Een krachtige leercultuur voor continu leren Steeds meer organisaties zien de noodzaak om te innoveren en continu te verbeteren. Leren is hierbij essentieel: een krachtige leercultuur bevordert de innovatiekracht. Reden voor ons om het thema leercultuur verder te ontdekken: hoe draagt leercultuur bij aan continue verbetering en innovatie in organisaties? Marjoleine Heijboer, Mieke Korenhof & Leanne Pantjes Bij het vraagstuk ‘Hoe creëren we een wendbare organisatie, waarin continu leren voorop staat?’, kunnen we niet om het begrip leercultuur heen. In de discussie rond dit onderwerp richt de oplossing zich op het versterken van het informeel leren binnen de organisatie, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de zichtbare aspecten van leercultuur: wat doen mensen en wat kunnen ze anders doen (zie ook: Jennings, 2011). Wij denken dat HRD-professionals ook oog zouden moeten hebben voor de onzichtbare aspecten van een leercultuur en de wijze waarop deze aspecten het continu leren en de innovatiekracht binnen een organisatie beïnvloeden. In dit artikel gaan we in op dit vraagstuk en op de rol van HRD-professionals daarin. Voor we ingaan op de rol van HRD-professionals, staan we eerst stil bij de vraag waarom leercultuur een actueel thema is. Vervolgens zullen we het begrip leercultuur verduidelijken en ingaan op de vraag of er een ideale cultuur voor continu leren bestaat. ‘Leercultuur’: een actueel thema Ontwikkelingen in de huidige maatschappij volgen elkaar razendsnel op. Organisaties proberen continu in te spelen op nieuwe technologie, informatie en producten. Van medewerkers vraagt dit vaardigheden en flexibiliteit om met veranderingen in hun werk om te gaan en te blijven leren. Dit vraagt om een organisatiecultuur die leren stimuleert. Door een cultuur te creëren waarin continu leren en het zoeken naar leermogelijkheden centraal staat, kan een organisatie concurrentievoordeel behalen 06 (Baars, 2003; Nonaka & Takeuchi, 1995; Watkins & Marsick, 1996; Yolles, 2009). Naast de noodzaak van een wendbare en flexibele organisatie, zien we een andere trend die de aandacht op leercultuur richt: de komst van generatie Y, oftewel de ‘entrepreneurial learners’. Deze generatie groeit op met een andere houding ten opzichte van leren en brengt een compleet nieuwe leercultuur met zich mee, waarin spel, verbeeldingskracht en onderzoekend leren centraal staan (Seely Brown & Thomas, 2011). Om jong talent te binden en optimaal te benutten is het voor organisaties essentieel om de cultuur aan te laten sluiten bij het leren van deze generatie. Op die manier kan een organisatie haar innovatiekracht vergroten. Daartoe is het noodzakelijk om vanuit HRD in te zetten op het versterken van de leercultuur (zie ook kader Interview John Seely Brown). Wat is leercultuur? Hiervoor is het belang aangegeven van aandacht voor de leercultuur van de organisatie, maar wat is eigenlijk een leercultuur? Het begrip (organisatie)cultuur kent tal van definities. Echter, van het begrip leercultuur zijn er minder specifieke definities. Reden voor ons dit verder te onderzoeken. Vanuit onze ontdekkingstocht definiëren wij leercultuur als: een collectief, dynamisch systeem van basisassumpties, waarden en normen, dat richting geeft aan het leren van mensen in een organisatie. Twee aspecten van deze definitie lichten we hier verder toe, namelijk: ‘basisassumpties, waarden en normen’ en ‘cultuur als dynamisch systeem’. O&O / NR 6 2013 THEORETISCHE VERKENNING Hoe wordt het leren beoordeeld? Wat doen mensen? Formele regels en procedures i.r.t. leren Welke leermiddelen worden ingezet? Waar is het leren op gericht? (organisatie of individu) Verdeling taken en verantwoordelijkheden Wie zijn de ‘drager’ van i.r.t. leren? Leiderschapsstijl de leercultuur en wat Wat is de ‘HRD’ taal? doen zij? On the job of off the job leren? Wat denken mensen? Leren moet Openheid en dialoog Vertrouwen Collectivisme Ruimte om te experimenteren Kennis is stabiel Leren gericht op exploratie Tolerantie voor fouten Onzekerheidsmijding Feedforward gericht Geheimhouding Wat drijft mensen? Kennis is macht Competitie Niets blijft hetzelfde Feedback gericht Defensiviteit Controle Leren is leuk Veiligheid Van anderen kan je leren Individualisme Leren gericht op exploitatie Figuur 1. Een schets van de ijsberg van leercultuur: mogelijke zichtbare en onzichtbare aspecten. Bron: TriamFloat (2013) Basisassumpties, waarden en normen: zichtbaar of onzichtbaar? De cultuur van een organisatie is gebaseerd op basisassumpties (aannames over hoe de mens en de wereld om ons heen in elkaar zitten), waarden (morele ijkpunten) en normen (gedragsregels). Deze zijn deels onzichtbaar, deels zichtbaar. De lagen van waarden en basisassumpties zijn veel minder zichtbaar dan concreet gedrag binnen een organisatie. Bij de zichtbare aspecten van een cultuur kun je bijvoorbeeld denken aan het gedrag van mensen: wat doen mensen? Hoe doen mensen dat? Welke afspraken maken ze? Normen zijn vaak duidelijker waarneembaar dan de onderliggende waarden en basisassumpties. Wat zijn de ongeschreven regels in een organisatie? Wat drijft mensen om bepaalde gedragingen wel te laten zien en andere niet? Baars (2003) maakt in dit verband onderscheid tussen leerklimaat en leercultuur: het zichtbare van cultuur ziet zij als het leerklimaat van de organisatie. Haar stelling is dat leerklimaat makkelijker te beïnvloeden is dan leercultuur. Echter, het leerklimaat kan niet helemaal los worden gezien van de leercultuur van een organisatie; de onderliggende, ongeschreven regels beïnvloeden het zichtbare. Volgens Schein (1985) bepalen basisassumpties voor een groot gedeelte het gedrag van mensen. Een voorbeeld van de invloed van waarden op ons gedrag zien we binnen een organisatie waarin het O&O / NR 6 2013 vertrouwelijk behandelen van informatie een belangrijke waarde is. Vanuit organisatieperspectief is deze waarde functioneel en begrijpelijk; het delen van bepaalde informatie met de buitenwereld is dan niet in het belang van de organisatie en haar klanten. Echter, kijken we vanuit leerperspectief naar deze waarde, dan zien we dat medewerkers het ook moeilijk vinden om informatie met hun collega’s uit te wisselen, wat kennisdeling en het leren van elkaar belemmert. Om de zichtbare en onzichtbare aspecten van een leercultuur te verduidelijken, hebben wij het begrip leercultuur in figuur 1 geïllustreerd met behulp van het Cultural Iceberg model van Hall (1976). Hierin maakt hij de zichtbare en onzichtbare aspecten van een cultuur inzichtelijk. In de top zijn voorbeelden van zichtbare aspecten van een leercultuur opgenomen. De onzichtbare aspecten, zoals waarden, ongeschreven normen en basisassumpties, bevinden zich aan de onderzijde van de ijsberg, onder het wateroppervlak. Om meer inzicht te krijgen in het leervermogen van de organisatie, maakt Boudewijns (2010) met de Delta 5 methodiek inzichtelijk welke ongeschreven regels het leervermogen van een organisatie beïnvloeden. Door deze ongeschreven regels te analyseren, kan inzichtelijk worden gemaakt welke gedragspatronen bevorderend en belemmerend kunnen zijn voor het leer- en innovatievermogen. Om vanuit HRD bij te dragen 07 Interview: John Seely Brown voor het Palo Alto Research Center van Xerox werkte. Dat was zo krachtig dat ik dat concept nooit heb losgelaten. Tegenwoordig gaat alles zo snel dat het geen optie meer is om ons te beperken tot het formele leren. Een andere belangrijke inspiratiebron was het ‘omgekeerde’ mentorschap dat ik had met een fanatieke gamer, waardoor ik echt leerde begrijpen waar gamen over gaat. Het was een uitdagende ervaring. Zij bracht mij in contexten die ik niet gewend was. Het zorgde ervoor dat ik écht begreep wat de nieuwe cultuur van het leren inhoudt.’ In uw keynote speech tijdens de ASTD stelde u dat de meeste organisaties niet voorbereid zijn op de nieuwe cultuur van het leren. Wat moet HRD hieraan doen? ‘Verbazingwekkend genoeg is het erg makkelijk om over dit soort onderwerpen met de top van de organisatie te praten. Ik werk vooral met CEO’s en elk groot probleem waar een CEO mee te maken heeft, is gerelateerd aan het John Seely Brown vraagstuk hoe zij hun human resources effectief kunnen mobiliseren. Hoe maken zij hun organisaties aantrekke- Op de ASTD 2013 was John Seely Brown een van de key- lijk voor de generatie Y? Het middenmanagement is veel note speakers. Hij sprak over de ‘entrepreneurial learner’ en conservatiever, net als de HR-afdelingen. Zij accepteren ‘a new culture of learning’. We stelden hem enkele vragen. de status quo en kunnen naar jonge medewerkers alleen kijken vanuit het perspectief van functieomschrijvingen. Waarom heeft u samen met Douglas Thomas het boek ‘A new Het is nooit duidelijk hoe zij precies in beweging gaan ko- culture of learning’ geschreven? men. Ik hoop dat ons boek kan bijdragen aan een discussie ‘In de vroege jaren ’80 richtte ik mij al op het transforme- over dit onderwerp, waardoor het meer aandacht krijgt, ren van een werkomgeving in een leeromgeving, toen ik zodat uiteindelijk dingen ook gaan veranderen.’ aan het continu leren in organisaties, is het dus van belang om naar het geheel van zichtbare én onzichtbare aspecten van de leercultuur te kijken. Cultuur als dynamisch systeem Een tweede belangrijk aspect van onze definitie van leercultuur is de dynamiek van cultuur. Het is geen statisch gegeven: een cultuur wordt gevormd door de interacties tussen mensen en de betekenis die zij geven aan hun acties en die van anderen (zie ook Schein, 1985; Weick, 1995; Harris, 1994). De cultuur is ook een reactie op wat er in de buitenwereld gebeurt: het patroon van waarden, normen en concrete gedragingen dat een groep heeft gevormd, is vaak een reactie op problemen die vanuit de buitenwereld de organisatie binnenkomen. Deze groep komt hiervoor met een oplossing. Als de oplossing werkt, wordt deze vervolgens gezien als dé manier van werken: ‘Zo doen we het hier nu eenmaal’. Zelfs als deze manier van werken inmiddels misschien niet meer zo effectief blijkt te zijn (Schein, 1985). In het boek ‘A new culture of learning’ stellen Seely Brown en Thomas (2011) onder andere dat 08 de dynamiek in de leercultuur alleen maar zal toenemen in de 21e eeuw. Volgens hen paste de leercultuur in de 20e eeuw zich alleen bij noodzaak aan op veranderingen in de omgeving. In de 21e eeuw daarentegen, ontwikkelt een leercultuur zich meer en meer organisch, continu inspelend op de veranderingen in de omgeving. Een organisatie is daardoor in staat zich flexibel op te stellen en mee te bewegen met de omgeving. Waar in de 20e eeuw stabiliteit, continuïteit en voorspelbaarheid belangrijke waarden waren, zijn in de huidige tijd waarden als veranderingsgezindheid, innovatiegerichtheid en wendbaarheid belangrijk. Deze waarden versterken het dynamische aspect van een leercultuur. Eén succesformule? Uit de voorgaande paragrafen blijkt het belang van leercultuur bij continue verbetering en innovatie. Dit roept de vraag op of er zoiets bestaat als een succesformule voor een ideale leercultuur. Baars (2003) schetst in haar onderzoek onder andere het perspectief van de lerende organisatie. Dit wordt veelal gezien als het ideaalbeeld voor de leercultuur van een organisatie. Echter, Baars O&O / NR 6 2013 THEORETISCHE VERKENNING concludeert dat er niet één ideale leercultuur is: wat effectieve cultuurkenmerken zijn en wat niet, hangt af van het type en de context van de organisatie. Net zoals iedere organisatie haar eigen unieke organisatiecultuur heeft, heeft ook iedere organisatie haar eigen unieke leercultuur, waarbij bepaalde kenmerken meer of minder effectief kunnen zijn als het gaat om continue verbetering en innovatie. Alhoewel Seely Brown & Thomas (2011) wel een typische leercultuur schetsen voor de 21e eeuw, laten zij duidelijk zien dat de ideaaltypische leercultuur voor een organisatie afhankelijk is van de tijd waarin een organisatie zich bevindt; de context van de 21e eeuw vraagt een andere leercultuur dan de 20e eeuw. Online games als ‘World of Warcraft’ weerspiegelen volgens hen deze nieuwe cultuur. In deze games werken tientallen mensen samen om een bepaalde strijd te winnen: zij maken optimaal gebruik van elkaars talenten, zoeken de grenzen op van wat mogelijk is, zijn altijd op zoek naar innovatie, en impliciete kennis (‘tacit knowledge’) speelt een cruciale rol. Van individuele naar collectieve leercultuur Dat een leercultuur van een organisatie wordt bepaald door de context en vervlochten is met de organisatiecultuur, wil niet zeggen dat er geen algemene kenmerken van een leercultuur te benoemen zijn die continu leren ondersteunen. In haar literatuuronderzoek beschrijft Pantjes (2013) hoe de ontwikkeling van een individuele naar een collectieve leercultuur nodig is om continu leren in een organisatie te bewerkstelligen. In een individuele leercultuur is het leren vooral gericht op het verbeteren van het individuele functioneren van de medewerker. Kennisdeling vindt nauwelijks plaats en er is met name aandacht voor het formele leren. In een collectieve leercultuur staat vooral het sociale leren en het werkplekleren centraal; continu leren wordt hierin geborgd. Het is interessant te kijken naar de drie algemene kenmerken die Pantjes (2013) beschrijft, die van belang zijn in de verandering naar een collectieve leercultuur: leiderschap, samenwerking en communicatie. 1. Leiderschap. Leiderschap is een belangrijk aspect in het faciliteren van kennisdeling en leren van organisatieleden (Baars, 2003). In een collectieve leercultuur ligt de verantwoordelijkheid voor leren steeds meer bij de medewerkers. De leidinggevende krijgt een minder sturende, en meer motiverende of coachende rol (Baars, 2003; Fousert, 2005; Watkins & Marsick, 1996). Deze rol is belangrijk in het stimuleren van innovatie. 2. Samenwerking. Samenwerking is een ander belangrijk kenmerk voor het genereren van meer kennisdeling en de verandering naar een O&O / NR 6 2013 Een voorbeeld. ABN AMRO: ‘Elke dag 2% beter willen worden’ Bij ABN AMRO werkten we aan een cultuur van permanente ontwikkeling. ‘Help ons permanente ontwikkeling vorm te geven’, was de vraag waar we binnen de bank mee aan de slag gingen. Een belangrijke aanleiding hiervoor was de extern veranderende financiële wetgeving, waarbij van medewerkers wordt verwacht dat zij continu actuele ontwikkelingen in hun advies naar klanten toepassen. Daarbij bleek uit gesprekken dat permanente ontwikkeling een cultuur vraagt waarin continu verbeterd en geleerd wordt. Om in kaart te brengen hoe medewerkers de leercultuur binnen ABN AMRO ervaren, is hen gevraagd de huidige situatie te beoordelen. Door een enquête en een medewerkerspanel is een goed beeld ontstaan van hoe medewerkers aankijken tegen onder andere de rol van de leidinggevende, hun eigen rol en de waarden en normen die zij hebben ten aanzien van leren. Medewerkers benoemden de wens om meer te leren op de werkplek; te leren van collega’s om elke dag een stapje beter te worden. De resultaten geven richting aan de ontwikkeling van een leercultuur waarin continu leren en verbeteren de basishouding is van iedere medewerker. Het onderzoek heeft geholpen om een duidelijk startpunt te bepalen en aan te sluiten bij de behoefte van medewerkers. Om permanente ontwikkeling vorm te geven, is een visie ontwikkeld die aansluit bij de strategische doelstellingen en gewenste cultuur van ABN AMRO. Door gesprekken met het management aan te gaan over heersende en gewenste waarden, creëer je bewustwording en draagvlak (zie figuur 2: de veranderende rol van HRD (Hart, 2013)). Daarnaast wordt met een projectteam gekeken op welke manier HRD al direct tastbaar bijdraagt aan de gewenste leercultuur. Een praktisch voorbeeld is dat we aspecten van de gewenste leercultuur meenemen in nieuwe leerinterventies. De medewerker krijgt meer verantwoordelijkheid over zijn leerweg en het leren van elkaar komt nadrukkelijk in de leerinterventie terug. Ook door kleine stapjes vanuit HRD creëren we een leercultuur waarin we continu leren en verbeteren. collectieve cultuur (Pantjes, 2013). Samenwerking tussen verschillende teams en afdelingen leidt ertoe dat de grenzen van een organisatie flexibeler worden (Wierdsma & Swieringa, 2011). Kennis blijft hierdoor niet voorbehouden voor een functie of afdeling, maar verspreidt zich door de organisatie. Hierdoor krijgen meer medewerkers toegang tot meer kennis, kunnen zij zich breder ontwikkelen en zijn zij ‘flexibeler’ inzetbaar voor de organisatie. In de visie van Seely Brown & Thomas (2011) zien we ook terug dat samenwerking een cruciale factor is in de 21e-eeuwse leercultuur. Mensen leren in interactie met elkaar in fluïde relaties, die het resultaat zijn van gedeelde belangen en mogelijkheden, het zogenaamde ‘peer-to-peer learning’. 3. Communicatie. In een collectieve leercultuur is de dialoog essentieel: tweezijdige communicatie draagt bij aan de kennisintensiviteit van de organisatie (Watkins, 1996; Onstenk, 2004). Open en transparante communicatie maakt kennisdeling mogelijk en het stellen van vragen is een cruciaal onderdeel van de nieuwe leercultuur (Baars, 2003; De Jong, 2011; Seely Brown & Thomas, 2011). Het gaat niet langer om het 09 The LCP Department (Learning, Collaboration & Performance) DEALING WITH COMPLIANCE, REGULATORY & MANDATORY TRAINING ADDRESSING SPECIFIC PERFORMANCE PROBLEMS FULFILLING LEGAL & OTHER REQUIREMENTS RESPONDING TO THE NEEDS OF MANAGERS & OTHERS C4LPT, 2013 SUPPORTING CONTINUOUS LEARNING & PERFORMANCE IMPROVEMENT WORKING IN CLOSE PARTNERSHIP WITH PEOPLE MANAGERS Performance Analysis Team/Group Collaboration to identify appropriate intervention(s) (=not a TNA) Training/ E-Learning Performance Support Professional Learning OTHER Figuur 2. De veranderende rol van HRD volgens Jane Hart (2013) vinden van het juiste antwoord, maar om het blijven stellen van vragen. Het nooit iets helemaal weten en het continu zoeken naar radicale alternatieven, innovatieve strategieën en originele oplossingen is iets wat medewerkers moeten accepteren. Ook in het voorbeeld van ABN AMRO (zie kader) zien we dat op de hiervoor beschreven aspecten verandering gewenst is. Van leidinggevenden wordt een meer coachende rol verwacht, waarbij zij medewerkers stimuleren om van en met elkaar te leren. Het collectief leren zien we terug in de dagstart die in het kader van ‘customer excellence’ per team wordt gehouden. Hierin worden de activiteiten besproken, maar medewerkers kunnen ook een concrete hulpvraag of verbeteractie inbrengen. Als HRD kunnen we door deze leerinterventies bewustwording creëren die bijdraagt aan een cultuur van continu leren. De rol van HRD Zoals het begin van het artikel schetst, en het ABN AMRO-voorbeeld (zie kader) verduidelijkt, is ‘continu leren’ een belangrijk gegeven voor organisaties. HRD kan een belangrijke toegevoegde waarde leveren aan een cultuur van continu leren. Hieronder gaan we in op de vraag: Welke rol kun je als HRD’er innemen in 10 het bekrachtigen van een leercultuur die continu leren ondersteunt? We belichten drie rollen, te weten: Organizational learning anthropologist; HRD Business partner en; Conservator. Organizational learning anthropologist De rol van antropoloog verwijst naar de HRD’er die de heersende en gewenste waarden en normen in een organisatie inzichtelijk maakt en zich afvraagt hoe deze zich verhouden tot de gewenste leercultuur. Door met deze rol de cultuur van de organisatie te onderzoeken, verwerf je inzicht in welke cultuurpatronen bevorderlijk of belemmerend zijn voor een cultuur van continu leren. Een antropoloog komt doorgaans van ‘buiten’; hij observeert en participeert in een voor hem nieuwe omgeving. Zijn positie als buitenstaander in combinatie met specifieke onderzoeksvaardigheden stelt hem in staat om een gedegen analyse te maken van een (leer)cultuur. In hoeverre lukt dat als interne HRD’er? Wees je daarom bewust van je eigen rol in de organisatie: je zult ook (onbewust) veel verborgen aannames hanteren die gangbaar zijn in de organisatie! Pas je onderzoeksstrategie daarop aan en betrek vooral ook recente nieuwkomers in het onderzoek, om een scherp beeld te krijgen van de leercultuur in de organisatie. O&O / NR 6 2013 THEORETISCHE VERKENNING HRD Business partner De HRD Business partner gaat een stap verder dan onderzoeken. In deze rol creëer je bewustwording over heersende cultuurpatronen en ga je de dialoog aan over de heersende (soms belemmerende) cultuurpatronen. Door in dialoog te gaan met de lijn over gewenste verbetering en aspecten van de leercultuur die in de organisatie kenmerkend zijn, kunnen cultuurpatronen doorbroken en versterkt worden (zie ook kader ABN AMRO). Dit kan enerzijds door in formele leerinterventies aan te sluiten bij de gewenste leercultuur, anderzijds door in een gelijkwaardige samenwerking met leidinggevenden het leren binnen het team en de organisatie zo optimaal mogelijk te faciliteren. Ook Hart (2013) schetst hoe de rol van de HRD-afdeling verandert in die van business partner (zie Figuur 2). Van de business partner wordt verwacht dat hij de performanceverbetering en daarmee de continue verbetering van medewerkers en teams als uitgangspunt neemt. Bij de focus op performanceverbetering is ondersteuning (performance support) noodzakelijk; de juiste informatie op het juiste moment beschikbaar stellen voor medewerkers. Dit sluit aan bij het eerder beschreven belang van toegankelijkheid en delen van kennis, om continu te leren en als organisatie voorop te lopen. Literatuur - Baars-Moorsel, M.A.A.H. van (2003). Leerklimaat: de culturele dimensie van leren in organisaties. Academische dissertatie, Tilburg University: Eburon. - Boudewijns, J. (2010). Delta 5 – Versterk uw organisatieleervermogen, creëer en verduurzaam succes. NL: BR-groep. - Fousert, D. (2005). Dienstbaar Leiderschap: dat werkt! NL: Kluwer. - Hall, E.T. (1989). Beyond culture. New York: Anchor Press/Doubleday. - Harris, S.G. (1994). Organizational culture and individual sense-making: a schema-based perspective. In: Organizational Science, 5 (3), 309-321. - Hart, J. (2013). Supporting continuous learning and performance improvement – a vital new area of work. http://www.c4lpt.co.uk/ blog/2013/04/29/supporting-continuous-learning-and-performanceimprovement-a-vital-new-area-of-work/ - Jennings, Ch. (2011) Social & workplace learning through the 70:20:10 lens. http://charles-jennings.blogspot.nl/2011/08/social-workplacelearning-through.html - Jong, T. de (2010). Linking social capital to knowledge productivity. An explorative study on the relationship between social capital and learning in knowledge-productive networks. Houten: Springer Uitgeverij BV. - Nonaka, I. & H. Takeuchi (1995). The knowledge creating company: how Japanese companies create the dynamics of innovation. New York: Oxford University Press. - Onstenk, J. (2004). De culturele dimensie van leren op de werkplek. In: R. Poell, S. Wagenaar, H. Dekker & M. van der Klink (ed). Leercultuur en competentieontwikkeling, Vol. HRD Thema, jrg.4, nr.2. Deventer: Kluwer. - Pantjes, E.A. (2013). From positioning to professionalizing learning. In search of interventions that support organizations in their change from an individual towards a collective learning culture. Master thesis: University of Twente. - Schein, E.H. (1985). Organizational Culture and Leadership. San Francisco, CA: Jossey-Bass. - Seely Brown, J. & D. Thomas (2011) A new culture of learning. Lexington, KY. Conservator De derde en laatste rol is die van conservator. In een cultuur van continu leren is de zelfsturende lerende medewerker een belangrijke voorwaarde voor innovatie. Een HRD’er kan dit zelfgestuurde leren faciliteren, door als een conservator in een museum informatiebronnen beschikbaar te stellen, deze met behulp van inhoudsdeskundigen te prioriteren, met elkaar te verbinden en waar nodig te actualiseren. Tijdens de ASTD 2013 schetste Lombardozzi hoe een krachtige leeromgeving, waarin continu leren plaatsvindt, een omgeving is die gericht beheerd en gefaciliteerd wordt. Enerzijds kunnen individuen en groepen hun eigen leeromgeving vormgeven (denk aan ‘communities of practice’), anderzijds kan het nodig zijn dat HRD deze rol oppakt indien sprake is van een specifieke leer-/ontwikkelbehoefte binnen een organisatie. Alle drie de rollen zijn nodig voor een HRD’er om te kunnen werken aan een krachtige leercultuur waaruit continu leren en innovatie voortkomen. De context van de organisatie bepaalt welke rol het meest bevorderlijk is voor het stimuleren van een collectieve leercultuur waarin innovatiekracht, verandervermogen en wendbaarheid belangrijke waarden vormen. • O&O / NR 6 2013 - Weick, K.E. (1995). Sense making in organizations. Thousand Oaks: Sage Publications. - Watkins, K.E. & V.J. Marsick (1996). In action: Creating the learning organization. Alexandria, VA: American Society for Training and Development. - Wierdsma, A.F.M. & J. Swieringa (2011). Lerend organiseren en veranderen. Als meer van hetzelfde niet helpt (3rd ed.). Groningen: Wolters Noordhoff bv. - Yolles, M. (2009). Competitive advantage and its conceptual development. Business Information Review, 26(2), 93-111. Drs. Marjoleine Heijboer is Learning & Development Consultant bij TriamFloat. Zij is cultureel antropoloog en lid van de expertisegroep ‘leercultuur’ binnen TriamFloat. E-mail: marjoleine.heijboer@triamfloat.nl Mieke Korenhof MSc is onderwijskundige en Learning & Development Consultant bij TriamFloat. Zij is lid van de expertisegroep leercultuur binnen TriamFloat en projectleider van het project permanente ontwikkeling bij ABN AMRO. E-mail: Mieke.korenhof@triamfloat.nl Leanne Pantjes MSc is onderwijskundige en projectmedewerker Onderwijsstaf bij SVO vakopleiding food. Voor haar masterscriptie deed zij onderzoek naar interventies die de verandering van een individuele naar een collectieve leercultuur kunnen ondersteunen. E-mail: [email protected] 11