Kees en Connie Steendijk winnen de Ekoland Innovatieprijs 2013 Ruimte voor de graanplant 16 2 – 2013 | EKOLAND bedrijf in beeld Kees en Connie Steendijk gaan dwars tegen de gebruikelijke manier van werken in: ze telen graan met veel minder zaaizaad en zonder te ploegen. Ze gaan helemaal voor de individuele graanplant, met een totaalaanpak van minimale bodembewerking, eigen zaadselectie, zelf schonen, ruime plantafstand en precisiezaai. Tekst Geertje Schlaman & Maria van Boxtel | Foto’s Dick Boschloo A ls we na de BioVak en de prijsuitreiking aankomen in het Zeeuwse Kamperland, ligt de Provinciale Zeeuwse Courant nog op tafel met een uitgebreid portret van de familie Steendijk. Ook anderen felicitaties zijn binnengekomen. “Dat is leuk!” Maar gelukkig gaat het gewone werk ook door: nieuwe kuubskisten zijn geleverd. De uien in hun nieuwe kuubskisten en het graan in de grote silo’s ligt er goed bij. Aan de keukentafel licht Kees Steendijk toe waarom hij ruimte biedt aan graanplanten en zo met minder zaaizaad toekan. “Mijn oom was teler en gefascineerd door granen; hij teelde in Duitsland en later in Brazilië met minder zaad én meer opbrengst. Hij bestudeerde de planten goed, hij bleef soms zelfs slapen in een perceel.” Die gewoonte heeft Kees niet overgenomen, maar hij raakte wel geïnteresseerd. “Als we naar mijn ooms resultaten vroegen, zei hij altijd ‘kijk maar goed hoe een individuele plant groeit, en kom dan nog maar eens terug’.” Ook Kees verzamelt actief graanplanten uit zijn akker, op verschillende tijden in het seizoen, en tekent het verloop van de teelt en zijn ideale teelt uit. Zo krijgt hij een beeld van de optimale groei van de individuele plant. En deze plant centraal stellen, geeft een verrassend effectief resultaat. “Graanplanten willen van nature uitstoelen. Je krijgt een EKOLAND | 2 – 2013 17 Kees steendijk “Afgelopen jaar heb ik slechts 9 kg/ ha gebruikt op een proefveldje met in verhouding 9 ton/ha opbrengst.” betere opbrengst als je ze ruimer uit elkaar zaait. Niet twee hoofdstengels met twee aren per zaadje, maar tot wel 64 stengels met flinke aren.” Door het graangewas ruimte te bieden, sterven de stengels veel later af. “Ze blijven langer groen en vullen de aren goed, en bij de oogst is het droog genoeg. In een reguliere teelt die te dicht op elkaar staat, sterft wel 65% van de stengels af. Verspilde energie.” Goed kijken en zelf experimenteren, dan krijg je planten die uitstoelen en met meer stelen per plant een hogere opbrengst geven. Voor een optimaal resultaat met minder zaad moet je natuurlijk wel wat doen. Bij een brede stand van tarwe op een afstand van 15 bij 15 centimeter - 64 planten op een vierkante meter - is een uitstekende ontkieming essentieel. “Anders mis je opbrengst en krijg je onkruid.” Kees en Connie selecteren en schonen het zaad zelf. “We doen verschillende kiemproeven en selecteren op grootte en kiemkracht.” Uit een partij selecteren ze de grofste zaden. “Dan staat er bijvoorbeeld op het label: 84% kiemkracht. Dat moet eigenlijk minstens 85% zijn volgens de NAK.” Dit zaad is voor ons geen optie om te zaaien.” Kees en Connie gaan voor de grofste zaden omdat die beter kiemen: ze selecteren op 100% kiemkracht. “Sterk zaad is snel boven, een groot voordeel want dan is er zonlicht om te groeien. Die voorsprong behoudt het plantje.” Ook de ligging 18 van het zaadje maakt uit. “Bij kiemproeven in een bakje van granen met het ‘buikje’ of de ‘billetjes’ naar boven merkten we verschil. Met de ‘billetjes’ omhoog is een graanplantje een dag eerder boven de grond.” De zaaidiepte van maar 2 of 3 centimeter is bewust ondiep. “Bij dieper zaaien groeit graan steiler omhoog en verliest het groei-energie, bij ondiep zaaien stoelt het uit naar meer stengels.” Gericht zaaien is belangrijk. “We zaaien zelf met onze zaaimachine op precieze zaaidiepte, die we proefondervindelijk hebben vastgesteld. We zijn erg blij met onze zaaimachine, het is één van de eerste en grotere investeringen geweest. We zaaien er alles mee.” De verschillende, verwisselbare zaaischijven bieden voor elk gewas voldoende mogelijkheden om te variëren. Zo’n brede zaaiafstand: is dat niet vragen om onkruid? “Ja, daar is meer kans op. Maar onze graanplanten groeien plat, als een ‘zeester’ uit. Pas als ze elkaar raken, richten ze zich op. Dan heb je ook bedekking.” Het bedrijf creëert een ruime stand om de groei van elke individuele plant te optimaliseren, tot en met grote halmen aan toe. Ook die worden bekeken: “Gebruikelijk is 9 tot 10 etages met korrels, wij oogsten nu soms 12 etages met stevigere korrels.” Nog een observatie: “De graanplant is genetisch in staat om meerdere etages voort te brengen en dus een hogere opbrengst te geven. Dit manifesteert zich alleen in ons systeem.” 2 – 2013 | EKOLAND bedrijf in beeld Niet ploegen, niet woelen, geen brandstof. Bedrijfsgegevens De Korenschoof Arbeid 2 VAK, aangevuld met seizoensarbeid. Areaal en 80 hectare grondsoort Zeer zware klei vanaf 40% afslibbaar. Teelten aste gewassen in blokken van 10 of 5 ha, zoals V granen (tarwe en spelt), aardappelen, peen, uien, groenbemesters als gele mosterd, phacelia en grasklaver of luzerne. En teelten ‘waar vraag naar is’ zoals pompoen, zaadteelt voor spinazie, bonen of radijs en witlofpennen, conserven erwten en bonen. Onbereden beddenteelt op 4,20 meter breed. Bemesting iologische kippen-, geiten- en paardenmest uit B Brabant. Afzet l het graan waaronder ook de spelt, wordt geA malen door molenaar Verhage in Wissenkerke en door een regionale bakker verwerkt en verkocht als brood en banket, zoals o.a. ‘Het Korenschoofje’ (800 gram, bruin brood).Aardappelen, uien en peen wordt vermarkt richting Frankrijk, Duitland, Engeland en Nederland. Ook levert de Korenschoof met collega-biologische telers via webwinkel de Grote Verleiding aan consumenten en regionale zorginstellingen. www.dekorenschoof.com Hoge opbrengst. Trots laten ze het resultaat zien: een bos van 64 graanstengels uit één zaadje. Dat is 64 in plaats van de reguliere twee stengels. De innovatie zit voor nu voornamelijk in de granen. “We haalden drie jaar geleden met 25% van de gebruikelijke zaaizaadhoeveelheid – 40 tot 50 kg/ha in plaats van 200 kilo – een opbrengst van 9,6 ton bakwaardig biologisch tarwe/ha, dit jaar is het ongeveer 7 tot 8 ton/ha.” Kees experimenteert en kijkt verder. “Twee jaar geleden heb ik slechts 9 kg/ha gebruikt op een proefveldje en in verhouding 9 ton/ha geoogst”, zegt hij trots. ““Elk jaar worden er proeven aangelegd in tweevoud met zaaizaadhoeveelheden en bemestingstrappen. Het idee is dat door beter zaad en precisie de graanteelt verder geoptimaliseerd kan worden.” Bovendien doen de leerlingen van het plaatselijke AOC mee met de proefjes op onze akkers in de uien en pompoenen teelt.” Kees en Connie namen het bedrijf in 2000 over. Na de omschakeling in 2000 kwamen meer en ook andere gewassen in het bouwplan. “We hebben in totaal al wel zo`n 20-23 gewassen geteeld, De variatie van gewassen geeft soms een file van kijkers op de dijk,” vertelt Kees lachend. “Natuurlijk EKOLAND | 2 – 2013 hebben we ook geluk. Met ons eilandklimaat hebben we nog nooit echt last gehad van meeldauw in uien.” Onbereden beddenteelt. “Het viel ons op dat onder de trekkersporen de uien altijd kleiner waren dan ernaast.” Geïnspireerd door andere telers zijn Kees en Connie met hun zware kleigrond overgestapt op een teeltsysteem met rijpaden en onbereden bedden. “Al onze grond ligt direct rondom de boerderij, een groot voordeel. Ik hoef niet over de weg en daarom is een rijpadensysteem op 4,20 meter breed mogelijk.” Alle bewerkingen gaan op ruim 4 meter, maar bij de oogst en ruggenteelt nog niet. “Met andere collega boeren ontwikkelen we een werktuigendrager waarbij ook ruggenteelt en oogsten via het rijpadensysteem mogelijk is.” In een eerste ontwerp met wel 100 eisen is de machine in breedte verstelbaar van 3 tot 4,2 meter en voorzien van een draaiende cabine. “Onbereden grond is prachtig, met poriën, lucht en wormen.” Met ploegen is Kees drie jaar geleden gestopt. “Ik heb de ploeg zelfs verkocht. Voornamelijk om mijn handen te bedwingen. Soms wil je doen, en nu dwing ik mezelf eerst te denken.” Zoals Kees met een twinkeling in zijn ogen vertelt: “Niet ploegen, niet woelen, geen brandstof; ik vind het helemaal geweldig.” Maar helemaal niet ploegen bij de uienteelt blijkt lastig. “Hiervoor vraag ik soms de buurman met zijn ploeg.” 19