Burgeroorlogen Zuidelijke Staten in de pan gehakt bij De grootste en belangrijkste slag van de Amerikaanse Burgeroorlog wordt uitgevochten op drie julidagen in 1863. Het opstandige Zuiden wil eens en voor altijd afrekenen met het Noorden en voert manmoedige aanvallen uit, maar net als het erom spant is de munitie op. 78 DOOR ELSE CHRISTENSEN GETTY S Juni 1863. Het Zuidelijke leger valt het Noorden binnen om een beslissing in de burgeroorlog te forceren. Met een overwinning ligt de Noordelijke hoofdstad Washington binnen bereik en kan het Zuiden de vredesvoorwaarden dicteren. De colonne loopt stevig door over het stoffige landweggetje. De mannen marcheren al vier weken, en dat is hun aan te zien: ze hebben wallen onder de ogen en van hun uniform is weinig meer over. De oorlog duurt al een paar Historia 8 • 2014 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. VS In een wanhoopsoffensief voerde het Zuiden met 12.000 man een frontale aanval over open terrein uit. Ruim de helft van hen sneuvelde. POLFOTO/CORBIS & ISTOCKPHOTO Gettysburg KORT OVERZICHT Washington Achtergrond: Het slavernijvraagstuk verdeelt de VS tot op het bot. Er gaapt een diepe kloof tussen het geïndustrialiseerde Noorden en het van landbouw afhankelijke Zuiden, dat zich wil afsplitsen. Verloop: Het Zuidelijke leger is sterk gemotiveerd en wil een beslissing forceren voordat het Noorden al zijn materieel in de strijd kan gooien. In de Slag bij Gettysburg gaat deze droom in rook op. Gevolg: De nederlaag is het begin van het einde voor het Zuiden. De vijand heeft betere wapens en meer manschappen. j Y SBURG jaar, en de grijze jassen en broeken zijn tot op de draad versleten. Veel soldaten konden de verleiding niet weerstaan om lijken van vijanden te beroven en lopen dan ook rond in een ratjetoe van grijze en blauwe uniformen. Sommige mannen lopen op blote voeten omdat hun laarzen volkomen afgetrapt zijn. Maar de stemming zit er desondanks goed in. Als het muziekkorps Dixie begint te spelen, rechten de soldaten hun rug en zingen ze luidkeels mee met het ‘Hooray, Hooray!’ Wie deze troepen slechts beoordeelt op hun armoedige voorkomen, maakt een grote fout. Ze lijken dan wel op zwervers, maar het zijn uitstekende soldaten die zomaar op weg naar hun zoveelste overwinning kunnen zijn. 30 juni 1863, ’s avonds. Hoofdkwartier van de Noordelijke generaal George G. Meade, 14 km van Gettysburg. Generaal Meade heeft geen idee hoe dichtbij de vijand is. Toch maakt hij zich zorgen. Het is nog maar twee dagen geleden dat hij ’s morgens in alle vroegte gewekt werd door een gezant van president Lincoln, die hem meedeelde dat hij Historia 8 • 2014 79 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Burgeroorlogen Tegenpolen treffen elkaar bij Gettysburg de nieuwe opperbevelhebber van het leger van de Noordelijke Staten was. Dat is een zware verantwoordelijkheid. In het schijnsel van een olielamp schrijft hij een brief aan zijn vrouw: ‘Ik ga door, maar de hoge verwachtingen die aan me gesteld worden drukken zwaar op mijn gemoed. Moge onze hemelse vader mij een instrument laten zijn voor de bevrijding van mijn land en de strijd voor de goede zaak.’ De bevelhebbers van het Noorden en Zuiden waren elkaars tegenpolen. Lee was een vechtjas, Meade een ingenieur. Lee kwam uit een heldengeslacht. Robert Lee was de zoon van gouverneur Henry Lee van Virginia, een held van de Onafhankelijkheidsoorlog tegen de Engelsen. Het lag dan ook voor de hand dat Robert naar de militaire academie in West Point zou gaan. Toen het conflict tussen Noord en Zuid uit de hand liep, moest Lee kiezen tussen de VS en zijn thuisstaat Virginia. Maar voor hem, als slavenhouder, wogen de belangen van de staat het zwaarst. In 1862 kreeg Lee het bevel over het Army of Northern Virginia, waarmee hij een reeks belangrijke slagen uitvocht. In het begin van de oorlog werd hem verweten dat hij te voorzichtig was – hij kreeg zelfs de bijnaam ‘Omaatje Lee’ – maar dat veranderde al snel. Hij ontpopte zich als een agressieve bevelhebber die grote vijandelijke legers op de vlucht joeg. Na de nederlaag bij Gettysburg nam Lee – terecht – de volledige verantwoordelijkheid op zich en bood hij zijn ontslag aan. De Zuidelijke president Jefferson Davis wilde hier echter niets van weten en bevorderde Lee in januari 1865 tot bevelhebber van het hele Zuidelijke leger. Korte tijd later gebeurde het onvermijdelijke: het Noorden had een surplus aan middelen en Lee moest capituleren. De generaal vond de vredesvoorwaarden onnodig vernederend voor het Zuiden. Zelf raakte hij zijn staatsburgerschap van de VS en daarmee zijn stemrecht kwijt. Hij kreeg beide nooit meer terug. Robert Lee, die al aan het begin van de oorlog hartpatiënt was, stierf in 1870 aan een ROBERT EDWARD LEE (1807-1870) hartaanval, 63 jaar oud. 80 De ochtendmist lost op in de zon. Op de velden langs de weg staat het graan te rijpen. De voorhoede van het Zuiden – twee divisies met in totaal 13.500 man – is onderweg. De sfeer is ontspannen, de mannen lopen te roken en te kletsen. Het deert ze niet dat ze geen schoenen hebben, want ze hebben gehoord dat er in Gettysburg een schoenenfabriek is. Plotseling klinkt er geschreeuw. De mannen vallen stil. De voorsten zien in de verte iets in de zon glinsteren. Zijn het geweren? Dan klinkt het bevel om rijen te vormen. De vaandeldragers halen de opgerolde banieren van hun schouders en vouwen ze uit. Vanuit de verte klinkt een schot. Het zijn de yankees. 1 juli, 7.00 uur. De Noordelijke veldwachtpost op de landweg ontdekt de grote Zuidelijke troepenmacht die in aantocht is. De soldaten van de Noordelijke Staten zijn op hun hoede. Gespannen turen ze naar de stofwolk boven de landweg. Ze horen een dof gerommel: het gestamp van duizenden voeten. Dan ontwaren ze de silhouetten van mensen, paarden, wagens en kanonnen. ‘De rebellen komen!’ klinkt het, en in een vlaag van onbedachtzaamheid richt een soldaat zijn geweer op de oprukkende troepenmacht en haalt de trekker over. Hij raakt natuurlijk niets – de afstand is veel te groot – maar het eerste schot van de Slag bij Gettysburg is gelost. 1 juli, 10.00 uur. De heuvels ten westen van Gettysburg. Generaal Reynolds, de bevelhebber van de plaatselijke troepen, arriveert. POLFOTO/CORBIS & GETTY IMAGES Meade was dol op vuurtorens. George Meade werd opgeleid aan West Point, maar was nooit van plan geweest carrière te maken in het leger. Hij werkte als ingenieur voor het ministerie van Oorlog en de spoorwegen. Pas toen hij 25 was en een gezin had om voor te zorgen, ging hij bij de genietroepen. Tijdens de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog maakte hij naam en werd hij bevorderd. Na afloop van de oorlog stortte hij zich op het bouwen van vuurtorens. Tijdens de Burgeroorlog schopte hij het tot opperbevelhebber van de hoofdmacht van het leger van het Noorden. Hoewel zijn soldaten hem beschreven als ‘een oude schildpad met uitpuilende ogen’, genoot Meade veel respect onder zijn troepen. De overwinning bij Gettysburg toonde aan dat dit terecht was, hoewel Meade wel verweten werd dat hij het leger van de Zuidelijke Staten te makkelijk had laten ontkomen. George Meade werd maar 57 jaar. In 1872 overleed hij aan een longontsteking en GEORGE G. MEADE (1815-1872) de gevolgen van zijn oorlogsverwondingen. 1 juli, 7.00 uur. Chambersburg Road, ten westen van Gettysburg in het Noordelijke Pennsylvania. Het hart klopt generaal Reynolds in de keel terwijl hij zo snel als hij kan te paard de heuveltop op rijdt, waar een aantal hoge officieren ongeduldig staat te wachten. Reynolds ziet nog voor zich hoe de burgers even tevoren in paniek het plaatsje Gettysburg ontvluchtten. Nog voordat zijn paard helemaal tot stilstand is gekomen, roept een kolonel naar hem: ‘Haast Historia 8 • 2014 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. u, generaal, maak voort. Ze zijn door onze stellingen aan het breken.’ Reynolds richt zich tot zijn adjudant en zegt hem wat hij per ommegaande aan generaal Meade moet meedelen. Reynolds drukt de man op het hart om zich spoorslags naar het hoofdkwartier van de generaal te begeven. Zelf rijdt hij door om zich aan te sluiten bij zijn vechtende soldaten. Een paar uur later zal hij aan een hoofdwond bezwijken. 1 juli, 11.30 uur. Het hoofdkwartier van generaal Meade. De adjudant van Reynolds arriveert. Adjudant Weld springt van zijn paard af, dat hijgt en druipt van het zweet. Het kost Weld moeite om kalm te blijven terwijl hij het bericht van Gettysburg aflevert: ‘De vijand rukt in groten getale op, en generaal Reynolds is bang dat de Zuidelijken de heuvels aan de andere kant van de stad innemen voordat hij daarin slaagt. Hij zal in de stad weerstand bieden en zo lang standhouden als hij kan.’ ‘Mijn God,’ roept generaal Meade uit. Het is maar 80 kilometer naar Washington! 1 juli, 15.30 uur. Meade heeft snel versterkingen naar Gettysburg gestuurd. Een korps neemt op een heuvel buiten de stad posities in. De middagzon brandt. De bevelhebber op de heuvel, generaal-majoor Francis C. Barlow, knijpt zijn ogen dicht. Troepen in het grijs rukken op. Het zijn er veel. Het geweervuur is hevig, en een aantal van zijn mannen valt. De linie wordt een heel eind teruggedrongen, en de soldaten slaan op de vlucht. Woedend spoort Barlow zijn paard aan. De mannen moeten standhouden, anders ligt de weg naar Gettysburg open. Maar de generaal-majoor komt niet ver. Een schot treft hem in zijn zij en hij valt bijna van zijn paard. Om hem heen is het één grote chaos. Een soldaat grijpt hem bij de schouder om hem te ondersteunen, maar wordt zelf door een kogel geraakt. Dan voelt Barlow een pijnscheut in zijn rug, en hij valt flauw. Als hij weer bijkomt, bevindt hij zich in een veldhospitaal. 1 juli, 16.30 uur. Het verslagen korps van Barlow vlucht naar Gettysburg met de vijand op de hielen. In Gettysburg is alles anders dan anders. De kruideniers zijn dicht. De hamerslagen van de smeden zijn verstomd. Banken en kantoren hebben hun ramen dichtgetimmerd. Het normaal zo bedrijvige stadje ligt er doods bij. Geen van de 2500 inwoners waagt zich op straat. Eerder die dag lagen de kinderen op de daken van de huizen om een glimp op te vangen van de gevechten in de heuvels rond de stad. Nu hebben hun ouders ze naar binnen geroepen en zitten ze in de kast of onder het bed. Dan barst het ineens los. In de straten klinken schoten, kreten en het geroffel van duizenden paardenhoeven en soldatenlaarzen. Als een blauwe vloedgolf stroomt het hele Noordelijke korps in blinde paniek door het stadje, op de voet gevolgd door de Zuidelijke troepen, die ver in de meerderheid zijn. Gettysburg is veroverd. 2 juli, ’s ochtends vroeg. Generaal Meade beseft dat het nu of nooit is. Zijn bevelen worden voorgelezen aan de gedesillusioneerde troepen uit het Noorden. De woorden slaan in als een bom bij de manschappen. ‘Dit leger,’ schrijft generaal Meade, ‘moet ons bevrijden van de aanwezigheid van de vijand.’ Het gaat om ‘huis, haard en onze heilige altaars’. ‘Officieren hebben orders om elke soldaat die zijn plicht verzaakt standrechtelijk te executeren,’ aldus de generaal. De meeste infanteristen hadden een enkelschotsgeweer (foto), maar aan het eind van de oorlog gebruikte het Noorden het Gatling-machinegeweer. GUNS INTERNATIONAL 2 juli, rond 11.00 uur. Het Zuidelijke hoofdkwartier. Het succes van 1 juli heeft nog geen vervolg gekregen. Geërgerd loopt generaal Lee buiten zijn hoofdkwartier te ijsberen. Zijn tweede man, luitenantgeneraal James Longstreet, heeft weliswaar veel slagen gewonnen met zijn voorzichtige tactiek, maar dit gaat te ver! De hele ochtend is hij zoet geweest met het opstellen van zijn troepen voor de aanval die Lee bevolen heeft, zodat De fotografie was tijdens de burgeroorlog net in opkomst. Foto’s van de gruwelen van het slagveld schokten het publiek. POLFOTO/CORBIS Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Burgeroorlogen de vijand de gelegenheid heeft gekregen zijn posities te versterken. De kans om het Noorden te verslaan glipt Lee langzaam uit handen. ‘Laat je troepen vanuit de rechterflank aanvallen,’ zegt hij vastbesloten tegen Longstreet. Longstreet aarzelt. Hij staart naar de horizon. Kan Lee nog even geduld hebben? Zo meteen komt er nog een hele brigade aan. Lee maakt een wegwerpgebaar, maar gaat toch akkoord. Hij is moe en heeft pijn op de borst, maar daar kan hij zich nu niet druk om maken. 2 juli, rond 16.00 uur. Terwijl de rebellen de tijd nemen, zet Meade een sterke verdediging op touw, met als ruggengraat Cemetery Ridge, een hoogvlakte van 2,5 km lang. De heuvel Little Round Top is het zuidelijkste punt. De Zuidelijke soldaten legden moed en discipline aan de dag bij de gewelddadige bestormingen van de Noordelijke stellingen. POLFOTO Kolonel Joshua Lawrence Chamberlain probeert kalm te blijven terwijl de granaten hem om de oren suizen. Voor hem staat zijn commandant. ‘Ik heb u hier gepositioneerd. U vormt met uw 20e Maine-regiment de buitenste linkerflank van ons leger. Begrijpt u? U dient deze stelling tegen elke prijs te behouden.’ ‘Begrepen,’ antwoordt Chamberlain luid en duidelijk. Als de vijand zijn divisie uitschakelt, kunnen de Zuidelijken om het Noordelijke leger heen trekken om het in de rug aan te vallen. Chamberlain stelt zijn soldaten onmiddellijk op achter een stenen muurtje en een paar rotsblokken. Dit zijn de enige obstakels die nog tussen hen en het grijze rebellenleger staan. 2 juli, ’s middags, Little Round Top. Het 20e Maine-regiment heeft al twee aanvallen afgeslagen. Nu volgt een derde. Chamberlain ziet hoe de Zuidelijken gestaag terrein winnen. Pas als ze vlakbij zijn, gaan ze sneller lopen en bestormen ze schreeuwend de heuvel. De kolonel wacht af. Er is niet veel munitie en het regiment kan zich geen missers veroorloven. Nog even wachten ... nu! ‘Vuur!’ roept Chamberlain. Een aantal rebellen valt uit het gelid. De grond ligt bezaaid met doden en gewonden. Maar de aanvallers weten niet van opgeven. Pas als de Zuidelijken bijna op de top van de heuvel zijn, loopt de aanval vanwege de zware verliezen spaak. De soldaten die niet worden neergeschoten, slaan op de vlucht. Chamberlain knielt bij een van zijn mannen, de gewone soldaat George Washington Buck. Hij is zwaargewond. Het bloed gutst uit een wond in zijn borst en vormt een stroompje tussen de stenen op de grond. De gewonde staart met een lege blik naar de hemel. ‘Je bent er niet best aan toe, mijn jongen,’ zegt de kolonel zachtjes. Chamberlain weet wie het is. Pas geleden had een betweterige wapenmeester hem om een kleinigheid gedegradeerd. ‘Zeg tegen mijn moeder dat ik niet als een lafaard ben gesneuveld,’ fluistert de man. ‘Je sterft als sergeant. Ik bevorder je hierbij wegens trouwe dienst en een nobele daad op het slagveld bij Gettysburg,’ zegt Chamberlain. De jonge soldaat glimlacht en sterft. 2 juli, rond 19.30 uur, Little Round Top. Het 20e Maine-regiment ligt nog onder vuur. Een derde van de mannen is dood, en de munitie is bijna op. De soldaten zoeken wanhopig naar patronen, op de grond en in de zakken van de doden. Chamberlain ziet tot zijn schrik dat de rebellen zich opmaken voor een nieuwe aanval. Deze keer zullen ze niet worden gestuit door dodelijke geweersalvo’s. Deze keer zullen ze winnen, vreest hij. Chamberlain weet zich geen raad. Hij is geen echte soldaat, hij is hoogleraar in de retorica aan een universiteit. Dat was hij althans – tot de oorlog uitbrak en de studenten werden opgeroepen. Zelf had hij toen een officiersuniform gekregen. Chamberlain probeert een list te verzinnen terwijl de Zuidelijken de heuvel op rennen. De mannen wachten op zijn orders. Die blijven uit. Uit zijn ooghoek ziet hij een paar jonge soldaten hun geweer boven hun hoofd tillen om als knuppel te gebruiken. Dan krijgt hij een ingeving: ‘20e Maine,’ roept hij, ‘klaar voor de tegenaanval. Bajonetten erop!’ Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Aanval duurde drie dagen De blauwe lijnen zijn de Noordelijke linies. De rode lijnen zijn de Zuidelijke aanvallen. Op dag 1 veroverde het Zuiden Gettysburg, maar het Noorden kreeg de tijd om een sterke verdedigingslinie op te zetten ten zuiden van de stad. Het centrum van de Noordelijke linie was de heuvel Cemetery Ridge. Cha mb ers bur gR Gettysburg oad Cha De Zuidelijken begonnen een groot offensief uit het westen en noorden. mb ers bur gR oad Het Zuiden viel het Noorden in de flank Gettysburg aan. Het Zuiden zette al zijn troepen in bij een massale aanval door het midden. Cha mb ers bur Gettysburg gR Cemetery Ridge Cemetery Ridge Het Noordelijke leger vluchtte door de straten van Gettysburg en nam posities in het zuiden in. oad Het Noorden hield stand en won de slag. Little Round Top Zuiden sloeg toe Noorden hield stand Zuiden gokte verkeerd Dag 1: Een grote Zuidelijke troepenmacht veroverde Gettysburg voordat de Noordelijken genoeg versterkingen ter plaatse hadden. De eerste dag was één grote triomf voor het Zuiden. Dag 2: Veel te laat viel het Zuiden het Noorden in de flanken aan. De verdedigers hielden dapper stand en wisten de volhardende Zuidelijken herhaaldelijk af te slaan. Dag 3: Het Zuiden wedde op één paard met een wanhoopsoffensief op het centrum van de Noordelijke linie. De gevolgen waren rampzalig en het Zuiden verloor de helft van zijn troepen. De soldaten komen om hem heen staan. Er klinkt geklik van staal op staal, en de mannen krijgen weer wat hoop. Het bevel ‘bajonetten erop’ heeft altijd iets magisch gehad. Het doet wat met de soldaten. Chamberlain heeft daar weleens iets over gelezen. ‘20e Maine! Naar voren!’ roept hij. Schouder aan schouder en schreeuwend en brullend storten de blauwe soldaten zich de helling af. De grijzen stoppen en richten hun geweren. Een dodelijk salvo decimeert het 20e Maine, maar de overlevenden slaan er geen acht op. In hun geestdrift stormen ze met de bajonetten vooruit op de vijand af. De Zuidelijken schrikken van de doodsverachting van de blauwen. Dan maken ze rechtsomkeert. Chamberlain en zijn 20e Maine hebben het hem geflikt. Het Zuidelijke leger probeert niet nog een keer Little Round Top in te nemen. 2 juli, ’s avonds laat. In het hoofdkwartier van generaal Meade is net een bespreking afgelopen. Een heldere maan beschijnt het landschap als de hoge officieren uit het witte huis komen dat tot hoofdkwartier van generaal Meade dient. Als generaal John Gibbon aanstalten maakt om te gaan, grijpt Meade hem bij zijn mouw. De troepen van Gibbon verdedigen het centrum van de Noordelijke linie bij Cemetery Ridge. ‘Als Lee morgen aanvalt, zal hij dat bij uw front doen,’ zegt Meade zachtjes. Verbouwereerd vraagt Gibbon aan Meade hoe hij dat kan weten. ‘Omdat hij beide flanken al vergeefs heeft aangevallen. Als hij het opnieuw probeert, moet hij wel door het midden gaan.’ ‘Als hij aanvalt, dan maken we gehakt van hem,’ zegt Gibbon vastberaden. Niet veel later komt de zon op. De derde en beslissende dag van de slag begint. 3 juli, ’s ochtends vroeg. De mislukte aanval van gisteren heeft erin gehakt, maar generaal Lee geeft niet op. Een dichte ochtendmist hangt boven het slagveld. Lee rijdt in gedachten verzonken naast luitenant-generaal Longstreet, die het woord neemt: ‘Generaal, mijn verkenners zijn de hele nacht aan het werk geweest, en ik denk dat u rechtsom langs het leger van Meade kunt om hem uit de tent te lokken.’ Historia 8 • 2014 83 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Burgeroorlogen Lee denkt er anders over. Hij balt zijn vuist en wijst ermee naar het centrum van de linies van het Noorden bij Cemetery Ridge. ‘Dáár is de vijand. En ik wil hem dáár te lijf gaan,’ buldert de generaal. Longstreet haalt diep adem. ‘Generaal, ik ben mijn hele leven al soldaat,’ zegt hij. ‘Ik zou toch moeten weten waar soldaten wel en niet toe in staat zijn. En ik denk niet dat we met een leger van 15.000 man die stelling in kunnen nemen.’ Lee kijkt langs Longstreet heen en geeft geen antwoord. Zijn besluit staat vast. Abraham Lincoln, de president van het Noorden, sprak in 1863 bij de ingebruikname van het heldenkerkhof. THE GRANGER COLLECTION 3 juli, 13.00 uur. Generaal Lee wil vóór de grote aanval het geschut van de vijand vernietigen. ‘Duiken!’ luidt het bevel aan de kanonniers van het Noorden als het eerste artilleriesalvo van de Zuidelijken inslaat. De granaten suizen de soldaten om de oren, munitiekisten ontploffen, kanononderstellen versplinteren en mannen en paarden worden opengereten door scherven. De blauwen sneuvelen bij bosjes, terwijl de overlevenden keihard terugslaan met hun superieure materieel. Verwoeste kanonnen worden door nieuwe vervangen. De artillerie van het Noorden boet niet aan slagkracht in. Ook aan munitie heeft het Noorden bepaald geen gebrek, in tegenstelling tot het Zuiden. Waardige begrafenis voor winnaars Na de slag moesten bijna 8000 lijken begraven worden voor ze ontbonden in de zomerhitte. Honderden doden werden in massagraven gegooid, die bijna tot de rand gevuld werden: op de bovenste lichamen lag maar 30 centimeter aarde. In de dagen na de slag kwamen deze vanwege zware regenval bloot te liggen. ‘Op veel plaatsen steken armen, benen en soms hoofden boven de grond uit, en wilde zwijnen vreten ze aan,’ schreef een geschokte inwoner van Gettysburg aan zijn gouverneur. Hierop liet de gouverneur een heldenkerkhof aanleggen. De staat kocht zeven hectare grond op en schreef een aanbesteding uit voor het herbegraven van de lijken. Het winnende bod was 1,59 dollar per lichaam. Het kerkhof was echter alleen voor Noordelijken. Zuidelijke gesneuvelden bleven liggen. POLFOTO/CORBIS 3512 Noordelijke soldaten liggen op het Gettysburg National Cemetery. De Zuidelijke artillerieofficieren beginnen zich zorgen te maken. Het bombardement duurt al veel te lang, maar ze hebben nu eenmaal het bevel om de vijandelijke artillerie uit te schakelen en moeten wel blijven schieten. Urenlang bulderen de kanonnen door tijdens het langste artilleriegevecht van de oorlog. 3 juli, rond 15.00 uur. Negen brigades van de Zuidelijke Staten met in totaal 12.000 man maken zich op om ten strijde te trekken. Het is 33 graden in de schaduw. De Zuidelijke infanteristen turen het dal in. Het Noordelijke leger heeft posities ingenomen achter een stenen muurtje op Cemetery Ridge. Anderhalve kilometer scheidt de twee legers. Het zweet, zwart van het stof, druipt van de gezichten van de mannen. Wapens, gespen en knopen glimmen in de gloeiend hete zon. Als enkele soldaten flauwvallen van de hitte en de inspanningen, sluipt de onrust in de gelederen van de Zuidelijke Staten. ‘Die stelling kunnen we nooit van z’n levensdagen innemen,’ fluistert iemand. 3 juli, rond 15.00. Generaal-majoor George E. Pickett leidt de Zuidelijke aanval. Brigadegeneraal Lewis Armistead staat onder zijn bevel. Armistead kijkt door zijn verrekijker het dal over. Hij heeft een gepijnigde blik in zijn ogen. Vóór de burgeroorlog deed hij dienst bij de bevoorradingstroepen in Californië, net als zijn beste vriend Win Hancock. Voordat de twee met een warme handdruk uiteengingen om zich elk bij een ander leger aan te sluiten, had Armistead tegen zijn vriend gezegd: ‘Moge God mij dood laten neervallen als ik jou ooit in een slag een haar zal krenken.’ Nu staat generaal Hancock in zijn blauwe uniform aan de andere kant van het dal op de aanval van Armistead te wachten. ‘Ga de vijand te lijf, en denk aan ons oude, vertrouwde Virginia.’ Lewis Armistead hoort de stem van Pickett in zijn gedachten. De grijze gelederen komen langzaam in beweging. 3 juli, even na 15.00 uur. Brigadegeneraal Ambrose Wright uit het Zuiden dient met zijn infanteristen als reserve en kijkt toe bij de aanval. Trots ziet de brigadegeneraal hoe zijn mederebellen steeds verder oprukken, dwars door het vijandelijke geschut heen. De kanonnen van het Zuiden beantwoorden het vuur – tot ze plotseling stilvallen. Ambrose Wright vraagt iemand wat er aan de hand is. De munitie is op! Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl. Wat? De schrik slaat Ambrose Wright om het hart. De aanvallers, die nog maar halverwege het dal zijn, hadden de hele tijd steun van de artillerie moeten krijgen, maar de 120 kanonnen van het Zuiden zwijgen, terwijl de voetsoldaten onbeschermd op de vijand af lopen. 3 juli, rond 15.00 uur. De brigades van generaal-majoor Pickett rukken op ondanks zware verliezen. Alle kanonnen die het Noorden heeft bestoken de oprukkende massa van grijze soldaten. Ontploffende granaten slaan gaten in de gelederen. Mannen sneuvelen bij bosjes. Sommigen zijn op slag dood, anderen sterven een langzame en pijnlijke dood op het slagveld. De overlevenden stappen mechanisch over de doden en gewonden heen. Ze proberen de gewonden niet aan te kijken, hun hartverscheurende kreten niet te horen. Het zweet loopt de mannen in de ogen. Het is alsof de aarde zelf in brand staat. De Noordelijke soldaten bij het muurtje vormen nog één egale, blauwe massa. Hun geweren spuwen salvo na salvo uit. Maar de aanval gaat door. Naar voren! Naar voren! Gettysburg was het begin van het einde De Slag bij Gettysburg was de laatste kans voor het Zuiden, want de tijd werkte in het voordeel van het rijke Noorden. D e Zuidelijke Staten waren al vanaf het begin van de oorlog in het nadeel: het Noorden had veel meer inwoners, waardoor het op termijn meer soldaten op de been zou kunnen brengen. Daarnaast kon de Noordelijke industrie meer wapens maken en blokkeerde de vloot van het Noorden de Zuidelijke havens, waar de plaatselijke economie zwaar onder te lijden had. Generaal Lee wilde de oorlog dan ook zo snel mogelijk winnen – voordat het te laat was. Daarom lokte hij een beslissende slag tussen de twee legers uit. Robert Lee geloofde in de overwinning, en dat was niet ten onrechte. Hij had al een aantal grote slagen gewonnen en een zege bij Gettysburg lag voor de hand. Toen die uitbleef, was de oorlog in feite verloren. 3 juli, 15.20 uur. De twee legers vechten bloedige lijf-aanlijfgevechten met elkaar uit. De nacht van 3 op 4 juli. Pickett is ruim de helft van zijn mannen kwijt, en Lee heeft de slag verloren. De maan verlicht het slagveld en alle doden die er zijn achtergebleven. Generaal Lee zit als een hoopje ellende in het zadel voor zich uit te staren. De Slag bij Gettysburg is verloren. Zijn adjudant, generaal Imboden, schraapt zijn keel. THE GRANGER COLLECTION De laatste stappen zijn het zwaarst. De mannen putten uit hun laatste beetje wilskracht. Dan zijn ze er. In een chaos van schoten en kreten bestormen de Zuidelijken de Noordelijke linie. Soldaten worden van dichtbij doodgeschoten of met een bajonet doorboord. Door het lawaai heen klinkt de strijdkreet van de Zuidelijken, the rebel yell, luid en duidelijk. ‘Hoeoeoeoei! Hoeoeoei!’ Grijze soldaten stappen over het muurtje, dat symbool staat voor de vijandelijke linie. Een van hen is Armistead. Even later valt hij op de grond, dodelijk gewond door twee schoten. De brigadegeneraal hoeft de pijnlijke afloop van de slag niet meer mee te maken. Hij ziet niet hoe zijn strijdmakkers in paniek de aftocht blazen. Zijn vriend Win Hancock staat tussen zijn soldaten en ziet alles gebeuren. ‘Vreemd,’ dat is wat er bij hem opkomt. ‘Vreemd.’ Na Gettysburg ging het bergafwaarts met het Zuiden. Op 9 april 1865 moest generaal Lee de capitulatie ondertekenen. ‘Generaal, het is een moeilijke dag voor u geweest,’ zegt hij. ‘Ja, het was een droevige, droevige dag voor ons,’ antwoordt Lee nauwelijks hoorbaar. Na een kleine minuut komt Lee overeind in zijn zadel en weet hij met trillende stem uit te brengen: ‘Ik heb nog nooit troepen zich zo heldhaftig zien gedragen als de Virginia-divisie van Pickett vandaag deed tijdens de grote aanval op de vijand. Als ze voldoende steun hadden gekregen, was het onze dag geworden.’ 4 juli, ’s middags. Het leger van de Zuidelijke Staten trekt zich terug richting Virginia. Het regent onophoudelijk uit de grijze hemel. De weg is één grote modderpoel, en de troepen zakken er diep in weg. Ze zijn doorweekt. Een aantal van de mannen draagt geen schoenen, net als op de heenweg. De schoenenfabriek van Gettysburg hebben ze nooit bereikt. Lees ook Carol Reardon: Pickett’s Charge in History and Memory, The University of North Carolina Press, 1997 ● Glenn W. La Fantasie: Twilight at Little Round Top, July 2, 1863 – The Tide Turns at Gettysburg, Wiley, 2005 ● Mark Adkin: The Gettysburg Companion, The Complete Guide to America’s Most Famous Battle, Aurum, 2008 ● ● ● www.nps.gov/gett/index.htm www.brotherswar.com/intro.htm Historia 8 • 2014 85 Dit pdf-bestand is voor privégebruik. Daarom mogen er geen kopieën aan derden worden verstrekt en mag de link niet op internet (bijvoorbeeld in een e-mail of op Facebook) worden gedeeld. © Copyright Historia/Bonnier Publications - www.historianet.nl.