Bieding - Gemeente Leiden

advertisement
Aanbiedingsformulier
Onderwerp
Bestuursoverdracht Pedologisch Instituut
BESLUITEN
Behoudens advies van de commissie Onderwijs, Welzijn, Zorg en Emancipatie en na instemming
van het Georganiseerd Overleg, de Raad voor te stellen:
1. het bevoegd gezag van het P.I. met ingang van 1 augustus 2000 over te dragen aan de
Stichting S.B.D.-Rijnland;
2. de Verordening op de Commissie voor het Pedologisch Instituut te Leiden (Gemeenteblad
O.64) per 31 juli 2000 in te trekken;
3. de huidige Commissie voor het P.I. (ex artikel 82 van de Gemeentewet) per 31 juli 2000 op
te heffen;
4. éénmalig een bedrag van ƒ 120.000,-- als overdrachtskosten aan de Stichting S.B.D.-Rijnland
beschikbaar te stellen;
5. jaarlijks de ten behoeve van het P.I. in de gemeentebegroting opgenomen middelen
(ƒ 531.000,--; prijspeil 2000) vanaf 1 augustus 2000 aan de Stichting S.B.D.-Rijnland als
subsidie beschikbaar te stellen;
6. ten behoeve van de budgettaire consequenties ad 4 de begroting 2000 als volgt te wijzigen:
product 480.04 met ƒ 120.000,-- te verhogen; product 620.05 met ƒ 120.000,-- te verlagen.
Korte overwegingen
Bij besluit van 7 maart jl. (besluit nr. 0231) is opdracht verstrekt tot het uitvoeren van
een onderzoek naar de mogelijkheden en consequenties van de positionering van het
P.I. onder het bevoegd gezag van de Stichting S.B.D.-Rijnland. Uit dit zeer onlangs
afgeronde onderzoek kan worden geconstateerd dat een bestuursoverdracht zoals
voorgesteld als haalbaar dient te worden gekwalificeerd.
Formatieve consequenties
Het bij de Stichting S.B.D. Rijnland in dienst doen treden van het gemeentelijk P.I.-personeel.
Begrotingsconsequenties
ƒ 120.000,-- +/+ 480.04 (lokaal onderwijsbeleid)
ƒ 120.000,-- -/620.05 (maatschappelijke opvang)
2000.
Nr.
: 00.0061.
Dnst. : C&E
Bestuursoverdracht Pedologisch
Instituut.
Leiden, 6 juni 2000.
Het Pedologisch Instituut (P.I.) en de school De Brug (Observatieschool) werken nauw
samen ten behoeve van leerlingen met een meervoudige, moeilijk te diagnosticeren,
problematiek.
De Brug is een openbare school voor Speciaal Onderwijs, het P.I. is een
samenwerkingsverband van de Universiteit Leiden en de Gemeente Leiden en
ressorteert onder de Commissie op het P.I. (ex artikel 82 Gemeentewet).
De Brug wordt als school primair vanuit het Rijk gefinancierd. Het P.I. wordt, behoudens
de kernstafsubsidie vanuit het Rijk, door de Gemeente Leiden, alsmede enige regiogemeenten gefinancierd.
De directie van het P.I. wordt gevormd door een vanuit de U.L. gedetacheerde directeur
en adjunct-directeur. De functie van directeur is sinds ultimo 1999 vacant.
De directie verricht de vak-inhoudelijke werkzaamheden. De beheersmatige aspecten
van de managementtaken zijn, in de huidige opzet, onvoldoende duidelijk
gepositioneerd.
Mede als gevolg hiervan is het financieel beheer binnen het P.I. niet op orde. Met name
op het terrein van personeelbeheer zijn onduidelijkheden, onjuistheden, alsmede
substantiële financiële tekorten ontstaan.
Het P.I. kan in beheersmatig opzicht niet zelfstandig blijven. Een te groot deel van de
beschikbare middelen zou dan aangewend moeten worden voor de inrichting van een
beheersmatige infrastructuur (directie/personeelszaken/financiële zaken/materiële
zaken/etc.).
Uit beheersmatige overwegingen (vermindering kwetsbaarheid/verbetering financieel
beheer/vergroting efficiency/etc.) dient een fusie van het P.I. als nastrevenswaardig te
worden beschouwd.
Het P.I. zal daarbij moeten worden ondergebracht bij een organisatie die wel beschikt
over een adequate beheersmatige infrastructuur. Bestuur en directie van zo’n
fusiepartner vormen daarbij bestuur en directie van het P.I.
De Schoolbegeleidingsdienst is hierbij een voor de hand liggende partner.
Het P.I. kan als herkenbare eenheid binnen de S.B.D.-structuur worden gepositioneerd.
Hierbij dient gedacht te worden aan het model van een onder het stichtingsbestuur
ressorterende P.I.-bestuurscommissie, vergelijkbaar met de OV-bestuurscommissie.
De S.B.D. is evenals het P.I. belast met diagnostiek van leerlingen.
Veelal zijn P.I.-leerlingen uit het werkgebied van de S.B.D.-Rijnland in het voortraject
door de S.B.D. begeleid. Tevens komen - nadat de observatieperiode bij het P.I. is
beëindigd en doorverwijzing naar een andere vorm van onderwijs heeft
plaatsgevonden - de leerlingen wederom in het S.B.D. begeleidingscircuit.
De werkzaamheden van het P.I. kunnen worden beschouwd als een specialistische
verdieping en uitbreiding van de betreffende S.B.D.-activiteiten. Van belang hierbij is
dat ten behoeve van de wetenschappelijke onderbouwing van een en ander het P.I. een
samenwerkingsovereenkomst met de Universiteit Leiden heeft.
Door de voorgestelde S.B.D.-/P.I.-combinatie is een continue begeleidingslijn van de
betreffende leerling gegarandeerd. Daarnaast leidt een dergelijke fusie tot een
uitwisseling van expertise, die in breder verband kan worden aangewend.
Tenslotte verbetert door middel van de bestuursoverdracht zoals voorgesteld, de
sturing van de lokale overheid op de prestaties van het P.I.
Door de invloed van een professioneel beheersmatig management kan de sturing van
de lokale overheid - door middel van de (in het kader van de subsidiëring) te maken
prestatieafspraken - zich volledig richten op de inhoudelijke taken van het P.I., zoals dit
ook bij de afdeling Onderwijsvoorrang en de reguliere S.B.D.-activiteiten het geval is.
De Commissie voor het P.I. heeft in haar vergadering van 7 februari jl. de intentie
uitgesproken te komen tot een bestuurlijke positionering van het P.I. onder het
bevoegd gezag van de Stichting S.B.D.-Rijnland, onder de voorwaarde dat het P.I. een
inhoudelijk herkenbare plaats blijft innemen en op basis daarvan relaties kan aangaan
en/of continueren met veldactoren zoals Regionale Expertise Centra, Universiteiten en
S.O.-school De Brug.
Het bestuur van de Stichting S.B.D.-Rijnland is in zijn vergadering van 1 februari jl.
akkoord gegaan met het onder S.B.D.-bestuur doen ressorteren van het P.I.
Bij besluit van 7 maart jl. (besluit nr. 0231) hebben wij opdracht gegeven tot het
uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheden en consequenties van de
positionering van het P.I. onder het bevoegd gezag van de Stichting S.B.D.-Rijnland. Uit
dit zeer onlangs afgeronde onderzoek kan worden geconstateerd dat een
bestuursoverdracht zoals voorgesteld als haalbaar dient te worden gekwalificeerd.
Bestuur
Ten behoeve van de inhoudelijke aansturing van de P.I.-activiteiten zal een daartoe in
te stellen commissie onderdeel van de S.B.D.-bestuursstructuur gaan uitmaken.
De statuten van de Stichting S.B.D.-Rijnland zijn in verband hiermee aangepast, tevens
zal het bestuur van de Stichting S.B.D. in zijn vergadering van 19 juni a.s. het
“Reglement op de Bestuurscommissie Pedologisch Instituut” vaststellen.
Personeel
Er zullen a.g.v. de bestuursoverdracht geen gedwongen ontslagen behoeven plaats te
vinden, al het personeel dat zowel op 1 augustus 1999 alsmede op de dag
voorafgaande aan de overdrachtsdatum in dienst van het P.I. was, gaat over naar de
S.B.D.
De rechtspositie van de S.B.D. is na de voorgestelde overdracht van toepassing. Voor
alle betrokkenen geldt een werkgelegenheidsgarantie van 3 jaar.
Indien na 3 jaar, tot maximaal 5 jaar na de overdrachtsdatum – buiten schuld of
toedoen – een medewerk(st)er zal worden ontslagen zal de gemeente Leiden een
eventuele werkloosheidsuitkering aanvullen tot het niveau van de wachtgeld- c.q.
uitkeringsregeling.
Tevens zal een netto-netto salarisgarantie worden verstrekt.
Voorts zullen zowel de IZA- als ABP-voorzieningen onverkort van toepassing blijven.
De kosten van om- en bijscholing komen, tot een totaalbedrag van ƒ 8.000,--, voor
rekening van de gemeente Leiden.
De loonsom van de P.I.-medewerkers zal, inclusief de premies voor Arbo en SER in
verband met W.O.R. aan de S.B.D. worden overgemaakt.
De O.C. van de dienst C&E is tijdig en uitvoerig over de voorgestelde
bestuursoverdracht geïnformeerd. De O.C. kan zich in de herpositionering van het P.I.
vinden.
Het voorstel zal op 29 juni a.s. in het G.O. worden besproken.
Huisvesting
De Stichting S.B.D. zal het voor het P.I. bestemde gedeelte van het gebouw aan de
Wassenaarseweg 499 dienen te blijven gebruiken. Hiertoe zal een huurovereenkomst
met de gemeente Leiden worden gesloten.
Materiaal
De bij het P.I. in gebruik zijnde inventaris zal om niet in eigendom aan de Stichting
S.B.D. worden overgedragen. De S.B.D. zal binnen haar bedrijfsvoering zorgdragen voor
de op termijn noodzakelijke vervanging van de inventaris, alsmede voor de verzekering
van het materiaal.
Financiën
De overdracht van het bevoegd gezag aan de S.B.D. brengt geen structurele extra
kosten met zich mee.
Wel dient eenmalig een bedrag van ƒ 58.000,-- te worden geïnvesteerd in het op een
aanvaardbaar niveau brengen van de I.C.T.-voorzieningen van het P.I.
Uitgangspunt daarbij is dat de I.C.T.-standaard van het P.I. gelijk zal zijn aan die van de
S.B.D. Tevens dient het P.I.-meubilair aan de wettelijke ARBO-eisen te worden
aangepast (kosten: ƒ 10.000,--).
Voorts dient ƒ 8.000,-- te worden gereserveerd voor scholings- en opleidingskosten en
ƒ 5.000,-- voor diverse uitgaven (nieuw briefpapier, naambordjes, etc.).
Tenslotte wordt de Stichting S.B.D.-Rijnland eenmalig een bedrag van ƒ 39.000,-beschikbaar gesteld als vergoeding voor de jaarlijkse kosten ten behoeve van de
bijdrage participatiefonds, aansprakelijkheidsverzekering en personele administratie,
alsmede ten behoeve van de dekking van het huidige begrotingstekort van het P.I.
De loonsom, inclusief Arbo- en SER-premies, van het door de Stichting S.B.D.-Rijnland
over te nemen gemeentelijk P.I.-personeel; de via het Ministerie van O.C. en W. jaarlijks
te ontvangen kernstafsubsidie; alsmede de gemeentelijke bijdrage organisatie- en
huisvestingskosten P.I. (totaal ƒ 531.000,--; prijspeil 2000) zullen vanaf 1 augustus 2000
aan de Stichting S.B.D.-Rijnland als subsidie beschikbaar worden gesteld.
Dit bedrag zal op basis van loonontwikkeling gemeentelijk personeel [voor wat betreft
de loonsom]; bijstelling Rijkssubsidie [voor wat betreft de kernstafsubsidie] en
gemeentelijk accres [voor wat betreft de bijdrage P.I.-exploitatie] jaarlijks worden
aangepast.
Met verwijzing naar het advies van de Commissie voor Onderwijs, Welzijn, Zorg en
Emancipatie en de overige in de leeskamer ter inzage gelegde stukken, geven wij u in
overweging het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.
Burgemeester en Wethouders van
Leiden,
de loco-Secretaris,
de
E.H.T. v.d. VLIST.
J.K.T. POSTMA.
Burgemeester,
Aan de gemeenteraad.
De Raad der gemeente Leiden;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nr. 00.0061 van
2000);
B E S L U I T:
1.
het bevoegd gezag van het P.I. met ingang van 1 augustus 2000 over te dragen
aan de Stichting S.B.D.-Rijnland;
2.
de Verordening op de Commissie voor het Pedologisch Instituut te Leiden
(Gemeenteblad O.64) per 31 juli 2000 in te trekken;
3.
de huidige Commissie voor het P.I. (ex artikel 82 van de Gemeentewet) per 31 juli
2000 op te heffen;
4.
éémalig een bedrag van ƒ 120.000,-- als overdrachtskosten aan de Stichting
S.B.D.-Rijnland beschikbaar te stellen;
5.
jaarlijks de ten behoeve van het P.I. in de gemeentebegroting opgenomen
middelen
(ƒ 531.000,--; prijspeil 2000) vanaf 1 augustus 2000 aan de Stichting S.B.D.Rijnland als subsidie beschikbaar te stellen;
6.
ten behoeve van de budgettaire consequenties ad 4 de begroting als volgt te
wijzigen:
product 480.04 (lokaal onderwijsbeleid) met ƒ 120.000,-- te verhogen;
product 06.201 (voorziening kinderopvang ambtenaren) met ƒ 120.000,-- te
verlagen.
Gedaan ter openbare vergadering van
De Secretaris,
De Voorzitter,
Download