NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING Van het proefschrift van

advertisement
NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING
Van het proefschrift
van Annemarije Kooijman-van Dijk uit 2008:
‘The Power to Produce; The role of energy in poverty reduction through small
scale Enterprises in the Indian Himalayas’
Energie om te ondernemen: de rol van energie voor
armoedevermindering via kleine bedrijven in de Indiase
Himalaya.
Beleidsmakers hebben de laatste jaren meer aandacht voor de betekenis van energie
voor armoedevermindering. Deze aandacht is voornamelijk gebaseerd op de
aanname dat toegang tot moderne energie voor de armen meer welvaart brengt door
middel van het vergroten van mogelijkheden voor het verdienen van inkomens. Er
zijn verschillende manieren waarop energie zou kunnen bijdragen aan verbeterde
inkomens. Zo kan vanuit het oogpunt van economische groei energie een drijvende
kracht achter armoedevermindering zijn wanneer het door bedrijven wordt ingezet
voor de productie van goederen. Directe effecten van energie op
armoedevermindering kunnen plaatsvinden wanneer energie door arme mensen
wordt gebruikt om zelf een inkomen te creëren doordat er nieuwe of verbeterde
mogelijkheden ontstaan voor kleine bedrijven. Energiegebruik voor het genereren
van inkomens kan ook worden bezien vanuit het oogpunt van energievoorziening.
In arme gebieden is het moeilijk om rendabel te opereren omdat veel klanten niet
kunnen betalen voor energiediensten. Het ‘productief’ gebruik van energie kan
daarom de haalbaarheid van energievoorzieningen verbeteren, vooral daar waar
subsidies beperkt zijn. Veel programma’s van overheden en
ontwikkelingsorganisaties zijn gebaseerd op deze veronderstelde positieve
verbanden tussen energieaanbod en mogelijkheden om inkomsten te verbeteren, die
aansluiten bij het streven naar het behalen van ‘win-win’ situaties. In de komende
tien jaar zal daarom veel moeite worden gestopt in de aanleg of uitbreiding van
energie-infrastructuur in rurale gebieden. Omdat de minder afgelegen gebieden en
de minder arme mensen meestal als eersten worden voorzien van toegang tot
infrastructuur, zullen naarmate het proces vordert de gebieden die bereikt worden
een meer afgelegen ligging hebben en zullen de mensen die toegang krijgen tot de
voorzieningen behoren tot armere groepen.
Hoewel men gemakkelijk kan instemmen met het idee dat energie een belangrijke
inputfactor is voor het genereren van inkomens en daarmee een belangrijke bijdrage
aan armoedevermindering zou kunnen leveren, is er weinig empirisch bewijs ter
onderbouwing van strategieën voor armoedebestrijding door middel van
energievoorzieningen, vooral wat betreft inkomens uit niet-agrarische bedrijven. De
praktijk wijst uit dat voor armoedevermindering door energievoorziening ook
andere inputfactoren nodig zijn.
Dat er complementaire inputfactoren nodig zijn opdat moderne energie invloed
heeft op inkomens wordt steeds meer erkend. Toch zijn de mechanismen die de
koppeling vormen tussen energievoorziening en effecten op inkomens nog
nauwelijks begrepen, en ontbreken inzichten in de factoren die kunnen bijdragen
aan het verbeteren van de effecten op armoedevermindering door energiegebruik en
de omstandigheden waaronder dit zou kunnen plaatsvinden. Daarmee is de
noodzaak voor onderzoek naar het verband tussen energie en de mogelijkheden voor
armen om inkomens te verbeteren duidelijk.
Sumarry in Dutch
352
Dit onderzoek heeft als doel om antwoord te geven op de vraag: “Hoe en onder
welke omstandigheden dragen moderne energiediensten bij aan armoedevermindering
middels kleine bedrijven in rurale gebieden?”
Dit onderzoek is gebaseerd op empirische gegevens die zijn verkregen en
geanalyseerd met kwalitatieve onderzoekstechnieken. Het veldonderzoek vond
plaats in rurale gebieden in de Indiase Himalaya in drie Indiase deelstaten: Himachal
Pradesh, Uttarakhand en West Bengal. De vergelijkende analyse die de kern van de
studie vormt is gebaseerd op een steekproef van 264 kleine bedrijven. Deze
bedrijven zijn voornamelijk eenmanszaken, inclusief bedrijven aan huis, met
daarnaast een beperkt aantal kleinschalige industriële ondernemingen. De
ondernemers hebben een centrale positie in dit onderzoek. De factoren die de uptake
(het verkrijgen van mogelijkheden voor energiegebruik, dus zowel toegang tot een
energiedrager in het bedrijf als een toepassing ervan) en het gebruik van energie in
het bedrijf worden gezien als keuzes binnen de ‘livelihood-strategie’ van de
ondernemer. Bestaansmogelijkheden, maar ook welzijn vormen een onderdeel van
livelihood, en het verminderen van armoede wordt in deze studie geïnterpreteerd als
een verbetering van livelihood vanuit het perspectief van de ondernemer.
De structuur van dit proefschrift is als volgt. Hoofdstuk 2 geeft een kritisch
literatuuroverzicht om de onderzoeksvragen te verfijnen. In hoofdstuk 3 worden na
een beschrijving van de sociaaleconomische situatie en de institutionele context
voor bedrijven op nationaal niveau en op het niveau van de deelstaten en de dorpen,
de onderzochte bedrijven geïntroduceerd. Hoofdstuk 4 presenteert de eerste
inzichten voor uptake en het gebruik van moderne energie in bedrijven, en
behandelt ook de mechanismen en de belangrijkste factoren voor de uptake en de
effecten van moderne energie in bedrijven. Een belangrijk kenmerk van de analyse
is het onderscheiden van de stappen tussen energie-aanbod en effecten: uptake van
energiedragers en toepassingen en het feitelijke gebruik van toepassingen voor de
bedrijfsvoering. De hoofdstukken na Hoofdstuk 4 geven een meer gedetailleerde
analyse van de factoren en omstandigheden die de keuzes voor de uptake en voor
het gebruik van energiedragers beïnvloeden. In Hoofdstuk 5 wordt
energievoorziening beschouwd vanuit het perspectief van de ondernemers om
daarmee de invloed op uptake en op de effecten te kunnen bestuderen. De
institutionele context voor het energie aanbod vormt de feitelijke voorziening en de
manier waarop energie- aanbod in wisselwerking staat met de ontwikkeling van
bedrijven. Hoofdstuk 6 analyseert de categorieën van livelihoods assets (kenmerken
en bezittingen van een persoon die kunnen worden ingezet voor het behalen van
ambities), en geeft daarmee een kleurrijk en gedetailleerd beeld van de ondernemers
en hun keuzes en gebruik van energiedragers. De analyse van deze assets laat zien
dat de markt voor producten van het bedrijf bepalend is voor alle ontwikkelingen in
bedrijven. Daarom worden in Hoofdstuk 7 verschillende aspecten van markten
geanalyseerd. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt hoe de verschillende categorieën
van klanten die de doelgroepen vormen van de ondernemers, de uptake en de
voordelen van modern energiegebruik beïnvloeden, alsmede hoe de locatie van het
bedrijf gekoppeld is aan de afzetmarkt voor producten en diensten van het bedrijf en
daarmee aan de energievraag. Hoofdstuk 8 analyseert de invloed van de
institutionele context voor ondersteuning van bedrijven op de kleinschalige
353
bedrijven in de onderzoeksgebieden, die daarmee een indirecte factor vormt voor de
uptake en voor de effecten van moderne energie in deze bedrijven.
Een hoofdbevinding van het empirisch onderzoek is dat hoewel moderne
energiediensten in principe wel mogelijkheden bieden voor nieuwe en verbeterde
inkomens uit ondernemen, bijvoorbeeld door een efficiëntere bedrijfsvoering of
door een toename van productievolume, de effecten van moderne energie in de
praktijk kleiner zijn dan het potentieel dat lijkt te volgen uit zulke algemene
aanwijzingen. Het veldwerk gaf aan dat de uptake van moderne energiedragers in
bedrijven hoog was, met 215 van de 264 bedrijven die elektriciteit hadden en 39
LPG, 16 diesel en 15 kerosine. Wanneer onderscheid wordt gemaakt tussen
categorieën van energiegebruik, blijkt dat de uptake voor verlichting hoger is dan de
uptake van moderne energie voor direct gebruik ten behoeve van producten en
diensten. De effecten van verlichting zijn voornamelijk comfort en flexibiliteit en de
gegevens laten geen effecten op inkomens zien. Er is wel een positief verband
tussen uptake van moderne energiediensten ten behoeve van producten en diensten
en inkomens. De gegevens laat echter ook zien dat dit in zichzelf onvoldoende is om
een substantieel inkomen te verdienen uit het bedrijf. Voordelen, zoals minder
zwaar en minder monotoon werk en toegenomen comfort bij de
bedrijfshandelingen, zijn de vaakst voorkomende uitkomsten van uptake van
moderne energiediensten. Hetzelfde geldt voor toepassingen die mogelijk kunnen
bijdragen aan een efficiëntere bedrijfsvoering. De verklaring voor deze bevinding
werd gevonden in de uitleg dat effecten op verbeterde werkomstandigheden veel
lagere eisen stellen aan de externe factoren of aan de kenmerken en bezittingen van
de ondernemer dan aan de factoren die nodig zijn om positieve effecten op
inkomens te bewerkstelligen. Ook zijn de verbeterde werkomstandigheden vanuit
het perspectief van de ondernemer erg relevant. Het gebrek aan effecten op
inkomens is gedeeltelijk gerelateerd aan de ambities van de ondernemers die typisch
te maken hebben met het verminderen van risico’s voor het bestaansinkomen en
welzijn, en uiteindelijk tot doel hebben de consumptieve koopkracht van het
huishouden te vergroten; het blijkt minder te maken hebben met groei van de
onderneming die gebonden is aan het nemen van risico’s, en is ook gedeeltelijk
gerelateerd aan het gebrek aan kenmerken en bezittingen van de ondernemer en aan
de omstandigheden die groei van bedrijven vergemakkelijken.
De belangrijkste invloed op bedrijfsvoering - waarbij energiekeuze slechts één
factor bleek te zijn - was de marktvraag voor producten en diensten van het bedrijf.
Als de vraag voor producten zo hoog is dat de capaciteit van bedrijven volledig
wordt benut, dan dragen moderne energiediensten wel bij aan een toename van
kansen om inkomens te verbeteren, maar voor de meeste bedrijven speelde dit
slechts gedurende korte periodes in het jaar, of helemaal niet.
Een van de externe invloeden op de uptake en op de effecten van moderne
energiediensten is het bestaan van de energie-infrastructuur om de toegang tot
energievoorzieningen te vergemakkelijken. Een bevinding in het geval van
brandstoffen is dat de eerste toegang relatief onafhankelijk is van de nabijheid van
infrastructuur voor energie aanbod, aangezien ondernemers in staat waren om
toegang te creëren door middel van persoonlijke netwerken of bezittingen zoals een
auto. Echter, voor de meerderheid van de ondernemers, is nabijheid een voorwaarde
Sumarry in Dutch
354
voor uptake. Het is van belang om op te merken dat de vraag voor moderne energie
afhangt van het diffusieproces van de toepassingen lang nadat toegang tot moderne
energie-infrastructuur is gerealiseerd. De kenmerken van de energievoorziening zijn
van belang vanuit het perspectief van armoedebestrijding, omdat de kosten (die per
individu bleken te verschillen afhankelijk van persoonlijke kenmerken of assets) en
de betrouwbaarheid van het aanbod cruciaal zijn voor zowel de uptake als ook voor
de effecten van moderne energie in bedrijven.
De assets van de ondernemer bepalen voor een groot gedeelte de effecten op
inkomens uit bedrijfsvoering. Vooral de financiële uitgangssituatie bleek een
dominante invloed. Hoewel de uptake van moderne energie wijdverspreid was
onder de bedrijven uit alle groepen wat betreft financiële uitgangssituatie, inclusief
de armen, verschilden de effecten per groep. Uptake van moderne energie blijkt wel
effect te hebben gehad op de inkomens van alle groepen behalve voor de armsten.
Voor hen waren de effecten van moderne energie vooral comfort en waren de
effecten op inkomens niet waarneembaar. De effecten op inkomens was het grootst
voor ondernemers met een welvarende financiële uitgangssituatie, maar de effecten
waren ook waarneembaar voor de ‘gewone’ ondernemers. Toch bleek toegang tot
financiële diensten (met name leningen) geen belemmering voor de uptake van
moderne energie ten behoeve van groei van de onderneming, maar de perceptie over
het (niet) terug kunnen betalen van leningen was de hoofdfactor die het gebruik van
leningen belemmerde, en dit was gekoppeld aan de kenmerken en bezittingen van de
ondernemer en de omgevingsfactoren die de kansen voor ondernemen beïnvloeden.
Wat betreft de aan persoonlijke vaardigheden gerelateerde kenmerken van
ondernemers, bleek het niveau van praktische vaardigheden van grote invloed op de
effecten van de uptake van moderne energiediensten in de sectoren houtbewerking
(meubelmakers en timmerlieden), kleermakers en lassen, terwijl het niveau van
formeel onderwijs (hoger dan basis lees- en schrijfvaardigheden) nauwelijks
relevant was voor de ondernemers, behalve voor die uitzonderlijke bedrijven die
zich richten op verre afzetmarkten. Sociale kenmerken zijn belangrijk voor de
bedrijfsvoering, vooral voor flexibele personele invulling, maar daartegenover staat
dat sociale structuren achtergestelde posities en structurele belemmeringen vormen
voor bedrijfsvoering voor vrouwen en mensen uit de laagste kasten.
Aangezien de rurale ondernemers zich bijna exclusief richten op klanten uit (de
nabije omgeving van) het dorp waar het bedrijf is gevestigd, is de vraag voor
producten en diensten van het bedrijf, en daarmee ook de effecten van veel moderne
energie diensten, grotendeels afhankelijk van de kenmerken van deze locale markt.
Het inkomensniveau in de locale markt en de functie van het dorp als markt zijn
belangrijke kenmerken, waarbij de functie van het dorp in grote mate afhankelijk is
van de locatie ten opzichte van wegen en grotere plaatsen, en niet alleen van de
bevolkingsgrootte. De locatie van het bedrijf in het dorp bleek ook relevant te zijn
voor de mogelijkheden om bedrijven op te richten en te ontwikkelen. In gebieden
waar inkomensniveaus relatief laag zijn, bleek moderne energie bij te dragen tot
inkomens in sectoren die basisgoederen produceren zoals graanmolens en
houtbewerking. In zulke gebieden was de bijdrage van moderne energie in andere
sectoren een afname van zwaar werk, toegenomen comfort en van toegenomen
status. Slechts een klein aantal uitzonderlijke ondernemers in specifieke sectoren is
355
het gelukt om vanuit de bestudeerde dorpen verre afzetmarkten te bereiken. Deze
ondernemers beschikken over netwerken om die verre markt te bereiken en over
innovatieve ideeën voor de onderneming waaraan het andere mensen in deze rurale
gebieden meestal ontbreekt. De locatie van zulke bedrijven is gewoonlijk aan de
weg en bedrijven die zich richten op verre markten komen meer voor in de buurt
van grotere plaatsen of stedelijke gebieden dan in de meer afgelegen rurale
gebieden. De redenen hiervoor liggen eerder in toegang tot het wegennet dan in de
makkelijke toegang tot klanten in de nabijgelegen steden. Toegang tot wegen die het
hele jaar door begaanbaar zijn is een complementaire voorwaarde voor de toegang
tot verre markten die cruciaal kan zijn voor de voordelen van moderne
energiediensten.
Hoewel India ver ontwikkelde instituties heeft voor de ondersteuning van kleine
bedrijven, ook voor die in rurale gebieden, bleek dat de beleidsinstrumenten vooral
twee groepen rurale bedrijven bereiken: de deeltijdbedrijven aan huis waarvan de
bijverdiensten geen substantiële bijdrage levert aan het familie-inkomen, en de
bedrijven die op relatief grote schaal opereren en/of zich richten op verre markten,
een groep die zeldzaam is in rurale gebieden. De institutionele capaciteit om
bedrijven te steunen in het bereiken van meer substantiële inkomens ontbreekt. Dit
bleek mede te wijten aan de volgende factoren: gebrek aan contacten tussen de
institutionele betrokkenen en de ondernemers en aan de hoge mate van
afhankelijkheid van NGOs voor een spectrum van bedrijfsondersteuningen
variërend van lesprogramma’s voor basis lees- en schrijfvaardigheden tot het
bereiken van markten. De ‘Self Help Group’ programma’s bleken wel succesvol in
het bereiken van armen en vrouwen, maar slechts tot het niveau van bijverdiensten
in deeltijdactiviteiten.
In het algemeen bezien zijn de omstandigheden zodanig dat moderne energie zelden
leidt tot effecten op inkomens die van betekenis zijn voor armoedevermindering
voor de armste inwoners van rurale gebieden en voor vrouwen in deze gebieden,
tenzij moderne energiediensten lagere kosten met zich mee brengen dan
conventionele alternatieven. Voor de grote groep ondernemers uit gezinnen met lage
inkomens zijn er vaker effecten op inkomens die substantieel kunnen zijn voor de
ondernemer ook al zijn ze in absolute termen klein. Toch, vanuit financieel oogpunt,
rechtvaardigen in het algemeen de effecten op inkomens in rurale gebieden de
uitbreiding van moderne energie-infrastructuur niet. Ook lijken de mogelijkheden
om de locale capaciteit op te bouwen om bedrijfsinkomens te doen toenemen met
het gebruik van moderne energie, in ieder geval op de korte termijn, buiten het
bestek te liggen van de betrokkenen op het gebied van energievoorziening. Het
opbouwen van duurzame contacten met de markt zou zowel de vraag naar moderne
energiediensten als de effecten van die energiediensten op inkomens positief
beïnvloeden.
Download