen en zo
compact mogelijk uitvoeren.
Afgedopte en niet gebruikte
leidingdelen dienen op een
maximale lengte van 5 maal de
diameter van de hoofdleiding te zijn/
worden afgedopt of te zijn voorzien
van een afsluiter en cap.
Indien “niet ok” verwijderen T stuk of
afdoppen op maximaal de
aangegeven afstand
( Vewin WB 3.1 art 2.3 eist een
max. lengte van 300 mm)
ja
nee
Lengte mengpunt-tappunt
Indien “ja”, geen maatregelen nodig.
Indien “nee” beheersmaatregelen
volgens onderstaand schema.
≤ 5m voor alle tappunten
waarde
Ingestelde mengtemperatuur aan
mengpunt (o C)
Ter info
Gemeten mengtemperatuur aan
tappunt (o C)
Ter info
De risico beoordeling is afhankelijk van de lengte van de uittapleidingen.
2.3.4.3 a
Risico beoordeling leidingen één of meer ≤ 5 meter lengte ( mengpunt naar tappunt)
Etmaalgemiddelde binnentemperaturen
≤ 25 o C
> 25 o C
Gebruik ( per enkelvoudige tapleiding)
Beoordeling
Beoordeling
Gebruik alle werkdagen/ geen gebruik in weekend
0
-
Gebruik min. eens per week c.q. wekelijks spoelen
0
-
Geen gebruik gedurende > 1 week
-
---
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
37
$
2.2.4.3 b
Beheersmaatregelen leidingen één of meer ≤5 meter lengte ( mengpunt naar tappunt):
Bij een negatieve risico kwalificatie ( -, - - of - - - ) zijn de volgende maatregelen noodzakelijk:

Installatie aanpassingen: Bij voorkeur dit systeem vervangen door een installatie met mengkranen aan de tappunten.

Bij binnentemperaturen die structureel boven de 25 o C liggen moet de installatie worden aangepast zodat de temperatuur van
het water onder de 25 o C blijft.

Is het niet mogelijk de installatie aan te passen dan is bij een negatieve beoordeling wekelijkse thermische desinfectie
noodzakelijk. ( Zie bijlage)
2.3.4.3 c
Risico beoordeling leidingen één of meer > 5 meter lengte ( mengpunt naar tappunt)
Gebruik
Beoordeling
Alle soorten gebruik / wekelijks lang spoelen
0
Alle soorten gebruik zonder spoelen
---
2.3.4.3 d
Beheersmaatregelen leidingen één of meer > 5 meter lengte ( mengpunt naar tappunt)
Bij een negatieve beoordeling ( -, - - of - - - )

Installatie aanpassingen: Bij voorkeur dit systeem vervangen door een installatie met mengkranen aan de tappunten.
Indien dit niet mogelijk is:

Wekelijks thermisch desinfecteren op hoge temperatuur. ( Zie bijlage)
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
38
$
2.3.4.4
Checklist Circulerend mengwatersysteem ( < 60 o C)
Dit systeem bij voorkeur niet toepassen. Indien onvermijdelijk opsplitsen en zo compact mogelijk uitvoeren.
Gegevens warmwaterleidingnet
onderwerp
antwoord
Circulerend mengwatersysteem
( < 60 o C)
ok
Niet ok
Afgedopte en niet gebruikte leidingdelen
dienen op een maximale lengte van 5 maal
de diameter van de hoofdleiding te zijn/
worden afgedopt of te zijn voorzien van
een afsluiter en cap.
Oordeel en maatregelen
Indien “niet ok” verwijderen T- stuk of
afdoppen op maximaal de
aangegeven afstand
( Vewin WB 3.1 art 2.3 eist een max. lengte
van 300 mm)
waarde
Ingestelde mengtemperatuur aan
mengpunt (o C)
Ter info
Gemeten mengtemperatuur aan tappunt (o
C)
Ter info
algemeen
Oordeel: - - -
2.3.4.4 a
Risico beoordeling Circulerend mengwatersysteem ( < 60 o C)
Zie bovenstaande tabel. Ook bij een systeem met aftakleidingen korter dan 5 meter is de risico kwalificatie altijd negatief als de
temperatuur structureel onder de 60 o C is. Er moeten altijd beheersmaatregelen worden genomen.
2.3.4.4 b
Beheersmaatregel Circulerend mengwatersysteem ( < 60 o C)
Wekelijks lang spoelen ( thermisch desinfecteren, zie bijlage) op alle tappunten.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
39
$
2.3.5
Checklist Tappunten
Gegevens tappunten
Nr tappunt
Plaats tappunt
Type tappunt
Water
Gebruik
Gemeten temperatuur (o C 1 )
aansluiting
tappunt
drinkwater
Omschrijving
ruimte
Direct
warmwater
Na
spoelen
Warm/
Drink/
huishoud
T1
T2
T3
T4
…
2.3.5.a
Risico beoordeling tappunten:
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
40
Direct
Na
spoelen
$
Tappunten veroorzaken op zich geen Legionella risico. Het gebruik van een tappunt kan echter in de voorgaande installatie tot risico’s
leiden. Met name extreem langdurige tappingen en het langdurig ( een of meer weken ) achterwege blijven van tappingen kunnen
risico’s veroorzaken. Deze risico’s worden voor de betreffende componenten reeds beoordeeld.
Opmerkingen:
1.
De taptemperaturen hoeven niet aan alle tappunten te worden gecontroleerd. Als er meerdere tappunten op korte afstand van
elkaar aan dezelfde leiding gekoppeld zijn, kan worden volstaan met temperatuurmeting aan het tappunt dat zich het dichtst bij
het eind van de hoofdleiding bevindt.
2.
Bij een mengkraan wordt eerst de drinkwater en daarna de warmtapwatertemperatuur bepaald. De andere volgorde leidt tot
ongewenste opwarming van de drinkwaterleiding. Dit zou de daaropvolgende meting kunnen verstoren.
3.
De temperatuur van het drinkwater na langdurig spoelen is vrijwel gelijk aan de temperatuur bij het leveringspunt.
4.
De temperatuur van het warmwater dat direct getapt wordt is de temperatuur in de laatste meters van de enkelvoudige
uittapleiding. Dit is met name van belang om eventuele hot spots te bepalen die ertoe leiden dat de warmwaterleiding niet afkoelt
tot onder de 25 o C. De tappunten mogen minmaal een uur voor deze meting niet zijn gebruikt.
5.
De temperatuur van warmwater na langdurig spoelen is de eindwaarde. Deze is van belang om te beoordelen of de installatie
aan de tappunten voor warmwatervoorziening aan de eisen voldoet. Bij mengwater dienen voorzieningen aanwezig te zijn om de
temperatuur periodiek tot minimaal 60 o C op te warmen. Het functioneren hiervan kan eveneens aan de tappunten worden
gecontroleerd.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
41
$
2.3.6
Checklist aërosolvormende apparatuur
Het gaat hier om de volgende apparatuur:

Bevochtiginginstallaties/ Vernevelaars

Waterbaden

Fonteinen

Koeltorens
Voor al deze apparatuur geldt dat het water op het punt waar het wordt aangeleverd Legionellaveilig moet zijn. In veel gevallen zal dit
punt worden gevoed met water uit een koudwater installatie. Deze koudwater installatie moet dan worden gechecked met de
bijbehorende checklist. De checklisten die hier volgen gelden alléén voor de apparatuur zelf.
2.3.6.1
Checklist bevochtigings installaties/ vernevelaars;
Ja
Nee
Oordeel en maatregelen
Vindt bevochtiging/verneveling plaats middels
aërosolen
Indien “ nee”, geen verdere actie
noodzakelijk. Indien “ja”, beantwoordt de
volgende vragen
Is er in het systeem sprake van een
Legionella afdoding? ( d.m.v. stoom,
zilverionisatie, toevoeging chloor e.d.?)
Zoja, welk?
Zit er een reservoir in het systeem?
Een reservoir zorgt ervoor dat er geen zicht
is op de werkelijke doorstroming van het
water. Gevolg oplopende temperatuur van
het water. Temperatuurmetingen
noodzakelijk.
Is er sprake van opwarming tussen de 25 en
60 o C?
Indien mogelijk elimineer de warmte bron. Is
dat niet mogelijk, dam beheersmaatregelen
nemen.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Zonee, beantwoordt de volgende vragen
42
$
2.3.6.1.a
Risico beoordeling vernevelaars zonder reservoir:
Etmaalgemiddelde binnentemperatuur
( of watertemperatuur)
≤ 25 o C
> 25 o C
Gebruik
beoordeling
beoordeling
Gebruik alle werkdagen/ geen gebruik in weekend
0
0
Gebruik min. eens per week c.q. wekelijks spoelen
0
0
Geen gebruik gedurende > 1 week
0
-
2.3.6.1.b
Risico beoordeling vernevelaars met reservoir:
Etmaalgemiddelde binnentemperatuur
≤ 25 o C
> 25 o C
Gebruik
beoordeling
beoordeling
Gebruik alle werkdagen/ geen gebruik in weekend
0
-
Gebruik min. eens per week c.q. wekelijks doorspoelen
0
-
Geen gebruik gedurende > 1 week
-
---
(of watertemperatuur)
2.3.6.1.c
Beheersmaatregelen vernevelaars ( met en zonder reservoir):
Bij een negatieve risico kwalificatie ( -, - - of - - - ) is het noodzakelijk wekelijks het reservoir te reinigen. Het reinigen bestaat uit het
leegmaken en schoonmaken met zeep of ontsmettingsmiddel van het systeem. In principe moeten ruimte temperaturen boven de 25 o
C vermeden worden. Is dat niet mogelijk dan is wekelijks schoonmaken noodzakelijk in combinatie met eens per jaar op
Legionellatesten.
Opm.: In het algemeen geldt dat vernevelaars regelmatig schoongemaakt dienen te worden, ook vanwege andere microbiële
verontreinigingen.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
43
$
2.3.6.2
Checklist waterbaden:
Ja
Nee
Oordeel en maatregelen
Wordt er bij gebruik van het waterbad
gesproeid of verneveld met het water.?
Indien “ nee”, geen verdere actie
noodzakelijk. Indien “ja”, beantwoordt de
volgende vraag:
Is de temperatuur van het water meer dan
een werkweek boven de 25 o C en onder de
60 o C ?
Indien “ja”: Eens per week tot boven de 60 o
C verwarmen. Indien dat niet mogelijk is,
een desinfectans toevoegen.
Indien “ nee”, geen verdere actie
noodzakelijk.
2.3.6.3
Checklist fonteinen.
Ja
Nee
Oordeel en maatregelen
Wordt er bij gebruik van het fontein gesproeid
of verneveld met het water?
Indien “ nee”, geen verdere actie
noodzakelijk. Indien “ja”, beantwoordt de
volgende vraag:
Is de temperatuur van het water boven de 25
o C en onder de 60 o C ?
Indien “ja”: Risico op
Legionellavermeerdering. Het fontein
zodanig veranderen dat er geen aërosolen
meer worden gevormd.
Indien “ nee”, geen verdere actie
noodzakelijk.
2.3.6.3.a
Risico beoordeling fonteinen.
Bij fonteinen is er per definitie vaak sprake van aërosolvorming. De temperatuur van het water en de mate waarin de gevormde
aërosolen kunnen worden ingeademd zijn bepalend voor het risico.
De temperatuur van het water dient dus steeds gemeten te worden. Temperaturen die structureel boven de 25 o C liggen moeten
worden voorkomen. Is dat niet mogelijk, dan kan er wellicht een fontein gekozen worden die het water verplaatst zonder dat er
aërosolen worden gevormd. Een technische oplossing ligt in dit geval meer voor de hand dan op Legionella testen.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
44
$
2.3.6.4
Checklist koeltorens.
In een koeltoren wordt proceswater van bovenaf op een koelpakket gesproeid. Buitenlucht wordt van onder het pakket ingeblazen. In
het pakket vindt warmte overdracht plaats. De lucht wordt naar boven afgeblazen en het water wordt gerecirculeerd en weer in het
proces gebruikt. Wanneer het water Legionella bevat kunnen waterdruppeltjes met de lucht naar buiten worden geblazen.
Luchtbehandelingskasten in de omgeving kunnen deze lucht weer aanzuigen.
Ja
Nee
Is het mogelijk dat de waterdruppeltjes uit de
koeltoren terecht komen in de ademzone van
mensen?
Oordeel en maatregelen
Indien nee, geen beheersmaatregelen
noodzakelijk.
Indien ja, de bron wegnemen of afschermen,
als dat niet mogelijk is adembescherming
gebruiken.
Bij (onderhouds)werk op het dak of in de
buurt van de koeltoren, of
Schoonmaakwerk en onderhoudswerk aan
de koeltoren, of
Via aanzuiging luchtbehandeling?
2.3.6.4.a
Beheersmaatregelen koeltorens:

Met technische maatregelen ervoor zorgen dat de aërosolen zich niet kunnen verspreiden in de omgeving, óf

Bactericide aan het proceswater toevoegen, óf

Door organisatorische maatrgelen ervoor zorgen dat in de buurt van de uitlaat van de koeltoren geen mensen verblijven.
In alle gevallen geldt dat bij het schoonspuiten van de torens aërosolen gevormd kunnen worden die Legionella bevatten. Bij
schoonspuiten van de torens altijd adembeschermingsmiddelen ( filter P3SL) gebruiken.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
45
$
2.3.7
Checklist hot spots
Hieronder is aangegeven welke voorzieningen aanbevolen worden voor uiteenlopende configuraties
Configuratie
Eisen t.a.v. constructie
Leiding voor drinkwater, huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater en warmwaterleiding (cv of
circulatiesysteem warm tapwater) in wand of vloer
weggewerkt, evenwijdig aan elkaar
Minimale onderlinge afstand 100 mm
Leiding voor drinkwater, huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater in vloer met vloerverwarming of wand
met wandverwarming weggewerkt, langs "buitenste" buis
Minimale onderlinge afstand 150 mm
Leiding voor drinkwater of huishoudwater kruist
warmtapwater uittapleiding; in wand of vloer weggewerkt.
Geen eisen - toegestaan
Leiding voor drinkwater, huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater kruist circulatiesysteem warm
tapwater; in wand of vloer weggewerkt.
Beide leidingen minimaal van mantel voorzien ter hoogte
van de kruising
Leiding voor drinkwater, huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater kruist cv-leiding; in wand of vloer
weggewerkt.
Beide leidingen minimaal van mantel voorzien ter hoogte
van de kruising.
Leiding voor drinkwater, huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater evenwijdig aan warmtapwaterleiding
en/of meerdere cv-leidingen; in vloer weggewerkt bij
passage deuropening.
Alle leidingen minimaal van mantel voorzien ter hoogte
van de passage en minimale afstand van de leiding voor
drinkwater of huishoudwater tot meest nabije warme
leiding 150 mm.
Leiding voor drinkwater, huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater kruist verwarmingsleiding die deel
uitmaakt van vloer of wandverwarming; in wand of vloer
weggewerkt
Niet toegestaan
Leiding voor drinkwater, huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater onder/achter isolatielaag die deel
uitmaakt van vloer of wandverwarming; in wand of vloer
weggewerkt
Geen eisen→toegestaan.
Leiding in opbouw of inbouw voor drinkwater of huishoudwater of uittapleiding voor warm tapwater achter de
verdamper van koelkasten, koelmeubels of koelmachines
Minimale afstand tussen apparaat en wand 150 mm t.b.v.
voldoende doorstroming lucht en afkoeling.
Leiding in opbouw of inbouw voor drinkwater of
huishoudwater of uittapleiding voor warm tapwater achter
radiator
Niet toegestaan.
Leiding voor drinkwater of huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater boven verlaagd plafond.
Afhankelijk van de aanwezigheid van andere leidingen,
luchtkanalen e.d. kan de temperatuur hier hoger liggen
dan in het vertrek zelf. Om te hoge temperaturen te
vermijden dienen verwar- mingleidingen te worden
geïsoleerd. Ook boven een verlaagd plafond is de hoogste
temperatuur bovenin, dus dienen de waterleidingen zo
laag mogelijk te worden gemonteerd.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
46
$
Leiding voor drinkwater of huishoudwater of uittapleiding
voor warm tapwater in leidingschacht.
Afhankelijk van de aanwezigheid van andere leidingen,
luchtkanalen e.d. kan de temperatuur hier hoger liggen
dan in de omringende vertrekken. Om te hoge
temperaturen te vermijden dienen verwarmingleidingen te
worden geïsoleerd.
Als dit onvoldoende effect heeft dienen de waterleidingen
buiten de schacht of in een tweede, "koele" schacht te
worden aangebracht.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
47
$
3
Beheersplan
3.1.1
Algemene gegevens:
Betreft
Gegevens
Algemene gegevens bedrijf
Bezoekadres
Correspondentie adres
Postcode en plaats
Contactpersoon en functie
Eigenaar tapwaterinstallatie ( in de zin der wet)
Telefoon
Telefax
E- mail
Gebouwfunctie(s)
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
48
$
Alleen invullen indien afwijkend van bovenstaande
gegevens, b.v. bij bedrijf op meerdere locaties.
Adres van onderzoek
Bezoekadres
Postcode en plaats bezoekadres
Gebouwfunctie(s) dit adres
Algemene gegevens opsteller beheersplan
Datum vaststelling beheersplan
Bedrijf/ instelling dat beheersplan heeft opgesteld
Naam van de opsteller
Algemene gegevens installatie
Bouwjaar installatie
Laatste jaar van aanpassen installatie
Onderhoudsbeleid
Vastgesteld door
datum
Risico analyse
Legionellapreventie
Uitgevoerd door
datum
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
49
$
Algemene gegevens diverse instellingen
Waterleidingbedrijf.
Naam
Contactpersoon
Adres
Telefoon/fax
E mail
Opmerkingen
Toezichthouder in de zin van de
wettelijke regeling
Legionellapreventie.
Naam
Contactpersoon
Adres
Telefoon/fax
E mail
Opmerkingen
GGD
Naam
Contactpersoon
Adres
Telefoon/fax
E mail
Opmerkingen:
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
50
$
Installateur
Naam
Contactpersoon
Adres
Telefoon/fax
E mail
Opmerkingen
Laboratorium Legionella onderzoek
Naam
Contactpersoon
Adres
Telefoon/fax
E mail
Opmerkingen
Onderhoud 1
Contactpersoon
Adres
Telefoon/fax
E mail
Opmerkingen
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
51
$
3.1.2
Beschrijving van de installaties:
Voeg hier een beschrijving van de installatie(s) in.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
52
$
3.1.3
Documentenoverzicht.
Overzicht van relevante documenten inclusief tekeningen en schema’s. Revisies van tekeningen dienen ook te worden opgenomen in
het logboek.
Onderstaande documenten worden beheerd door:
Naam:
Aard/ nummer /naam
document
Onderwerp
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Datum
53
Wijzigingsdatum
$
3.1.4
Algemene gebruiksgegevens
Hier wordt een overzicht gegeven van het gebruikspatroon en het totaalgebruik van drinkwater en warmtapwater. Zorg ervoor dat bij
wijzigingen van de situatie ook deze gegevens geactualiseerd worden.
Drinkwater
Warmtapwater
Bedrijfstijden
Gebruik
Afwijkingen
Korte stilstandperiodes
( 2 dagen tot een week)
Lange stilstandperiodes
( > één week)
Zeer lange stilstandperiodes
( langer dan 4 weken)
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
54
$
3.1.5
Meetpunten en meettoestellen.
Hier wordt een overzicht gegeven van de in de installatie opgenomen meetpunten en meettoestellen. Als het kalibreren van de
meettoestellen een regelmatig terugkerende actie is, dient dit als beheersmaatregel opgenomen te worden in het overzicht van
beheersmaatregelen.
Aard van het
meetpunt/
meettoestel/
opnemer.
Code
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Plaats/locatie met verwijzing
naar teke-ning……….
Indien van toepassing
Aangesloten op
55
Frequentie kali-bratie
$
3.1.6
Temperatuurinstellingen warmwatertoestellen
Hier wordt een overzicht gegeven van de temperatuurinstellingen van warmwatertoestel., mengtoestel, circulatieleiding e.d.. Een deel
van deze gegevens volgt uit de risico analyse.
Aard van het toestel
Code
Plaats/ locatie met verwijzing
naar tekening
Minimum temperatuur
Tijdens
normaal
gebruik
3.1.7
Etmaal gemiddelde temperaturen
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
56
Tijdens spoelen
Preventie-ve
thermi-sche
desin-fectie
Periodiek
kort spoelen
$
Overzicht van de etmaalgemiddelde temperaturen in relevante ruimten en temperatuur in relevante wanden en vloeren.
Deze gegevens verschillen van die van het logboek. De in het logboek verzamelde gegevens vloeien voort uit de monitoring van de
temperatuur op risicoplaatsen. Onderstaande gegevens kunnen dienen als bewijs dat er gemeten is en er geen aanleiding is de
metingen structureel te verrichten.
Omschrijving van de
relevante ruimte
Code van de ruimte
met verwijzing naar
tekening…….
Etmaalgemiddelde binnentemperatuur
(o C )
Opgegeven/ bepaald
volgens ontwerp
gebouw en
klimaatinstallatie
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
57
gemeten
Opmerkingen
$
3.1.8
Risico analyse
Dit onderdeel van het beheersplan is de volledig ingevulde risico analyse, inclusief de beheersmaatregelen. Zie deel 2 van dit
handboek.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
58
$
3.1.9
Actualisatie revisietekeningen en overige documenten
Actie
Gegevens
Opmerkingen
Tekeningen d.d .
Verzameld door
Naam
Aanpassing tekeningen .d.d
Wijziging documenten d.d.
Betreft documentatie
Aard van de wijziging
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
59
paraaf
$
3.1.10
Verantwoordelijkheden en bevoegde personen.
Omschrijving taak
Uitvoerder
Verantwoordelijke
Melding bij toezichthouder
bij norm overschrijding
Acties ter waarborging van
veiligheid
Correctieve maatregelen
Informeren van GGD
Actualisatie risico analyse
en beheersplan
Actualisatie revisie
tekeningen
Legionellamonstername en
analyse
Spoelen tappunten
Controle temperaturen
Kalibratie
temperatuuropnemers
Overige
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
60
Opmerkingen
$
3.2
Beheersmaatregelen
In dit onderdeel wordt vastgelegd welke beheersmaatregelen met welke frequentie van toepassing zijn. Tevens worden taken en
bevoegdheden vastgelegd.
3.2.2
Groslijst Beheersmaatregelen
De beheersmaatregelen in het beheersplan zijn afkomstig uit de risico analyse én een inventarisatie van de overige
beheersmaatregelen. De groslijst kan gebruikt worden als checklist voor de te nemen beheersmaatregelen. In het beheersplan
worden de maatregelen geordend naar aard, frequentie en uitvoerder. Bij de uitvoering van het beheer kunnen deze lijsten worden
gebruikt om de uitvoering van de maatregelen te bewaken.
3.2.2.1
Beheersmaatregelen grondstof:
Component
Locatie/ code
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Voorschrift /
voorwaarde uit risico
analyse
Frequentie
61
Datum
uitvoering
Paraaf
Opmerkingen
$
3.2.2.2
Beheersmaatregelen koudwaterinstallatie:
Component
Locatie/ code
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Voorschrift /
voorwaarde uit risico
analyse
Frequentie
62
Datum
uitvoering
Paraaf
Opmerkingen
$
3.2.2.3
Beheersmaatregelen warmtapwaterbereiding:
Component
Locatie/ code
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Voorschrift /
voorwaarde uit risico
analyse
Frequentie
63
Datum
uitvoering
Paraaf
Opmerkingen
$
3.2.2.4
Beheersmaatregelen warmwaterinstallatie:
Component
Locatie/ code
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Voorschrift /
voorwaarde uit risico
analyse
Frequentie
64
Datum
uitvoering
Paraaf
Opmerkingen
$
3.2.3
Actualisatie beheersplan
Actie
Gegevens
Opmerkingen
Beheersplan opgesteld d.d .
Door
Naam
Aanpassing installatie .d.d
Wijziging veranderd verbruik d.d.
Sluiting gebouw of deel ervan:
d.d.
Wijziging beheersplan d.d.
Toelichting wijziging beheersmaatregelen:
Datum nieuw beheersplan
(maximaal 3 jaar na eerste
beheersplan)
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
65
$
3.2.4
Procedures.
In het beheersplan dienen de volgende procedures te worden opgenomen:
3.2.4.a
Procedure risico analyse.
Aandachtspunten:

Initiatie van de RA,

Het tijdig laten uitvoeren van de RA

Verwerking resultaten.
3.2.4.b
Procedure opstellen beheersmaatregelen.
Aandachtspunten:

Opstellen technische maatregelen en beheersprocedures

Validatie

Overdragen aan organisatie en bewaking

Toetsing
3.2.4.c
Procedure wijziging installatie.
Aandachtspunten:

Beheersing risico’s bij ( tijdelijke) wijzigingen aan de installatie.

Bijwerken beheersmaatregelen, tekeningen en documentatie.

Eisen aan installateur bij werkzaamheden
3.2.4.d
Procedure wijziging gebruik.
Aandachtspunten:

Beheersing risico’s bij ( tijdelijke) wijzigingen gebruik.

Bijwerken beheersmaatregelen, tekeningen en documentatie.
3.2.4.e
Procedure beheersmaatregelen
Aandachtspunten:

Wie doet wat, wanneer, hoe, op basis van welke instructie?

Welke zijn de hulpmiddelen?

Waar worden de resultaten geregistreerd?
3.2.4.f
Procedure monstername
Aandachtspunten:

Wanneer worden monsters genomen?
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
66
$

Door wie worden monsters genomen?

Hoe worden monsters genomen?
3.2.4.g
Procedure afwijking
Aandachtspunten:

Maatregelen na constatering afwijking

Wie is verantwoordelijk voor corrigerende maatregelen?
3.2.4.h
Procedure positief monster
Aandachtspunten:

Maatregelen na een positief monster

Hoe wordt dit gecommuniceerd?

Wie moet worden gewaarschuwd?

Wie is voor de communicatie verantwoordelijk?

Waar worden corrigerende maatregelen vastgelegd?
3.2.4.i
Procedure besmetting
Aandachtspunten:

Maatregelen na besmetting

Hoe wordt dit gecommuniceerd?

Wie moet worden gewaarschuwd?

Wie is voor de communicatie intern en extern ( pers) verantwoordelijk?

Waar worden corrigerende maatregelen vastgelegd
3.2.4.j
Procedure beheer en registraties en documentatie
Aandachtspunten:

Wie draagt zorg voor het up to date houden van alle relevante documentatie?

Wat te doen met vervallen exemplaren?

Hoe lang worden welke documenten bewaard?
3.2.4.k
Procedure kalibratie meetmiddelen
Aandachtspunten:

Wie draagt zorg voor het beheer en onderhoud van relevante meetmiddelen. ( b.v.thermometers).
Aanbevolen wordt de procedures op te stellen volgens de richtlijnen uit het Basishandboek Arbo en Milieu.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
67
$
4
Bijlagen
4.1
Monstername en analyse van het leidingwater
4.1.1
Monstername algemeen
Het nemen en analyseren van watermonsters moet gezien worden als een controlemaatregel. Als beheersmaatregel is het nemen
van monsters ongeschikt. Immers het doel van beheersmaatregelen, het voorkomen van aangroei van Legionellaboven de
detectiegrens, wordt door monstername niet gerealiseerd. Het uitvoeren van monstername heeft dan ook geen invloed op de
uitkomsten van de risico analyse.
Om deze reden is het uitvoeren van monstername en wateranalyse geen verplichting. Indien besloten wordt tot monstername dient dit
volgens de in de Regeling omschreven eisen te worden uitgevoerd.
Monstername is zinvol in de volgende gevallen:

Na tijdelijke ingrepen in de installatie, verbouwing en renovatie.
In deze gevallen kan het voorkomen dat een installatie besmet is geraakt met Legionellaen tussentijds uitgroei tot onacceptabele
concentraties heeft plaatsgevonden. Voor ingebruikstelling kan ter controle een of meerdere monsters genomen worden.

Indien de risicobeoordeling van bepaalde componenten niet eenduidig is vast te stellen.
Bij delen van installaties die niet bereikbaar zijn, en er geen betrouwbare gegevens voorhanden zijn over specifieke ligging,
temperatuur of aftakkingen is het risico op aangroei van Legionellaniet te bepalen. Dit vormt een blinde vlek in de totale risico
beschouwing van een installatie. Om enige zekerheid te krijgen is het nemen van monsters in deze situatie zinvol.

Indien er geen realistische of haalbare beheersmaatregelen te treffen zijn. Een dergelijke situatie kan zich voordoen in een
bestaande bouw waar bijvoorbeeld alle koudwaterleidingen op niet bereikbare plaatsen liggen en een mogelijke opwarming door
naastliggende installatiedelen niet te vermijden is en aan- passing van de installatie niet mogelijk blijkt.

Indien er indicaties zijn dat er onvoldoende procesbeheersing te realiseren is.
Dit kan veroorzaakt worden door onvoldoende inzicht in sterk wisselende bedrijfstoestanden terwijl middels controle- metingen
van bijvoorbeeld systeemtemperaturen wel aantoonbaar is dat 'onveilige' temperaturen optreden.

Indien er naar de mening van de eigenaar behoefte is aan het aantonen van een Legionellavrije situatie op een bepaald
moment.
Deze behoefte bijvoorbeeld kan aanwezig zijn voorafgaand aan speciale evenementen of als extra zekerheid bij installaties
waaraan extra gevoelige personen blootgesteld worden.

Na het uitvoeren van correctieve maatregelen.
Zowel direct na het uitvoeren van de maatregelen (optie) als twee weken later kan middels monstername en - analyse het effect
worden beoordeeld. Met name in zwaar vervuilde installaties kan het voorkomen dat de bacterie hardnekkig is.
Indien besloten wordt monstername als controle maatregel toe te passen dient deze wel opgenomen te worden in het beheersplan en
dienen uitkomsten hiervan vastgelegd te worden in het logboek.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
68
$
4.1.2
Aanbevolen frequentie voor monstername:
Component
Specifiek gebruik of omstandigheid
Frequentie monstername
Drinkwater; waterreservoirs
Geen
Minimaal jaarlijks water analyseren,
voor en na jaarlijkse reiniging en/of
desinfectie.
De watertemperatuur is een of
meerdere malen meer dan drie dagen
achtereen boven 20 o C
4 maal per jaar water laten
analyseren
De watertemperatuur is een of
meerdere malen meer dan drie dagen
achtereen boven 25 o C
Maandelijks water laten analyseren
Gedurende meer dan een maand niet
gebruikt. Dit geldt ook voor
installaties die in seizoenbedrijf
worden gebruikt maar niet als geheel
maar in delen in gebruik genomen
worden.
Water laten analyseren voor in
gebruikstelling
Uit risico analyse en/of periodieke
temperatuurmeting aan de tappunten
blijkt dat de temperatuur gedurende
meer dan drie dagen achtereen
boven de 25 o C kan komen.
4 maal per jaar water laten
analyseren. Dit kan achterwege
blijven in kwartalen waarin deze
overschrijding niet optreedt t.g.v.
seizoens-invloeden.
Een toestel (geiser of boiler),
ingesteld op ≥ 60 o C, geen circulatie
systeem.
Geen wateranalyse
Meerder toestellen gekoppeld ( boiler
plus naverwarming): boiler ingesteld
onder 50 o C, naverwarming ≥ 60 o C,
geen circulatie systeem.
4 maal per jaar water laten
analyseren in boiler en tappunten.
Meerder toestellen gekoppeld ( boiler
plus naverwarming): boiler ingesteld
onder 50 o C met wekelijkse
verhoging tot 60 o C, naverwarming ≥
60 o C, geen circulatie systeem.
Geen wateranalyse
Een of meerder toestellen: alle
toestellen ingesteld boven de 60 o C,
circulatie systeem minimaal 60 o C,
Jaarlijks water analyseren aan enige
tappunten.
Koudwaterinstallatie; alle
installatiedelen
Warmwatertapbereiding
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
69
$
Warmwaterleidingnet
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
Een of meerder toestellen: deel
toestellen ingesteld onder 50 o C, deel
( naverwarming) boven de 60 o C,
circulatie systeem minimaal 60 o C,
4 maal per jaar water laten
analyseren in boilers onder
50 o C en aan tappunten.
Uittapleidingen die gedurende meer
dan een maand niet zijn gebruikt
Water laten analyseren voor in
gebruikstelling, tenzij wekelijks is
gespoeld op 60 o C op alle tappunten.
Circulatie systeem, waarbij een
(wisselend) deel van de
uittapleidingen gedurende meer dan
een maand niet gebruikt wordt.
4 maal per jaar water laten
analyseren aan tappunten van niet
gebruikte delen, vóór periodiek
spoelen.
Mengwater installatie, circulerend of
met uittapleidingen > 5 meter.
Maandelijks water analyserenfrequentie eventueel verlagen als
langdurig geen Legionellawordt
aangetroffen; minimale frequentie
eenmaal per kwartaal in combinatie
met wekelijkse thermische desinfectie
70
$
4.2
Werkinstructies.
4.2.1
Spoelen.
In de Tijdelijke Regeling wordt onderscheid gemaakt tussen thermische desinfectie en kort spoelen.
Hieronder worden de verschillende spoelmethoden nader uitgewerkt.
4.2.1.1
Thermische desinfectie.
Richtlijnen voor wekelijkse thermische desinfectie van voorraadvaten:
Temperatuur
Vereiste tijdsduur
60 0C
20 minuten
65 0C
10 minuten
70
0C
5 minuten
Opmerking:
De vereiste tijdsduur wordt geteld vanaf het moment waarop de gehele voorraad de gewenste temperatuur heeft bereikt. Soms treedt
er in het voorraadvat een temperatuur gelaagdheid op. Dit effect is het grootst in indirect verwarmde boilers en elektroboilers, waarbij
de warmte wisselaar of het verwarmingselement hoog geplaatst is ten opzichte van de bodem. In dat geval moet de temperatuur aan
de onderzijde van het vat als referentie temperatuur voor de tijdsduur te worden gehanteerd. Indien geen gegevens bekend zijn moet
van een temperatuur verschil van 5 0C tussen temperatuur opnemer en onderzijde vat worden uitgegaan. Onvolledig opladen van
boilers kan eveneens tot een zone met permanent lage temperaturen leiden.
4.2.1.2
Kort spoelen warm water.
Indien een uittapleiding langdurig ( meer dan een week) niet gebruikt wordt is er een relatief gering risico op Legionellaen
biofilmhechting en verloopt eventuele groei relatief langzaam. Bij eventuele hechting en doorgroei kan incidenteel een hoge
Legionellaconcentratie ontstaan. Om dat te vermijden is periodiek, in de regel wekelijks kort spoelen vereist.
Temperatuur
Spoeltijd t.b.v. kort spoelen, na het
bereiken van de gewenste temperatuur.
60 0C
2 minuten
65 0C
1 minuut
70 0C
30 seconden
4.2.1.3
Kort spoelen drinkwater.
Indien een uittapleiding langdurig ( meer dan een week) niet gebruikt wordt is er een relatief gering risico op Legionellaen
biofilmhechting en verloopt eventuele groei relatief langzaam. Bij eventuele hechting en doorgroei kan incidenteel een hoge
Legionellaconcentratie ontstaan. Om dat te vermijden is periodiek, in de regel wekelijks kort spoelen vereist. Omdat hier het spoelen
met koud water gebeurt zal geen afdoding optreden en zal biofilm niet weggespoeld worden. Bij het spoelen wordt water getapt totdat
een stabiele, lage temperatuur van het koude water is bereikt. Hierna periodiek kort ( 2 minuten) spoelen.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
71
$
4.2.2
Temperatuurmetingen.
Algemeen: De temperatuurmetingen dienen te worden uitgevoerd met een gekalibreerde thermometer met een maximale meetfout
van 0,5 0C. De thermometer kalibreren volgens de procedures aanschaf en kalibratie meetmiddelen.
4.2.2.1
Werkwijze koud water:

Noteer de naam van de persoon die de meting uitvoert en de datum.

Geef een omschrijving van het tappunt in het logboek.

De koudwaterkraan op het tappunt opendraaien tot de waterstraal ongeveer potlooddikte heeft: ongeveer 2 liter per minuut;

Direct starten met de temperatuurmeting;

Indien de temperatuur oploopt, wachten tot de maximale temperatuur is bereikt,

Noteren maximale temperatuur tappunt in logboek

Temperatuur meten tot een stabiele temperatuur wordt bereikt,

Noteren minmaal bereikte koudwatertemperatuur op tappunt en de benodigde tijd om op die temperatuur te komen.( de tijd is
van belang gezien de lange afstand van de leidingen)
4.2.2.2
Werkwijze warm water:

Noteer de naam van de persoon die de meting uitvoert en de datum.

Geef een omschrijving van het tappunt in het logboek.

De warmwaterkraan op het tappunt voor normaal gebruik opendraaien;

Starten met de temperatuurmeting en tijd bijhouden;

Wachten tot de maximale temperatuur is bereikt;

Noteren maximale temperatuur tappunt in logboek

Noteren benodigde tijd vanaf opendraaien warmwaterkraan;

Na afloop van de meting het tappunt afkoelen m.b.v. de koudwaterkraan;
N.B.1. Tijdens de meting wordt geen koud water bijgemengd en is er dus kans op verbranding. Houdt daar rekening mee! Kies in het
geval van een douche bij voorkeur een nabijgelegen wastafel.
N.B.2. Het is in het kader van deze werkinstructie niet geoorloofd te meten op tappunten met temperatuurbegrenzing (
thermostaatkraan) en daarbij de begrenzing op te heffen.
De resultaten dienen te worden vastgelegd op een kopie van het registratie formulier Logboek Temperatuurmetingen.
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
72
$
4.3
Logboek temperatuurmetingen.
Week nr.
datum
Datum kalibratie
meetapparatuur
Omschrijving tappunt locatie
Koudwatertemp.
Maximum
( 0C )
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
73
Koudwatertemp.
Stabiel
minimum (0C
)
Benodigde
tijd.
Warmwatertemp.
Benodigde tijd.
( seconden)
( 0C )
( seconden)
$
AMD-Wageningen UR
Handboek Legionella Preventie, mei 2001
74
Download