Uniformen Belgische Infanterie tijdens de Eerste Wereldoorlog

advertisement
Uniformen Belgische Infanterie tijdens de Eerste
Wereldoorlog
Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog hadden de soldaten nog een ander uniform dan op het
einde. In het begin bestond het uit een blauwe jas en een grijze broek. Als hoofddeksel droegen ze
zeer oude helmen, de zogenaamde 'Corisaanse Hoed'( sjako) . De infanterie droeg een rode nestel
rond hun Corsicaance hoed de lichte infanterie een gele. De officieren van de infanterie worden
gekenmerkt door het aantal sterren op hun kraag (één in het goud, voor de sub-luitenant; twee voor
de luitenant, 3 voor de kapitein, één in het zilver, voor de majoor; twee voor de luitenant-kolonel,
drie voor de kolonel). We onderscheiden ook de superieure officieren met de ondergeschikte
officieren door het aantal vlechten op hun hoed (3 of 2) en hun ‘épaulettes’ (met grote of kleine
vlechten).
Later, in 1913, kregen ze een nieuw,
kakigroen uniform. Bij dit uniform hoorde
wel een helm, nl. de Adrianhelm. Deze
helm was gebaseerd op de Franse
helmen. Op de Belgische helm stond een
leeuw, op de Franse helm een granaat met
RF in. Het invoeren van dit nieuwe
uniform was een enorme verbetering voor
de soldaten aan het front. De oude,
blauwe uniforms waren namelijk niet
goed meer voor gebruik tijdens zulk een
grote oorlog.
Voor soldaten in ‘opleiding’ had men
ook nog andere uniformen. Zij
gebruikten namelijk vaalwitte
uniformen.
De
kledingvoorziening
geregeld en het
uniform als het
was ook niet al te best
uniform was, niet zo
woord
aangeeft.
Men
liep
in
verschillenden uniformen, oudere lichtingen droegen nog het donkerblauwe; de nieuwe in het
kakigroene uniform.
Stalen helmen waren tot aan het einde van de oorlog nog steeds niet voorradig.
Het veranderen van de uniformen was goed voor meerdere redenen. Als eerste was het zeer goed
omdat de uniformen sterk verouderd waren en dus eigenlijk niet meer konden dienen tijdens de
oorlog. Ten tweede waren de kleuren ook minder opvallend. Het blauwe uniform was absoluut niet
goed gecamoufleerd en ze vielen hier erg hard in op, door de kaki kleur van de nieuwe uniformen
vielen de soldaten minder op.
De standaardbewapening van een infanterist bestond uit een standaard geweer nl. de Mauser 1889,
een korte of lange bajonet, een revolver, granaten,…
De 2 uniformen naast elkaar
Links, een soldaat zoals hij in de zomer van 1914 naar de oorlog
vertrok.
Rechts, een soldaat in het najaar van 1915, nadat hij zich al bijna een
jaar lang aan
de rand van de IJzervlakte had moeten ingraven. Het verschil tussen de 2 uniformen is duidelijk.
HELM
Hier vast gemaakt aan riem
voorzien
van
camouflagehoes,
bij
ceremoniële
gelegenheden
werd de “Bonnet Portefeuille” gedragen. Op de helm staat het
een leeuw.
insigne van
Bo
PATROONTAS
Lederen zakjes vastgemaakt aan de riem waar de kogels in
bewaard werden.
JAS/BROEK
In het begin van de oorlog
waren de uniformen felblauw en rood. Daardoor waren ze echter te
opvallend en werden hun uniformen kaki.
SCHOENEN
Stevige schoenen met metalen pinnen op de onderkant voor meer
grip. Daarboven werden Belgische beenstukken (getten) gedragen.
Download