We trekken eropuit! 1. Op onderzoek Ik ga op onderzoek naar ……………………………………………………………………… Waar gebeurt de waarneming? ……………………………………………………………………… Wat neem ik allemaal mee? Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 2 Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 3 Onze schoolomgeving: Duid met stift de weg aan die we gevolgd hebben. Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 4 Verkeersborden in de schoolomgeving Welke borden vind je in de buurt van onze school? Teken ze hieronder en schrijf erbij wat ze betekenen. Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 5 Welke andere verkeerselementen kan je vinden? Teken ze hieronder en schrijf erbij wat ze betekenen. Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 6 2. Mijn omgeving Plaats de letter van defoto bij de passende omschrijving Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 7 Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 8 Kleur het cirkeltje groen als je uitspraak juist is, rood als ze fout is. Verbeter de foutieve uitspraken. o In een boomgaard grazen veel koeien. …………………………………………………………………………………………………………………………………… o …………………………………………………………………………………………………………………………………… Een poel wordt door mensen aangelegd. …………………………………………………………………………………………………………………………………… o …………………………………………………………………………………………………………………………………… Een vijver wordt soms gebuikt om vissen zoals de goudvis, steur en koi te kweken. …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… o De akker wordt door de boer bewerkt. Hij beschermt zijn planten tegen onkruid en ongedierte. …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… o Een meer is een kleine waterplas die door de mens is gemaakt. …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… o In het bos leven zowel zoogdieren als insecten. …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… o Een bos is een stuk grasland waarop alle bomen mooi op een rij en op eenzelfde afstand van elkaar zijn geplant. …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… o In de weide graast het vee. Er staat vaak prikkeldraad rond de weide. …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 9 3. Elke boom is apart Schrijf de naam van de boom onder de foto. Kleef onder elke boomsoort de vruchten/zaden uit het knipblad 1. Kleef onder elke boomsoort het blad uit het knipblad 1. Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 10 Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 11 Knipblad 1 Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 12 Knipblad 2 Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 13 4. Bekijk elk blad van dichtbij. Knip de prenten van de bladeren op het knipblad 2 uit. Lees elke tekst goed en plak het passende blad erbij. Mijn blad: gave rand ovaalvormig veernervig Ik ben een beuk. Mijn blad: gezaagde rand hartvormig veernervig Ik ben een linde. Mijn blad: naalden, in groepjes van twee grijsgroen 8 cm lang Ik ben een grove den. Mijn blad: getande rand langwerpig veernervig Ik ben een tamme kastanje. Mijn blad: gelobde rand (golfjes) eirond veernervig Ik ben een zomereik. Mijn blad: gezaagde rand handvormig veernervig Ik ben een paardenkastanje . Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 14 Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 15 Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 16 5. Soorten planten Verbind de woorden met de zinnen. Kleur bij elke afbeelding het passende cirkeltje. Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 17 6. Vol met witte stippen Wat denk jij? Kleur het cirkeltje o o o o Een paddenstoel heeft sporen. Een paddenstoel verspreidt kleine bloemen. Een paddenstoel heeft geen sporen. Een paddenstoel heeft onzichtbare sporen. Ga op zoek naar een paddenstoel. Leg de hoed op een gekleurd blad. Teken wat je ziet op je gekleurd blad. Schrijf wat je getekend hebt onder de tekening. Had je gelijk? Duid aan. o o o o Een paddenstoel heeft sporen. Een paddenstoel verspreidt kleine bloemen. Een paddenstoel heeft geen sporen. Een paddenstoel heeft onzichtbare sporen. Thema: We trekken erop uit en verkennen de buurt! Pagina 18