GETTY SBURG Zuidelijke Staten in de pan gehakt bij

advertisement
Burgeroorlogen
Zuidelijke Staten in de pan gehakt bij
De grootste en belangrijkste slag van de
Amerikaanse Burgeroorlog wordt uitgevochten
op drie julidagen in 1863. Het opstandige Zuiden
wil eens en voor altijd afrekenen met het
Noorden en voert manmoedige aanvallen uit,
maar net als het erom spant is de munitie op.
78
DOOR ELSE CHRISTENSEN
GETTY S
Juni 1863.
Het Zuidelijke leger valt het Noorden
binnen om een beslissing in de
burgeroorlog te forceren. Met een
overwinning ligt de Noordelijke hoofdstad
Washington binnen bereik en kan het
Zuiden de vredesvoorwaarden dicteren.
De colonne loopt stevig door over het stoffige
landweggetje. De mannen marcheren al vier
weken, en dat is hun aan te zien: ze hebben
wallen onder de ogen en van hun uniform is
weinig meer over. De oorlog duurt al een paar
Historia 8 • 2014
Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.
VS
In een wanhoopsoffensief voerde
het Zuiden met 12.000 man een
frontale aanval over open terrein uit.
Ruim de helft van hen sneuvelde.
POLFOTO/CORBIS & ISTOCKPHOTO
Gettysburg
KORT OVERZICHT
Washington
Achtergrond: Het slavernijvraagstuk verdeelt de VS tot op het bot. Er
gaapt een diepe kloof tussen het geïndustrialiseerde Noorden en het
van landbouw afhankelijke Zuiden, dat zich wil afsplitsen.
Verloop: Het Zuidelijke leger is sterk gemotiveerd en wil een beslissing
forceren voordat het Noorden al zijn materieel in de strijd
kan gooien. In de Slag bij Gettysburg gaat deze droom in rook op.
Gevolg: De nederlaag is het begin van het einde voor het Zuiden. De
vijand heeft betere wapens en meer manschappen.
j
Y SBURG
jaar, en de grijze jassen en broeken zijn tot op
de draad versleten. Veel soldaten konden de
verleiding niet weerstaan om lijken van vijanden
te beroven en lopen dan ook rond in een ratjetoe van grijze en blauwe uniformen.
Sommige mannen lopen op blote voeten omdat hun laarzen volkomen afgetrapt zijn. Maar
de stemming zit er desondanks goed in. Als het
muziekkorps Dixie begint te spelen, rechten de
soldaten hun rug en zingen ze luidkeels mee
met het ‘Hooray, Hooray!’
Wie deze troepen slechts beoordeelt op hun
armoedige voorkomen, maakt een grote fout.
Ze lijken dan wel op zwervers, maar het zijn
uitstekende soldaten die zomaar op weg naar
hun zoveelste overwinning kunnen zijn.
30 juni 1863, ’s avonds.
Hoofdkwartier van de Noordelijke generaal
George G. Meade, 14 km van Gettysburg.
Generaal Meade heeft geen idee hoe dichtbij de
vijand is. Toch maakt hij zich zorgen. Het is nog
maar twee dagen geleden dat hij ’s morgens in
alle vroegte gewekt werd door een gezant van
president Lincoln, die hem meedeelde dat hij
Historia 8 • 2014
79
Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.
Burgeroorlogen
Tegenpolen treffen
elkaar bij Gettysburg
de nieuwe opperbevelhebber van het leger van
de Noordelijke Staten was. Dat is een zware
verantwoordelijkheid. In het schijnsel van een
olielamp schrijft hij een brief aan zijn vrouw:
‘Ik ga door, maar de hoge verwachtingen die
aan me gesteld worden drukken zwaar op mijn
gemoed. Moge onze hemelse vader mij een
instrument laten zijn voor de bevrijding van
mijn land en de strijd voor de goede zaak.’
De bevelhebbers van het Noorden en Zuiden waren elkaars
tegenpolen. Lee was een vechtjas, Meade een ingenieur.
Lee kwam uit een heldengeslacht. Robert Lee was de
zoon van gouverneur Henry Lee van Virginia, een held van de
Onafhankelijkheidsoorlog tegen de Engelsen. Het lag dan ook voor de
hand dat Robert naar de militaire academie in West Point zou gaan.
Toen het conflict tussen Noord en Zuid uit de hand liep, moest
Lee kiezen tussen de VS en zijn thuisstaat Virginia. Maar voor hem, als
slavenhouder, wogen de belangen van de staat het zwaarst.
In 1862 kreeg Lee het bevel over het Army of Northern Virginia,
waarmee hij een reeks belangrijke slagen uitvocht. In het begin van de
oorlog werd hem verweten dat hij te voorzichtig was – hij kreeg zelfs de
bijnaam ‘Omaatje Lee’ – maar dat veranderde al snel. Hij ontpopte zich
als een agressieve bevelhebber die grote vijandelijke legers
op de vlucht joeg. Na de nederlaag bij Gettysburg nam Lee
– terecht – de volledige verantwoordelijkheid op zich en
bood hij zijn ontslag aan. De Zuidelijke president
Jefferson Davis wilde hier echter niets van weten en
bevorderde Lee in januari 1865 tot bevelhebber van
het hele Zuidelijke leger. Korte tijd later gebeurde
het onvermijdelijke: het Noorden had een
surplus aan middelen en Lee moest capituleren.
De generaal vond de vredesvoorwaarden
onnodig vernederend voor het Zuiden. Zelf
raakte hij zijn staatsburgerschap van de VS
en daarmee zijn stemrecht kwijt. Hij kreeg
beide nooit meer terug.
Robert Lee, die al aan het begin van de
oorlog hartpatiënt was, stierf in 1870 aan een
ROBERT EDWARD LEE (1807-1870)
hartaanval, 63 jaar oud.
80
De ochtendmist lost op in de zon. Op de
velden langs de weg staat het graan te rijpen.
De voorhoede van het Zuiden – twee divisies
met in totaal 13.500 man – is onderweg. De
sfeer is ontspannen, de mannen lopen te roken
en te kletsen. Het deert ze niet dat ze geen
schoenen hebben, want ze hebben gehoord dat
er in Gettysburg een schoenenfabriek is.
Plotseling klinkt er geschreeuw. De mannen
vallen stil. De voorsten zien in de verte iets in
de zon glinsteren. Zijn het geweren? Dan klinkt
het bevel om rijen te vormen. De vaandeldragers halen de opgerolde banieren van hun
schouders en vouwen ze uit. Vanuit de verte
klinkt een schot. Het zijn de yankees.
1 juli, 7.00 uur.
De Noordelijke veldwachtpost op
de landweg ontdekt de grote Zuidelijke
troepenmacht die in aantocht is.
De soldaten van de Noordelijke Staten zijn op
hun hoede. Gespannen turen ze naar de stofwolk boven de landweg. Ze horen een dof
gerommel: het gestamp van duizenden voeten.
Dan ontwaren ze de silhouetten van mensen,
paarden, wagens en kanonnen.
‘De rebellen komen!’ klinkt het, en in een
vlaag van onbedachtzaamheid richt een soldaat
zijn geweer op de oprukkende troepenmacht
en haalt de trekker over. Hij raakt natuurlijk
niets – de afstand is veel te groot – maar het
eerste schot van de Slag bij Gettysburg is gelost.
1 juli, 10.00 uur.
De heuvels ten westen van Gettysburg.
Generaal Reynolds, de bevelhebber van de
plaatselijke troepen, arriveert.
POLFOTO/CORBIS & GETTY IMAGES
Meade was dol op vuurtorens. George Meade werd
opgeleid aan West Point, maar was nooit van plan geweest
carrière te maken in het leger. Hij werkte als ingenieur voor het
ministerie van Oorlog en de spoorwegen. Pas toen hij 25 was en een
gezin had om voor te zorgen, ging hij bij de genietroepen. Tijdens de
Mexicaans-Amerikaanse Oorlog maakte hij naam en werd
hij bevorderd. Na afloop van de oorlog stortte hij zich op
het bouwen van vuurtorens.
Tijdens de Burgeroorlog schopte hij het tot
opperbevelhebber van de hoofdmacht van het leger van
het Noorden. Hoewel zijn soldaten hem beschreven als
‘een oude schildpad met uitpuilende ogen’, genoot
Meade veel respect onder zijn troepen.
De overwinning bij Gettysburg toonde aan dat
dit terecht was, hoewel Meade wel verweten
werd dat hij het leger van de Zuidelijke Staten
te makkelijk had laten ontkomen.
George Meade werd maar 57 jaar. In 1872
overleed hij aan een longontsteking en
GEORGE G. MEADE (1815-1872)
de gevolgen van zijn oorlogsverwondingen.
1 juli, 7.00 uur.
Chambersburg Road, ten westen van
Gettysburg in het Noordelijke Pennsylvania.
Het hart klopt generaal Reynolds in de keel
terwijl hij zo snel als hij kan te paard de heuveltop op rijdt, waar een aantal hoge officieren
ongeduldig staat te wachten. Reynolds ziet nog
voor zich hoe de burgers even tevoren in
paniek het plaatsje Gettysburg ontvluchtten.
Nog voordat zijn paard helemaal tot stilstand
is gekomen, roept een kolonel naar hem: ‘Haast
Historia 8 • 2014
Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.
u, generaal, maak voort. Ze zijn door onze stellingen aan het breken.’
Reynolds richt zich tot zijn adjudant en zegt
hem wat hij per ommegaande aan generaal
Meade moet meedelen. Reynolds drukt de man
op het hart om zich spoorslags naar het hoofdkwartier van de generaal te begeven.
Zelf rijdt hij door om zich aan te sluiten bij
zijn vechtende soldaten. Een paar uur later zal
hij aan een hoofdwond bezwijken.
1 juli, 11.30 uur.
Het hoofdkwartier van generaal Meade. De
adjudant van Reynolds arriveert.
Adjudant Weld springt van zijn paard af, dat
hijgt en druipt van het zweet. Het kost Weld
moeite om kalm te blijven terwijl hij het bericht
van Gettysburg aflevert: ‘De vijand rukt in
groten getale op, en generaal Reynolds is bang
dat de Zuidelijken de heuvels aan de andere
kant van de stad innemen voordat hij daarin
slaagt. Hij zal in de stad weerstand bieden en zo
lang standhouden als hij kan.’
‘Mijn God,’ roept generaal Meade uit. Het is
maar 80 kilometer naar Washington!
1 juli, 15.30 uur.
Meade heeft snel versterkingen naar
Gettysburg gestuurd. Een korps neemt op
een heuvel buiten de stad posities in.
De middagzon brandt. De bevelhebber op de
heuvel, generaal-majoor Francis C. Barlow,
knijpt zijn ogen dicht. Troepen in het grijs
rukken op. Het zijn er veel. Het geweervuur is
hevig, en een aantal van zijn mannen valt. De
linie wordt een heel eind teruggedrongen, en
de soldaten slaan op de vlucht.
Woedend spoort Barlow zijn paard aan. De
mannen moeten standhouden, anders ligt de
weg naar Gettysburg open.
Maar de generaal-majoor komt niet ver. Een
schot treft hem in zijn zij en hij valt bijna van
zijn paard. Om hem heen is het één grote
chaos. Een soldaat grijpt hem bij de schouder
om hem te ondersteunen, maar wordt zelf door
een kogel geraakt. Dan voelt Barlow een pijnscheut in zijn rug, en hij valt flauw. Als hij weer
bijkomt, bevindt hij zich in een
veldhospitaal.
1 juli, 16.30 uur.
Het verslagen korps van Barlow vlucht naar
Gettysburg met de vijand op de hielen.
In Gettysburg is alles anders dan anders. De
kruideniers zijn dicht. De hamerslagen van de
smeden zijn verstomd. Banken en kantoren
hebben hun ramen dichtgetimmerd. Het normaal zo bedrijvige stadje ligt er doods bij. Geen
van de 2500 inwoners waagt zich op straat.
Eerder die dag lagen de kinderen op de daken
van de huizen om een glimp op te vangen van
de gevechten in de heuvels rond de stad. Nu
hebben hun ouders ze naar binnen geroepen
en zitten ze in de kast of onder het bed.
Dan barst het ineens los. In de straten klinken
schoten, kreten en het geroffel van duizenden
paardenhoeven en soldatenlaarzen. Als een
blauwe vloedgolf stroomt het hele Noordelijke
korps in blinde paniek door het stadje, op de
voet gevolgd door de Zuidelijke troepen, die ver
in de meerderheid zijn. Gettysburg is veroverd.
2 juli, ’s ochtends vroeg.
Generaal Meade beseft dat het nu of nooit
is. Zijn bevelen worden voorgelezen aan de
gedesillusioneerde troepen uit het Noorden.
De woorden slaan in als een bom bij de manschappen. ‘Dit leger,’ schrijft generaal Meade,
‘moet ons bevrijden van de aanwezigheid van
de vijand.’ Het gaat om ‘huis, haard en onze
heilige altaars’. ‘Officieren hebben orders om
elke soldaat die zijn plicht verzaakt standrechtelijk te executeren,’ aldus de generaal.
De meeste infanteristen hadden
een enkelschotsgeweer (foto),
maar aan het eind van de oorlog
gebruikte het Noorden
het Gatling-machinegeweer.
GUNS INTERNATIONAL
2 juli, rond 11.00 uur.
Het Zuidelijke hoofdkwartier. Het succes
van 1 juli heeft nog geen vervolg gekregen.
Geërgerd loopt generaal Lee buiten zijn hoofdkwartier te ijsberen. Zijn tweede man, luitenantgeneraal James Longstreet, heeft weliswaar veel
slagen gewonnen met zijn voorzichtige tactiek,
maar dit gaat te ver! De hele ochtend is hij zoet
geweest met het opstellen van zijn troepen
voor de aanval die Lee bevolen heeft, zodat
De fotografie was tijdens
de burgeroorlog net in
opkomst. Foto’s van de
gruwelen van het slagveld
schokten het publiek.
POLFOTO/CORBIS
Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.
Burgeroorlogen
de vijand de gelegenheid heeft gekregen zijn
posities te versterken. De kans om het Noorden
te verslaan glipt Lee langzaam uit handen.
‘Laat je troepen vanuit de rechterflank aanvallen,’ zegt hij vastbesloten tegen Longstreet.
Longstreet aarzelt. Hij staart naar de horizon.
Kan Lee nog even geduld hebben? Zo meteen
komt er nog een hele brigade aan. Lee maakt
een wegwerpgebaar, maar gaat toch akkoord.
Hij is moe en heeft pijn op de borst, maar daar
kan hij zich nu niet druk om maken.
2 juli, rond 16.00 uur.
Terwijl de rebellen de tijd nemen, zet
Meade een sterke verdediging op touw,
met als ruggengraat Cemetery Ridge, een
hoogvlakte van 2,5 km lang. De heuvel
Little Round Top is het zuidelijkste punt.
De Zuidelijke soldaten
legden moed en
discipline aan de dag
bij de gewelddadige
bestormingen van de
Noordelijke stellingen.
POLFOTO
Kolonel Joshua Lawrence Chamberlain probeert
kalm te blijven terwijl de granaten hem om de
oren suizen. Voor hem staat zijn commandant.
‘Ik heb u hier gepositioneerd. U vormt met
uw 20e Maine-regiment de buitenste linkerflank van ons leger. Begrijpt u? U dient deze
stelling tegen elke prijs te behouden.’
‘Begrepen,’ antwoordt Chamberlain luid en
duidelijk. Als de vijand zijn divisie uitschakelt,
kunnen de Zuidelijken om het Noordelijke
leger heen trekken om het in de rug aan te
vallen. Chamberlain stelt zijn soldaten
onmiddellijk op achter een stenen
muurtje en een paar rotsblokken.
Dit zijn de enige obstakels die
nog tussen hen en het grijze
rebellenleger staan.
2 juli, ’s middags, Little Round Top.
Het 20e Maine-regiment heeft al twee
aanvallen afgeslagen. Nu volgt een derde.
Chamberlain ziet hoe de Zuidelijken gestaag
terrein winnen. Pas als ze vlakbij zijn, gaan ze
sneller lopen en bestormen ze schreeuwend de
heuvel. De kolonel wacht af. Er is niet veel
munitie en het regiment kan zich geen missers
veroorloven. Nog even wachten ... nu!
‘Vuur!’ roept Chamberlain.
Een aantal rebellen valt uit het gelid. De
grond ligt bezaaid met doden en gewonden.
Maar de aanvallers weten niet van opgeven.
Pas als de Zuidelijken bijna op de top van de
heuvel zijn, loopt de aanval vanwege de zware
verliezen spaak. De soldaten die niet worden
neergeschoten, slaan op de vlucht.
Chamberlain knielt bij een van zijn mannen,
de gewone soldaat George Washington Buck.
Hij is zwaargewond. Het bloed gutst uit een
wond in zijn borst en vormt een stroompje
tussen de stenen op de grond. De gewonde
staart met een lege blik naar de hemel.
‘Je bent er niet best aan toe, mijn jongen,’
zegt de kolonel zachtjes.
Chamberlain weet wie het is. Pas geleden
had een betweterige wapenmeester hem om
een kleinigheid gedegradeerd.
‘Zeg tegen mijn moeder dat ik niet als een
lafaard ben gesneuveld,’ fluistert de man.
‘Je sterft als sergeant. Ik bevorder je hierbij
wegens trouwe dienst en een nobele daad op
het slagveld bij Gettysburg,’ zegt Chamberlain.
De jonge soldaat glimlacht en sterft.
2 juli, rond 19.30 uur, Little Round Top.
Het 20e Maine-regiment ligt nog onder
vuur. Een derde van de mannen is dood, en
de munitie is bijna op.
De soldaten zoeken wanhopig naar patronen,
op de grond en in de zakken van de doden.
Chamberlain ziet tot zijn schrik dat de
rebellen zich opmaken voor een nieuwe aanval.
Deze keer zullen ze niet worden gestuit door
dodelijke geweersalvo’s. Deze keer zullen ze
winnen, vreest hij. Chamberlain weet zich
geen raad. Hij is geen echte soldaat, hij is hoogleraar in de retorica aan een universiteit. Dat
was hij althans – tot de oorlog uitbrak en de
studenten werden opgeroepen. Zelf had hij
toen een officiersuniform gekregen.
Chamberlain probeert een list te verzinnen
terwijl de Zuidelijken de heuvel op rennen.
De mannen wachten op zijn orders. Die blijven
uit. Uit zijn ooghoek ziet hij een paar jonge
soldaten hun geweer boven hun hoofd tillen
om als knuppel te gebruiken. Dan krijgt hij een
ingeving: ‘20e Maine,’ roept hij, ‘klaar voor de
tegenaanval. Bajonetten erop!’
Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.
Aanval duurde drie dagen
De blauwe lijnen zijn de
Noordelijke linies.
De rode lijnen zijn de
Zuidelijke aanvallen.
Op dag 1 veroverde het Zuiden Gettysburg, maar het Noorden kreeg de
tijd om een sterke verdedigingslinie op te zetten ten zuiden van de stad.
Het centrum van de
Noordelijke linie was de
heuvel Cemetery Ridge.
Cha
mb
ers
bur
gR
Gettysburg
oad
Cha
De Zuidelijken
begonnen een
groot offensief
uit het westen
en noorden.
mb
ers
bur
gR
oad
Het Zuiden
viel het
Noorden in
de flank
Gettysburg aan.
Het Zuiden zette al zijn
troepen in bij een massale
aanval door het midden.
Cha
mb
ers
bur
Gettysburg
gR
Cemetery Ridge
Cemetery Ridge
Het Noordelijke leger
vluchtte door de
straten van Gettysburg
en nam posities in het
zuiden in.
oad
Het Noorden
hield stand en
won de slag.
Little Round Top
Zuiden sloeg toe
Noorden hield stand
Zuiden gokte verkeerd
Dag 1: Een grote Zuidelijke troepenmacht veroverde Gettysburg voordat de
Noordelijken genoeg versterkingen
ter plaatse hadden. De eerste dag was
één grote triomf voor het Zuiden.
Dag 2: Veel te laat viel het Zuiden het
Noorden in de flanken aan. De
verdedigers hielden dapper stand en
wisten de volhardende Zuidelijken
herhaaldelijk af te slaan.
Dag 3: Het Zuiden wedde op één paard
met een wanhoopsoffensief op het
centrum van de Noordelijke linie. De
gevolgen waren rampzalig en het
Zuiden verloor de helft van zijn troepen.
De soldaten komen om hem heen staan. Er
klinkt geklik van staal op staal, en de mannen
krijgen weer wat hoop. Het bevel ‘bajonetten
erop’ heeft altijd iets magisch gehad. Het doet
wat met de soldaten. Chamberlain heeft daar
weleens iets over gelezen.
‘20e Maine! Naar voren!’ roept hij. Schouder
aan schouder en schreeuwend en brullend
storten de blauwe soldaten zich de helling af.
De grijzen stoppen en richten hun geweren.
Een dodelijk salvo decimeert het 20e Maine,
maar de overlevenden slaan er geen acht op. In
hun geestdrift stormen ze met de bajonetten
vooruit op de vijand af. De Zuidelijken schrikken
van de doodsverachting van de blauwen. Dan
maken ze rechtsomkeert.
Chamberlain en zijn 20e Maine hebben het
hem geflikt. Het Zuidelijke leger probeert niet
nog een keer Little Round Top in te nemen.
2 juli, ’s avonds laat.
In het hoofdkwartier van generaal Meade is
net een bespreking afgelopen.
Een heldere maan beschijnt het landschap als
de hoge officieren uit het witte huis komen dat
tot hoofdkwartier van generaal Meade dient.
Als generaal John Gibbon aanstalten maakt om
te gaan, grijpt Meade hem bij zijn mouw. De
troepen van Gibbon verdedigen het centrum
van de Noordelijke linie bij Cemetery Ridge.
‘Als Lee morgen aanvalt, zal hij dat bij uw
front doen,’ zegt Meade zachtjes.
Verbouwereerd vraagt Gibbon aan Meade
hoe hij dat kan weten.
‘Omdat hij beide flanken al vergeefs heeft
aangevallen. Als hij het opnieuw probeert,
moet hij wel door het midden gaan.’
‘Als hij aanvalt, dan maken we gehakt van
hem,’ zegt Gibbon vastberaden.
Niet veel later komt de zon op. De derde en
beslissende dag van de slag begint.
3 juli, ’s ochtends vroeg.
De mislukte aanval van gisteren heeft erin
gehakt, maar generaal Lee geeft niet op.
Een dichte ochtendmist hangt boven het slagveld. Lee rijdt in gedachten verzonken naast
luitenant-generaal Longstreet, die het woord
neemt: ‘Generaal, mijn verkenners zijn de hele
nacht aan het werk geweest, en ik denk dat u
rechtsom langs het leger van Meade kunt om
hem uit de tent te lokken.’
Historia 8 • 2014
83
Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.
Burgeroorlogen
Lee denkt er anders over. Hij balt zijn vuist
en wijst ermee naar het centrum van de linies
van het Noorden bij Cemetery Ridge.
‘Dáár is de vijand. En ik wil hem dáár te lijf
gaan,’ buldert de generaal.
Longstreet haalt diep adem.
‘Generaal, ik ben mijn hele leven al soldaat,’
zegt hij. ‘Ik zou toch moeten weten waar soldaten wel en niet toe in staat zijn. En ik denk
niet dat we met een leger van 15.000 man die
stelling in kunnen nemen.’
Lee kijkt langs Longstreet heen en geeft geen
antwoord. Zijn besluit staat vast.
Abraham Lincoln, de
president van het Noorden,
sprak in 1863 bij de
ingebruikname van het
heldenkerkhof.
THE GRANGER COLLECTION
3 juli, 13.00 uur.
Generaal Lee wil vóór de grote aanval het
geschut van de vijand vernietigen.
‘Duiken!’ luidt het bevel aan de kanonniers van
het Noorden als het eerste artilleriesalvo van de
Zuidelijken inslaat. De granaten suizen de soldaten om de oren, munitiekisten ontploffen,
kanononderstellen versplinteren en mannen en
paarden worden opengereten door scherven.
De blauwen sneuvelen bij bosjes, terwijl
de overlevenden keihard terugslaan met hun
superieure materieel. Verwoeste kanonnen
worden door nieuwe vervangen. De artillerie
van het Noorden boet niet aan slagkracht in.
Ook aan munitie heeft het Noorden bepaald
geen gebrek, in tegenstelling tot het Zuiden.
Waardige begrafenis voor winnaars
Na de slag moesten bijna 8000
lijken begraven worden voor
ze ontbonden in de zomerhitte.
Honderden doden werden in
massagraven gegooid, die bijna
tot de rand gevuld werden: op de
bovenste lichamen lag maar 30
centimeter aarde. In de dagen na
de slag kwamen deze vanwege
zware regenval bloot te liggen.
‘Op veel plaatsen steken
armen, benen en soms hoofden
boven de grond uit, en wilde
zwijnen vreten ze aan,’ schreef
een geschokte inwoner van
Gettysburg aan zijn gouverneur.
Hierop liet de gouverneur een
heldenkerkhof aanleggen. De
staat kocht zeven hectare grond
op en schreef een aanbesteding
uit voor het herbegraven van
de lijken. Het winnende bod was
1,59 dollar per lichaam.
Het kerkhof was echter alleen
voor Noordelijken. Zuidelijke
gesneuvelden bleven liggen.
POLFOTO/CORBIS
3512 Noordelijke soldaten liggen op het
Gettysburg National Cemetery.
De Zuidelijke artillerieofficieren beginnen
zich zorgen te maken. Het bombardement
duurt al veel te lang, maar ze hebben nu eenmaal het bevel om de vijandelijke artillerie uit
te schakelen en moeten wel blijven schieten.
Urenlang bulderen de kanonnen door tijdens
het langste artilleriegevecht van de oorlog.
3 juli, rond 15.00 uur.
Negen brigades van de Zuidelijke Staten
met in totaal 12.000 man maken zich op
om ten strijde te trekken. Het is 33 graden
in de schaduw.
De Zuidelijke infanteristen turen het dal in. Het
Noordelijke leger heeft posities ingenomen
achter een stenen muurtje op Cemetery Ridge.
Anderhalve kilometer scheidt de twee legers.
Het zweet, zwart van het stof, druipt van de
gezichten van de mannen. Wapens, gespen
en knopen glimmen in de gloeiend hete zon.
Als enkele soldaten flauwvallen van de hitte
en de inspanningen, sluipt de onrust in de
gelederen van de Zuidelijke Staten.
‘Die stelling kunnen we nooit van z’n levensdagen innemen,’ fluistert iemand.
3 juli, rond 15.00.
Generaal-majoor George E. Pickett leidt
de Zuidelijke aanval. Brigadegeneraal Lewis
Armistead staat onder zijn bevel.
Armistead kijkt door zijn verrekijker het dal
over. Hij heeft een gepijnigde blik in zijn ogen.
Vóór de burgeroorlog deed hij dienst bij de
bevoorradingstroepen in Californië, net als zijn
beste vriend Win Hancock. Voordat de twee
met een warme handdruk uiteengingen om
zich elk bij een ander leger aan te sluiten, had
Armistead tegen zijn vriend gezegd: ‘Moge God
mij dood laten neervallen als ik jou ooit in een
slag een haar zal krenken.’
Nu staat generaal Hancock in zijn blauwe
uniform aan de andere kant van het dal op de
aanval van Armistead te wachten.
‘Ga de vijand te lijf, en denk aan ons oude,
vertrouwde Virginia.’ Lewis Armistead hoort
de stem van Pickett in zijn gedachten. De grijze
gelederen komen langzaam in beweging.
3 juli, even na 15.00 uur.
Brigadegeneraal Ambrose Wright uit het
Zuiden dient met zijn infanteristen
als reserve en kijkt toe bij de aanval.
Trots ziet de brigadegeneraal hoe zijn mederebellen steeds verder oprukken, dwars door
het vijandelijke geschut heen. De kanonnen
van het Zuiden beantwoorden het vuur – tot ze
plotseling stilvallen. Ambrose Wright vraagt
iemand wat er aan de hand is. De munitie is op!
Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.
Wat? De schrik slaat Ambrose Wright om het
hart. De aanvallers, die nog maar halverwege
het dal zijn, hadden de hele tijd steun van de
artillerie moeten krijgen, maar de 120 kanonnen
van het Zuiden zwijgen, terwijl de voetsoldaten
onbeschermd op de vijand af lopen.
3 juli, rond 15.00 uur.
De brigades van generaal-majoor Pickett
rukken op ondanks zware verliezen.
Alle kanonnen die het Noorden heeft bestoken
de oprukkende massa van grijze soldaten. Ontploffende granaten slaan gaten in de gelederen.
Mannen sneuvelen bij bosjes. Sommigen zijn
op slag dood, anderen sterven een langzame en
pijnlijke dood op het slagveld.
De overlevenden stappen mechanisch over
de doden en gewonden heen. Ze proberen de
gewonden niet aan te kijken, hun hartverscheurende kreten niet te horen. Het zweet
loopt de mannen in de ogen. Het is alsof de
aarde zelf in brand staat.
De Noordelijke soldaten bij het muurtje
vormen nog één egale, blauwe massa. Hun
geweren spuwen salvo na salvo uit. Maar de
aanval gaat door. Naar voren! Naar voren!
Gettysburg was het
begin van het einde
De Slag bij Gettysburg was de laatste kans voor het Zuiden,
want de tijd werkte in het voordeel van het rijke Noorden.
D
e Zuidelijke Staten waren al
vanaf het begin van de oorlog
in het nadeel: het Noorden had
veel meer inwoners, waardoor het
op termijn meer soldaten op de
been zou kunnen brengen.
Daarnaast kon de Noordelijke
industrie meer wapens maken en
blokkeerde de vloot van het
Noorden de Zuidelijke havens,
waar de plaatselijke economie
zwaar onder te lijden had.
Generaal Lee wilde de oorlog
dan ook zo snel mogelijk winnen
– voordat het te laat was. Daarom
lokte hij een beslissende slag
tussen de twee legers uit.
Robert Lee geloofde in de
overwinning, en dat was niet ten
onrechte. Hij had al een aantal
grote slagen gewonnen en
een zege bij Gettysburg lag voor
de hand. Toen die uitbleef, was
de oorlog in feite verloren.
3 juli, 15.20 uur.
De twee legers vechten bloedige lijf-aanlijfgevechten met elkaar uit.
De nacht van 3 op 4 juli.
Pickett is ruim de helft van zijn mannen
kwijt, en Lee heeft de slag verloren.
De maan verlicht het slagveld en alle doden die
er zijn achtergebleven. Generaal Lee zit als een
hoopje ellende in het zadel voor zich uit te
staren. De Slag bij Gettysburg is verloren. Zijn
adjudant, generaal Imboden, schraapt zijn keel.
THE GRANGER COLLECTION
De laatste stappen zijn het zwaarst. De mannen
putten uit hun laatste beetje wilskracht. Dan
zijn ze er. In een chaos van schoten en kreten
bestormen de Zuidelijken de Noordelijke linie.
Soldaten worden van dichtbij doodgeschoten of
met een bajonet doorboord. Door het lawaai
heen klinkt de strijdkreet van de Zuidelijken,
the rebel yell, luid en duidelijk.
‘Hoeoeoeoei! Hoeoeoei!’
Grijze soldaten stappen over het muurtje, dat
symbool staat voor de vijandelijke linie. Een
van hen is Armistead. Even later valt hij op de
grond, dodelijk gewond door twee schoten. De
brigadegeneraal hoeft de pijnlijke afloop van de
slag niet meer mee te maken. Hij ziet niet hoe
zijn strijdmakkers in paniek de aftocht blazen.
Zijn vriend Win Hancock staat tussen zijn
soldaten en ziet alles gebeuren. ‘Vreemd,’ dat is
wat er bij hem opkomt. ‘Vreemd.’
Na Gettysburg ging het bergafwaarts met het Zuiden. Op 9 april
1865 moest generaal Lee de capitulatie ondertekenen.
‘Generaal, het is een moeilijke dag voor u
geweest,’ zegt hij.
‘Ja, het was een droevige, droevige dag voor
ons,’ antwoordt Lee nauwelijks hoorbaar.
Na een kleine minuut komt Lee overeind in
zijn zadel en weet hij met trillende stem uit te
brengen: ‘Ik heb nog nooit troepen zich zo
heldhaftig zien gedragen als de Virginia-divisie
van Pickett vandaag deed tijdens de grote aanval
op de vijand. Als ze voldoende steun hadden
gekregen, was het onze dag geworden.’
4 juli, ’s middags.
Het leger van de Zuidelijke Staten trekt
zich terug richting Virginia.
Het regent onophoudelijk uit de grijze hemel.
De weg is één grote modderpoel, en de troepen
zakken er diep in weg. Ze zijn doorweekt. Een
aantal van de mannen draagt geen schoenen,
net als op de heenweg. De schoenenfabriek van
Gettysburg hebben ze nooit bereikt.
Lees ook
Carol Reardon: Pickett’s Charge in
History and Memory, The University of
North Carolina Press, 1997 ● Glenn W.
La Fantasie: Twilight at Little Round
Top, July 2, 1863 – The Tide Turns at
Gettysburg, Wiley, 2005 ● Mark Adkin:
The Gettysburg Companion, The
Complete Guide to America’s Most
Famous Battle, Aurum, 2008
●
●
●
www.nps.gov/gett/index.htm
www.brotherswar.com/intro.htm
Historia 8 • 2014
85
Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.
Download