de doorlopende leerlijn

advertisement
Samen Opleiden tussen Peel en Maas en Dommel en Aa
Ve rst e r k i n g s a m e n we r k i n g s c h o le n e n le ra re n o p le i d i n g
Majorfase pabo
Kennis
• Zicht op belevingswereld
• Basiskennis over basisbehoeften: Relatie Competentie Autonomie
• Basiskennis van de sociaal-emotionele ontwikkeling
• Basiskennis over gedragsbeïnvloeding
• Basiskennis van de standaarden (pijlers)
voor het creëren van een goed pedagogisch
klimaat
• Basiskennis over opvoedingsstijlen
• Basiskennis over groepsprocessen
Minorfase pabo
Kennis
• Kennis van de sociaal-emotionele ontwikkeling
• Systematisch herleiden van gedrag
• Kennis over gedragsbeïnvloeding
• Kennis over (de versterking van) groepsprocessen
• Kennis over het werken met groepsplannen
Inductiefase werkplek
Kennis
Vaardigheden
Communicatie
Communicatie
Communicatie
• Contact op het niveau van de kinderen kunnen maken
• Is in staat om in gesprek te gaan met kinderen
• Communicatie met kinderen, ouders, collega’s
• Gesprekjes kunnen voeren met het kind
• Inzicht hebben in eigen verbale en non-verbale communicatie
•
•
•
•
•
•
•
Authenticiteit
Empathie
Open en geïnteresseerde houding
Onderzoekende houding
Flexibel
(Zelf)vertrouwen hebben
Hoge verwachtingen
• Actuele ontwikkelingen volgen.
• Verdiepen in de ontwikkelingen in de maatschappij.
Vaardigheden
Vaardigheden
• Sensitief en responsief handelen
• Bekwaam om een pedagogische leef- en leeromgeving te creëren waarin kinderen zich
veilig voelen
• Met passende middelen verschillen in gedrag
observeren en analyseren
• Vroegtijdig signaleren van mogelijke aanleidingen voor onveilige situaties
• In staat om groepsprocessen te sturen en te
begeleiden en hierbij recht te doen aan de
verschillen van kinderen.
• Groepsplannen en individuele handelingsplannen gericht op sociaal-emotionele en
morele ondersteuning opstellen, uitvoeren en
evalueren
Kennis
• Kennis van veel voorkomende
• gedragsproblematieken
• Pedagogisch tact
Vaardigheden
• Kunnen aansluiten bij basisbehoeften: Relatie
Competentie Autonomie
• Sensitief en responsief gedrag benoemen en
herkennen
• Observatietechnieken toepassen
• Objectief observeren
• Naar aanleiding van observaties je aanbod
aanpassen
• Consequent handelen
• Effectief belonen (straffen)
Voortgezet werkplekleren
• Rekeninghouden met en afstemmen op de verschillende pedagogische behoeften van kinderen
• In staat zijn om groepsprocessen te herkennen,
analyseren, verbeteren en begeleiden en hierbij recht
te doen aan de verschillen van kinderen
• Gedrag en handelen in de context kunnen zien
• Draagt schoolbreed verantwoordelijkheid voor het
pedagogisch klimaat
• Uitdragen van visie/ beleid
• Communiceren met kinderen, collega’s, ouders, (externe) betrokkenen
• Basiscommunicatie: luisteren, benoemen
• Kunnen spelen met verbale en non-verbale technieken
• Kan in gesprek gaan met ouders over het welzijn
van het kind
Beroepsidentiteit
Zelfsturing
•
•
•
•
•
•
Zelfreflectie
Zelfkennis
Doelgericht
Visie is leidraad
Voorbeeldfunctie
Helikopterview
Pedagogisch Handelen Doorlopende leerlijn
•
•
•
•
•
•
•
• Visie, beleid en handelen vertalen naar de dagelijkse praktijk
• Coachende rol naar collega’s
• Specialismen vervullen
• In kaart brengen van de sociale veiligheid
Communicatie
• Verdiepende kindgesprekken kunnen voeren
• Conflicthantering
Je kwetsbaar op durven stellen
Los durven laten
Keuzes durven maken
Verantwoordelijkheidsgevoel
Nieuwsgierig zijn
Voorbeeldfunctie / rolmodel zijn
Educatief partner zijn
Download