30-11-2004 10:56 Pagina 2 Tekst: Adviezen: Astrid Tjalsma, NIGZ Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis) Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G) Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van GGD Nederland M. Veldhoen (logopedist Rotterdam) Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis) Illustraties: Marian Latour Opmaak: Jeroen Steen, NIGZ Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van elmex® Research. © NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden, e-mail: [email protected] Gezond eten en drinken / Van zuigfles naar beker Gezond eten en drinken In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers, die door bacteriën die in de tandplak zitten worden omgezet in zuur. Het gebit krijgt hierdoor met een zuuraanval te maken, die gaatjes in de tanden en kiezen van uw kind kan veroorzaken. Pas doorgebroken tandjes zijn kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes, omdat het glazuur nog niet is uitgehard. Na het eten en drinken heeft het gebit rust nodig om zich te herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw kind gedurende een periode van twee tot drie uur niets meer te laten eten of drinken waar suikers in zitten. Geef uw kind daarom de zuigfles of een (antilek)beker alleen als er iets gedronken moet worden en niet als troost of zoethoudertje tussendoor in bed, box of wandelwagen of tijdens het spelen. Water of thee zonder suiker mag altijd gedronken worden. Leer uw baby zodra deze kan zitten te drinken uit een beker zonder tuitje. Laat uw kind, zodra het met de pot mee-eet, naast de drie maaltijden niet meer dan vier tussendoortjes eten en/of drinken. Probeer het aantal zoete tussendoortjes te beperken. Geef uw kind water als het 's nachts dorst heeft. Een baby vindt van nature een zoete smaak lekker en zal aan andere smaken moeten wennen. Vanaf zes maanden krijgt uw baby naast borst- of flesvoeding een fruit- en groentehapje. Uw kind zal niet elk nieuw hapje direct lekker vinden. Voeg aan de hapjes geen suiker of appelmoes toe om de smaak aan te passen. U kunt beter de smaak verzachten door een beetje melk of water toe te voegen. Voeg steeds minder toe, zodat uw baby geleidelijk aan de smaak went. Het is aan te raden uw baby direct te leren drinken uit een beker zonder tuitje of dekseltje en de anti-lekbeker niet te gebruiken. Zo leert uw baby direct met kleine slokjes te drinken, op een juiste manier te slikken en de beker niet te ver om te kiepen. Lukt het drinken zonder tuitje niet, gebruik dan een beker met een hol dekseltje met een drinkgat of een beker met een tuitje met gaatjes. De vloeistof loopt er makkelijk uit en uw baby zal leren te doseren. Probeer het zodra het goed gaat zonder tuitje. Bij het gebruik van een anti-lekbeker moet uw baby krachtig zuigen om te drinken en hoeft uw baby niet te doseren. Het aanleren van doseren tijdens het drinken zal dan langer duren. Ook wordt het primitief zuigen en slikken in stand gehouden. Uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige kan u meer informatie geven. Van zuigfles naar beker Rond zes maanden verdwijnt de zuigreflex en gaat uw baby normaal slikken. Voorkom dat uw baby te lang blijft zuigen. Het is goed om de zuigfles in te ruilen voor de beker zodra uw baby zelfstandig kan zitten (tussen de zes en negen maanden). Bouw het drinken uit de fles geleidelijk af, door bijvoorbeeld 's morgens en 's avonds de fles te geven en tussendoor de beker. Begin met dikkere vloeistoffen, zoals yoghurt of pap zonder suiker. De fopspeen afleren Alleen geven als er iets gedronken moet worden. Zodra uw kind kan zitten, drinken uit een bekertje. De fopspeen afleren folder 2-2.qxd Langdurig gebruik van en fanatiek zuigen op de fopspeen kan dezelfde afwijkingen veroorzaken als het zuigen op de duim of vinger. Als het kind rond de negen maanden oud is, kunt u beginnen het gebruik van de fopspeen in een rustig tempo af te bouwen. Tips voor het afleren van het gebruik van de fopspeen z z z z Begin overdag met afbouwen door de fopspeen steeds minder en voor steeds kortere periodes te geven. Op den duur wordt de speen alleen bij het inslapen gegeven of als uw baby erg verdrietig is. Probeer uw kind als het erg verdrietig is eerst af te leiden. Geef de speen alleen als de afleiding niet werkt. Leid uw kind af op de momenten dat het gewend is op de fopspeen te zuigen. Geef bijvoorbeeld een knuffeltje ter vervanging van de fopspeen. Als het goed gaat overdag kan begonnen worden met het afleren van het gebruik bij het inslapen. Als uw kind weer op de duim of vinger gaat zuigen, geef dan weer de speen en probeer op een later moment alsnog het gebruik van de speen af te bouwen. Het melkgebit breekt door Mondverzorging van 6 tot en met 24 maanden 10:56 Pagina 1 Het melkgebit breekt door Een regel bij het doorbreken van tandjes en kiesjes is: als een tandje of kiesje eerst aan de linkerkant doorbreekt, breekt vervolgens een tandje of kiesje op dezelfde plek aan de rechterkant door, of omgekeerd. mond staan. Dan volgt er vaak een periode van rust, waarna rond de zestien maanden de eerste bovenkiesjes (5) en onderkiesjes (6) volgen. De hoektandjes (7 & 8) zijn de volgende. Deze breken door als uw kind ongeveer twintig maanden oud is. Als laatste breken rond de twee jaar de achterste melkkiezen (9 & 10) door. Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta Om gaatjes te voorkomen moeten de eerste tandjes vanaf de doorbraak van het eerste tandje worden gepoetst. Schadelijke tandplak wordt zo verwijderd. Bij doorbraak is het glazuur van de tandjes nog niet uitgehard, waardoor het kwetsbaarder is voor gaatjes. Fluoride versterkt het glazuur en helpt gaatjes voorkomen. Poets het tandje daarom zodra het zichtbaar is met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tot tweejarige leeftijd moeten de tandjes één keer per dag worden gepoetst, liefst 's avonds voor het slapengaan. Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst, 's morgens en 's avonds. Om de overgang van één naar twee keer poetsen geleidelijk te laten verlopen, kunt u vanaf dat Meestal breken rond zes maanden de eerste tandjes in de onderkaak door (1). Daarna volgen rond de negen maanden de eerste tandjes in de bovenkaak (2). Vervolgens breken de tandjes naast de al aanwezige tandjes in de bovenkaak (3) en onderkaak (4) door. Veel kinderen hebben rond de twaalf maanden acht tandjes in de Aan het doorbreken van de tanden en kiezen worden veel kwaaltjes toegeschreven. Uw baby zal in deze periode meer kwijlen en kan last krijgen van rode billetjes of wangetjes, wat verhoging of dunne ontlasting. Zolang deze verschijnselen eenmalig optreden, niet lang duren en niet te hevig zijn, hoeft u zich daarover geen zorgen te maken. Bij twijfel kan uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige uitleg geven. Het melkgebit breekt door Gaat het krijgen van tandjes en kiesjes bij uw baby anders dan hierboven beschreven? Dan is er niets aan de hand: ieder kind is nu eenmaal uniek. Bent u toch ongerust, bespreek dit dan met uw tandarts. uw kind anderhalf jaar is, rustig zo af en toe ook 's morgens poetsen en dit opbouwen. Soms moet de baby even wennen aan de smaak van de tandpasta. Het is belangrijk dat u de fluoridehoudende peutertandpasta wel blijft gebruiken, zodat het fluoride de tandjes tegen gaatjes kan beschermen. De meeste baby's zijn snel gewend aan een nieuwe smaak. Mocht dit niet lukken, bespreek het dan met uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige. Poets de tanden met een peutertandenborstel met zachte haartjes en een klein borstelkopje. Als uw baby een tandenborstel niet prettig vindt, kunt u een vochtig wattenstaafje of gaasje gebruiken. Het consultatiebureau of de drogisterij heeft ook plastic tandenborsteltjes die u over de vinger van uw kind kunt schuiven. Laat uw baby wel zo snel mogelijk wennen aan een echt tandenborsteltje. Gebruik bij alle methodes fluoridehoudende peutertandpasta. De hoeveelheid fluoride in peutertandpasta is aangepast aan het gebruik door baby's en peuters. Het gebruik door peuters van tandpasta voor volwassenen kan witte vlekjes op de blijvende tanden veroorzaken en wordt daarom afgeraden. Poets tot tweejarige leeftijd één keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tips voor het tandenpoetsen U kunt de tandjes van uw baby of peuter op de volgende manieren poetsen: 1. Poets uw kind terwijl het op een aankleedkussen ligt. 2. Ga op de rand van uw bed zitten en laat uw kind op bed liggen met het hoofd op uw bovenbenen. Het hoofd van het kind valt iets achterover. Zo hebt u goed zicht en wordt uw rug gespaard. 3. Een peuter kan staand of zittend op een stoel worden gepoetst. Ga recht voor of schuin achter het kind staan en laat het hoofd van uw kind tegen uw lichaam of de leuning van de stoel steunen. Buig het hoofd licht achterover door uw hand onder de kin te leggen. Zo kunt u goed in de mond kijken. Poets de binnen- en buitenkant van alle tanden en kiezen met een zachte, rustig heen en weer gaande beweging. Poets daarna de bovenkant van de kiezen. Gebruik altijd een fluoridehoudende peutertandpasta, het liefst niet met een zoete smaak. Het is beter om uw baby direct te laten wennen aan de mentholsmaak van tandpasta. Als uw baby of peuter op de tandenborstel bijt, is het aan te raden om twee tandenborstels te kopen: een waarop gekauwd wordt en een waarmee gepoetst wordt. Leer het kauwen op de tandenborstel wel zo snel mogelijk af. Poets in een vaste volgorde de binnen-, buiten- en bovenkant van het gebit. Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst: 's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar bed gaan. Als uw baby anderhalf is, kunt u beginnen ook 's morgens te poetsen. Door steeds vaker twee keer per dag te poetsen, zal de overgang naar twee keer poetsen makkelijk verlopen. Weerstand tegen tandenpoetsen Het poetsen van de tandjes kan strijd opleveren. Houd in ieder geval het poetsen op het dagelijkse programma. Door het tandenpoetsen leuker te maken zal er minder weerstand zijn. Koop bijvoorbeeld samen een tandenborstel die uw peuter leuk vindt of maak gekke geluiden tijdens het poetsen of zing een liedje. Prijs uw peuter als het goed gaat. Op den duur leert uw kind dat het tandenpoetsen erbij hoort. Tips voor het tandenpoetsen / Weerstand tegen tandenpoetsen 30-11-2004 Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta folder 2-2.qxd 10:56 Pagina 1 Het melkgebit breekt door Een regel bij het doorbreken van tandjes en kiesjes is: als een tandje of kiesje eerst aan de linkerkant doorbreekt, breekt vervolgens een tandje of kiesje op dezelfde plek aan de rechterkant door, of omgekeerd. mond staan. Dan volgt er vaak een periode van rust, waarna rond de zestien maanden de eerste bovenkiesjes (5) en onderkiesjes (6) volgen. De hoektandjes (7 & 8) zijn de volgende. Deze breken door als uw kind ongeveer twintig maanden oud is. Als laatste breken rond de twee jaar de achterste melkkiezen (9 & 10) door. Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta Om gaatjes te voorkomen moeten de eerste tandjes vanaf de doorbraak van het eerste tandje worden gepoetst. Schadelijke tandplak wordt zo verwijderd. Bij doorbraak is het glazuur van de tandjes nog niet uitgehard, waardoor het kwetsbaarder is voor gaatjes. Fluoride versterkt het glazuur en helpt gaatjes voorkomen. Poets het tandje daarom zodra het zichtbaar is met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tot tweejarige leeftijd moeten de tandjes één keer per dag worden gepoetst, liefst 's avonds voor het slapengaan. Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst, 's morgens en 's avonds. Om de overgang van één naar twee keer poetsen geleidelijk te laten verlopen, kunt u vanaf dat Meestal breken rond zes maanden de eerste tandjes in de onderkaak door (1). Daarna volgen rond de negen maanden de eerste tandjes in de bovenkaak (2). Vervolgens breken de tandjes naast de al aanwezige tandjes in de bovenkaak (3) en onderkaak (4) door. Veel kinderen hebben rond de twaalf maanden acht tandjes in de Aan het doorbreken van de tanden en kiezen worden veel kwaaltjes toegeschreven. Uw baby zal in deze periode meer kwijlen en kan last krijgen van rode billetjes of wangetjes, wat verhoging of dunne ontlasting. Zolang deze verschijnselen eenmalig optreden, niet lang duren en niet te hevig zijn, hoeft u zich daarover geen zorgen te maken. Bij twijfel kan uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige uitleg geven. Het melkgebit breekt door Gaat het krijgen van tandjes en kiesjes bij uw baby anders dan hierboven beschreven? Dan is er niets aan de hand: ieder kind is nu eenmaal uniek. Bent u toch ongerust, bespreek dit dan met uw tandarts. uw kind anderhalf jaar is, rustig zo af en toe ook 's morgens poetsen en dit opbouwen. Soms moet de baby even wennen aan de smaak van de tandpasta. Het is belangrijk dat u de fluoridehoudende peutertandpasta wel blijft gebruiken, zodat het fluoride de tandjes tegen gaatjes kan beschermen. De meeste baby's zijn snel gewend aan een nieuwe smaak. Mocht dit niet lukken, bespreek het dan met uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige. Poets de tanden met een peutertandenborstel met zachte haartjes en een klein borstelkopje. Als uw baby een tandenborstel niet prettig vindt, kunt u een vochtig wattenstaafje of gaasje gebruiken. Het consultatiebureau of de drogisterij heeft ook plastic tandenborsteltjes die u over de vinger van uw kind kunt schuiven. Laat uw baby wel zo snel mogelijk wennen aan een echt tandenborsteltje. Gebruik bij alle methodes fluoridehoudende peutertandpasta. De hoeveelheid fluoride in peutertandpasta is aangepast aan het gebruik door baby's en peuters. Het gebruik door peuters van tandpasta voor volwassenen kan witte vlekjes op de blijvende tanden veroorzaken en wordt daarom afgeraden. Poets tot tweejarige leeftijd één keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tips voor het tandenpoetsen U kunt de tandjes van uw baby of peuter op de volgende manieren poetsen: 1. Poets uw kind terwijl het op een aankleedkussen ligt. 2. Ga op de rand van uw bed zitten en laat uw kind op bed liggen met het hoofd op uw bovenbenen. Het hoofd van het kind valt iets achterover. Zo hebt u goed zicht en wordt uw rug gespaard. 3. Een peuter kan staand of zittend op een stoel worden gepoetst. Ga recht voor of schuin achter het kind staan en laat het hoofd van uw kind tegen uw lichaam of de leuning van de stoel steunen. Buig het hoofd licht achterover door uw hand onder de kin te leggen. Zo kunt u goed in de mond kijken. Poets de binnen- en buitenkant van alle tanden en kiezen met een zachte, rustig heen en weer gaande beweging. Poets daarna de bovenkant van de kiezen. Gebruik altijd een fluoridehoudende peutertandpasta, het liefst niet met een zoete smaak. Het is beter om uw baby direct te laten wennen aan de mentholsmaak van tandpasta. Als uw baby of peuter op de tandenborstel bijt, is het aan te raden om twee tandenborstels te kopen: een waarop gekauwd wordt en een waarmee gepoetst wordt. Leer het kauwen op de tandenborstel wel zo snel mogelijk af. Poets in een vaste volgorde de binnen-, buiten- en bovenkant van het gebit. Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst: 's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar bed gaan. Als uw baby anderhalf is, kunt u beginnen ook 's morgens te poetsen. Door steeds vaker twee keer per dag te poetsen, zal de overgang naar twee keer poetsen makkelijk verlopen. Weerstand tegen tandenpoetsen Het poetsen van de tandjes kan strijd opleveren. Houd in ieder geval het poetsen op het dagelijkse programma. Door het tandenpoetsen leuker te maken zal er minder weerstand zijn. Koop bijvoorbeeld samen een tandenborstel die uw peuter leuk vindt of maak gekke geluiden tijdens het poetsen of zing een liedje. Prijs uw peuter als het goed gaat. Op den duur leert uw kind dat het tandenpoetsen erbij hoort. Tips voor het tandenpoetsen / Weerstand tegen tandenpoetsen 30-11-2004 Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta folder 2-2.qxd 10:56 Pagina 1 Het melkgebit breekt door Een regel bij het doorbreken van tandjes en kiesjes is: als een tandje of kiesje eerst aan de linkerkant doorbreekt, breekt vervolgens een tandje of kiesje op dezelfde plek aan de rechterkant door, of omgekeerd. mond staan. Dan volgt er vaak een periode van rust, waarna rond de zestien maanden de eerste bovenkiesjes (5) en onderkiesjes (6) volgen. De hoektandjes (7 & 8) zijn de volgende. Deze breken door als uw kind ongeveer twintig maanden oud is. Als laatste breken rond de twee jaar de achterste melkkiezen (9 & 10) door. Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta Om gaatjes te voorkomen moeten de eerste tandjes vanaf de doorbraak van het eerste tandje worden gepoetst. Schadelijke tandplak wordt zo verwijderd. Bij doorbraak is het glazuur van de tandjes nog niet uitgehard, waardoor het kwetsbaarder is voor gaatjes. Fluoride versterkt het glazuur en helpt gaatjes voorkomen. Poets het tandje daarom zodra het zichtbaar is met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tot tweejarige leeftijd moeten de tandjes één keer per dag worden gepoetst, liefst 's avonds voor het slapengaan. Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst, 's morgens en 's avonds. Om de overgang van één naar twee keer poetsen geleidelijk te laten verlopen, kunt u vanaf dat Meestal breken rond zes maanden de eerste tandjes in de onderkaak door (1). Daarna volgen rond de negen maanden de eerste tandjes in de bovenkaak (2). Vervolgens breken de tandjes naast de al aanwezige tandjes in de bovenkaak (3) en onderkaak (4) door. Veel kinderen hebben rond de twaalf maanden acht tandjes in de Aan het doorbreken van de tanden en kiezen worden veel kwaaltjes toegeschreven. Uw baby zal in deze periode meer kwijlen en kan last krijgen van rode billetjes of wangetjes, wat verhoging of dunne ontlasting. Zolang deze verschijnselen eenmalig optreden, niet lang duren en niet te hevig zijn, hoeft u zich daarover geen zorgen te maken. Bij twijfel kan uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige uitleg geven. Het melkgebit breekt door Gaat het krijgen van tandjes en kiesjes bij uw baby anders dan hierboven beschreven? Dan is er niets aan de hand: ieder kind is nu eenmaal uniek. Bent u toch ongerust, bespreek dit dan met uw tandarts. uw kind anderhalf jaar is, rustig zo af en toe ook 's morgens poetsen en dit opbouwen. Soms moet de baby even wennen aan de smaak van de tandpasta. Het is belangrijk dat u de fluoridehoudende peutertandpasta wel blijft gebruiken, zodat het fluoride de tandjes tegen gaatjes kan beschermen. De meeste baby's zijn snel gewend aan een nieuwe smaak. Mocht dit niet lukken, bespreek het dan met uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige. Poets de tanden met een peutertandenborstel met zachte haartjes en een klein borstelkopje. Als uw baby een tandenborstel niet prettig vindt, kunt u een vochtig wattenstaafje of gaasje gebruiken. Het consultatiebureau of de drogisterij heeft ook plastic tandenborsteltjes die u over de vinger van uw kind kunt schuiven. Laat uw baby wel zo snel mogelijk wennen aan een echt tandenborsteltje. Gebruik bij alle methodes fluoridehoudende peutertandpasta. De hoeveelheid fluoride in peutertandpasta is aangepast aan het gebruik door baby's en peuters. Het gebruik door peuters van tandpasta voor volwassenen kan witte vlekjes op de blijvende tanden veroorzaken en wordt daarom afgeraden. Poets tot tweejarige leeftijd één keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tips voor het tandenpoetsen U kunt de tandjes van uw baby of peuter op de volgende manieren poetsen: 1. Poets uw kind terwijl het op een aankleedkussen ligt. 2. Ga op de rand van uw bed zitten en laat uw kind op bed liggen met het hoofd op uw bovenbenen. Het hoofd van het kind valt iets achterover. Zo hebt u goed zicht en wordt uw rug gespaard. 3. Een peuter kan staand of zittend op een stoel worden gepoetst. Ga recht voor of schuin achter het kind staan en laat het hoofd van uw kind tegen uw lichaam of de leuning van de stoel steunen. Buig het hoofd licht achterover door uw hand onder de kin te leggen. Zo kunt u goed in de mond kijken. Poets de binnen- en buitenkant van alle tanden en kiezen met een zachte, rustig heen en weer gaande beweging. Poets daarna de bovenkant van de kiezen. Gebruik altijd een fluoridehoudende peutertandpasta, het liefst niet met een zoete smaak. Het is beter om uw baby direct te laten wennen aan de mentholsmaak van tandpasta. Als uw baby of peuter op de tandenborstel bijt, is het aan te raden om twee tandenborstels te kopen: een waarop gekauwd wordt en een waarmee gepoetst wordt. Leer het kauwen op de tandenborstel wel zo snel mogelijk af. Poets in een vaste volgorde de binnen-, buiten- en bovenkant van het gebit. Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst: 's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar bed gaan. Als uw baby anderhalf is, kunt u beginnen ook 's morgens te poetsen. Door steeds vaker twee keer per dag te poetsen, zal de overgang naar twee keer poetsen makkelijk verlopen. Weerstand tegen tandenpoetsen Het poetsen van de tandjes kan strijd opleveren. Houd in ieder geval het poetsen op het dagelijkse programma. Door het tandenpoetsen leuker te maken zal er minder weerstand zijn. Koop bijvoorbeeld samen een tandenborstel die uw peuter leuk vindt of maak gekke geluiden tijdens het poetsen of zing een liedje. Prijs uw peuter als het goed gaat. Op den duur leert uw kind dat het tandenpoetsen erbij hoort. Tips voor het tandenpoetsen / Weerstand tegen tandenpoetsen 30-11-2004 Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta folder 2-2.qxd 30-11-2004 10:56 Pagina 2 Tekst: Adviezen: Astrid Tjalsma, NIGZ Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis) Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G) Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van GGD Nederland M. Veldhoen (logopedist Rotterdam) Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis) Illustraties: Marian Latour Opmaak: Jeroen Steen, NIGZ Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van elmex® Research. © NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden, e-mail: [email protected] Gezond eten en drinken / Van zuigfles naar beker Gezond eten en drinken In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers, die door bacteriën die in de tandplak zitten worden omgezet in zuur. Het gebit krijgt hierdoor met een zuuraanval te maken, die gaatjes in de tanden en kiezen van uw kind kan veroorzaken. Pas doorgebroken tandjes zijn kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes, omdat het glazuur nog niet is uitgehard. Na het eten en drinken heeft het gebit rust nodig om zich te herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw kind gedurende een periode van twee tot drie uur niets meer te laten eten of drinken waar suikers in zitten. Geef uw kind daarom de zuigfles of een (antilek)beker alleen als er iets gedronken moet worden en niet als troost of zoethoudertje tussendoor in bed, box of wandelwagen of tijdens het spelen. Water of thee zonder suiker mag altijd gedronken worden. Leer uw baby zodra deze kan zitten te drinken uit een beker zonder tuitje. Laat uw kind, zodra het met de pot mee-eet, naast de drie maaltijden niet meer dan vier tussendoortjes eten en/of drinken. Probeer het aantal zoete tussendoortjes te beperken. Geef uw kind water als het 's nachts dorst heeft. Een baby vindt van nature een zoete smaak lekker en zal aan andere smaken moeten wennen. Vanaf zes maanden krijgt uw baby naast borst- of flesvoeding een fruit- en groentehapje. Uw kind zal niet elk nieuw hapje direct lekker vinden. Voeg aan de hapjes geen suiker of appelmoes toe om de smaak aan te passen. U kunt beter de smaak verzachten door een beetje melk of water toe te voegen. Voeg steeds minder toe, zodat uw baby geleidelijk aan de smaak went. Het is aan te raden uw baby direct te leren drinken uit een beker zonder tuitje of dekseltje en de anti-lekbeker niet te gebruiken. Zo leert uw baby direct met kleine slokjes te drinken, op een juiste manier te slikken en de beker niet te ver om te kiepen. Lukt het drinken zonder tuitje niet, gebruik dan een beker met een hol dekseltje met een drinkgat of een beker met een tuitje met gaatjes. De vloeistof loopt er makkelijk uit en uw baby zal leren te doseren. Probeer het zodra het goed gaat zonder tuitje. Bij het gebruik van een anti-lekbeker moet uw baby krachtig zuigen om te drinken en hoeft uw baby niet te doseren. Het aanleren van doseren tijdens het drinken zal dan langer duren. Ook wordt het primitief zuigen en slikken in stand gehouden. Uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige kan u meer informatie geven. Van zuigfles naar beker Rond zes maanden verdwijnt de zuigreflex en gaat uw baby normaal slikken. Voorkom dat uw baby te lang blijft zuigen. Het is goed om de zuigfles in te ruilen voor de beker zodra uw baby zelfstandig kan zitten (tussen de zes en negen maanden). Bouw het drinken uit de fles geleidelijk af, door bijvoorbeeld 's morgens en 's avonds de fles te geven en tussendoor de beker. Begin met dikkere vloeistoffen, zoals yoghurt of pap zonder suiker. De fopspeen afleren Alleen geven als er iets gedronken moet worden. Zodra uw kind kan zitten, drinken uit een bekertje. De fopspeen afleren folder 2-2.qxd Langdurig gebruik van en fanatiek zuigen op de fopspeen kan dezelfde afwijkingen veroorzaken als het zuigen op de duim of vinger. Als het kind rond de negen maanden oud is, kunt u beginnen het gebruik van de fopspeen in een rustig tempo af te bouwen. Tips voor het afleren van het gebruik van de fopspeen z z z z Begin overdag met afbouwen door de fopspeen steeds minder en voor steeds kortere periodes te geven. Op den duur wordt de speen alleen bij het inslapen gegeven of als uw baby erg verdrietig is. Probeer uw kind als het erg verdrietig is eerst af te leiden. Geef de speen alleen als de afleiding niet werkt. Leid uw kind af op de momenten dat het gewend is op de fopspeen te zuigen. Geef bijvoorbeeld een knuffeltje ter vervanging van de fopspeen. Als het goed gaat overdag kan begonnen worden met het afleren van het gebruik bij het inslapen. Als uw kind weer op de duim of vinger gaat zuigen, geef dan weer de speen en probeer op een later moment alsnog het gebruik van de speen af te bouwen. Het melkgebit breekt door Mondverzorging van 6 tot en met 24 maanden 30-11-2004 10:56 Pagina 2 Tekst: Adviezen: Astrid Tjalsma, NIGZ Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis) Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G) Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van GGD Nederland M. Veldhoen (logopedist Rotterdam) Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis) Illustraties: Marian Latour Opmaak: Jeroen Steen, NIGZ Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van elmex® Research. © NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden, e-mail: [email protected] Gezond eten en drinken / Van zuigfles naar beker Gezond eten en drinken In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers, die door bacteriën die in de tandplak zitten worden omgezet in zuur. Het gebit krijgt hierdoor met een zuuraanval te maken, die gaatjes in de tanden en kiezen van uw kind kan veroorzaken. Pas doorgebroken tandjes zijn kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes, omdat het glazuur nog niet is uitgehard. Na het eten en drinken heeft het gebit rust nodig om zich te herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw kind gedurende een periode van twee tot drie uur niets meer te laten eten of drinken waar suikers in zitten. Geef uw kind daarom de zuigfles of een (antilek)beker alleen als er iets gedronken moet worden en niet als troost of zoethoudertje tussendoor in bed, box of wandelwagen of tijdens het spelen. Water of thee zonder suiker mag altijd gedronken worden. Leer uw baby zodra deze kan zitten te drinken uit een beker zonder tuitje. Laat uw kind, zodra het met de pot mee-eet, naast de drie maaltijden niet meer dan vier tussendoortjes eten en/of drinken. Probeer het aantal zoete tussendoortjes te beperken. Geef uw kind water als het 's nachts dorst heeft. Een baby vindt van nature een zoete smaak lekker en zal aan andere smaken moeten wennen. Vanaf zes maanden krijgt uw baby naast borst- of flesvoeding een fruit- en groentehapje. Uw kind zal niet elk nieuw hapje direct lekker vinden. Voeg aan de hapjes geen suiker of appelmoes toe om de smaak aan te passen. U kunt beter de smaak verzachten door een beetje melk of water toe te voegen. Voeg steeds minder toe, zodat uw baby geleidelijk aan de smaak went. Het is aan te raden uw baby direct te leren drinken uit een beker zonder tuitje of dekseltje en de anti-lekbeker niet te gebruiken. Zo leert uw baby direct met kleine slokjes te drinken, op een juiste manier te slikken en de beker niet te ver om te kiepen. Lukt het drinken zonder tuitje niet, gebruik dan een beker met een hol dekseltje met een drinkgat of een beker met een tuitje met gaatjes. De vloeistof loopt er makkelijk uit en uw baby zal leren te doseren. Probeer het zodra het goed gaat zonder tuitje. Bij het gebruik van een anti-lekbeker moet uw baby krachtig zuigen om te drinken en hoeft uw baby niet te doseren. Het aanleren van doseren tijdens het drinken zal dan langer duren. Ook wordt het primitief zuigen en slikken in stand gehouden. Uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige kan u meer informatie geven. Van zuigfles naar beker Rond zes maanden verdwijnt de zuigreflex en gaat uw baby normaal slikken. Voorkom dat uw baby te lang blijft zuigen. Het is goed om de zuigfles in te ruilen voor de beker zodra uw baby zelfstandig kan zitten (tussen de zes en negen maanden). Bouw het drinken uit de fles geleidelijk af, door bijvoorbeeld 's morgens en 's avonds de fles te geven en tussendoor de beker. Begin met dikkere vloeistoffen, zoals yoghurt of pap zonder suiker. De fopspeen afleren Alleen geven als er iets gedronken moet worden. Zodra uw kind kan zitten, drinken uit een bekertje. De fopspeen afleren folder 2-2.qxd Langdurig gebruik van en fanatiek zuigen op de fopspeen kan dezelfde afwijkingen veroorzaken als het zuigen op de duim of vinger. Als het kind rond de negen maanden oud is, kunt u beginnen het gebruik van de fopspeen in een rustig tempo af te bouwen. Tips voor het afleren van het gebruik van de fopspeen z z z z Begin overdag met afbouwen door de fopspeen steeds minder en voor steeds kortere periodes te geven. Op den duur wordt de speen alleen bij het inslapen gegeven of als uw baby erg verdrietig is. Probeer uw kind als het erg verdrietig is eerst af te leiden. Geef de speen alleen als de afleiding niet werkt. Leid uw kind af op de momenten dat het gewend is op de fopspeen te zuigen. Geef bijvoorbeeld een knuffeltje ter vervanging van de fopspeen. Als het goed gaat overdag kan begonnen worden met het afleren van het gebruik bij het inslapen. Als uw kind weer op de duim of vinger gaat zuigen, geef dan weer de speen en probeer op een later moment alsnog het gebruik van de speen af te bouwen. Het melkgebit breekt door Mondverzorging van 6 tot en met 24 maanden 30-11-2004 10:56 Pagina 2 Tekst: Adviezen: Astrid Tjalsma, NIGZ Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis) Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G) Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van GGD Nederland M. Veldhoen (logopedist Rotterdam) Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis) Illustraties: Marian Latour Opmaak: Jeroen Steen, NIGZ Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van elmex® Research. © NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven. Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden, e-mail: [email protected] Gezond eten en drinken / Van zuigfles naar beker Gezond eten en drinken In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers, die door bacteriën die in de tandplak zitten worden omgezet in zuur. Het gebit krijgt hierdoor met een zuuraanval te maken, die gaatjes in de tanden en kiezen van uw kind kan veroorzaken. Pas doorgebroken tandjes zijn kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes, omdat het glazuur nog niet is uitgehard. Na het eten en drinken heeft het gebit rust nodig om zich te herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw kind gedurende een periode van twee tot drie uur niets meer te laten eten of drinken waar suikers in zitten. Geef uw kind daarom de zuigfles of een (antilek)beker alleen als er iets gedronken moet worden en niet als troost of zoethoudertje tussendoor in bed, box of wandelwagen of tijdens het spelen. Water of thee zonder suiker mag altijd gedronken worden. Leer uw baby zodra deze kan zitten te drinken uit een beker zonder tuitje. Laat uw kind, zodra het met de pot mee-eet, naast de drie maaltijden niet meer dan vier tussendoortjes eten en/of drinken. Probeer het aantal zoete tussendoortjes te beperken. Geef uw kind water als het 's nachts dorst heeft. Een baby vindt van nature een zoete smaak lekker en zal aan andere smaken moeten wennen. Vanaf zes maanden krijgt uw baby naast borst- of flesvoeding een fruit- en groentehapje. Uw kind zal niet elk nieuw hapje direct lekker vinden. Voeg aan de hapjes geen suiker of appelmoes toe om de smaak aan te passen. U kunt beter de smaak verzachten door een beetje melk of water toe te voegen. Voeg steeds minder toe, zodat uw baby geleidelijk aan de smaak went. Het is aan te raden uw baby direct te leren drinken uit een beker zonder tuitje of dekseltje en de anti-lekbeker niet te gebruiken. Zo leert uw baby direct met kleine slokjes te drinken, op een juiste manier te slikken en de beker niet te ver om te kiepen. Lukt het drinken zonder tuitje niet, gebruik dan een beker met een hol dekseltje met een drinkgat of een beker met een tuitje met gaatjes. De vloeistof loopt er makkelijk uit en uw baby zal leren te doseren. Probeer het zodra het goed gaat zonder tuitje. Bij het gebruik van een anti-lekbeker moet uw baby krachtig zuigen om te drinken en hoeft uw baby niet te doseren. Het aanleren van doseren tijdens het drinken zal dan langer duren. Ook wordt het primitief zuigen en slikken in stand gehouden. Uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige kan u meer informatie geven. Van zuigfles naar beker Rond zes maanden verdwijnt de zuigreflex en gaat uw baby normaal slikken. Voorkom dat uw baby te lang blijft zuigen. Het is goed om de zuigfles in te ruilen voor de beker zodra uw baby zelfstandig kan zitten (tussen de zes en negen maanden). Bouw het drinken uit de fles geleidelijk af, door bijvoorbeeld 's morgens en 's avonds de fles te geven en tussendoor de beker. Begin met dikkere vloeistoffen, zoals yoghurt of pap zonder suiker. De fopspeen afleren Alleen geven als er iets gedronken moet worden. Zodra uw kind kan zitten, drinken uit een bekertje. De fopspeen afleren folder 2-2.qxd Langdurig gebruik van en fanatiek zuigen op de fopspeen kan dezelfde afwijkingen veroorzaken als het zuigen op de duim of vinger. Als het kind rond de negen maanden oud is, kunt u beginnen het gebruik van de fopspeen in een rustig tempo af te bouwen. Tips voor het afleren van het gebruik van de fopspeen z z z z Begin overdag met afbouwen door de fopspeen steeds minder en voor steeds kortere periodes te geven. Op den duur wordt de speen alleen bij het inslapen gegeven of als uw baby erg verdrietig is. Probeer uw kind als het erg verdrietig is eerst af te leiden. Geef de speen alleen als de afleiding niet werkt. Leid uw kind af op de momenten dat het gewend is op de fopspeen te zuigen. Geef bijvoorbeeld een knuffeltje ter vervanging van de fopspeen. Als het goed gaat overdag kan begonnen worden met het afleren van het gebruik bij het inslapen. Als uw kind weer op de duim of vinger gaat zuigen, geef dan weer de speen en probeer op een later moment alsnog het gebruik van de speen af te bouwen. Het melkgebit breekt door Mondverzorging van 6 tot en met 24 maanden