Paul A. Rahe, Montesquieu and the logic of liberty

advertisement
TV CR JANUARI 2011
BOEKEN
93
Paul A. Rahe
Montesquieu and the logic of liberty:
war, religion, commerce, climate, terrain, technology,
uneasiness of mind, the spirit of political vigilance, and
the foundations of the modern republic
New Haven, London: Yale University Press 2009, 369p., ISBN 978-0-300-14125-2
N.S. EFTHYMIOU*
Dit boek valt te lezen als een op zich staand werk. Montesquieu and the
logic of liberty is dan vooral een analyse van het werk van Montesquieu.
Maar het valt ook te lezen als onderdeel van een tetralogie. In het voorwoord van Montesquieu and the logic of liberty merkt de auteur, die hoogleraar geschiedenis is aan Hillsdale College in de Verenigde Staten, op dat
zijn boek een vervolg is op twee eerdere boeken van zijn hand: Republics
ancient and modern uit 1992 en Against throne and altar: Machiavelli and
political theory under the English republic uit 2008. Een ander boek uit
2009 van Rahe, Soft despotism, democracy’s drift, is een vervolg op het hier
gerecenseerde boek over Montesquieu. Als onderdeel van de tetralogie is
het boek een bouwsteen in een betoog van Rahe over de aard en vitaliteit
van moderne westerse democratieën. Het boek komt hierna vooral aan de
orde als op zich staand werk, al zullen ook enige woorden worden gewijd
aan het boek als onderdeel van een tetralogie.
Rahe’s boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel bespreekt hij teksten
van Montesquieu die dateren van voor 1740. Hij besteedt aandacht aan de
in 1734 gepubliceerde Considérations sur les causes de la grandeur des
Romains et de leur décadence, en aan een tekst die tijdens het leven van
Montesquieu niet is gepubliceerd, Réflexions sur la monarchie universelle en
Europe. Deze tekst stamt uit de jaren 1730. Beide teksten leveren volgens
Rahe harde kritiek op de expansieoorlogen van Lodewijk XIV. In de achttiende eeuw zijn expansieoorlogen, die in de Oudheid succesvol door de
Romeinen konden worden gevoerd, tot mislukken gedoemd. Dit komt
door veranderingen in het ius gentium, dat in de achttiende eeuw minder
welwillend staat tegenover een vernietigende, Romeinse wijze van oorlogsvoering, maar ook door de opkomst van de wisselbrief vanaf het eind
van de middeleeuwen. Expansieoorlogen kosten veel geld, en door de
boeken
! Dr. N.S. Efthymiou is universitair docent staatsrecht aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam.
94
BOEKEN
JANUARI 2011 TV CR
wisselbrief is dat geld niet gemakkelijk meer verkrijgbaar. Handelaren
kunnen via wisselbrieven hun geld namelijk uit handen houden van expansiebeluste vorsten.
Montesquieu gaat volgens Rahe echter verder in zijn betoog. Hij bekritiseert de politiek van Lodewijk XIV niet alleen, maar biedt er ook een alternatief voor: de Engelse politiek. Dit land lijkt een monarchie, maar
onder de monarchie verbergt zich een republiek. Eigenlijk is Engeland
een handeldrijvende republiek die welvarend en machtig is zonder daarvoor territoriale expansie nodig te hebben.
Nu is in de hiervoor genoemde teksten van Montesquieu weinig te vinden
over Engeland. Informatie over Engeland staat wel in hoofdstuk 6 van
boek XI van De l’esprit des lois, dat de Engelse staatsinrichting beschrijft.
Rahe’s these is dat dit hoofdstuk ook is geschreven in de jaren 1730 en dat
de Considerations, de Réflexions en hoofdstuk 6 van boek XI oorspronkelijk waren bedoeld om samen één boek te vormen, waarin de Franse politiek werd bekritiseerd en de Engelse politiek werd aanbevolen. Om zijn
these plausibel te maken wijst Rahe op getuigenissen van Montesquieu’s
zoon en op een ontwerp van hoofdstuk 6 van boek XI dat is uitgeschreven
door degene die tussen 1734 en 1738 de persoonlijk secretaris was van
Montesquieu (pagina’s 40-42 van Montesquieu and the logic of liberty).
Het tweede en derde deel van Rahe’s boek gaan vooral over Montesquieu’s
in 1748 gepubliceerde hoofdwerk, De l’esprit des lois. Rahe benadrukt dat
dit omvangrijke werk slechts schijnbaar ongestructureerd is. De l’esprit
des lois bevat een eenduidig centraal betoog, voor wie tussen de regels wil
lezen. Die laatste kanttekening moet er wel bij, aldus Rahe, want
Montesquieu vreesde de censor. Het is de reden dat de Réflexions tijdens
zijn leven nooit zijn gepubliceerd, en dat het centrale betoog van De l’esprit
des lois alleen door goede lezers te vatten is.
De vraag is dan natuurlijk wat dat betoog inhoudt. Volgens Rahe is De
l’esprit des lois een uitwerking van de opvattingen uit de al genoemde geschriften uit de jaren 1730. In De l’esprit des lois analyseert Montesquieu
de Engelse handelsrepubliek (en de Franse monarchie) nader, en stelt hij
in het verlengde van de analyse opnieuw dat in de achttiende eeuw de
Engelse handelsrepubliek superieur is aan de Franse monarchie.
Volgens Montesquieu wordt de Engelse handelsrepubliek gekenmerkt
door sociale gelijkheid en een algemene geest van vrede en gematigdheid
– het succesvol voeren van handel veroorzaakt en vereist sociale gelijkheid
en een dergelijke geest. Uit de algemene geest vloeit een gematigde regeringsvorm voor, gekenmerkt door machtenscheiding. Deze machtenscheiding zorgt voor politieke vrijheid. De burger betaalt daar echter een
prijs voor. Zijn verhouding tot andere burgers wordt gekenmerkt door
TV CR JANUARI 2011
BOEKEN
onbehagen en angst. Het onbehagen en de angst worden gesublimeerd in
waakzaamheid tegenover politieke instanties, en deze waakzaamheid
waarborgt de machtenscheiding en de politieke vrijheid. Men wil vermijden dat een politieke instantie te veel macht krijgt.
Rahe bespreekt ook Montesquieu’s behandeling van de totstandkoming
van de Engelse handelsrepubliek en haar regeringsvorm. Bij de totstandkoming spelen meer factoren een rol: een gematigd klimaat dat het
voeren van handel en het invoeren van een gematigde regeringsvorm vergemakkelijkt, en vele maatregelen die over een langere periode door opeenvolgende Engelse vorsten – vooral Hendrik VIII – zijn genomen en
van de Engelse monarchie een handelsrepubliek hebben gemaakt.
Montesquieu gaat er dus van uit dat landen een andere regeringsvorm
kunnen krijgen, dat het tot stand komen van een bepaalde regeringsvorm
afhangt van factoren die de mens deels in de hand heeft, en dat een
(nieuwe) regeringsvorm geleidelijk tot stand komt. Rahe benadrukt dit
laatste aspect van Montesquieu’s analyse: nieuwe regeringsvormen ontstaan geleidelijk.
De l’esprit des lois bevat ook kritiek op Frankrijk. Frankrijk is in verval
door expansieoorlogen, hoge belastingen en de kosten die het in stand
houden van staande legers in vredestijd met zich brengt. Volgens Rahe
voorspelt Montesquieu hiermee het einde van de Franse monarchie. Hij
hoopt er, opnieuw volgens Rahe, op dat ook Frankrijk een handelsrepubliek zal worden, omdat handelsrepublieken het meest geschikt zijn voor
de wereldorde die in de achttiende eeuw is ontstaan en die niet is gebaseerd op ‘empire building’, maar op het verkrijgen van macht via het
voeren van handel.
Zoals opgemerkt, is Montesquieu and the logic of liberty, als het derde deel
van een tetralogie, een bouwsteen in een betoog van Rahe. De pointe van
dit betoog is echter eerder te vinden in Soft despotism, democracy’s drift,
het slotdeel van de tetralogie. Ik zal daarom maar weinig over het betoog
zeggen. In Montesquieu and the logic of liberty wordt beweerd dat niet
alleen in de achttiende eeuw, maar ook nu handelsrepublieken levenskrachtiger zijn dan staten die doen aan ‘empire building’. Bovendien zijn
ze te verkiezen boven dergelijke staten. Zo merkt Rahe op dat het een
goede zaak is dat Engeland en de VS levenskrachtiger zijn gebleken dan
‘Napoleon, Hitler and Stalin’ (pagina 57 van Montesquieu and the logic of liberty). Het spreekt echter niet vanzelf dat handelsrepublieken superieur
en levenskrachtiger zijn. De regeringsvorm van handelsrepublieken kan
worden gecorrumpeerd, met allerlei negatieve gevolgen. Zo kan in handelsrepublieken despotie opkomen, of kunnen staten die doen aan
‘empire building’ vrij spel krijgen.
95
96
BOEKEN
JANUARI 2011 TV CR
Om te achterhalen hoe corrumpering van de regeringsvorm van handelsrepublieken valt te voorkomen is volgens Rahe onderzoek nodig naar het
werk van Rousseau en De Tocqueville. Dit onderzoek is niet te vinden in
Montesquieu and the logic of liberty, maar het boek bevat wel vingerwijzingen over het voorkomen van corrumpering. Zo vindt Rahe dat handelsrepublieken moeten streven naar een kleine overheid die zich zo min mogelijk bemoeit met het vrije spel van de maatschappelijke krachten. Als de
uitvoerende macht de handel zou gaan beheren, dan verdwijnt een essentiële voorwaarde voor de regeringsvorm van handelsrepublieken: de waakzaamheid van de middenklasse (pagina’s 136-143 van Montesquieu and the
logic of liberty). Ook moeten handelsrepublieken preventieve oorlogen
durven voeren, alleen zo kunnen ze bedreigende en overambitieuze
staten in toom houden (pagina’s 202-205 van Montesquieu and the logic of
liberty). De merites van deze vingerwijzingen moeten hier in het midden
blijven: ze vereisen een bespreking van Soft despotism, democracy’s drift.
Als behandeling van het werk van Montesquieu heeft Montesquieu and the
logic of liberty verdiensten. Rahe is op veel plaatsen een zorgvuldige lezer
van Montesquieu’s werk. Zijn behandeling van Montesquieu’s politieke
typologie en van Montesquieu’s opvatting over de plaats van Engeland in
die typologie is voorbeeldig (pagina’s 67-85 van Montesquieu and the logic
of liberty). Zijn nadruk op het niet-statische karakter van Montesquieu’s
politieke typologie is dat evenzeer (pagina’s 147-149 van Montesquieu and
the logic of liberty).
Ook Rahe’s bredere analyses zijn vaak verhelderend. De bespreking van
het werk van Montesquieu uit de jaren 1730 maakt ten minste aannemelijk dat in het vroege werk veel lijnen te vinden zijn die doorlopen naar het
latere werk. Toch zijn hier wel kanttekeningen te maken. Rahe ziet De
l’esprit des lois wel erg sterk als onderdeel van een project, en de nadrukkelijke lezing van De l’esprit des lois als een pro-Engeland en anti-Frankrijk
project doet af aan de rijkdom van Montesquieu’s hoofdwerk. Ook kun je
vraagtekens zetten bij de historische juistheid van Rahe’s opvatting dat
‘empire building’ geen grote rol speelde in de wereldorde van de achttiende eeuw. Engeland heeft in die eeuw buiten Europa vele gebieden in bezit
genomen, vaak ten koste van Frankrijk. Het verloop en de gevolgen van
de Zevenjarige oorlog (1756-1763) maken dit voldoende duidelijk.
Verdienstelijk is ook dat Rahe benadrukt dat er structuur zit in De l’esprit
des lois. Hij wijst daartoe op het belang dat Montesquieu hechtte aan de
indeling van het boek in zes delen (pagina’s 88-89 van Montesquieu and
the logic of liberty). Toch vallen ook hier vragen te stellen. Zo verbaast het
dat Rahe nadruk legt op de indeling in zes delen, maar in zijn bespreking
van het werk weinig aandacht besteedt aan de delen vijf en zes. Is het
TV CR JANUARI 2011
BOEKEN
97
omdat, zoals Jeanne Holierhoek opmerkt in haar nawoord bij de
Nederlandse vertaling van De l’esprit des lois, veel hoofdstukken uit de
laatste twee delen van het boek een strakke eindredactie missen?1 Als dat
zo is, dan lijkt Rahe de mate van structuur van het boek wat te overdrijven. Misschien is het juister om, zoals Holierhoek, te stellen dat vooral
het eerste deel van het boek strak gestructureerd is en wezenlijk is voor
het algemene begrip en dat je daarna overal de tekst kunt binnenstappen,
delen kunt overslaan, en terug kunt bladeren.2
Mogelijk is er nog een reden waarom Rahe minder aandacht besteedt aan
de delen vijf en zes van De l’esprit des lois, een reden die samenhangt met
Rahe’s eigen betoog. In de laatste boeken van De l’esprit des lois besteedt
Montesquieu veel aandacht aan de matigende rol die in een monarchie
zou moeten zijn weggelegd voor de adel. Dat lijkt niet in overeenstemming met Rahe’s stelling dat Montesquieu hoopt dat de monarchie
Frankrijk een handelsrepubliek wordt. Het lijkt er eerder op dat
Montesquieu een absolutistische monarchie afkeurt en verlangt naar de
terugkeer van een monarchie met een rol voor de adel en ook voor de
standen.3 Dat is een wezenlijk ander standpunt dan het standpunt dat
Rahe Montesquieu in de mond legt – en dat andere standpunt past slecht
in Rahe’s eigen betoog. Het lijkt er daarmee op dat Montesquieu’s werk
soms selectief wordt gebruikt om Rahe’s opvattingen te ondersteunen.
Dat is begrijpelijk voor zover Montesquieu and the logic of liberty een eigen
standpunt uitdraagt, wat er ook zij van de intrinsieke waarde van dat
standpunt. Het is echter minder begrijpelijk voor een boek dat beoogt
Montesquieu’s werk te analyseren.
1 Zie Montesquieu, Over de
geest van de wetten, vertaling en
nawoord Jeanne Holierhoek,
Boom, Amsterdam 2006, p. 859.
2 Zie Montesquieu, op.cit, p.
860.
3 Ibidem.
Download