Provinciaal Centrum voor Landbouw en Milieu v.z.w. Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren v.z.w. WERKEN AAN HET LANDSCHAP Praktische infoschema’s Deze handleiding bevat samenvattende schema’s waarin opgezocht kan worden welke procedures gelden bij werken aan bepaalde landschapselementen. Daarnaast bevat de handleiding achteraan een overzicht van de meest relevante definites gebruikt voor deze procedures en een aantal nuttige links met meer info. Iedere term in de schema's aangeduid met een (i) staat in dit overzicht verklaard. Op die manier hopen we een hulpmiddel aan te reiken bij het plannen en uitvoeren van werken aan het landschap. Alvast veel succes ermee! INHOUD Schema’s:…………………………………………………………………………………………………………………………………………… 3 Houtachtige beplantingen: - Alleenstaande boom………………………………………………………………………………………….............. - Bomenrij……………………………………………………………………………………………………………………….…………. - Hoogstamboomgaarden…………………………………………………………………………..…………………….. - Houtachtige beplantingen…………………………………………………………………………….…………………. - Bossen………………………………………………………………………………………………………………………….…………. 3 4 5 6 7 Kleine landschapselementen: - Houtkanten en houtwallen………………………………………………………………………….………........... 8 - Heggen en hagen………………………………………………………………………………………………………………… 9 - Holle wegen……………………………………………………………………………………………………………………………. 10 - Graften………………………………………………………………………………............................................ 11 - Struwelen…………………………………………………………………………….......................................... 12 Vegetaties: - Vennen, heiden en duinvegetaties……………………………………………….……………………………… 13 - Historisch permanent grasland………………………………………………………………………………………. 14 - Bermvegetaties…………………………………………………………………………………………………………………….. 15 - Andere vegetaties…………………………………………………………………..………………………………………….. 16 Waterhuishouding: - Moerassen en waterrijke gebieden……………………………………………………………………………… 17 - Bronnen……………………………………………………………………………..……………………………………………………. 18 - Stilstaande waters, poelen en waterlopen……………………………………………………………….. 19 - Drainage, ontwatering, dichten, en wijzigen van het overstromingsregime van de vegetatie………………………………………………...................... 20 Reliefwijzigingen en andere: - Wijziging van het reliëf………………………………………………………………………………………………………. - Grondverzet…………………………………………………………………………....................................... - Paden en verhardingen………………………………………………………………............................. - Afsluitingen plaatsen………………………………………………………………………………………………………… - VEN-toets………………………………………………………………………………………………………………………………. - SBZ-toets……………………………………………………………………………........................................ - VEN-gebied…………………………………………………………………………....................................... 21 22 23 24 25 26 27 Definities:.............................……………………………………………………………………………..……………………….. 28 Nuttige links:……………………………………………………………………………………………………………………………………….. 46 2 Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-H Lof SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een VellenL van hoogstammige bomen voor zover ze geen deel uitmaken van met bomen begroeide oppervlakten Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage ALLEENSTAANDE BOOM L Opmerking: Hoogstammige bomen = bomen die 1 m boven de grond een stamomtrek hebben van 1 m. - Het rooienL, verwijderen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van een niet-hoogstammige boom - Het rooienL, verwijderen, beschadigen of doen afsterven van vegetatie, horende bij de boom Normale onderhoudswerken L Geen vergunning, wel zorgplichtL Passende beoordeling L Stedenbouwkundige vergunning L - groengebied - parkgebied - buffergebiedL - bosgebied - agrarisch gebied met - brongebied ecologisch belang L - valleigebied - natuurontwikkelingsgebied L - agrarisch gebied met - beschermd duingebied bijzondere waarde L - watergebied van - SBZ-VL internationale betekenis - habitatgebied van - landschappelijk waarde­ Dossier voor terreinaanlegwerken L: - Hoogstammige bomen vellenL, voorzover ze geen deel uitmaken van met bomen begroeide oppervlakten. Indien niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften (zoals bepaald in gewestplan L, RUP L, enz.), niet vergunningsplichtig als: communautair belang - IVON-gebied L L vol agrarische gebied - agrarisch gebiedL Natuurvergunning L VellingL is opgenomen in een goedgekeurd beheersplan of be­ heersvisie Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• - Veldwetboek• Als de boom aan alle vol­ gende voorwaarden voldoen: Alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied L Natuurmelding L VellingLwegens acuut gevaar Niet vergunnings- of meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - De boom maakt geen deel uit van een bos; - De boom ligt in een woongebied, een industrie­ gebied of een vergelijkbaar gebied; - De boom ligt NIET in een woonparkgebied of in een daarmee vergelijkbaar gebied; - De boom staat NIET op de grens van huiskavels van een vergunde woning of bedrijfsgebouw met het openbaar domein; - De boom staat binnen een straal van maximaal 15 m rondom de vergunde woning of het bedrijfsgebouw. Toestemming van het Bosbeheer L - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebied L - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuur­ reservaten L, bosbeheersplan L, natuurinrichtingsplan L, e.d. - Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat BOMENRIJ L VellenL van hoogstammige bomen: - in groeps- of lijnverband - voor zover ze geen deel uitmaken van, of aansluiten op, met bomen begroeide oppervlakten zoals bepaald door het BosdecreetL Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ­ HLof SBZ-V L, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Passende beoordelingL Opmerking : Hoogstammige bomen = bomen die 1 m boven de grond een stamomtrek hebben van 1 m. - Het rooienL, verwijderen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van bomenrijen, - Het rooienL, verwijderen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van de vegetatie horende bij de bomenrij Normale onderhouds­ werken L Geen vergunning, wel zorgplichtL Stedenbouwkundige vergunning L Gelegen in welke zone op het gewestplanLof het ruimtelijk uitvoeringsplanL? Dossier voor terreinaanlegwerkenL: - Hoogstammige bomen vellenL, voor zover ze geen deel uitmaken van met bomen begroeide opper­ vlakten. Indien niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften (zoals bepaald in gewestplanL, RUPL, enz.), niet vergunningsplichtig als: VellingL is opge­ nomen in een goedgekeurd beheersplan of beheersvisie Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage Bomenrijen die aan ALLE vol­ gende voorwaarden voldoen: - groengebied - buffergebiedL - valleigebied - agrarisch gebied met - parkgebied - bosgebied - brongebied - agrarisch gebied met L bijzondere waarde L ecologisch belang - natuurontwikkelingsgebiedL - SBZ-VL - beschermd duingebied - agrarisch gebiedL - watergebied van - habitatgebied van internationale betekenis communautair belangL - landschappelijke waarde­ - IVON-gebiedL vol agrarisch gebied L VellingL vanwege acuut gevaar Natuurvergunning L Alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied Natuurmelding L Niet vergunnings- of meldingsplichtig zolang er aan de zorgplicht L voldaan werd voor: - De bomen maken geen deel van een bos uit; - De bomen liggen in een woongebied, industriegebied of een vergelijkbaar gebied; - De bomen liggen NIET in een woonparkgebied of in een vergelijkbaar gebied; - De bomen liggen NIET op de grens van huiskavels van een vergunde woning of bedrijfsgebouw, met het openbaar domein; - De bomen staan binnen een straal van maximaal 15 m rondom de vergunde woning of het bedrijfsgebouw. 4 Toestemming van het Bosbeheer • Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• - Veldwetboek• - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied -buffergebied L - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplan L, e.d. - Normale onderhoudswerken Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HLof SBZ-V L, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Opmerking: Hoogstammige bomen = bomen die 1 m boven de grond een stamomtrek hebben van 1 m. HOOGSTAMBOOMGAARDEN L Vellen van hoogstammige bomen voor zover ze geen deel uitmaken van, of aansluiten op met bomen begroeide oppervlakten zoals bepaald door het BosdecreetL Het rooienL, verwijderen, afbranden; vernie­ tigen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van hoogstamboomgaarden of de daarbij horende vegetatie Geen vergunning, wel zorgplicht• Stedenbouwkundige vergunningL Passende beoordelingL Normale onderhouds­ werkenL Gelegen in welke zone op het gewestplanL of ruimtelijk uitvoeringsplanL? Dossier voor terreinaan­ legwerken: • - Hoogstammige bomen vellenL, voorzover ze geen deel uitmaken van met bomen begroeide oppervlakten. -groengebied -buffergebied • - agrarisch gebied• - parkgebied - bosgebied - brongebied L - valleigebied met ecologisch belang - natuurontwikkelingsgebied• - agrarisch gebied met - beschermd duingebied bijzondere waarde• - watergebied van - SBZ-VL internationale betekenis - landschappelijke waarde­ -habitatgebied van vol agrarisch gebiedL L - IVON-gebied• communautair belang Indien niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften (zoals bepaald in gewestplanL, RUPL, enz.), niet vergunningsplichtig als: Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage Alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied - agrarisch gebiedL VellingL is opgenomen in een goedgekeurd beheersplan of beheersvisie Als aan alle voor­ waarden voldaan is: VellingL vanwege acuut gevaar - Bomen die geen deel uitmaken van een bos; - Bomen liggen in een woongebied, een industrie­ gebied of een vergelijkbaar gebied; - Bomen liggen niet in een woonparkgebied of in een daarmee vergelijkbaar gebied; - Bomen die niet staan op de grens van huiskavels van een vergunde woning of bedrijfsgebouw, met het openbaar domein; - Bomen binnen een straal van maximaal 15 meter rondom de vergunde woning of het bedrijfsgebouw. 5 NatuurvergunningL Toestemming van het BosbeheerL NatuurmeldingL Niet vergunnings- of meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 meters. Deze straal wordt beperkt tot 50 meter in het kadastraal perceel in volgende gebieden: -groengebied - parkgebied -buffergebied • - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuur­ reservatenL, bosbeheersplan L, natuurinrichtingsplanL, e.d. Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• - Veldwetboek• HOUTACHTIGE BEPLANTINGEN L RooienL, verwijderen of beschadigen: - op weg-, waterweg- of spoorwegbermen - op het talud van holle wegen - langs waterlopen - langs dijken - langs taluds Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HLof SBZ-V L, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage Geen vergunning, wel zorgplichtL Gelegen in welke zone op het gewestplanL of het ruimtelijk uitvoeringsplanL? Passende beoordeling L Agrarisch gebiedL - groengebied Bindend advies van Afdeling Land L RooiingL van de houtachtige beplantingen met definitie als bos in agrarisch gebied binnen 12 jaar na - De aanplanting ervan; - De laatste exploitatie ervan; - Spontane bebossing Melding aan de Afdeling Landbouw en Bosbeheer L Aanplanting bos volgens art. 35bis Veldwetboek• Vergunning van het College van B&S Verboden op minder dan 6 meter van de scheidings­ lijn tussen twee erven De termijnen waarbinnen rooiing mag worden uitgevoerd, worden na melding gewijzigd: - De termijn waarbinnen tot rooiing mag overgegaan worden wordt na de mel­ ding verlengd tot 22 jaar. - De termijn na de laatste exploitatie binnen dewelke tot rooiing mag overgegaan worden, wordt na de melding ingekort tot 3 jaar. 6 Normale onderhouds­ werken L Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• - Veldwetboek• - parkgebied - bosgebied -buffergebied • - agrarische gebied - brongebied L - valleigebied met ecologisch belang - natuurontwikkelingsgebied• - agrarisch gebied met - beschermd duingebied bijzondere waarde• - watergebied van - SBZ-VL internationale betekenis - agrarisch gebied• -habitatgebied van - landschappelijke waarde­ communautair belang - IVON-gebied • L vol agrarisch gebied NatuurvergunningL Alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied L NatuurmeldingL Niet vergunnings- of meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 meters. Deze straal wordt beperkt tot 50 meter op het kadastraal perceel in volgende gebieden: -groengebied - parkgebied -buffergebied • - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopenL - VeldwetboekL Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HLof SBZ-V L, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Passende beoordeling L BOSSENL KappingL, rooien, beschadigen, of verwijderen van bossen en/of bomenrijen en grenzende aan een bos, zonder aan perceel een andere bestemming te geven het rooienL, verwijderen en beschadigen van loofbossen OntbossingL Verboden tenzij in geval van: Is de kappingL voor­ zien in een goedgekeurd beheersplan? - groengebied - parkgebied - bosgebied - brongebied L - valleigebied met ecologisch belang - natuurontwikkelingsgebiedL - agrarisch gebied metL - beschermd duingebied bijzondere waarde - watergebied van - SBZ-VL internationale betekenis - agrarisch gebiedL - habitatgebied van - landschappelijke waarde- buffergebiedL - agrarische gebied communautair belang - IVON-gebiedL L vol agrarisch gebied L Ja Niet vergunnings- of meldingsplichtig Nee Een dringende kapping omwille van: - veiligheidsredenen - sanitaire redenen Activiteit mag onmiddellijk worden uitgevoerd Ja Nee NatuurvergunningL Melding aan Bosbeheer L Andere kappingen Herstelmaat­ regelen vereist Machtiging BosbeheerL Niet vergunningsplichtig zolang er aan de zorgplicht voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 meters. Deze straal wordt beperkt tot 50 meter op het kadastraal percceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - bosgebied -buffergebied • - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goed­ gekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Normale onderhoudsactiviteiten• - Ontbossing met het oog op werken van algemeen belang; - Ontbossing in woongebied of industriegebied in de ruime zin; - Ontbossing in zones die gelijk te stellen zijn met de bestemmingen woongebied of industriegebied in de ruime zin; - Ontbossing van de uitvoerbare delen in een niet-vervallen vergunde verkaveling. Indien voorzien in goedgekeurd beheersplan: Ja Nee Enkel melding Laan Bosbeheer Andere ont­ bossingen Ontheffing aan­ vragen bij Vlaamse regeringL Stedenbouwkundige vergunningL Verplicht advies Bosbeheer Dossier voor terreinaanlegwerken: L - ontbossingen Compensatie vereist Goedkeuring BosbeheerL Opmerking: link met MER-plicht L voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage Compensatieplicht geldt niet in geval van: Opmerking: Voor ontbossingen van meer dan 3 ha moet een milieu­ effectrapport worden opgesteld. - Gronden die spontaan bebost zijn na het in werking treden van het Bosdecreet, voor zover deze spontane bebossing de leeftijd van 22 jaar niet heeft bereikt. - Om sociale redenen worden uitzonderingen toegestaan in functie van de woningbouw in zones met de bestemming woongebied in de ruime zin of in zones die gelijk te stellen zijn met de bestemming woongebied. Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het vellen van hoogstammige bomen voor zover ze geen deel uitmaken van, of aansluiten op met bomen begroeide oppervlakten zoals bepaald door het BosdecreetL Passende beoordelingL Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage HOUTKANTEN EN HOUTWALLEN - Het rooien, verwijderen, afbranden; vernietigen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van houtkanten en houtwallen of de vegetatie horende bij de houtkant of houtwal met inbegrip van vegetatie van perceelrand­ begroeiingen - Het vellen van niet-hoogstammige bomen Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• - Veldwetboek• Normale onderhouds­ werkenL Geen vergunning, wel zorgplichtL Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HLof SBZ-V L, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Passende beoordelingL Gelegen in welke zone op het gewestplanL of ruimtelijk uitvoeringsplanL? Stedenbouwkundige vergunning Indien niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften (zoals bepaald in gewestplanL, RUPL, enz.), niet vergunningsplichtig als: Bomen die aan alle volgende voorwaarden voldoen: -groengebied -buffergebied • - agrarische gebied - parkgebied - bosgebied - brongebied L - valleigebied met ecologisch belang - natuurontwikkelingsgebied• - agrarisch gebied met - beschermd duingebied bijzondere waarde• - watergebied van - SBZ-VL internationale betekenis - agrarisch gebied• -habitatgebied van - landschappelijke waarde­ communautair belang - IVON-gebied - Bomen die geen deel uitmaken van een bos; - Bomen liggen in een woongebied, een industrie­ gebied of een vergelijkbaar gebied; - Bomen liggen NIET in een woonparkgebied of in een daarmee vergelijkbaar gebied; - Bomen die NIET staan op de grens van huiskavels van een vergunde woning of bedrijfsgebouw, met het openbaar domein; - Bomen binnen een straal van maximaal 15 m rondom de vergunde woning of het bedrijfs­ gebouw. 8 L vol agrarisch gebied NatuurvergunningL In alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied L NatuurmeldingL Niet vergunnings- of meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebiedL - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ­ VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• - Veldwetboek• voor zover ze geen deel uitmaken, of aansluiten op, met bomen begroeide oppervlakten zoals bepaald door het BosdecreetL HEGGEN EN HAGEN - Het rooienL, verwijderen, vernietigen, of beschadigen van de heg of haag zelf; - Het afbranden, vernietigen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of che­ mische middelen van vegetatie of horende bij de heg of haag, met inbegrip van de vegetatie van perceelrandbegroeiingen. Normale onderhouds­ werkenL Geen vergunning, wel zorgplichtL Passende beoordelingL Gelegen in welke zone op het gewestplanL of ruimtelijk uitvoeringsplanL? Opmerking: link met MER­ plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage - groengebied - buffergebiedL - natuurontwikkelingsgebiedL - IVON-gebiedL - beschermd duingebied - watergebied van internationale betekenis - habitatgebied van communautair belangL - agrarische gebied met ecologisch belangL - parkgebied - bosgebied - brongebied - valleigebied - agrarisch gebied met bijzondere waardeL - SBZ-VL - agrarisch gebiedL - landschappelijke waardevol agrarisch gebiedL NatuurvergunningL Alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied NatuurmeldingL Niet vergunnings- of meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - bosgebied - buffergebied• - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. 9 Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat - Het wijzigen van de holle weg waarbij een aanmer­ kelijke reliëfwijziging plaatsvindt - Het verharden van de holle weg Verboden Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage HOLLE WEGEN L - Het wijzigen van de holle weg waarbij geen aan­ merkelijke reliëfwijziging plaatsvindt - Bemesten van de holle weg - Branden van de holle weg - Behandelen van de holle weg met bestrijdingsmid­ delen (tenzij voor distel­ bestrijding) Normale onderhouds­ werkenL Geen vergunning, wel zorgplichtL Verboden Tenzij er een stedenbouwkundige vergunning is verleend Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ­ VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Passende beoordelingL Dossier voor tech­ nische werkenL: - Het aanleggen of wijzigen van wegen en andere verhar­ dingen voor zover NIET bij woon­ gebouwen Dossier voor terrein­ aanlegwerkenL: - het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen Niet verboden zolang er aan de zorg­ plichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebiedL - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Activiteiten waarvoor er een individuele afwijking werd toegestaan op het verbod 10door de minister bevoegd voor het natuurbehoud. Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het wijzigen van de graft waarbij een aanmerkelijke reliëfwijziging plaatsvindt Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopenL - VeldwetboekL Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage GRAFTEN L Het wijzigen van de graft waarbij geen aanmerkelijke reliëfwijziging plaatsvindt Normale onderhouds­ werkenL Geen vergunning, wel zorgplichtL Verboden Verboden Tenzij er een stedenbouwkundige vergunning is verleend Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Niet verboden zolang er aan de zorg­ plichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebiedL - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Activiteiten waarvoor er een individuele afwijking werd toegestaan op het verbod door de minister bevoegd voor het natuurbehoud. 11 Passende beoordelingL Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopenL - VeldwetboekL STRUWELEN L - Het rooienL, verwijderen, afbranden, vernietigen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van het struweel, voor zover het geen deel uitmaakt van, of aansluit op, bos - Het rooienL, verwijderen, afbranden; vernietigen, beschadigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van de vegetatie, horende bij het struweel Normale onderhouds­ werkenL Geen vergunning, wel zorgplichtL Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ­ VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Gelegen in welke zone op het gewestplanL of ruimtelijk uitvoeringsplanL? - groengebied - buffergebied• - agrarische gebied met ecologisch belang• - natuurontwikkelingsgebied• - beschermd duingebied - watergebied van internationale betekenis - habitatgebied van communautair belang• - IVON-gebied• - parkgebied - bosgebied - brongebied - valleigebied - agrarisch gebied met bijzondere waarde• - SBZ-V• - agrarisch gebied• - landschappelijke waarde­ vol agrarisch gebied• NatuurvergunningL Passende beoordelingL alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied NatuurmeldingL Niet vergunnings- en meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: 12 - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebied• - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het wijzigen van de vegetatie waarmee een aanmerkelijke wijziging van het reliëf van de bodem gepaard gaat Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage VENNEN, HEIDEN EN DUINVEGETATIES L Het wijzigen van de vegetatie ZONDER een aanmerkelijke wijziging van het reliëf van de bodem Normale onder­ houdswerkenL Geen vergunning, wel zorgplichtL Verboden Tenzij er voor de activiteit een stedenbouwkundige vergunning werd verleend Verboden Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Niet verboden zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: Passende beoordelingL - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebied• - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Activiteiten waarvoor er een individuele afwijking werd toegestaan op het verbod door de minister bevoegd voor het natuurbehoud. 13 Opmerking: link met MER­ plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage HISTORISCH PERMANENT GRASLAND L Met inbegrip van het microreliëfL Het wijzigen, verwijderen, scheuren, af­ branden, beschadigen, vernietigen of doen afsterven met mechanische of chemische middelen van het grasland Normale onderhoudswerkenL Geen vergunningplicht, wel zorgplichtL Gelegen in welke zone op het gewestplanL of het ruimtelijk uitvoeringsplanL? - groengebied - parkgebied - buffergebiedL - bosgebied Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordeling, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraagL - valleigebied - brongebied - agrarisch gebied met - agrarisch gebied met ecologisch belangL bijzondere waardeL - natuurontwikkelingsgebiedL Voor zover dat het historisch permanent grasland binnen deze perimeter als habitat is opgenomen: - watergebied van internationale betekenis (RAMSARL) - SBZ-VL - habitatgebied van communautair belangL Verboden NatuurvergunningL Passende beoordelingL Niet verboden of vergunningsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebied• - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuur­ reservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Activiteiten waarvoor er een individuele afwijking werd toegestaan op het verbod door de minister bevoegd voor het natuurbehoud. 14 Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat - Begraasde bermen mogen niet voor 15 juni gemaaid worden. Tweede maaibeurt slechts na 15 september - Verbod gebruik biociden - Maaibeheer zonder ondergrondse plantendelen en houtige gewassen te beschadigen Opmerking: velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• - Veldwetboek• BERMVEGETATIE L Het rooienL, verwijderen, afbranden, vernietigen, beschadigen of doen af­ sterven met mechanische of chemische middelen van bermvegetatie Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Het gebruik van bestrij­ dingsmiddelen Geen vergunning, wel zorgplichtL Gelegen in welke zone op het gewest­ planL of ruimtelijk uitvoeringsplanL? Verboden - groengebied - bosgebied - buffergebiedL - brongebied - parkgebied - valleigebied - agrarische gebied - agrarisch gebied met met ecologisch belangL bijzondere waarde• - natuurontwikkelingsgebiedL- habitatgebied van - beschermd duingebied communautair belang• - watergebied van - SBZ-VL internationale betekenis Passende beoordeling• Normale onderhouds­ werkenL NatuurvergunningL Alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied Uitzondering: Noodzakelijk gebruik omwille van een alge­ meen belang NatuurmeldingL Niet vergunnings- en meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: 15 - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebied• - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuur­ reservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. Opmerking: 1) velling, rooiing,… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• - Veldwetboek• 2) het rooien van bosjes wordt normaal niet geregeld door zowel het BosdecreetL als het Natuurdecreet (1 advies en/of machtiging door ANB volstaat) Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage ANDERE VEGETATIES Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat - Het aanplanten op de plaatsen met vegetatie - Het geheel of gedeeltelijk rooienL van bosjes met veranderen van bestemming van het perceel: zie ook bij ontbossen in schema “bossen” - Het geheel of gedeeltelijk rooien van bosjes met niet veranderen van bestemming van het perceel: zie ook bij kappingL in schema “bossen” - Met uitzondering van cultuurgewassen Gelegen in welke zone op het gewestplanL of het ruimtelijk uitvoeringsplanL? Agrarisch gebiedL Vergunning van College van Burgemeester en Schepenen Verboden voor bosaan­ plant op binnen 6 m van de eigendomsgrens - groengebied - buffergebied• - agrarische gebied met ecologisch belangL - natuurontwikkelingsgebied• - watergebied van internationale betekenis - habitatgebied van communautair belang• Normale onder­ houdswerkenL Geen vergunning, wel zorgplichtL Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ­ HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag - parkgebied - bosgebied - brongebied - valleigebied - beschermd duingebied - agrarisch gebied met bijzondere waarde• - SBZ-VL Passende beoordelingL NatuurvergunningL Niet vergunningsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: 16 - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - bosgebied - buffergebied• - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. Opmerking: dichten, draineren… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a. eventuele machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen• Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage MOERASSEN EN WATERRIJKE GEBIEDEN L Het dichtenL, draineren Len ontwaterenL Normale onder­ houdswerkenL Geen vergunning, wel zorgplichtL Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ­ VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Met aanmerkelijke wijziging van het reliëf van de bodemL? Ja Passende beoordelingL Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat - lozing van: -meststoffen, -afvalstoffen, -giftige stoffen, -verontreinigd of voedselrijk water - Het gebruik van bestrijdingsmiddelen, (tenzij voor distelbestrijding) - Het scheuren, frezen of doorzaaien van de begroeiing; - Her vernietigen, beschadigen of doen afsterven van vegetatie met mechanische of chemische middelen met uitsluiting van percelen met cultuurgewassen. - Het branden van de begroeiing - Het plaggen van de begroeiing; - Het uitzetten van vissen of andere organismen. Nee Stedenbouwkundige vergunning Verboden Niet verboden zolang er aan de zorg­ plichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - bosgebied - buffergebied• - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Activiteiten waarvoor er een individuele afwijking werd toegestaan op het verbod door de minister bevoegd voor het natuurbehoud. - Normale onderhoudswerken• 17 Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het dichtenL, draine­ renL of ontwaterenL Met aanmerkelijke wijziging van het reliëf van de bodemL? Ja Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage Opmerking: dichten, draineren… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a. eventuele machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopenL BRONNEN L - Lozing of gebruik van: - meststoffen - bestrijdingsmiddelen - afvalstoffen - giftige stoffen - verontreinigd of voedsel­ rijk water - gebieds- of systeemvreemd water. - Het rechtstreeks of onrecht­ streeks ongunstig beïnvloeden of wijzigen van de bron Normale onder­ houdswerken L Niets doen Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Nee Passende beoordelingL Verboden Verboden Tenzij er voor de handeling een Stedenbouwkundige vergunning is verkregen Niet verboden zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebiedL - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Activiteiten waarvoor er een individuele afwijking werd toegestaan op het verbod door de minister bevoegd voor het natuurbehoud. 18 Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HLof SBZ-V L, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag STILSTAANDE WATERS, POELEN EN WATERLOPEN L Normale onderhoudswerkenL Uitgraven, verbreden, rechttrekken of dichtenL Met aanmerkelijke wijziging van het reliëf van de bodemL? Nee Stedenbouwkundige vergunning, maar ook werkzaamheden, handelingen en wijzigingen, activiteiten of inrichtingen gericht op instandhouding, ontwikkeling en herstel natuur kunnen, voor zover beperkte impact die de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengt Dossiersamenstelling voor terreinaanlegwerkenL: - Het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigenL Eenvoudige dossiersamenstellingL: - Het aanleggen of wijzigen van siervijvers, op minstens een meter afstand van de perceelsgrenzen - Het plaatsen van een ingegraven water­ voorraad of drinkplaats voor vee Gelegen in welke zone op het gewest­ plan of ruimtelijk uitvoeringsplan? Voor poelen gelegen in: - groengebied - parkgebied - buffergebiedL - bosgebied Indien niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften (zoals bepaald in gewestplanL, RUPL, enz.), niet vergunningsplichtig als: Verboden - De aanleg van siervijvers met aanhorigheden met een totale maximale oppervlakte van 30 m² voor zover ze behoren tot de normale tuinuitrusting, en in de onmiddellijke omgeving van een vergunde woning ligt, en zich niet in de kwetsbare gebieden bevinden. - De gewone ruimings-, onderhouds- en herstellingswerken aan de onbevaarbare waterlopen, voor zover de werken gebeuren op openbaar terrein en NIET in de kwetsbare gebieden. - Het aanleggen of geheel of gedeeltelijk dempen van grachten voor de detailontwatering van een gebied, voor zover de bodem van de aan te leggen grachten niet dieper is dan 1,5 m, gemeten vanaf het maaiveld, voor zover die opgenomen zijn in een goedgekeurd natuurinrichtingsproject, inrichtingsplan of in een van openbaar nut verklaarde ruilverkaveling. - Het aanleggen van amfibiepoelen of veedrinkpoelen met een maximale oppervlakte van 100 m² en een maximale diepte van 1,5 m, voor zover die opgenomen zijn in een goedgekeurd natuurinrich­ tingsproject, inrichtingsplan of in een van openbaar nut verklaarde ruilverkaveling. 19 Opmerking: uitgraven, verbreden, rechttrekken, dichten… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a. eventuele machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopenL Geen natuurvergunningL, wel zorgplichtL Ja Passende beoordelingL Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage - groengebied - buffergebiedL - agrarische gebied - parkgebied - bosgebied - brongebied L - valleigebied met ecologisch belang - IVON-gebiedL - agrarisch gebiedL - beschermde duingebied - agrarische gebied met - watergebied van bijzondere waardeL internationale betekenis - SBZ-VL - natuurontwikkelingsgebiedL - landschappelijk waarde vol agrarisch gebiedL - habitatgebied van communautair belangL NatuurvergunningL Alle andere gebieden BEHALVE: - woongebied - industriegebied NatuurmeldingL Niet verboden, vergunnings- of meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied -buffergebied • - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuur­ reservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Activiteiten waarvoor er door de minister bevoegd voor het natuurbehoud een individuele afwijking werd toegestaan op het wijzigingsverbod voor poelen. Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat DRAINAGEL, ONTWATERINGL, DICHTENL, EN WIJZIGEN VAN HET OVERSTROMINGREGIME VAN VEGETATIE Met aanmerkelijke wijziging van het reliëf van de bodemL? Ja Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HLof SBZ-V L, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Gelegen in welke zone op het gewestplanL of ruimtelijk uitvoeringsplanL? Dossier voor technische werkenL: - - De waterbeheersings- of waterbouwkundige werken, zoals de bouw of wijziging van constructies voor het stuwen, de bouw of wijziging van waterwegen of dijken; dijkverhogings- en dijkverstevigingswerken; het inrichten of wijzigen van overstromingsgebieden of vispassages; Cultuurtechnische werken, zoals afwaterings- of bema­ lingswerken, drainagewerken, grondverbeteringswerken,… Indien niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften (zoals bepaald in gewestplanL, RUPL, enz.), niet vergunningsplichtig als: - Het draineren van een goed ( < 5 ha) voor landbouwdoeleinden waarbij de bovengrondse zichtbare voorzieningen maximale afmetingen hebben van 1 m x 1 m en gelijk met het maaiveld of met het talud van de ontvangende waterloop liggen. Voor zover de drainage­ werken NIET worden uitgevoerd in de volgende gebieden of zones: ƒ in of op minder dan 50 m van een ruimtelijk kwetsbaar gebied; ƒ in of op minder dan 50 m van een overstromingsgebied; ƒ de perimeter van de vogelrichtlijngebieden; ƒ een watergebied van internationaal belang (RAMSARL); ƒ een beschermd of voorlopig beschermd landschap; ƒ een archeologische site ; ƒ en er voor de drainagewerken geen milieueffectrapport is vereist. - Waterbeheersingswerken die niet zonder gevaar of schade kunnen worden uitgesteld, zoals het doorbreken, verstevigen of herstellen van dijken bij rechtstreeks overstromingsgevaar voor vergunde gebouwen. De werken moeten op het openbare domein gebeuren en niet in de kwetsbare gebieden. 20 Opmerking: drainage, ontwatering, dichten… kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a. eventuele machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopenL Stedenbouwkundige vergunning Eenvoudige dos­ siersamenstellingL: -Draineren Lvan gronden Passende beoordelingL Nee Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage - groengebied - buffergebiedL - valleigebied - agrarische gebied met ecologisch belangL - natuurontwikkelingsgebiedL - beschermd duingebied - watergebied van internationale betekenis - parkgebied - bosgebied - brongebied - agrarische gebied met bijzondere waardeL - SBZ-VL Alle andere gebieden BEHALVE: - IVON-gebiedL - landschappelijke waarde­ volle agrarische gebiedL - woongebied - industriegebied - habitatgebied van communautair belang NatuurvergunningL L NatuurmeldingL Niet vergunnings- of meldingsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebied• - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservatenL, bosbeheersplanL, natuurinrichtingsplanL, e.d. - Normale onderhoudswerken• Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Ja Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage WIJZIGEN VAN RELIËF met inbegrip van nivellering van het microreliëf L Met aanmerkelijke wijziging van het reliëf van de bodem? L Opmerking: Als aanmerkelijke reliëfwijzigingL wordt onder meer beschouwd elke aanvulling, ophoging, uitgraving of uitdieping die de aard of functie van het terrein wijzigt. Nee Passende beoordelingL Opmerking: het wijzigen van reliëf kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving o.a. de spoorwegenwet van 25 juli 1891 Gelegen in volgende zones op het gewestplanL of ruimtelijk uitvoeringsplanL Stedenbouwkundige vergunning Dossier voor terrein­ aanlegwerkenL: - Het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen. Opmerking: geen stedenbouwkundige vergunning nodig voor de tijdelijke reliëfwijzigingen ten behoeve van de organisatie van sportmanifestaties, voorzover: a) deze slechts maximaal 3 maal per jaar worden georganiseerd; b) en deze worden georganiseerd in recreatiegebied in de ruime zin, industriegebied in de ruime zin, gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen of agrarisch gebied in de ruime zin; c) en deze niet worden georganiseerd in SBZ-VL, SBZ-HL, Ramsar-gebiedenL, in de als beschermd aangeduide duingebieden of als voor het duingebied belangrijke landbouwgebieden met toepassing van der wet op het natuurbehoud, of in de beschermde landschappen met toepassing van het decreet landschapszorg; d) en het reliëf wordt hersteld in zijn oorspronkelijke staat 21 binnen 10 dagen na de aanvang van de werken - groengebied - buffergebied L - valleigebied - agrarische gebied met ecologisch belang L - natuurontwikkelingsgebiedL - bescherm duingebied - watergebied van internationale betekenis - parkgebied - bosgebieden - brongebieden - agrarische gebieden met bijzondere waarde L - SBZ-VL - habitatgebied van communautair belangL NatuurvergunningL Niet vergunningsplichtig zolang er aan de zorgplichtL voldaan werd voor: - Activiteiten die worden uitgevoerd op huiskavels (maximale grootte van 3 ha) van een bewoonde woning en/of gebruikt bedrijfsgebouw binnen een straal van maximum 100 m.. Deze straal wordt beperkt tot 50 m. op het kadastraal perceel in volgende gebieden: - groengebied - parkgebied - buffergebiedL - bosgebied - Activiteiten die worden uitgevoerd op basis van een goedgekeurde vergunning of toestemming die door de overheid is verleend, na advies van ANB en voor zover voldaan in aan de bepalingen inzake het tegengaan van vermijdbare schade. - Activiteiten die zijn geregeld in een goedgekeurd plan: beheersplan voor natuurreservaten L, bosbeheersplan L, natuurinrichtingsplan L, e.d. - Normale onderhoudsactiviteitenL Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage GRONDVERZET L Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Opmerking: uitgraven van grond kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving, zoals o.a.: - Eventueel machtiging via wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopenL - Decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium - Spoorwegenwet van 25 juli 1891 Is het volume uitgegraven grond is groter dan 250 m³? Ja Nee Is de grond afkomstig uit verdachte grond? Passende beoordelingL Ja Technisch verslagL en bodembeheerrapport• vereist Nee Technisch verslagL en bodembeheerrapport• vereist Geen technisch verslag• en bodembeheerrapport• vereist (1) Uitzondering: Indien gebruik als bodem: - afkomstig van een uitgraving i.k.v. een bodemsanering - volgens de voorwaarden van het conformiteitsattest van het bodemsaneringsproject Geen technisch verslag Len bodembeheerrapportL vereist Indien gebruik als bodem: - binnen de kadastrale werkzoneL indien de gebruiksvoorwaarden voldaan zijn - volgens de Code van Goede PraktijkL Geen technisch verslagL en bodembeheerrapportL vereist (2) Uitzondering bij (1) en (2): toch technisch verslagL en bodembeheerrapportL vereist indien - de uitgegraven bodem komt van een samengestelde partij uitgegraven bodem, op zijn beurt afkomstig van een of meer uitgravingen - totaal volume samengestelde partij uitgegraven bodem > 250m³ - geen hergebruik binnen de kadastrale werkzoneL of zone voor het gebruik ter plaatse Opmerking: - Een technisch verslag L wordt opgesteld door een erkende bodemsaneringsdeskundige. - Een22 bodembeheerrapport L wordt opgesteld door een erkende bodembeheerorganisatie of erkend grondreinigingscentrum. Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage PADEN EN VERHARDINGEN L Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ­ HL of SBZ-VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Passende beoordelingL Stedenbouwkundige vergunning Dossier met eenvoudige samenstellingL: - Het aanleggen of wijzigen van verhardingen, opritten of parkeerplaatsen bij woon­ gebouwen Dossier voor technische werkenL: - Het aanleggen of wijzigen van wegen, parkeerplaatsen, pleinen en andere verhardingen, zolang niet bij woongebouwen Indien niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften (zoals bepaald in gewestplanL, RUPL, enz.), niet vergunningsplichtig als: - Het verwijderen van wegbedverhar­ dingen en heraanvullen met cultuur­ gronden voorzover ze zijn opgenomen in een goedgekeurd natuurinrichtings­ project,, of in een van openbaar nut verklaarde ruilverkaveling. - de aanleg van de volgende verhar­ dingen op de hoogte van het natuur­ lijke maaiveld in de onmiddellijke omgeving van vergunde woonge­ bouwen: ƒ de strikt noodzakelijke toegangen en opritten naar het gebouw of de gebouwen; ƒ tuinpaden in de zij- en achtertuin­ strook; ƒ terrassen, voor zover ze niet gelegen zijn in de voortuinstrook, minimum 1 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen verwijderd blijven en in totaal niet groter zijn dan 50 m² 23 Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Indien gelegen op het openbare domein en NIET gelegen in: - een stads- of dorpsgezicht - een straal van 30 meter van de uiterste grenzen van een beschermd of voorlopig beschermd monument. - ruimtelijk kwetsbaar gebied - - De aanleg, in openlucht van fiets­ parkings, parkeerruimten en bus­ haltes, waarvan de oppervlakte 150 m² of minder bedraagt, met een reliëfwijziging van minder dan 50 cm. Het aanbrengen van een andere verharding op de rijweg of de vervanging van de bestaande verharding, zonder verbreding van de rijweg, tenzij de bestaande rijweg een aardeweg, grintweg, steengruisweg of kasseiweg is. Opmerking: link met MER-plichtL voor zover werken opgenomen in bijlage 1 bij Besl. Vl. R. van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage Het wijzigen van dit element, binnen een SBZ-HL of SBZ­ VL, is onderhevig aan een passende beoordelingL, die dient te worden toegevoegd aan een vergunningsaanvraag Passende beoordelingL Stedenbouwkundige vergunning Dossier met eenvoudige samenstellingL: - Het plaatsen van een scheidingsmuur of een afsluiting Indien niet strijdig met stedenbouwkundige voorschriften (zoals bepaald in gewestplanL, RUPL, enz.), niet vergunningsplichtig als: Zolang NIET gelegen in: - ruimtelijk kwetsbaar gebied - beschermd of voorlopig beschermd landschap - De plaatsing van afsluitingen met een maximumhoogte van 2 m, die bestaan uit betonnen of metalen palen en draad of draadgaas, uit één betonplaat met een maximumhoogte van 40 centimeter en draad of draadgaas, opgericht ter afsluiting van een goed. - De plaatsing van smeedijzeren poorten, geplaatst tussen twee gemetselde kolommen met een maximale hoogte van 2 m. Opmerking: afsluitingen plaatsen kan ook geregeld zijn door bepaalde sectorwetgeving o.a. de spoorwegenwet van 25 juli 1891 24 AFSLUITINGEN PLAATSEN Dit element wordt beschermd door het landschapsbesluitL. Werken of handelingen aan dit element in overeenstemming met of noodzakelijk voor de verwezenlijking van plannen van aanleg kunnen slechts mits: 1) Voorafgaand advies of toestemming van het Agentschap R-O Vlaanderen L 2) Goedkeuring door de Minister bevoegd voor landschappen van een landschaps- of bosbeheersplan, of een beheersplan voor een natuurreservaat Binnen een straal van 30m van een vergund woon­ gebouw en voor zover het behoort tot de normale tuinuitrusting: de plaatsing van tuin­ muurtjes, niet zijnde afsluitingsmuren, met een maximumhoogte van 1,2 m Opmerking: Prikkeldraad mag enkel geplaatst worden in, en omheen, bos­ sen wanneer het voorzien is in een goedgekeurd beheersplan. De plaatsing van afslui­ tingen die bestaan uit houten of kunststof palen met prikkel- of schrikdraad. VEN-TOETS Activiteit die onherstelbare en onvermijdbare schade veroorzaakt aan het VENL Ja Nee Geen stedenbouwkundige vergunning of toestemming tenzij cumulatief zijn voldaan: Stedenbouwkundige vergunning of toestemming 1. Afwezigheid alternatief 2. Dwingende redenen van groot openbaar belang 3. Schadebeperkende en compenserende maatregelen Stedenbouwkundige vergunning of toestemming 25 SBZ-TOETS Plan of project gelegen in de nabijheid van een SBZL Ja Nee Voortoets: kan het project of plan significante gevolgen hebben voor het gebied? Ja Nee Er kan toestemming worden verleend Geen passende beoordelingL Criteria: 1. Ligging t.o.v. SBZL 2. Kenmerken van de SBZL 3. Reikwijdte mogelijke impact Passende beoordelingL: beoordeel de gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied - Relatieproject en SBZL - Significante effecten? - Mogelijke randvoorwaarden / maatregelen Zal het plan of project de natuurlijke kenmerken van het gebied aantasten? Ja Onderzoek naar alternatieven en/of dwingende redenen van openbaar belang en/of compenserende maatregelen 26 Nee Er kan toestemming worden verleend VEN-GEBIED Volgende handelingen zijn verboden in VEN-gebied: - gebruik van bestrijdingsmiddelen - vegetatiewijzigingen - reliëfwijzigingen - werkzaamheden die rechtstreeks of onrechtstreeks het grondwaterpeil verlagen, en maatregelen die de bestaande ont- en afwatering versterken - wijzigingen aan de structuur van de waterlopen - zaaien een aanplanten van niet-inheemse bomen en planten - afwijkingen van de criteria voor duurzaam bosbeheer - scheuren van permanent grasland - beoefenen van strandvisserij met behulp van warrelnetten Ontheffing van rechtswege Algemene ontheffing Individuele ontheffing Aanvragen bij: 1) ANB wanneer het enkel gaat om verbodsbepalingen opgenomen in art. 25, § 3, 2° Natuurdecreet 2) De Minister van Leefmilieu in alle andere gevallen Geen ontheffing nodig indien: 1) De activiteit is toegestaan na het doorlopen van de afwijkingsprocedure voorzien in de VEN-toets of habitattoets 2) De Afdeling Natuur reeds een positief advies heeft verleend in het kader van een vergunnings- of machtigingsprocedure Voor: - woon/bedrijfspercelen van vergunde, hoofdzakelijk vergunde en vergund geachte woningen of bedrijven - zonevreemde vergunningen. Verbodsbepalingen die gelden in het VEN vormen op zich geen obstakel het afleveren van zonevreemde vergunningen - de waterloopbeheerder in functie van een ecologisch waterloopbeheer - ontginningsactiviteiten in gebieden met een groene nabestemming - normaal gebruik een onderhoud van de infrastructuur - gebruik van bestrijdingsmiddelen voor openbare diensten in de gevallen bedoeld in art. 3, 3e lid en art. 4 Decr. Vl. R. 21 december 2001 - noodzakelijke waterkeringswerken en kustverdedigingswerken - drinkwaterinrichtingen en hun bijbehorende capaciteit gelegen binnen het VEN bestaat een ontheffing van rechtswege op de verbodsbepalingen in art. 25, § 3, 2°, 4 Natuurdecreet 27 Maar nog steeds onderworpen aan de VEN-toets, indien kans op onvermijdbare en onherstelbare schade aan het VENL Voor de verbodsbepalingen opgenomen in art. 25, § 3, 2° Natuurdecreet Via aangetekend schrijven bij ANB Wordt verleend door de Minister van Leefmilieu DEFINITIES Aanmerkelijke reliëfwijziging: als aanmerkelijke reliëfwijziging wordt onder meer beschouwd elke aanvulling, ophoging, uitgraving of uitdieping die de aard of functie van het terrein wijzigt (art. 99, §1, voorlaatste lid Decreet Ruimtelijke Ordening, zie verder). Aanmerkelijke wijziging reliëf bodem: voor de aanmerkelijke wijziging van het reliëf van de bodem is voorafgaand een stedenbouwkundige vergunning vereist (art. 99, §1, 4° Decreet Ruimtelijke Ordening, zie verder). Agentschap R-O Vlaanderen: • de vroegere Cel Monumenten en Landschappen ging in het Agentschap R-O Vlaanderen op. Het Agentschap R-O Vlaanderen (voluit: Agentschap Ruimtelijke Ordening – Onroerend Erfgoed Vlaanderen) werd opgericht op 1 juli 2006 en is bevoegd voor de beleidsuitvoering, de voorbereiding van de beschermingen en het beheer (vergunningen, premies) van het onroerend erfgoed. De provinciale diensten van het Agentschap beschikken over erfgoedconsulenten die onroerend erfgoedeigenaars adviseren. • meer info op http://www.onroerenderfgoed.be Agrarisch gebied: de agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (art. 11 van het Inrichtingenbesluit van 28 december 1972). Zie ook verder: zones gewestplan/RUP. Agrarisch gebied met bijzondere waarde: de agrarische gebieden met bijzondere waarden worden zowel voor wat het vergunningen- als het handhavingsbeleid betreft door het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening niet langer als kwetsbaar gebied aangeduid. Zie ook verder: zones gewestplan/RUP. Agrarisch gebied met ecologisch belang: agrarische gebieden met ecologisch belang of ecologisch waardevolle agrarische gebieden worden ook wel valleigebieden genoemd. Het gaat om een bestemmingsvoorschrift waarin landbouwactiviteiten in beginsel zijn toegelaten, op voorwaarde dat het specifieke milieu van planten en dieren en de landschappelijke waarde niet worden geschaad. Zie ook verder: zones gewestplan/RUP. Alleenstaande boom: alleenstaande bomen zijn vrijstaand en vallen meestal duidelijk op door hun vorm of afmeting. Ze kunnen bewust solitair zijn geplant of het kunnen overblijfsels zijn van een grotere houtkant of ze staan in het dorpscentrum of bij kapelletjes. ANB: het Agentschap voor Natuur en Bos is het aanspreekpunt voor alles wat te maken heeft met natuur, jacht en visserij en steunt hierbij op drie belangrijke pijlers: beleid, beheer en natuurinspectie. Het ANB staat in voor het duurzaam beheer en toezicht van eigen domeinen maar ook van domeinen waarvoor overeenkomsten bestaan (zoals militaire domeinen) of domeinen waarvoor een wettelijke opdracht bestaat (zoals gemeentebossen). Het ANB is verantwoordelijk voor handhaving en controle 28 op de beleids- en beheermaatregelen, de naleving van vergunningen en het opsporen van inbreuken op de wet. Zie ook: http://www.bosengroen.be. Beheersplan natuurreservaten: elk document met een geheel van maatregelen voor het beheer van grondoppervlakten of populaties in een natuurreservaat, uitgaande van de bestaande toestand, de vooruitzichten en de nagestreefde doelstellingen (cfr. art. 1, 5° Besluit Vlaamse Regering 21 november 2003). Voor elk natuurreservaat ingesteld krachtens het Natuurdecreet wordt een beheersplan opgesteld. Het beheersplan vermeldt de maatregelen die worden getroffen voor het beheer en de inrichting van het gebied. In het beheersplan worden eveneens bepalingen inzake het recreatieve en educatieve medegebruik opgenomen voor zover dit medegebruik inpasbaar is in de doelstelling van het natuurreservaat (art. 34, §1 Natuurdecreet). Bermvegetatie: bermvegetaties zijn begroeiingen op bermen. Het zijn ecologische groene aders in het cultuurlandschap waar vele planten en dieren tijdelijk of permanent een leefgebied hebben gevonden. Volgens het Bermbesluit (1984) gaat het om bermen en taluds langs wegen, waterlopen en spoorwegen. In de omzendbrief van 4 juni 1987 is het begrip bermen nader gedefinieerd als : alle terreinen, die bestaan uit zowel vlakke als hellende overgangszones tussen de eigenlijke weginfrastructuur en andere gebruikersterreinen en die beheerd worden door een publiekrechtelijke rechtspersoon. Wat de bermen langs waterlopen betreft wordt de strook bedoeld, waarop plantengroei voorkomt. Met begraasde bermen worden de bermen bedoeld die in hoofdzaak begroeid zijn met grassen en kruidachtige vegetaties (Bijlage 1, 1.2.7 bij Omzendbrief LNW/98/01). Beschermd landschap: een landschap definitief beschermd, volgens de hoofdstukken II en III van het Landschapsdecreet (art. 3, 8° Landschapsdecreet). Meer info: zie www.onroerenderfgoed.be. Besluit van de Vlaamse Regering: met een Besluit van de Vlaamse Regering (Besl. Vl. R.) brengt de Vlaamse Regering decreten ten uitvoer. Besl. Vl. R.’s zijn op Vlaamse niveau de tegenhangers van de K.B.’s op federaal niveau. Een Besl. Vl. R. mag een decreet niet schorsen of vrijstelling van uitvoering geven. Raadpleegbaar op: www.staatsblad.be. Bijzonder Plan van Aanleg: een bijzonder plan van aanleg (BPA) is een bodembestemmingsplan op gemeentelijk niveau, waarin de visie van de overheid wordt uitgedrukt omtrent de toekomstige ruimtelijke ordening. Een BPA legt op gedetailleerde wijze de bestemming van een gebied vast, het tracé van alle te wijzigen verkeerswegen en doet ook uitspraken over de plaatsing, grootte en welstand van gebouwen, afsluitingen, tuinen , … BPA’s zij hiërarchisch ondergeschikt aan het Gewestplan. Biologische Waarderingskaart: de Biologische Waarderingskaart is een uniforme inventarisatie en evaluatie van het gehele Vlaamse grondgebied aan de hand van een set karteringseenheden die staan voor vegetaties, grondgebruik en kleine landschapselementen (lijn- en puntvormige elementen). Deze kaart is aangemaakt door het Instituut voor Natuur en Bos (INBO). De Biologische Waarderingskaart is online te raadplegen op: http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/bwk/. 29 Bindend advies Afdeling Land: voor de beplanting met houtachtige gewassen van gronden gelegen in agrarisch gebied is het eensluidend advies van de landbouwkundig ingenieur van de dienst Landbouw vereist (zie art. 87 van het Bosdecreet). Bodembeheerrapport: het bodembeheerrapport wordt opgemaakt door een erkende bodembeheerorganisatie. Het bodembeheerrapport kan ook worden opgemaakt door een erkende tussentijdse opslagplaats of een erkend grondreinigingscentrum voor de uitgegraven bodem die de opslagplaats of het centrum heeft aanvaard. Het bodembeheerrapport attesteert de levering van de uitgegraven bodem op de plaats van het beoogde gebruik en bevestigt dat voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in de conformverklaring van het technisch verslag en in de grondverzettoelating. Het bodembeheerrapport bevat minstens de volgende gegevens: • de nodige verwijzingen naar de grondverzettoelating; • de datum van levering; • het volume uitgegraven bodem (art. 184 VLAREBO). Meer info: www.ovam.be, onderdeel BODEM.. Bomenrij: een bomenrij is een lijnvormige begroeiing met houtgewas. Bomenrijen zijn meestal één, soms twee of drie bomen breed en staan gewoonlijk op regelmatige afstand van elkaar (Bijlage 1, 1.2.10 bij Omzendbrief LNW/98/01). Bos: een bos is een grondoppervlakte waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken, waartoe een eigen fauna en flora behoren, en die één of meer functies vervullen (art. 3 Bosdecreet). Volgende elementen vallen niet onder het Bosdecreet: (1) fruitboomgaarden en fruitaanplantingen; (2) tuinen, plantsoenen en parken; (3) lijnbeplantingen en houtkanten (onder meer langs wegen, rivieren en kanalen); (4) boom- en sierstruikkwekerijen en arboreta die buiten het bos gelegen zijn; (5) sierbeplantingen; (6) aanplantingen met kerstbomen; (7) alle tijdelijke aanplantingen met houtachtige gewassen in uitvoering van de verordeningen van den EU wat betreft het uit productie nemen van bouwland. Bosbeheerplan: een beheerplan voor bossen goedgekeurd met toepassing van het Bosdecreet van 13 juni 1990 (art. 1, 6° Besluit Vlaamse Regering 21 november 2003); document met het geheel van maatregelen om de functievervulling van een bos te verwezenlijken, uitgaande van de bestaande toestand, de vooruitzichten en de nagestreefde doelstellingen (art. 4, 4. Bosdecreet). Een bosbeheersplan is verplicht voor alle openbare bossen en privébossen met een oppervlakte vanaf 5 ha en gelegen in het VEN. Voor een privébos niet gelegen in het VEN kan op vrijwillige basis een beheerplan volgens de criteria duurzaam bosbeheer worden opgesteld (art. 43 Bosdecreet, zie verder). Bosdecreet: het Bosdecreet van 13 juni 1990 vormt de wettelijke basis voor het Vlaamse bosbeleid en –beheer. Het Bosdecreet is van toepassing op zowel openbare bossen als bossen in privébezit. De nadruk van het Bosdecreet ligt op de bescherming en het duurzaam gebruik van het bos. De tekst is te vinden op http://212.123.19.141/ALLESNL/wet/detailframe.vwp?SID=0&WetID=1003183. Een overzicht van uitvoeringsbesluiten bij het Bosdecreet is te vinden op http://www.natuurenbos.be/nl-BE/Thema/Bos/Wetgeving%20en%20vergunning/Bosdecreet/Uitvoeringsbesluiten.aspx. 30 Bronnen: bronnen zijn natuurlijke uitvloeiingspunten van grondwater aan het bodemoppervlak. Meestal liggen bronnen in golvende landschappen waar ondoorlatende met meer doorlatende grondlagen afwisselen. Het water dat uit een bron komt heeft een constante temperatuur en een laag zuurstofgehalte (Bijlage 1, 1.2.1 bij Omzendbrief LNW/98/01). Buffergebied: buffergebieden dienen in hun staat bewaard te worden, of moeten als groene ruimte worden ingericht, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmeningen onverenigbaar zijn of die ten behoeven van de goede plaatselijke ordening van mekaar dienen te worden gescheiden (art. 14.4.5 van het Inrichtingenbesluit). Buffergebieden kunnen worden aangeduid als VEN-gebied (art. 20 Decreet Natuurbehoud, raadpleegbaar op www.emis.vito.be/navigator). Code van goede natuurpraktijk: richtlijnen inzake natuurbeheer met het oog op het respecteren van het standstill-beginsel (art. 2, 33° Natuurdecreet, raadpleegbaar op www.emis.vito.be/navigator). Meer informatie over de code voor goede natuurpraktijk is te vinden in de Omzendbrief van 10 november 1998 over de toepassing van het Natuurdecreet en de uitvoeringsbesluiten: http://www.bosengroen.be/Omzendbrief.ashx Decreet Ruimtelijke Ordening: het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de Ruimtelijke Ordening (DRO) dat de ruimtelijke ordening in Vlaanderen regelt is terug te vinden op http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/wetgeving/decreet/dro99/dro99_index.html. Op 18 maart 2009 keurde de plenaire vergadering van het Vlaamse Parlement het zogenaamde ‘aanpassings- en aanvullingsdecreet’ goed, dat het DRO ingrijpend wijzigt. Deze wijzigingen treden, behoudens enkele uitzonderingen, op 1 september 2009 in werking. Dichten: voor het dichten van stilstaande waters is een natuurvergunning vereist (art. 10, §2 Besluit Natuurbehoud, raadpleegbaar op www.emis.vito.be/navigator). Dossier voor terreinaanlegwerken: het dossier voor terreinaanlegwerken bevat: • een vergunningsaanvraag; • een nota; • de grafische documenten van de geplande werken of handelingen; • minstens zes verschillende, genummerde fotografische afbeeldingen, te weten minstens drie van de plaats waar de geplande werken of handelingen zullen worden uitgevoerd, en minstens drie van het goed zelf en de percelen palend aan het goed; • eventueel de ingevulde bekendmaking van de aanvraag om een bouwvergunning; • eventueel een milieueffectrapport (artt. 10 t.e.m. 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning). Dossier voor technische werken: het dossier voor technische werken bevat: • een vergunningsaanvraag; • een nota; • de grafische documenten van de geplande werken of handelingen; • een reeks fotografische afbeeldingen van de plaats waar de geplande werken of handelingen zullen worden uitgevoerd; • eventueel de ingevulde bekendmaking van de aanvraag om een bouwvergunning; 31 • eventueel een milieueffectrapport (artt. 6 t.e.m. 9 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning). Drainage, ontwatering: de activiteit waarbij iets van overtollig water ontlast wordt door middel van afvoerkanalen. Duinvegetatie: duinvegetaties zijn de begroeiingen in de kustduinen, het langgerekte en grotendeels aaneengesloten zandgebied tussen de zee en de lager- gelegen klei- en veengronden landinwaarts. De ontwikkeling van de vegetatie in de duinen hangt nauw samen zowel met de natuurlijke dynamiek als met de dynamiek die de mens eraan toevoegt, bijvoorbeeld door beweiding, betreding en afgraving (Bijlage 1, 1.3.2 bij Omzendbrief LNW/98/01). Erkende bodemsaneringsdeskundige: zie voor een lijst van erkende bodemsaneringsdeskundige en uitleg omtrent het onderscheid tussen erkende bodemsaneringsdeskundigen type 1 en type 2: http://www.ovam.be/O001P001_ovamLijstBsdNewWeb_myjahiasite/. Eenvoudige dossiersamenstelling: een eenvoudige dossiersamenstelling omvat: • een vergunningsaanvraag; • een nota; • minstens drie verschillende, genummerde fotografische afbeeldingen van de plaats waar de geplande werken of handelingen zullen worden uitgevoerd; • eventueel de vragenlijst die het de gemeente mogelijk moet maken de in het koninklijk besluit van 3 december 1962 bedoelde maandelijkse statistiek van de bouwvergunningen, alsmede van de in de loop der maand begonnen gebouwen en voltooide gebouwen op te maken; • eventueel de ingevulde bekendmaking van de aanvraag om een bouwvergunning (artt. 2 t.e.m. 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning). GEN: GEN staat voor Grote Eenheden Natuur (art. 2, 24° Natuurdecreet). Een GEN is een deelgebied binnen het VEN. In een GEN zijn reeds van bij aanvang hoge natuurwaarden aanwezig. Meer informatie is te vinden op http://www.natuurenbos.be/nl-be/thema/natuur/ven%20en%20ivon/afbakening/afbakeningsprocedure.aspx. GENO: GENO staat voor Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (art. 2, 25° Natuurdecreet). Een GENO is een deelgebied binnen het VEN. Het gaat om gebieden waarin de natuur nog in ontwikkeling is, met één of meerdere kenmerken die decretaal zijn bepaald. In een GENO wordt beoogd een overgang te realiseren van een feitelijke toestand met verschillende functies naar een toestand met hoofdfunctie natuur. Meer info is te vinden op: http://www.natuurenbos.be/nl-be/thema/natuur/ven%20en%20ivon/afbakening/afbakeningsprocedure.aspx . Gewestplan: een gewestplan is een bodembestemmingsplan op Vlaams niveau waarin voor het volledige Vlaamse grondgebied algemene bestemmingen worden vastgelegd (woongebied, landbouwgebied, industriegebied,…). Gewestplanwijzigingen worden niet meer doorgevoerd. In het Decreet Ruimtelijke Ordening van 18 mei 1999 is vastgelegd dat in de toekomst bestemmingen 32 vastgelegd worden in ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's). De gewestplannen blijven wel gelden op de plaatsen waar ze (nog) niet vervangen zijn door deze nieuwe plannen. Meer info op: www.ruimtelijkeordering.be. Goedkeuring Bosbeheer: • Indien onverwijld moet worden overgegaan tot kapping om veiligheidsredenen moet de kapping en de motivering ervan ten laatste 24 uur na het aanvangen van de kapping schriftelijk worden medegedeeld aan ANB. Indien dringend moet worden overgegaan tot kapping om sanitaire redenen, moet de kapping en de motivering ervan minstens veertien dagen voor het aanvangen van de kapping aan ANB schriftelijk worden meegedeeld. (art. 81, tweede lid van het Bosdecreet). • Meer info op:http://www.bosengroen.be/nl-BE/Thema/Bos/Wetgeving%20en%20vergunning/Kapmachtiging.aspx. Graft: graften (taluds) zijn sterke knikken in het reliëf van hellinggronden. Ze zijn meestal begroeid met bomen of struiken. Ze komen vooral voor in de leemstreek. Graften zijn in het landschap te beschouwen als linten van bomen en struiken of grazige vegetatie en zijn van belang als verplaatsingsweg, schuil- en woonplaats voor vele organismen, waaronder de das en de wijngaardslak. Bijzondere plantensoorten groeien er wegens de voedselarmere bodem de geringere betreding en de intensere zonnestraling op de helling (Bijlage 1, 1.2.5 bij Omzendbrief LNW/98/01). Grondverzet: het uitgraven van bodem, het daaropvolgende transport en het deponeren ter plaatse van grond. Deze materie wordt geregeld door Hoofdstuk 13 van het VLAREBO. Meer info is te vinden enerzijds op http://www.ovam.be/jahia/Jahia/pid/1574 en anderzijds op http://www.ovam.be/jahia/Jahia/pid/591. Gebied van communautair belang: een gebied dat er in de biogeografische regio of regio's waartoe het behoort, significant toe bijdraagt een type natuurlijke habitat van bijlage I of een soort van bijlage II van de Habitatrichtlijn 92/43/EEG in een gunstige staat van instandhouding te behouden of te herstellen en ook significant kan bijdragen tot de coherentie van het Natura 2000-netwerk, en/of significant bijdraagt tot de instandhouding van de biologische diversiteit in de betrokken biogeografische regio of regio's (art. 1, k) Richtlijn 92/43/EEG). De gebieden die van communautair belang zijn worden aangeduid door de Commissie op basis van de door de lidstaten overgemaakte voorstellen. In een laatste fase van de aanwijzingsprocedure dienen de op de communautaire lijst geplaatste speciale beschermingszones door de lidstaten te worden aangewezen. Heide: heiden zijn lage, open stuikheide- of dopheidebegroeiingen op eerder voedselarme zand- veenof leembodem met doorgaans een minimale opslag van struiken of bomen (Bijlage 1, 1.3.5 bij Omzendbrief LNW/98/01). Historisch permanent grasland: een half natuurlijke vegetatie bestaande uit grasland gekenmerkt door het langdurige grondgebruik als graasweide, hooiland of wisselweide met ofwel cultuurhistorische waarde, ofwel een soortenrijke vegetatie van kruiden en grassoorten waarbij het milieu wordt gekenmerkt door aanwezigheid van sloten, greppels, poelen, uitgesproken microreliëf, bronnen of kwelzones, zoals nader aangegeven in bijlage 4 (art. 1, 14° Natuurbesluit; art. 3, 2° Decreet Landschapszorg, raadpleegbaar op www.emis.vito.be/navigator). 33 Holle weg: bij een holle weg ligt het wegdek lager dan het maaiveld en de wegberm, die meestal grazig of bebost of met struiken begroeid is, helt aan beide zijden af in de richting van de weg. Kenmerkend voor holle wegen zijn de hellende randen, het besloten karakter met een apart microklimaat en de ontsluiting en de instabiliteit van de boden, wat tot een grote dynamiek leidt. De dynamiek maakt dat de begroeiing van holle wegen zeer divers kan zijn en dat holle wegen ook geschikt zijn als neefplaats voor heel wat diersoorten, waaronder de das en verschillende soorten ongewervelden die weinig mobiel zijn. In het landschap dienen holle wegen ook als verplaatsingsweg voor diverse organismen (Bijlage 1, 1.2.6 bij Omzendbrief LNW/98/01). Hoogstamboomgaard: hoogstamboomgaarden hebben naast hun functie voor de fruitproductie ook een landschappelijke betekenis ze vormen een leefgebied voor diverse organismen (slaap- en broedplaats voor vogels, schuil- en eetplaats voor ongewervelden, foerageerplaats voor egel en wezel, enzovoort). In (oude) hoogstamboomgaarden groeien vaak ook bijzonder zeldzame fruitvariëteiten, die op het punt staan te verdwijnen en in de ondergroei van de hoogstammen handhaaft zich vaak een soortenrijke kruidenvegetatie (Bijlage 1, 1.2.12 bij Omzendbrief LNW/98/01). Houtachtige beplantingen: onder houtachtige beplantingen vallen de houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen, hagen, struwelen, loofbossen en hoogstamboomgaarden, samen met de begroeiingen die overeenstemmen met de volgende karteringseenheden van de Biologische Waarderingskaart van België: • Pi: jonge naaldhoutaanplant; • Pa: gesloten naaldhoutaanplant; • Pm: oude naaldhoutaanplant; • Pp: dennenaanplant (Bijlage 1, 1.2.8 bij Omzendbrief LNW/98/01). Houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen, hagen: houtkanten, houtwallen, bomenrijen, heggen en hagen zijn lijnvormige begroeiingen met houtgewas. Ze doen gewoonlijk dienst als veekering, als windvanger, als perceelsscheiding of ze hebben een andere gebruiksfunctie. Houtkanten groeien spontaan uit of worden periodiek als hakhout gekapt. Houtwallen zijn houtkanten die op een verhoogde plaats staan. Bomenrijen zijn meestal één, soms twee of drie bomen breed en staan gewoonlijk op regelmatige afstand van elkaar. Een bijzondere vorm van bomen, die vaak langs perceelsscheidingen of sloten staan, zijn knotbomen. Door het periodiek kappen van de takken op een bepaalde hoogte boven de grond, ontstaan knoesten waaruit telkens weer nieuwe takken groeien. Meestal gaat het om wilgen, soms om elzen, populieren, eiken of essen. Heggen en hagen zijn lijnvormige begroeiingen waarin struweelsoorten overheersen. Heggen groeien breed uit, hagen worden met een korte omlooptijd geschoren of geknipt. In heggen en hagen overheersen gewoonlijk doornstruiken, meestal meidoorn of sleedoorn (Bijlage 1, 1.2.10 bij Omzendbrief LNW/98/01). Individuele afwijking minister bevoegd voor natuurbehoud: • op het verbod op wijzigen van kleine landschapselementen is een individuele afwijking mogelijk; • via aangetekend schrijven gericht aan de minister bevoegd voor natuurbehoud op het adres van de afdeling Natuur te Brussel of van het kabinet van de minister; • de aanvraag bevat: 1. de omschrijving van de werken 2. een situatietekening 34 3. een motivatie voor de afwijking 4. de invulling van de zorgplicht 5. de compenserende maatregelen voor natuurherstel of –ontwikkeling (zie art. 3.3.2. Omzendbrief LNW/98/01). IVON: IVON staat voor Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (art. 2, 26° Natuurdecreet). Het gaat om een geheel van gebieden waarin de administratieve overheid, binnen haar bevoegdheden, zorg draagt voor het behoud van de aanwezige natuurwaarden, maatregelen neemt ter bevordering en versterking van die natuurwaarden, alsook stimulerende maatregelen neemt ter bevordering van de biologische diversiteit (art. 27, § 1 Natuurdecreet). Het IVON bevat twee verschillende categorieën deelgebieden, namelijk natuurverwevingsgebieden en natuurverbindingsgebieden . Meer info op http://www.natuurenbos.be/nl-BE/Thema/Natuur/VEN%20en%20IVON/Inleiding.aspx. Kaalslag: het verwijderen van een bosbestand zonder aan het terrein een andere functie te geven (art. 4, 12. Bosdecreet). Kadastrale werkzone: zone die vastgesteld is in het kader van eenzelfde project en die bestaat uit een geheel van gronden met soortgelijke kenmerken. Het betreft kenmerken die een betekenisvol effect op het milieu hebben of een betekenisvol risico voor de volksgezondheid inhouden (art. 158, 7° VLAREBO, zie verder). Kapping: kapping, rooien, beschadigen of verwijderen van bossen en/of bomenrijen grenzende aan een bos, zonder aan het perceel een andere bestemming te geven. Koninklijk Besluit: een besluit waarmee de Koning uitvoering geeft aan de wetten, zonder dat het besluit de wetten zelf mag schorsen of vrijstelling van hun uitvoering mag geven. Met een K.B. voorziet de federale regering de wetgeving van de nodige uitvoeringsmaatregelen. Landschappelijk waardevol agrarisch gebied: de landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen (art. 15.4.6.1 van het K.B. van het Inrichtingenbesluit). Vergunningsaanvragen in landschappelijk waardevolle agrarische gebieden worden onderworpen aan een dubbel toetsingscriterium: enerzijds een planologische criterium (agrarisch gebied) en anderzijds een esthetisch criterium (landschappelijke waarde). Landschapsbesluit: Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 1997 houdende algemene beschermingsvoorschriften, advies- en toestemmingsprocedure, instelling van een register en vaststelling van een herkenningsteken voor beschermde landschappen. Te vinden op http://www.onroerenderfgoed.be/nl/uploads/b259.pdf. 35 Loofbos: loofbossen zijn levensgemeenschappen waarvan loofboomsoorten het aspect bepalen. In Vlaanderen zijn er vele verschijningsvormen van loofbos (soortensamenstelling bos en ondergroei, oppervlakte, structuur, leeftijd, bedrijfsvorm,...) en verschilt de mate van menselijke beïnvloeding (schaal, intensiteit, frequentie). De functies natuurbehoud, houtproductie en recreatie kunnen in onze bossen dan ook op verschillende manieren verweven zijn (Bijlage 1, 1.2.9 bij Omzendbrief LNW/98/01). Melding Afdeling Landbouw en Bosbeheer: • voor de rooiing binnen een termijn van 12 jaar na de aanplanting of de laatste exploitatie van houtachtige gewassen van gronden gelegen in agrarisch gebied is een voorafgaande eenvoudige melding van de rooiing aan een daartoe aangesteld personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij (art. 87, vijfde lid van het Bosdecreet); • meer info op http://lv.vlaanderen.be/nlapps/default.asp. Melding Bosbeheer: • zie art. 47, tweede lid van het Bosdecreet; • een zeer dringende kapping om veiligheidsredenen kan gebeuren zonder kapmachtiging, maar dan moet deze kapping en de motivatie ervoor wel ten laatste 24 uur na het uitvoeren van de kapping schriftelijk worden gemeld aan ANB; • bij een kapping om sanitaire redenen moet de kapping en de motivering ervan minstens veertien dagen voor het uitvoeren van de kapping schriftelijk aan ANB worden meegedeeld. Microreliëf: dit zijn kleine hoogteverschillen over een korte afstand. Milieueffectrapport (MER): een milieueffectrapport een openbaar document waarin, van een voorgenomen project en van de redelijkerwijze in beschouwing te nemen alternatieven, de te verwachten gevolgen voor mens en milieu in hun onderlinge samenhang op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde wijze worden geanalyseerd en geëvalueerd, en aangegeven wordt op welke wijze de aanzienlijke milieueffecten vermeden, beperkt, verholpen of gecompenseerd kunnen worden. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen een milieueffectrapport over een plan of programma, en een milieueffectrapport over een project (art. 4.1.1., § 1 MER-decreet). Er is een m.e.r.-plicht bij activiteiten die aanleiding geven tot het toepassen van de verplichte milieueffectrapportage, dit zijn openbare en particuliere projecten die aanzienlijke gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Het uitgangspunt bij het vaststellen van de m.e.r.-plichtige activiteiten is de ernst van het mogelijke gevolgen voor het milieu. Dit betekent niet dat die gevolgen ook zullen optreden: het is juist de bedoeling van de milieueffectrapportage die gevolgen te voorkomen. Er werd een lijst van m.e.r.-plichtige activiteiten en projecten vastgelegd, die te vinden is op http://www.mervlaanderen.be/uploads/b108.pdf. Meer info op http://www.mervlaanderen.be. Moerassen en waterrijke gebieden: moerassen vormen de geleidelijke overgang van open water naar land, zowel in kreken, vijvers, plassen, waterlopen, kanalen en kunstmatige watermassa's. Eigen aan moerassen is de opeenvolging van levensgemeenschappen bij de ontwikkeling van open water naar land (verlanding). Ook waar de bodem langdurig verzadigd blijft met water kunnen moerasgemeenschappen ontstaan. Moerassen zijn doorgaans van groot belang voor de waterhuishouding van een gebied. 36 De verschillende types moerassen en waterrijke gebieden zijn in te delen volgens het verlandingsstadium. De verlanding start met de groei van waterplanten. Het afgestorven plantenmateriaal is venig en vult langzaamaan de waterplas op. Vanaf de oever groeien wortelstokken in deze laag. De wortels kunnen ook drijfzomen of drijftillen doen ontstaan : matten van vervlochten wortels en afgestorven plantendelen. Drijfzomen drijven vrij rond, drijftillen blijven langs één zijde met de oever verbonden en kunnen min of meer de schommelingen in de waterstand volgen. Naarmate een plas verder verlandt, vestigen er zich grote waterplanten (veelal grote zeggen). Als het veen gevoed wordt door oppervlakte- of grondwater, spreekt men van laagveen. Zure laagvenen komen voor in voedselarme gebieden; de begroeiing blijft laag en is rijk aan mossen en kleine zeggen. Alkalisch laagveen ontstaat in moerassige laagten gevoed door kalkrijk water. Als het veen niet meer in contact komt met het grondwater en slechts gevoed wordt door neerslagwater, spreekt men van hoogveen. De begroeiing bestaat dan voor een groot deel uit veenmossoorten. Naarmate de veenvorming verdergaat, geraakt de bodem opgehoogd en ontwikkelt er zich moerasbos door de ontkieming van bomen en struiken (Bijlage 1, 1.3.3 bij Omzendbrief LNW/98/01). Natuurinrichtingsplan: elk document met een geheel van maatregelen, gericht op het vrijwaren, herwaarderen en het meer geschikt maken van grondoppervlakken en kleine landschapselementen voor een natuurfunctie (cfr. art. 1, 7° Besluit Vlaamse Regering 21 november 2003). Natuurrichtplan: een natuurrichtplan is een plan dat aangeeft wat op vlak van natuurbehoud voor een specifiek gebied wordt beoogd en waarin de instrumenten en maatregelen zijn opgenomen die al dan niet projectmatig verlopen, om de beoogde doelstellingen op het vlak van natuurbehoud te realiseren. Het plan komt tot stand en wordt uitgevoerd met medewerking van eigenaars en grondgebruikers. Voor elke speciale beschermingszone, alsook voor elk gebied dat behoort tot het VEN, moet binnen de 5 jaar na aanwijzing van de speciale beschermingszone of de vaststelling van een VEN-gebied overeenkomstig artikel 17, § 3 Natuurdecreet een natuurrichtplan worden vastgesteld. Voor elk gebied dat behoort tot het VEN, afgebakend op grond van artikel 21, § 9 Natuurdecreet, voor het IVON, voor de groengebieden, parkgebieden, buffergebieden, bosgebieden of de met één van deze gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden aangewezen op de plannen van aanleg of op de ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening, kan er een natuurrichtplan worden vastgesteld (art. 48 Natuurdecreet). Natuurmelding: • zie artt. 18 en 19 van het Besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; • de natuurmelding gebeurt bij het College van Burgemeester en Schepenen. Natuurverbindingsgebieden: natuurverbindingsgebieden zijn gebieden die ongeacht hun oppervlakte van belang zijn voor de migratie van planten en dieren tussen de gebieden van het VEN en/of natuurreservaten en die strook- of lijnvormig zijn met een aaneenschakeling van kleine landschapselementen (art. 27, § 2, 2° Natuurdecreet). Natuurvergunning: een natuurvergunning is nodig voor het wijzigen van kleine landschapselementen, wanneer dit gebeurt in een van de volgende gebieden: 37 • • • de groene bestemmingen op het gewestplan: groengebieden, parkgebieden, buffergebieden, bosgebieden; de geel-groene bestemmingen op het gewestplan: valleigebieden, brongebieden, natuurontwikkelingsgebieden, agrarische gebieden met ecologisch belang of bijzondere waarde; de internationaal beschermde gebieden: SBZ-H, SBZ-V, Ramsargebieden. Voor het wijzigen van kleine landschapelementen is ook een natuurvergunning nodig in landschappelijk waardevol agrarisch gebied en gebieden van het IVON. De procedure is geregeld in Hoofdstuk IV van het Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurbesluit, raadpleegbaar op www.emis.vito.be/navigator). Meer info: • zie artt. 9 t.e.m. 17 van het Besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; • de natuurvergunning dient door privé-personen aangevraagd te worden bij het College van Burgemeester en Schepenen; • openbare besturen vragen deze vergunning aan bij de bestendige deputatie; • zie ook: http://www.inbo.be/docupload/1703.pdf. Natuurverwevingsgebieden: natuurverwevingsgebieden zijn aaneengesloten gebieden waarin verschillende functies voorkomen en die gekenmerkt zijn door de aanwezigheid van hoge natuurwaarden, waarvan de duurzaamheid kan worden bereikt door het realiseren van het standstillbeginsel, het instandhouden en herstellen van de structuurkenmerken van de waterlopen, het instandhouden en herstellen van de waterhuishouding, het reliëf en de bodem en het bevorderen van het onderhoud en de ontwikkeling van de natuurwaarden (art. 27, § 2, 1° Natuurdecreet). Natuurontwikkelingsgebied: als natuurontwikkelingsgebied kunnen 3 soorten gebieden gedefinieerd worden : • gebieden waar belangrijke natuurwaarden, vergelijkbaar met die van natuurkerngebieden, versnipperd of in kleinere oppervlakte voorkomen; • gebieden waar de milieucondities van die aard zijn dat een ontwikkeling tot belangrijke natuurwaarden mogelijk is; • gebieden waar over grote oppervlakten belangrijke fauna-elementen voorkomen die er alleen kunnen voortbestaan indien de (hoofd)grondgebruiker bepaalde randvoorwaarden in acht neemt. Natuurontwikkelingsgebieden kunnen aangeduid worden als GENO (art. 20, 2. Natuurdecreet). Nivellering microreliëf: percelen grasland met een micro-reliëf vallen vaak onder de definitie historisch permanent grasland. Om dergelijke percelen te nivelleren is niet alleen een natuurvergunning nodig, maar ook een ontheffing van het verbod tot wijzigen van een micro-reliëf. Noodzakelijk o.w.v. algemeen belang: indien er een noodzaak omwille van een ander algemeen belang dan het natuurvriendelijk bermbeheer is, is het gebruik van biociden in het bermbeheer door publiekrechtelijke rechtspersonen toegelaten (Art. C, tweede lid Omzendbrief bermbeheer). 38 Normale onderhoudswerken: er is geen natuurvergunningsplicht voor wijziging van vegetatie indien aan de zorgplicht uit art. 14 Decreet Natuurbehoud is voldaan, indien het om normale onderhoudswerken gaat (art. 10, §2, 4 Besluit Natuurbehoud). Hetzelfde geldt bij de wijziging van kleine landschapselementen, tenzij het normale onderhoudswerken betreft die geregeld zijn in een door art. 11, §2, 3 Besluit Natuurbehoud genoemd plannen of project dat na de inwerkintreding van het Besluit Natuurbehoud werd goedgekeurd (art. 11, §2, 4 Besluit Natuurbehoud, raadpleegbaar op www.emis.vito.be/navigator). In de omzendbrief bij het Natuurbesluit wordt het begrip ‘normale onderhoudswerken’ in natuurvriendelijke zin geïnterpreteerd. In Bijlage 1 bij de omzendbrief wordt bij iedere soort vegetatie en klein landschapselement in het licht van normale onderhoudswerken in een code van goede natuurpraktijk voorzien (Bijlage 1 bij Omzendbrief LNW/98/01). Ontbossen: iedere handeling, waardoor een bos geheel of gedeeltelijk verdwijnt en aan de grond een andere bestemming wordt gegeven (art. 4, 15. Bosdecreet). Meer info is te vinden op: http://www.natuurenbos.be/wetgeving/ontbossenencompensatie.aspx. Onbevaarbare waterloop: de rivieren en beken welke door de regering niet bij de bevaarbare waterlopen gerangschikt zijn, stroomafwaarts van het punt waarop hun waterbekken tenminste 100 hectare bedraagt. Dit punt wordt de oorsprong van de waterloop genoemd (art. 1, 1. Wet onbevaarbare waterlopen). De waterlopen in Vlaanderen zijn onderverdeeld in een aantal categorieën. Vooreerst zijn er de bevaarbare waterwegen en kanalen beheerd door entiteiten binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Daarnaast zijn er de onbevaarbare waterlopen die onderverdeeld worden in deze van 1°, 2° en 3° categorie. VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer beheert de Vlaamse onbevaarbare waterlopen van eerste categorie. Dit wil zeggen onbevaarbare waterlopen met een brongebied van tenminste 5000 ha. De 2° categorie waterlopen worden beheerd door de Provincies en de 3° categorie waterlopen worden beheerd door de gemeenten. De onbevaarbare waterlopen zijn digitaal te raadplegen via de Vlaamse Hydrografische Atlas op http://geo-vlaanderen.gisvlaanderen.be/geo-vlaanderen/VHA/. Ontheffing Vlaamse Regering: 1) Ontheffing ontbossingen: • zie art. 14 van het Besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing; • aanvraag via aangetekend schrijven bij het Bosbeheer. De aanvraag bevat: 1. de identiteit van de eigenaar of de houder van het zakelijk recht en zo nodig de identiteit van de gevolmachtigd beheerder of houder, samen met de geschreven volmacht; 2. een grondige motivatie tot afwijking; 3. een door de aanvrager ondertekende situatietekening op een stafkaart met schaal 1/25000 met vermelding van de straatnaam of de gangbare plaatsnaam; 4. de gegevens inzake de betreffende percelen; 5. een ecologische evaluatie van de gevolgen van de voorgestelde ingreep en hieraan gekoppelde maatregelen die worden voorgesteld ter naleving van de zorgplicht. 39 2) Ontheffing VEN-gebieden: • ontheffing van rechtswege: zie artikelen 20 tot 26 van het Maatregelenbesluit; • individuele ontheffing: aanvragen bij ANB wanneer het gaat om de verbodsbepalingen opgenomen in art. 25, § 3, 2° Natuurdecreet. Aanvragen bij de Minister van Leefmilieu in alle andere gevallen. Zie artikelen 28 tot 31 van het Maatregelenbesluit; • algemene ontheffing: aanvragen via aangetekend schrijven bij ANB wanneer het gaat om de verbodsbepalingen opgenomen in art. 25, § 3, 2° Natuurdecreet. Wordt verleend door de Minister van Leefmilieu. Zie artikel 27 van het Maatregelenbesluit. Paden: paden zijn smalle openbare wegen die alleen het verkeer toelaten van voetgangers en van voertuigen die geen bredere dan de voor de voetgangers vereiste ruimte nodig hebben (art. 2.5 van het K.B. houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg). Binnen de natuurreservaten hebben, behoudens bij toepassing van het tweede of derde lid, de voetgangers steeds toegang tot alle wegen waarvoor de Vlaamse regering bevoegd is de toegang te regelen. Zij hebben echter geen toegang tot de paden waarop slechts één voetganger tegelijkertijd kan passeren, tenzij die paden in het goedgekeurde beheersplan als toegankelijk zijn aangeduid. Wat de voetgangers betreft, kan dit beheersplan tevens bepalen dat één of meerdere zones van het natuurreservaat ook buiten de wegen toegankelijk zijn. Andere categorieën van weggebruikers dan de voetgangers kunnen uitsluitend tot de wegen en de paden die krachtens het eerste lid voor de voetgangers toegankelijk zijn, worden toegelaten indien en in de mate het goedgekeurde beheersplan dit uitdrukkelijk toelaat. Het goedgekeurde beheersplan van een natuurreservaat kan bepalen dat het reservaat geheel of gedeeltelijk en bestendig, tijdelijk of periodiek ontoegankelijk is, de in het eerste lid bedoelde wegen en paden inbegrepen. Deze ontoegankelijkheid dient op een duidelijk zichtbare wijze te worden aangeduid langs de belangrijkste toegangswegen tot het reservaat of reservaatgedeelte dat ontoegankelijk wordt gesteld. De Vlaamse regering legt de vorm en de wijze vast waarop die aanduiding moet gebeuren (art. 35, §1 Decreet Natuurbehoud, raadpleegbaar op www.emis.vito.be/navigator). Plannen voor aanleg: plannen van aanleg zijn bodembestemmingsplannen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen Gewestplannen en Bijzondere Plannen van Aanleg (BPA’s). Passende beoordeling: een passende beoordeling is een natuureffectenrapport (mini-MER) waarin een nauwkeurige beschrijving wordt gegeven van een beoogd plan of project en waarin wordt aangegeven welke elementen daarvan een betekenisvolle aantasting kunnen sorteren op binnen de speciale beschermingszone te beschermen natuurwaarden. Enkel mogelijke effecten op de soorten en/of habitats waarvoor de speciale beschermingszone is aangewezen moeten worden meegenomen. Voor elk plan of project dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van het gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor zo’n gebied wordt een passende beoordeling gemaakt rekening houdend met de noodzakelijke instandhouding van het gebied. Poelen: poelen zijn kleine, ondiepe watermassa’s met weinig of geen stroming in het water. Ze zijn doorgaans ondiep en in tegenstelling tot stilstaande waters kunnen waterplanten zich over de hele 40 oppervlakte vestigen. De meeste poelen zijn door de mens gegraven of onder menselijke invloed ontstaan (veedrinkputten, bomkraters, uitgravingen, enzovoort). Dezelfde kenmerken als bij andere stilstaande waters bepalen welke organismen in een poel kunnen voorkomen. In het bijzonder voor amfibieën zijn poelen van belang (Bijlage 1, 1.2.4 bij Omzendbrief LNW/98/01). Ramsar: het Ramsar-Verdrag is een internationale overeenkomst inzake waterwingebieden die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor watervogels. De conventie wil het behoud en oordeelkundig gebruik van alle waterwingebieden door middel van plaatselijke, regionale en nationale acties en internationale samenwerking. De officiële tekst en andere sleuteldocumenten zijn te vinden op http://www.ramsar.org/index_very_key_docs.htm. Reliëfwijziging: reliëfwijziging is een vorm van grondwerken waarbij het reliëf van een perceel gewijzigd wordt. Rooiing: het verwijderen van bomen en houtachtige gewassen, met inbegrip van hun wortelstelsel (art. 4, 20. Bosdecreet, zie ook Bosdecreet). Ruimtelijk uitvoeringsplan: een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) is de opvolger van het vroegere “plan van aanleg” (gewestplan en BPA). Een uitvoeringsplan wordt gebruikt als toetsingskader voor stedenbouwkundige vergunningen. RUP’s vertrekken steeds vanuit de visie van een ruimtelijk structuurplan. Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan meer dan alleen de bestemming en inrichting van een gebied vastleggen. Het kan ook beheersmaatregelen bevatten. In tegenstelling tot de plannen van aanleg is een uitvoeringsplan veel meer gericht op de uitvoering van een beleid. Er worden ruimtelijke uitvoeringsplannen op de volgende niveaus opgemaakt: • 1° gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen voor een deel of delen van het grondgebied van het Gewest; • 2° provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen voor een deel of delen van het grondgebied van de provincie; • 3° gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen voor een deel of delen van het grondgebied van de gemeente. Voor een overzicht van alle voorlopig of definitief vastgestelde RUP’s: http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/grup/index.html. Speciale beschermingszone: Speciale Beschermingszones (SBZ) zijn zones die op basis van objectieve wetenschappelijke criteria worden afgebakend om de biodiversiteit te garanderen. Alle SBZ samen vormen het Europese ecologische netwerk ‘Natura2000’. Er zijn twee grote types SBZ: SBZHabitatrichtlijngebieden (SBZ-H) en SBZ-Vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) SBZ-Habitatrichtlijngebieden: SBZ-Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) zijn die speciale beschermingszones die in uitvoering van de Europese Habitatrichtlijn 92/43/EEG worden aangewezen. SBZ-Vogelrichtlijngebieden: SBZ-Vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) zijn die speciale beschermingszones die in uitvoering van de Europese Vogelrichtlijn 79/409/EEG worden aangewezen. 41 Stedenbouwkundige vergunning: • Zie http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/vergunningen/index.html. • Er zijn momenteel twee systemen van toepassing: De lijst van gemeenten die het nieuwe systeem reeds hanteren is terug te vinden op http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/vergunningen/procedure_sv.html; Meer info over het nieuwe systeem zelf is terug te vinden op http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/vergunningen/procedure_sv_nieuwsysteem.html; Alle andere gemeenten hanteren nog het oude systeem. Info over het oude systeem: http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/vergunningen/procedure_sv_oudsysteem.html. • Zowel in het nieuwe als in het oude systeem wordt de aanvraag ingediend op het gemeentehuis. Ook verzending bij aangetekende brief kan. Stilstaande waters: stilstaande waters zijn plassen, meren, vijvers, oude rivierarmen, enzovoort met weinig of geen stroming in het water. Stilstaande waters kunnen diep of ondiep (minder dan 3 meter) zijn en vele vormen aannemen. Elk stilstaand water heeft een eigen ontstaansgeschiedenis (opwellen bronwater, verzamelplaats regenwater in een terreindepressie of uitgraven door de mens) en een reeks van topologische en fysisch-chemische kenmerken (ligging, grootte, vorm, bodemtype, watersamenstelling) die samen bepalen welke organismen erin voorkomen (Bijlage 1, 1.2.3 bij Omzendbrief LNW/98/01). Struweel: struwelen zijn begroeiingen op droge of op natte plaatsen waarin struiken (hoogte : ten minste 1 m, meestal 2 tot 5 m) overheersen, maar waarin ook verspreide hoogopgaande bomen kunnen voorkomen. In het laatstgenoemde geval kan het gaan om een tussenvorm tussen opgaand bos en struweel : een ijle boomlaag met daaronder een vrij dichte struiklaag met struweelsoorten. Dit struweelbos kan ontstaan bij extensieve begrazing van bossen. Natuurlijk struweel komt vooral voor als bosmantel (met zoom- en ruigtekruiden) en ook meer verspreid in lage begroeiingen zoals graslanden, moerassen en heiden. Vegetaties met dwergstruiken (heide, lage kruipwilg, braam, duinroos) rekenen we hier niet tot de struwelen, evenmin als hakhoutbosjes, houtkanten en houtwallen (Bijlage 1, 1.2.11 bij Omzendbrief LNW/98/01). Technisch verslag: het technisch verslag wordt opgemaakt in het kader van het grondverzet onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige op basis van een representatieve bemonstering volgens de standaardprocedure voor de opmaak van een technisch verslag. Het technisch verslag bevat de volgende gegevens : • de identificatie van de grond waar de bodem uitgegraven werd of zal worden; • de identiteit van de eigenaar van de grond waar de bodem uitgegraven werd of zal worden; • de identiteit van de initiatiefnemer grondwerken; • de beknopte omschrijving van de grondwerken; • het zoneringsplan en de opmetingstabel, indien van toepassing; • het verslag met de analyseresultaten van representatieve mengmonsters met vermelding van de naam van het laboratorium; • de verklaring van de bodemsaneringsdeskundige dat de uitgegraven bodem werd bemonsterd en geanalyseerd overeenkomstig de bepalingen van dit besluit; 42 • • • • • de onderstaande gegevens, als de uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone gebruikt zal worden: o de afbakening van de kadastrale werkzone; o de voorwaarden waaronder de uitgegraven bodem binnen de kadastrale werkzone gebruikt mag worden, indien van toepassing; o de voorwaarden voor de tussentijdse opslag van de uitgegraven bodem, indien van toepassing; het gehalte aan stenen, steenachtig materiaal en andere bodemvreemde materialen in de uitgegraven bodem; de interpretatie en de besluiten op basis van de analyseresultaten; de voorwaarden en uitvoeringsbepalingen waaronder de bodem kan worden uitgegraven; de voorwaarden en uitvoeringsbepalingen waaronder de uitgegraven bodem kan worden gebruikt (art. 180 VLAREBO, zie ook VLAREBO). Toestemming bosbeheer: • zie art. 3, 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is; • via voorafgaande schriftelijke instemming van ANB. Voor contactpersonen, zie http://www.natuurenbos.be/nl-BE/Thema/Bos/Wetgeving%20en%20vergunning/Kapmachtiging.aspx. Vellen: omhakken, laten vallen Veldwetboek: het Veldwetboek van 7 oktober 1886 is te raadplegen via http://emis.vito.be/navigator. VEN: VEN staat voor het Vlaamse Ecologische Netwerk (art. 2, 23° Natuurdecreet). Het VEN geeft op Vlaams niveau vorm aan een ecologisch netwerk. Natuur is de hoofdfunctie in de gebieden van het VEN. Andere functies kunnen aanwezig zijn, maar zijn ondergeschikt. De concrete invulling van het VEN gebeurt niet alleen door een beleid gericht op de beperking van negatieve invloeden, maar ook door een actief realisatiebeleid. Binnen het VEN vindt men twee categorieën van deelgebieden: de Grote Eenheden Natuur (GEN) en de Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO). Meer info op http://www.natuurenbos.be/nl-BE/Thema/Natuur/VEN%20en%20IVON/Inleiding.aspx. Ven: tot de vennen rekent men de voedselarme stilstaande waters en de vochtige of natte dopheidevegetaties op eerder voedselarme zand, veen- of leembodems (Bijlage 1, 1.3.1 bij Omzendbrief LNW/98/01). Verdachte grond: onder verdachte grond wordt verstaan: • risicogrond; • grond die opgenomen is in het Grondeninformatieregister, voor zover in een bodemonderzoek in het vaste deel van de aarde van die grond concentraties van stoffen werden aangetroffen die hoger liggen dan de richtwaarden voor de bodemkwaliteit voor het vaste deel van de aarde; • openbare weg, oude wegbedding en wegberm; • grond waarvoor aanwijzingen bestaan voor de aanwezigheid in het vaste deel van de aarde van stoffen in concentraties die hoger liggen dan de richtwaarden voor de bodemkwaliteit voor 43 het vaste deel van de aarde, en die werd aangewezen door de minister (art. 158, 2° VLAREBO). Meer info omtrent verdachte grond en grondverzet op http://www.ovam.be/jahia/Jahia/pid/723. Verhardingen: een verharding is een verhard deel van de weg. Vergunning College Burgemeester en Schepenen: • zie art. 35bis, §5 van het Veldwetboek; • aanvraag bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het College van Burgemeester en Schepenen beslist binnen de 30 dagen. Beroep mogelijk tegen de beslissing bij de Deputatie. VLAREBO: het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaamse reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, dat de richt- en streefwaarden voor bodemkwaliteit bevat evenals de regelgeving inzake bodemsanering. Te vinden op http://emis.vito.be/navigator. Waterbekken: de oppervlakte van het geheel van de gronden waarvan de waterafvoer door de waterafloop wordt verzekerd stroomopwaarts vanaf een bepaald punt (art. 1, 2. Wet onbevaarbare waterlopen). Waterloop: waterlopen zijn oppervlaktewateren met ten minste tijdens een deel van het jaar stroming in het water : beken, rivieren, kanalen, sloten. De stroming ontstaat onder invloed van de zwaartekracht. Beken en rivieren zijn doorgaans natuurlijk ontstaan, kanalen en sloten vaak kunstmatig. Een natuurlijke waterloop wordt gekenmerkt door zijn verval, substraat, meandering, stroomkuilenpatroon, vorm van het dwarsprofiel (bedding en oevers) en de chemische eigenschappen van het water. Natuurlijke waterlopen hebben een groot waterbergend vermogen en piekdebieten worden opgevangen in hun vallei (winterbed). Men onderscheidt bronbeken en kwelbeken (gevoed door grondwater, constante afvoer) en laaglandbeken en bergbeken (gevoed door neerslagwater, soms droogvallend in de zomer). Kunstmatige waterlopen hebben een sterk gereguleerd verval en meestal steile oevers. Meandering ontbreekt vaak. Waterlopen worden vaak ingeschakeld om de waterhuishouding te beïnvloeden. Waterlopen dienen soms ook als perceelsscheiding en om het vee te drenken. Daarnaast hebben ze een landschappelijk belang en een biologisch belang als leefplaats of als verplaatsingsweg voor organismen. De flora en fauna in waterlopen hangen onder meer af van de waterkwaliteit, de ondergrond, de afmetingen van de waterloop, de vorm van de oever, het waterregime en de wijze van onderhoud (Bijlage 1, 1.2.3 bij Omzendbrief LNW/98/01). Waterrijk gebied: gebieden met moerassen, vennen, veen- of plasgebieden, natuurlijk of kunstmatig, blijvend of tijdelijk, met stilstaand of stromend water, zoet, brak of zout, met inbegrip van zeewater, waarvan de diepte bij eb niet meer is dan zes meter (art. 2, 20° Natuurdecreet, raadpleegbaar op www.emis.vito.be/navigator). 44 Wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen: de wet betreffende de onbevaarbare waterlopen is te raadplegen op: http://www.vvpw.be/PDFfiles/wetgeving/19671228%20wet%20onbevaarbare%20waterlopen.pdf. Zones gewestplan/RUP: • voor gewestplannen moet gekeken worden naar het K.B. van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van ontwerpgewestplannen en de gewestplannen. • voor de legende bij de gewestplannen wordt verwezen naar http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/gewestplan/gewestplan_legende_kb1972.html. • een aantal gewestplannen hebben aanvullende voorschriften die terug te vinden zijn op http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/gewestplan/docs/h_gwp_bijlage3.pdf. • overzicht van alle gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, inclusief zones: http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/grup/overzicht_thema.html. Zorgplicht: iedereen die handelingen verricht of hiertoe de opdracht verleent, en die weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat de natuurelementen in de onmiddellijke omgeving daardoor kunnen worden vernietigd of ernstig geschaad, is verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen (art. 14, eerste lid Natuurdecreet). De « onmiddellijke omgeving » mag niet te eng geïnterpreteerd worden en er zal moeten rekening worden gehouden met de aard van de natuurelementen en met de plaatselijke omstandigheden. Het komt er in eerste instantie op aan vernietiging of schade aan natuurelementen te voorkomen. Indien dat om te verantwoorden redenen niet zou kunnen, dan moet de schade worden beperkt en ook hersteld worden. Deze zorgplicht is overal van toepassing ongeacht de ruimtelijke bestemming of het gebruik van de grond. De overtreding van de bepalingen inzake de zorgplicht worden gesanctioneerd door de in artikelen 58 en 59 van het natuurdecreet vermelde strafbepalingen (art. 2.2.1 Omzendbrief LNW/98/01). 45 NUTTIGE LINKS Agentschap Natuur en Bos: http://www.natuurenbos.be en http://www.bosengroen.be Officiële websites van het Agentschap Natuur en Bos Belgisch Staatsblad: http://www.staatsblad.be Officiële wetgevingsdatabank voor Belgische wetgeving Departement Landbouw en Visserij: http://lv.vlaanderen.be Officiële website van het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie: http://www.lne.be Officiële website van het Departement LNE van de Vlaamse Overheid GEO-Vlaanderen: http://www.agiv.be/gis/diensten/geo-vlaanderen Website van het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen waarop men de digitale geoloketten kan raadplegen Instituut voor natuur- en bosonderzoek: http://www.inbo.be Officiële site van het Instituut voor natuur- en bosonderzoek Landelijk Vlaanderen: http://www.landelijkvlaanderen.be Officiële website van de Landelijk Vlaanderen, de Vereniging van Bos- Land- en Natuureigenaars MER-Vlaanderen: http://www.mervlaanderen.be Officiële website met allerhande informatie inzake MER Onroerend erfgoed: http://www.onroerenderfgoed.be Officiële website van de Vlaamse Overheid over onroerend erfgoed in Vlaanderen OVAM: http://www.ovam.be Officiële website van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij. Bevat informatie omtrent grondverzet en bodemwerken Ramsar Convention on Wetlands: http://www.ramsar.org Officiële website van het RAMSAR-Verdrag Ruimtelijke ordening: http://www.ruimtelijkeordening.be Officiële website van de Vlaamse Overheid met alle informatie inzake ruimtelijke ordening Vereniging van Polders en Wateringen: http://www.vvpw.be Website van de Vereniging van Polders en Wateringen VITO Navigator: http://emis.vito.be/navigator Databank met de belangrijkste milieuwetgeving 46 Vlaamse Codex: http://codex.vlaanderen.be De Vlaamse Codex bevat de geconsolideerde Vlaamse wetgeving vanaf 1 januari 1976 47 Opgesteld in het kader van: “LEREN BEHEREN. Landbouwers en natuurbeschermers leren van elkaar.” een initiatief van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren v.z.w. en het Provinciaal Centrum voor Landbouw en Milieu v.z.w. project met de financiële steun van de Vlaamse Overheid, in het kader van het projectsubsidiebesluit NME COLOFON Provinciaal Centrum voor Landbouw en Milieu v.z.w. en Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren v.z.w. In samenwerking met: Agentschap voor Natuur & Bos LDR Milieuadvocaten Natuurpunt v.z.w., dienst Beleid Redactie: LDR Milieuadvocaten, Kasteellaan 141, 9000 Gent Advies: Agentschap voor Natuur & Bos Limburg, Koningin Astridlaan 50 bus 5, 3500 Hasselt Natuurpunt Beleid, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Verantwoordelijke uitgevers: Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, Daaleindestraat 2, 3720 Kortessem Proclam v.z.w., Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke Januari 2009 © RLH en Proclam – deze brochure is eigendom van RLH v.z.w. en Proclam v.z.w.. Verspreiding van de schema’s enkel toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van verantwoordelijke uitgevers. 48