dertigste zondag door het jaar (C)

advertisement
Dertigste zondag door het jaar (C)
BEGROETING
V
Hartelijk welkom, u allen hier bijeen.
Moge de goede God hier in ons midden zijn,
Hij die is: Vader, Zoon en heilige Geest.
ofwel
V
Welkom, ieder van u in deze viering.
zoals altijd zijn wij hier samen
in naam van Vader, Zoon en heilige Geest.
INLEIDING
L
Vandaag wordt ons de gebedshouding
van de tollenaar aanbevolen.
Deze is zich ervan bewust
dat hij zich ten overstaan van God
nergens op kan beroepen
en geheel en al is aangewezen
op Gods ontfermende liefde.
Het is dát 'gebed van de arme'
dat door de wolken heendringt
en gehoor vindt bij God.
ofwel
L
Opnieuw, evenals vorige zondag,
snijdt de evangelist Lucas het thema 'bidden' aan.
Ons wordt de gebedshouding van de tollenaar aanbevolen.
1
Die is zich ervan bewust,
dat hij zich ten overstaan van God nergens op kan beroepen
en geheel en al is aangewezen op Gods ontfermende liefde.
Zo'n gebed, zonder pretentie, dringt door de wolken
en vindt gehoor bij God.
BEKERINGSMOMENT
V
In het besef dat wij niet altijd in staat zijn
de juiste houding te vinden
en God en elkaar daarmee te kort doen,
vragen wij de Barmhartige om vergeving…
L
Heer, Gij kent onze neiging te heersen over anderen.
Doe ons de waarde inzien van bescheidenheid,
opdat wij anderen de ruimte geven te zijn zoals ze zijn…
V
Heer, ontferm U over ons.
L
Christus, U plaatste kleinen in het middelpunt,
wees machtigen hun plaats.
Schenk ons dat onderscheidingsvermogen,
zodat ieder mens de plaats krijgt waar hij tot z'n recht komt…
V
Christus, ontferm U over ons.
L
Heer, Gij die uw mensen zoveel hebt gegeven,
leer ons de goede levenshouding,
waarin wij Uw geboden onderhouden…
V
Heer, ontferm U over ons.
V
Moge de goede God ons genadig zijn,
onze fouten en tekorten vergeven
en ons geleiden tot het eeuwig leven.
ofwel
2
V
Het komt elke week terug… bidden om vergeving,
misschien soms wel eens wat als een vast patroon, een ritueel.
Laten we vandaag dan echt eens stil staan, stil worden,
ons bewust ook van onze fouten en tekorten,
om oprecht voor God te kunnen staan.
L
Heer, wij volgen niet altijd uw voorkeur en die van de Vader
voor armen en ontrechte mensen…
V
Heer, ontferm U over ons.
L
Christus, voor U was verbondenheid met de Vader
en dienst aan de mensen onlosmakelijk…
V
Christus, ontferm U over ons.
L
Heer, schuld bekennen valt ons niet mee.
Vergeef ons onze halfheid en moeite kleur te bekennen…
V
Heer, ontferm U over ons.
V
Moge de almachtige God zich over ons ontfermen,
onze fouten vergeven
en ons eens geleiden tot eeuwig leven.
OPENINGSGEBED
V
Algoede God,
wij zijn van U met al ons kwaad,
want eindeloos is uw erbarmen.
Aan die genade houden wij ons vast,
van uw vergeving leren wij.
Zie ons, wees ons genadig,
spreek ons aan en kom ons bevrijden.
Dat vragen wij U door Jezus,
uw woord van trouw, uw toegestoken hand
voor tijd en eeuwigheid.
ofwel
3
V
Almachtige God,
Gij zijt bekommerd om alle mensen.
De eenzame en de arme kunnen altijd bij U terecht,
de vreemdeling en de zondaar vergeet Gij niet.
Wij vragen U:
bescherm ons tegen hoogmoed, die wij in eigen hart ervaren.
Geef ons de moed te bekennen dat wij zondaars zijn,
zodat wij gerechtigheid worden in uw ogen.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U en de heilige Geest leeft en heerst,
God, in de eeuwen der eeuwen.
ofwel
V
Gij, die niemand naar de ogen ziet
maar luistert naar allen die hulp van U verwachten,
leer ons zien met uw ogen
en maak ons barmhartige mensen
dit uur en alle dagen van ons leven.
ofwel
V
Almachtige eeuwige God,
verdiep ons geloof,
versterk onze hoop en verruim onze liefde.
Schrijf ons uw geboden in het hart
zodat wij uw beloften waardig worden.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest,
God, door de eeuwen der eeuwen.
INLEIDING OP DE LEZINGEN
L
4
In de eerste lezing worden wij voorbereid
op de bekende parabel over de farizeeër en de tollenaar
in het evangelie.
De wijze Jezus Sirach legt uit
dat bij God geen aanzien des persoons bestaat,
en dat Hij luistert naar het gebed van de arme.
In de tweede lezing vernemen we
waar de apostel de kracht vond
om te volharden in de dienst van het evangelie.
EERSTE LEZING
L
Uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach.
(35,12-14.16-18)
De Heer weet te oordelen
en persoonlijk aanzien geldt niet bij Hem.
Hij is niet partijdig ten nadele van de arme
en Hij luistert naar het gebed van de ontrechte.
Hij slaat acht op de smeekbede van de wees
en op het lange verhaal dat de weduwe doet.
Wie God dient in welbehagen, vindt genade
en zijn smeekbede reikt tot de wolken.
Het gebed van de nederige dringt door de wolken heen.
Hij is ontroostbaar zo lang het God niet bereikt heeft,
en hij houdt aan tot de Allerhoogste naar hem omziet,
oordeelt in het voordeel van de rechtvaardigen
en dat oordeel ook uitvoert.
TUSSENZANG (Psalm 34)
De Heer zal ik prijzen iedere dag,
zijn lof ligt mij steeds op de lippen.
Mijn geest is fier op de gunst van de Heer,
laat elk die het hoort zich verheugen.
Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer.
Van boosdoeners keert Hij zijn aangezicht af,
zij worden op aarde vergeten.
5
Naar vromen die roepen luistert de Heer
en redt hen uit iedere nood.
Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer.
De Heer is nabij voor rouwmoedige harten,
Hij helpt wie zijn schuld erkent.
De Heer redt het leven van wie Hem dient,
alwie tot Hem vlucht heeft geen straf te duchten.
Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer.
TWEEDE LEZING
L
Uit de tweede brief van Paulus aan Timoteüs.
(4,6-8.16-18)
Dierbare,
Wat mij betreft,
mijn bloed wordt weldra geplengd,
het uur van mijn heengaan is nabij.
Ik heb de goede strijd gestreden,
de wedloop tot een goed einde gebracht,
het geloof bewaard.
Nu wacht mij de krans der gerechtigheid,
die de Heer, de rechtvaardige rechter,
aan mij zal geven op die dag,
en niet alleen aan mij maar aan allen
die met liefde hebben uitgezien naar zijn verschijnen.
Bij mijn eerste verdediging heeft niemand mij bijgestaan,
ze hebben mij allemaal in de steek gelaten.
Moge het hun niet worden aangerekend.
Maar de Heer heeft mij terzijde gestaan
en mij kracht gegeven
om door mij de prediking van het evangelie te voltooien,
zodat alle volken ervan hebben gehoord,
en ik gered werd uit de muil van de leeuw.
En de Heer zal mij blijven beschermen tegen alle boze
aanslagen
6
en mij behouden overbrengen naar zijn hemels koninkrijk.
Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid! Amen.
ALLELUJA (Hnd 16)
Alleluja.
Maak ons hart ontvankelijk, Heer,
opdat wij de woorden van uw Zoon zouden begrijpen.
Alleluja.
EVANGELIE
V
Uit de blijde boodschap van onze Heer Jezus
zoals die voor ons werd opgetekend door Lucas.
(18,9-14)
In die tijd vertelde Jezus de volgende gelijkenis
met het oog op mensen
die overtuigd zijn van hun eigen rechtvaardigheid
en neerzien op alle anderen:
'Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden,
de een was een farizeeër, de ander een tollenaar.
De farizeeër ging daar staan
en sprak in zijn gebed over zichzelf:
"God, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen,
hebzuchtig, onrechtvaardig en overspelig,
of zoals die tollenaar daar!
Ik vast tweemaal per week
en geef een tiende weg van al mijn inkomsten."
De tollenaar daarentegen, die op een afstand bleef staan,
durfde zelfs zijn ogen niet naar de hemel op te slaan.
Hij sloeg zich vol berouw op de borst en zei:
"O God, genade voor een arme zondaar!"
Ik verzeker jullie
dat deze man gerechtvaardigd naar huis ging,
en de ander niet.
Want ieder die zich verheft zal vernederd worden,
7
maar wie zich vernedert zal verheven worden.'
VOORBEDE
V
God,
Gij kent en doorziet ons,
Gij hebt weet van onze zwakheden en tekortkomingen,
voor U hoeven wij ons niet mooier voor te doen dan we zijn.
Tot U durven wij bidden:
L
Voor arme en kleine mensen,
voor allen die geen stem hebben
en naar wie niemand luistert,
voor allen die eerlijk zijn met hun motieven
in hun verlangen naar U toe:
dat Gij U over hen ontfermt…
Laat ons bidden.
L
Voor mensen die gebukt gaan
onder schuldgevoelens en tekortkomingen,
die lijden aan onze wereld van onrecht en haat en pijn:
dat zij ervaren dat Gij een God zijt van vergeving en ruimte,
dat Gij geen genoegen neemt met de bestaande situatie,
maar het ware leven wil voor alle mensen…
Laat ons bidden.
L
Voor jonge mensen die nog geloven in een hoopvolle toekomst,
in een wereld waarin plek is voor iedereen,
in de idealen van vrijheid en gelijkheid
en zuster- en broederschap...
Laat ons bidden.
L
Voor N.N., die dit weekend worden gedoopt:
dat zij leven mogen in een harmonische wereld.
Voor N.N., die gaan trouwen:
dat zij nooit door de ander in de steek worden gelaten.
Voor onze ernstig zieken:
dat zij getroost worden en anderen tot troost zijn.
En tenslotte voor onze dierbare overledenen,
8
die wij in deze viering gedenken - N.N. -:
dat hun de krans der gerechtigheid wacht…
Laat ons bidden.
V
God,
Gij die ons terzijde staat,
die ons kracht geeft en ons verlost,
bescherm ons tegen de machten
die uit zijn op onze ondergang.
Dat bidden wij omwille van Jezus Messias,
uw Zoon die gestorven is
en nu leeft bij U in eeuwigheid.
ofwel
V
Keren wij ons hart tot God,
bidden wij tot Hem, die allen in zijn liefde omvat:
L
Voor hen die geslaagd heten in het leven,
voor allen die aanzien en respect genieten:
dat zij zich niet boven anderen verheven voelen,
dat zij behoed worden voor zelfgenoegzaamheid…
Laat ons bidden.
L
Voor hen die mislukt lijken,
voor allen die vinden dat zij gefaald hebben:
dat zij mensen ontmoeten die hen omhoog halen,
dat zij gespaard blijven
voor gevoelens van minderwaardigheid…
Laat ons bidden.
L
Voor hen die leven ten koste van anderen
én voor hen die worden geknecht en uitgebuit:
dat zij die zich verheffen worden vernederd,
dat zij die vernederd zijn worden verheven…
Laat ons bidden.
L
Voor onszelf:
om respect voor hen die anders zijn,
9
om aandacht voor elkaars goede bedoelingen,
om mildheid in ons oordelen,
om vergevingsgezindheid…
Laat ons bidden.
L
Voor onze dopelingen;
voor hen die gaan trouwen;
voor de zieken onder ons;
voor hen die gestorven zijn
en die wij in deze viering speciaal gedenken…
Laat ons bidden.
V
Algoede God,
Gij doet uw zon opgaan over goede en kwaden;
zo gaan wij allen zonder onderscheid U ter harte.
Maak ons tot mensen in uw geest,
aandachtig voor ieder mensenkind,
trouw en genadig.
GEBED OVER DE GAVEN
V
Algoede God,
zonder U zijn wij nergens.
Daarom scharen wij ons rondom uw tafel,
bevelen wij onszelf in uw goedgunstigheid aan.
Voed ons met uw gaven,
maak ons hongerig naar wat waar is en echt.
Dat vragen wij door Jezus,
onze weg, de waarheid en het leven
voor tijd en eeuwigheid.
ofwel
V
10
Heer,
één alleen is onder ons in staat het offer op te dragen,
waarvoor wij brood en wijn hebben aangebracht.
Neem vrede met onze goede bedoelingen
en aanvaard wat wij U geven omwille van Christus Jezus,
onze hogepriester tot in eeuwigheid.
ofwel
V
God,
wij danken U in brood en wijn
omdat Gij het roepen hebt gehoord van Hem,
die ontrecht werd omwille van ons
en ons nu verrijkt met uw heilige levensadem,
dit uur en alle dagen van ons leven.
ofwel
V
Heer,
zie naar de gaven,
die wij U aanbieden om U te eren.
Wij vragen
dat de dienst, die wij verrichten,
een lofprijzing wordt van uw heerlijkheid.
Door Christus onze Heer.
PREFATIE (van de zondagen door het jaar V)
De Heer zal bij u zijn.
De Heer zal u bewaren.
Verheft uw hart.
Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
Hij is onze dankbaarheid waardig.
Heilige Vader, machtige eeuwige God,
om recht te doen aan uw heerlijkheid,
om heil en genezing te vinden
zullen wij U danken, altijd en overal.
Gij hebt deze aarde geschapen met al wat zij bevat;
Gij hebt tijden en seizoenen ingesteld
en de mens gemaakt naar uw beeld.
11
Heel uw wonderlijke schepping
hebt Gij aan hem onderworpen:
in uw Naam mag hij over alles heersen
en U altijd prijzen om het werk van uw handen,
door Christus onze Heer.
Daarom, met alle engelen en heiligen,
loven en aanbidden wij U
en zingen (zeggen) vol vreugde:
Heilig, heilig, heilig, de Heer…
VREDESWENS
V
Op zoveel hopen wij:
liefde sterker dan de dood,
recht en toekomst voor de kleinsten,
leven oprecht en voorgoed.
Het is de hoop van Jezus Messias.
Laat zijn vrede hier beginnen,
rondom deze tafel van één.
Moge zijn vrede met ons zijn.
Geef elkaar een teken van vrede…
ofwel
V
Een gezonde dosis zelfvertrouwen is niet verkeerd.
Vaak zien wij echter om ons heen,
hoe een star vasthouden aan eigen gelijk
leidt tot onderdrukking, geweld en onrecht.
Daarom bidden wij:
Heer Jezus,
nooit maakte U gebruik van macht
om mensen te overtuigen.
Leer ons uw levenshouding aan:
dat wij leven in liefde met elkaar
12
en zo elkaar inspireren tot daden van goedheid en vrede,
U die leeft in eeuwigheid.
De vrede des Heren zij altijd met u.
Geef elkaar dan ook een teken van die vrede…
UITNODIGING TOT DE COMMUNIE
V
Laten wij in alle bescheidenheid,
maar tegelijkertijd vol overtuiging,
deelnemen aan deze maaltijd van de Heer,
opdat wij steeds meer groeien naar wat wij reeds zijn:
het Lichaam van Christus.
Zie dit gebroken Brood, het Lam Gods,
dat wegneemt de zonden der wereld…
NA DE COMMUNIE
L
Het is vaak veel gemakkelijker om hoog op te lopen
met de dingen die je goed kunt
dan om toe te geven dat je ook kleine kanten hebt - zegt God.
En toch is niemand volmaakt, ook jij niet.
Iedereen schiet op bepaalde punten wel eens tekort.
Niet dat dat erg is, integendeel!
Je kleinheid en je kwetsbaarheid maken je juist authentiek.
En als je daarvoor durft uitkomen,
zul je alleen maar winnen aan aanzien en respect.
De échte grootheid van een mens ligt niet in alles wat hij kan,
maar wel in de manier waarop hij omgaat met wat hij niet kan.
ofwel
L
Herfst, de natuur sterft.
En wij? En onze samenleving?
God hoort het gezucht van de wezen,
13
het klagen van de weduwe,
het gebed van de arme.
Maar hoe zou een God van leven kunnen luisteren
naar wat voor eeuwig ten dode is gedoemd?
God verlost mensen
uit de muil van de leeuw,
uit de bek van de wolven,
uit de klauwen van de aasgieren.
Hij zal zijn mensen blijven beschermen
tegen alle boze aanslagen.
Maar waarom zou Hij verlossen en beschermen
wat voor eeuwig ten dode is gedoemd?
Ook die niet heten te deugen
worden door God beschermd:
de hoeren, de tollenaars,
de helers, de dieven en de dealers.
Hij wacht geduldig totdat zij tot inkeer komen.
Maar waarom zou Hij geduldig wachten op mensen,
die voor eeuwig ten dode zijn gedoemd?
Zou de God van alle leven soms méér weten?
SLOTGEBED
V
Algoede God,
het gebed van de arme dringt door de wolken
en vindt bij U altijd een gewillig oor.
Laat ook óns bidden als het gebed van een arme zijn,
bescheiden, zonder veel woorden en alles verwachtend van U.
Maak ons ontvankelijk voor al uw zegeningen - in Jezus,
uw woord van waarde, uw overvloed voor tijd en eeuwigheid.
ofwel
V
14
Goede God,
wij danken U
omdat Gij uw Zoon gezonden hebt,
die ons weer nieuwe kracht heeft geschonken.
Wij vragen U:
Blijf ons terzijde staan,
wanneer ons geloof wordt aangevochten
door zelfgenoegzaamheid.
Wees ons genadig
en breng ons behouden over naar uw hemels koninkrijk.
Door Christus, onze Heer.
ofwel
V
Gij, die uw hart hebt verpand aan kleinen en ontrechten,
laat de wereld een plaats worden
waarin wij niet gelukkig zijn
zolang er mensen worden veracht.
Kom ons sterken met uw Geest
om voort te gaan op de weg van Jezus, uw Zoon,
deze dag en alle dagen van ons leven.
ofwel
V
Heer,
voltooi in ons het werk van uw genade
dat in de sacramenten een aanvang heeft genomen.
Laat ons eens ten volle de gaven bezitten,
die wij in de eucharistie hebben ontvangen.
Door Christus onze Heer.
ZENDING EN SLOTZEGEN
V
Nu gaan wij naar huis,
getroost, bemoedigd, begrepen
en weer uitgerust voor onze taak in de wereld.
God zelf bidt voor ons
als wij ons hart voor Hem open houden.
Zo trekt Hij met ons mee met zijn zegen,
de zegen van de goede God,
15
Hij die voor ons is: Vader, Zoon en heilige Geest.
En gaan wij van hier heen in vrede.
ofwel
V
Er branden vijf kaarsen.
Het zijn de laatste vijf zondagen van het kerkelijk jaar.
Donker onze wereld, donker het jaargetijde,
en toch: dit is het einde niet.
Zolang er nog tollenaars zijn, zogenaamd slechte mensen,
zolang er nog mensen zijn,
arm van geest, arm aan geld en goed,
die hun hoofd durven buigen
en zich durven toevertrouwen
aan de onmetelijke rijkdom van God,
zolang is er nog hoop.
(Er wordt één kaars uitgeblazen.)
Het licht neemt af,
het wordt donker om ons heen,
maar wees ervan verzekerd:
ook na deze nacht komt er weer een ochtend.
Moge ons verlichten de enige God:
Vader, Zoon en heilige Geest.
En gaan wij van hier heen in vrede…
ofwel
V
Wij vieren in dit donkere jaargetijde
de laatste vijf zondagen van het kerkelijk jaar.
Zijn wij als gelovigen niet een te schamel groepje
om het uit te houden in het duistere geweld van onze wereld?
(Er wordt één kaars uitgeblazen.)
Het lichtend wachtwoord is het woord 'Zonder pretentie'.
Zonder pretentie en in alle bescheidenheid
16
mogen wij in het holst van de nacht staan waarvoor we staan:
voor eenvoud en dienstbaarheid,
voor de zachte krachten die alle duister zullen overwinnen.
Daartoe zegene ons de almachtige God:
Vader, Zoon en heilige Geest.
En gaan wij van hier heen in vrede…
ofwel
V
Nu gaan wij naar huis,
getroost, bemoedigd, begrepen
en weer uitgerust voor onze taak in deze wereld.
God zelf bidt voor ons
als wij ons hart voor Hem open houden.
Zo trekt Hij met ons mee met zijn zegen,
de zegen van de goede God,
Hij die voor ons is: Vader, Zoon en heilige Geest.
En gaan wij van hier heen in vrede.
17
Download