Het melkgebit breekt door

advertisement
30-11-2004
10:56
Pagina 2
Tekst:
Adviezen:
Astrid Tjalsma, NIGZ
Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis)
Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G)
Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van
GGD Nederland
M. Veldhoen (logopedist Rotterdam)
Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis)
Illustraties: Marian Latour
Opmaak:
Jeroen Steen, NIGZ
Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van
elmex® Research.
© NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder
schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve
van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven.
Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden
gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden,
e-mail: [email protected]
Gezond eten en drinken / Van zuigfles naar beker
Gezond eten en drinken
In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers,
die door bacteriën die in de tandplak zitten
worden omgezet in zuur. Het gebit krijgt hierdoor met een zuuraanval te maken, die gaatjes
in de tanden en kiezen van uw kind kan veroorzaken. Pas doorgebroken tandjes zijn kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes, omdat het
glazuur nog niet is uitgehard. Na het eten en
drinken heeft het gebit rust nodig om zich te
herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw kind gedurende een periode
van twee tot drie uur niets meer te laten eten
of drinken waar suikers in zitten.
Geef uw kind daarom de zuigfles of een (antilek)beker alleen als er iets gedronken moet
worden en niet als troost of zoethoudertje
tussendoor in bed, box of wandelwagen of
tijdens het spelen. Water of thee zonder suiker
mag altijd gedronken worden. Leer uw
baby zodra deze kan zitten te drinken
uit een beker zonder tuitje. Laat uw
kind, zodra het met de pot mee-eet,
naast de drie maaltijden niet meer
dan vier tussendoortjes eten en/of
drinken. Probeer het aantal
zoete tussendoortjes te
beperken. Geef uw kind
water als het 's nachts
dorst heeft.
Een baby vindt van nature een zoete smaak
lekker en zal aan andere smaken moeten wennen. Vanaf zes maanden krijgt uw baby naast
borst- of flesvoeding een fruit- en groentehapje. Uw kind zal niet elk nieuw hapje direct
lekker vinden. Voeg aan de hapjes geen suiker
of appelmoes toe om de smaak aan te passen.
U kunt beter de smaak verzachten door een
beetje melk of water toe te voegen. Voeg
steeds minder toe, zodat uw baby geleidelijk
aan de smaak went.
Het is aan te raden uw baby direct
te leren drinken uit een beker zonder
tuitje of dekseltje en de anti-lekbeker
niet te gebruiken. Zo leert uw baby
direct met kleine slokjes te drinken,
op een juiste manier te slikken en
de beker niet te ver om te kiepen.
Lukt het drinken zonder tuitje niet,
gebruik dan een beker met een hol
dekseltje met een drinkgat of een
beker met een tuitje met gaatjes. De
vloeistof loopt er makkelijk uit en uw
baby zal leren te doseren. Probeer
het zodra het goed gaat zonder tuitje.
Bij het gebruik van een anti-lekbeker
moet uw baby krachtig zuigen om te
drinken en hoeft uw baby niet te
doseren. Het aanleren van doseren
tijdens het drinken zal dan langer
duren. Ook wordt het primitief zuigen en slikken in stand gehouden.
Uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige kan u meer informatie
geven.
Van zuigfles naar beker
Rond zes maanden verdwijnt de zuigreflex en
gaat uw baby normaal slikken. Voorkom dat
uw baby te lang blijft zuigen. Het is goed om
de zuigfles in te ruilen voor de beker zodra uw
baby zelfstandig kan zitten (tussen de zes en
negen maanden). Bouw het drinken uit de fles
geleidelijk af, door bijvoorbeeld 's morgens en
's avonds de fles te geven en tussendoor de
beker. Begin met dikkere vloeistoffen, zoals
yoghurt of pap zonder suiker.
De fopspeen afleren
Alleen geven als er iets gedronken moet worden.
Zodra uw kind kan zitten, drinken uit een bekertje.
De fopspeen afleren
folder 2-2.qxd
Langdurig gebruik van en fanatiek
zuigen op de fopspeen kan dezelfde
afwijkingen veroorzaken als het zuigen op de duim of vinger. Als het
kind rond de negen maanden oud
is, kunt u beginnen het gebruik van
de fopspeen in een rustig tempo af
te bouwen.
Tips voor het afleren van het gebruik
van de fopspeen
z
z
z
z
Begin overdag met afbouwen
door de fopspeen steeds minder
en voor steeds kortere periodes
te geven. Op den duur wordt de
speen alleen bij het inslapen
gegeven of als uw baby erg
verdrietig is.
Probeer uw kind als het erg verdrietig is eerst af te leiden. Geef
de speen alleen als de afleiding
niet werkt.
Leid uw kind af op de momenten
dat het gewend is op de fopspeen
te zuigen. Geef bijvoorbeeld een
knuffeltje ter vervanging van de
fopspeen.
Als het goed gaat overdag kan
begonnen worden met het afleren van het gebruik bij het
inslapen.
Als uw kind weer op de duim of
vinger gaat zuigen, geef dan weer
de speen en probeer op een later
moment alsnog het gebruik van de
speen af te bouwen.
Het melkgebit
breekt door
Mondverzorging van
6 tot en met 24 maanden
10:56
Pagina 1
Het melkgebit breekt door
Een regel bij het doorbreken
van tandjes en kiesjes is: als
een tandje of kiesje eerst aan
de linkerkant doorbreekt,
breekt vervolgens een tandje
of kiesje op dezelfde plek aan
de rechterkant door, of omgekeerd.
mond staan. Dan volgt er vaak
een periode van rust, waarna
rond de zestien maanden de
eerste bovenkiesjes (5) en
onderkiesjes (6) volgen. De
hoektandjes (7 & 8) zijn de volgende. Deze breken door als
uw kind ongeveer twintig
maanden oud is. Als laatste
breken rond de twee jaar de
achterste melkkiezen (9 & 10)
door.
Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta
Om gaatjes te voorkomen moeten de
eerste tandjes vanaf de doorbraak van
het eerste tandje worden gepoetst.
Schadelijke tandplak wordt zo verwijderd.
Bij doorbraak is het glazuur van de tandjes nog niet uitgehard, waardoor het
kwetsbaarder is voor gaatjes. Fluoride
versterkt het glazuur en helpt gaatjes
voorkomen. Poets het tandje daarom
zodra het zichtbaar is met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tot tweejarige
leeftijd moeten de tandjes één keer per
dag worden gepoetst, liefst 's avonds
voor het slapengaan. Vanaf twee jaar
wordt er twee keer per dag gepoetst, 's
morgens en 's avonds. Om de overgang
van één naar twee keer poetsen geleidelijk te laten verlopen, kunt u vanaf dat
Meestal breken rond zes
maanden de eerste tandjes in
de onderkaak door (1). Daarna
volgen rond de negen maanden
de eerste tandjes in de bovenkaak (2). Vervolgens breken de
tandjes naast de al aanwezige
tandjes in de bovenkaak (3) en
onderkaak (4) door. Veel kinderen hebben rond de twaalf
maanden acht tandjes in de
Aan het doorbreken van de
tanden en kiezen worden veel
kwaaltjes toegeschreven. Uw
baby zal in deze periode meer
kwijlen en kan last krijgen van
rode billetjes of wangetjes, wat
verhoging of dunne ontlasting.
Zolang deze verschijnselen
eenmalig optreden, niet lang
duren en niet te hevig zijn,
hoeft u zich daarover geen
zorgen te maken. Bij twijfel kan
uw consultatiebureau-arts of
verpleegkundige uitleg geven.
Het melkgebit breekt door
Gaat het krijgen van tandjes en
kiesjes bij uw baby anders dan
hierboven beschreven? Dan is
er niets aan de hand: ieder
kind is nu eenmaal uniek. Bent
u toch ongerust, bespreek dit
dan met uw tandarts.
uw kind anderhalf jaar is, rustig zo af en
toe ook 's morgens poetsen en dit opbouwen.
Soms moet de baby even wennen aan de
smaak van de tandpasta. Het is belangrijk
dat u de fluoridehoudende peutertandpasta wel blijft gebruiken, zodat het fluoride
de tandjes tegen gaatjes kan beschermen.
De meeste baby's zijn snel gewend aan
een nieuwe smaak. Mocht dit niet lukken,
bespreek het dan met uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige.
Poets de tanden met een peutertandenborstel met zachte haartjes en een klein
borstelkopje. Als uw baby een tandenborstel niet prettig vindt, kunt u een
vochtig wattenstaafje of gaasje gebruiken.
Het consultatiebureau of de drogisterij
heeft ook plastic tandenborsteltjes die u
over de vinger van uw kind kunt schuiven.
Laat uw baby wel zo snel mogelijk wennen
aan een echt tandenborsteltje. Gebruik bij
alle methodes fluoridehoudende peutertandpasta.
De hoeveelheid fluoride in peutertandpasta
is aangepast aan het gebruik door baby's
en peuters. Het gebruik door peuters van
tandpasta voor volwassenen kan witte
vlekjes op de blijvende tanden veroorzaken
en wordt daarom afgeraden.
Poets tot tweejarige leeftijd één keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta.
Tips voor het tandenpoetsen
U kunt de tandjes van uw baby of peuter op de volgende manieren poetsen:
1. Poets uw kind terwijl het op een aankleedkussen
ligt.
2. Ga op de rand van uw bed zitten
en laat uw kind op bed liggen
met het hoofd op uw bovenbenen. Het hoofd van het
kind valt iets achterover.
Zo hebt u goed zicht en
wordt uw rug gespaard.
3. Een peuter kan staand of zittend op een stoel
worden gepoetst. Ga recht voor of schuin achter
het kind staan en laat het
hoofd van uw kind tegen uw
lichaam of de leuning van
de stoel steunen. Buig het
hoofd licht achterover
door uw hand onder de
kin te leggen. Zo kunt u
goed in de mond kijken.
Poets de binnen- en buitenkant van alle tanden en
kiezen met een zachte, rustig heen en weer gaande
beweging. Poets daarna de bovenkant van de
kiezen. Gebruik altijd een fluoridehoudende peutertandpasta, het liefst niet met een zoete smaak. Het
is beter om uw baby direct te laten wennen aan de
mentholsmaak van tandpasta. Als uw baby of peuter
op de tandenborstel bijt, is het aan te raden om
twee tandenborstels te kopen: een waarop gekauwd
wordt en een waarmee gepoetst wordt. Leer het
kauwen op de tandenborstel wel zo snel mogelijk af.
Poets in een vaste volgorde de binnen-, buiten- en bovenkant van het gebit.
Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst:
's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar
bed gaan. Als uw baby anderhalf is, kunt u beginnen
ook 's morgens te poetsen. Door steeds vaker twee
keer per dag te poetsen, zal de overgang naar twee
keer poetsen makkelijk verlopen.
Weerstand tegen tandenpoetsen
Het poetsen van de tandjes kan strijd opleveren.
Houd in ieder geval het poetsen op het dagelijkse
programma. Door het tandenpoetsen leuker te
maken zal er minder weerstand zijn. Koop bijvoorbeeld samen een tandenborstel die uw peuter leuk
vindt of maak gekke geluiden tijdens het poetsen of
zing een liedje. Prijs uw peuter als het goed gaat.
Op den duur leert uw kind dat het tandenpoetsen
erbij hoort.
Tips voor het tandenpoetsen / Weerstand tegen tandenpoetsen
30-11-2004
Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta
folder 2-2.qxd
10:56
Pagina 1
Het melkgebit breekt door
Een regel bij het doorbreken
van tandjes en kiesjes is: als
een tandje of kiesje eerst aan
de linkerkant doorbreekt,
breekt vervolgens een tandje
of kiesje op dezelfde plek aan
de rechterkant door, of omgekeerd.
mond staan. Dan volgt er vaak
een periode van rust, waarna
rond de zestien maanden de
eerste bovenkiesjes (5) en
onderkiesjes (6) volgen. De
hoektandjes (7 & 8) zijn de volgende. Deze breken door als
uw kind ongeveer twintig
maanden oud is. Als laatste
breken rond de twee jaar de
achterste melkkiezen (9 & 10)
door.
Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta
Om gaatjes te voorkomen moeten de
eerste tandjes vanaf de doorbraak van
het eerste tandje worden gepoetst.
Schadelijke tandplak wordt zo verwijderd.
Bij doorbraak is het glazuur van de tandjes nog niet uitgehard, waardoor het
kwetsbaarder is voor gaatjes. Fluoride
versterkt het glazuur en helpt gaatjes
voorkomen. Poets het tandje daarom
zodra het zichtbaar is met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tot tweejarige
leeftijd moeten de tandjes één keer per
dag worden gepoetst, liefst 's avonds
voor het slapengaan. Vanaf twee jaar
wordt er twee keer per dag gepoetst, 's
morgens en 's avonds. Om de overgang
van één naar twee keer poetsen geleidelijk te laten verlopen, kunt u vanaf dat
Meestal breken rond zes
maanden de eerste tandjes in
de onderkaak door (1). Daarna
volgen rond de negen maanden
de eerste tandjes in de bovenkaak (2). Vervolgens breken de
tandjes naast de al aanwezige
tandjes in de bovenkaak (3) en
onderkaak (4) door. Veel kinderen hebben rond de twaalf
maanden acht tandjes in de
Aan het doorbreken van de
tanden en kiezen worden veel
kwaaltjes toegeschreven. Uw
baby zal in deze periode meer
kwijlen en kan last krijgen van
rode billetjes of wangetjes, wat
verhoging of dunne ontlasting.
Zolang deze verschijnselen
eenmalig optreden, niet lang
duren en niet te hevig zijn,
hoeft u zich daarover geen
zorgen te maken. Bij twijfel kan
uw consultatiebureau-arts of
verpleegkundige uitleg geven.
Het melkgebit breekt door
Gaat het krijgen van tandjes en
kiesjes bij uw baby anders dan
hierboven beschreven? Dan is
er niets aan de hand: ieder
kind is nu eenmaal uniek. Bent
u toch ongerust, bespreek dit
dan met uw tandarts.
uw kind anderhalf jaar is, rustig zo af en
toe ook 's morgens poetsen en dit opbouwen.
Soms moet de baby even wennen aan de
smaak van de tandpasta. Het is belangrijk
dat u de fluoridehoudende peutertandpasta wel blijft gebruiken, zodat het fluoride
de tandjes tegen gaatjes kan beschermen.
De meeste baby's zijn snel gewend aan
een nieuwe smaak. Mocht dit niet lukken,
bespreek het dan met uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige.
Poets de tanden met een peutertandenborstel met zachte haartjes en een klein
borstelkopje. Als uw baby een tandenborstel niet prettig vindt, kunt u een
vochtig wattenstaafje of gaasje gebruiken.
Het consultatiebureau of de drogisterij
heeft ook plastic tandenborsteltjes die u
over de vinger van uw kind kunt schuiven.
Laat uw baby wel zo snel mogelijk wennen
aan een echt tandenborsteltje. Gebruik bij
alle methodes fluoridehoudende peutertandpasta.
De hoeveelheid fluoride in peutertandpasta
is aangepast aan het gebruik door baby's
en peuters. Het gebruik door peuters van
tandpasta voor volwassenen kan witte
vlekjes op de blijvende tanden veroorzaken
en wordt daarom afgeraden.
Poets tot tweejarige leeftijd één keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta.
Tips voor het tandenpoetsen
U kunt de tandjes van uw baby of peuter op de volgende manieren poetsen:
1. Poets uw kind terwijl het op een aankleedkussen
ligt.
2. Ga op de rand van uw bed zitten
en laat uw kind op bed liggen
met het hoofd op uw bovenbenen. Het hoofd van het
kind valt iets achterover.
Zo hebt u goed zicht en
wordt uw rug gespaard.
3. Een peuter kan staand of zittend op een stoel
worden gepoetst. Ga recht voor of schuin achter
het kind staan en laat het
hoofd van uw kind tegen uw
lichaam of de leuning van
de stoel steunen. Buig het
hoofd licht achterover
door uw hand onder de
kin te leggen. Zo kunt u
goed in de mond kijken.
Poets de binnen- en buitenkant van alle tanden en
kiezen met een zachte, rustig heen en weer gaande
beweging. Poets daarna de bovenkant van de
kiezen. Gebruik altijd een fluoridehoudende peutertandpasta, het liefst niet met een zoete smaak. Het
is beter om uw baby direct te laten wennen aan de
mentholsmaak van tandpasta. Als uw baby of peuter
op de tandenborstel bijt, is het aan te raden om
twee tandenborstels te kopen: een waarop gekauwd
wordt en een waarmee gepoetst wordt. Leer het
kauwen op de tandenborstel wel zo snel mogelijk af.
Poets in een vaste volgorde de binnen-, buiten- en bovenkant van het gebit.
Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst:
's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar
bed gaan. Als uw baby anderhalf is, kunt u beginnen
ook 's morgens te poetsen. Door steeds vaker twee
keer per dag te poetsen, zal de overgang naar twee
keer poetsen makkelijk verlopen.
Weerstand tegen tandenpoetsen
Het poetsen van de tandjes kan strijd opleveren.
Houd in ieder geval het poetsen op het dagelijkse
programma. Door het tandenpoetsen leuker te
maken zal er minder weerstand zijn. Koop bijvoorbeeld samen een tandenborstel die uw peuter leuk
vindt of maak gekke geluiden tijdens het poetsen of
zing een liedje. Prijs uw peuter als het goed gaat.
Op den duur leert uw kind dat het tandenpoetsen
erbij hoort.
Tips voor het tandenpoetsen / Weerstand tegen tandenpoetsen
30-11-2004
Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta
folder 2-2.qxd
10:56
Pagina 1
Het melkgebit breekt door
Een regel bij het doorbreken
van tandjes en kiesjes is: als
een tandje of kiesje eerst aan
de linkerkant doorbreekt,
breekt vervolgens een tandje
of kiesje op dezelfde plek aan
de rechterkant door, of omgekeerd.
mond staan. Dan volgt er vaak
een periode van rust, waarna
rond de zestien maanden de
eerste bovenkiesjes (5) en
onderkiesjes (6) volgen. De
hoektandjes (7 & 8) zijn de volgende. Deze breken door als
uw kind ongeveer twintig
maanden oud is. Als laatste
breken rond de twee jaar de
achterste melkkiezen (9 & 10)
door.
Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta
Om gaatjes te voorkomen moeten de
eerste tandjes vanaf de doorbraak van
het eerste tandje worden gepoetst.
Schadelijke tandplak wordt zo verwijderd.
Bij doorbraak is het glazuur van de tandjes nog niet uitgehard, waardoor het
kwetsbaarder is voor gaatjes. Fluoride
versterkt het glazuur en helpt gaatjes
voorkomen. Poets het tandje daarom
zodra het zichtbaar is met een fluoridehoudende peutertandpasta. Tot tweejarige
leeftijd moeten de tandjes één keer per
dag worden gepoetst, liefst 's avonds
voor het slapengaan. Vanaf twee jaar
wordt er twee keer per dag gepoetst, 's
morgens en 's avonds. Om de overgang
van één naar twee keer poetsen geleidelijk te laten verlopen, kunt u vanaf dat
Meestal breken rond zes
maanden de eerste tandjes in
de onderkaak door (1). Daarna
volgen rond de negen maanden
de eerste tandjes in de bovenkaak (2). Vervolgens breken de
tandjes naast de al aanwezige
tandjes in de bovenkaak (3) en
onderkaak (4) door. Veel kinderen hebben rond de twaalf
maanden acht tandjes in de
Aan het doorbreken van de
tanden en kiezen worden veel
kwaaltjes toegeschreven. Uw
baby zal in deze periode meer
kwijlen en kan last krijgen van
rode billetjes of wangetjes, wat
verhoging of dunne ontlasting.
Zolang deze verschijnselen
eenmalig optreden, niet lang
duren en niet te hevig zijn,
hoeft u zich daarover geen
zorgen te maken. Bij twijfel kan
uw consultatiebureau-arts of
verpleegkundige uitleg geven.
Het melkgebit breekt door
Gaat het krijgen van tandjes en
kiesjes bij uw baby anders dan
hierboven beschreven? Dan is
er niets aan de hand: ieder
kind is nu eenmaal uniek. Bent
u toch ongerust, bespreek dit
dan met uw tandarts.
uw kind anderhalf jaar is, rustig zo af en
toe ook 's morgens poetsen en dit opbouwen.
Soms moet de baby even wennen aan de
smaak van de tandpasta. Het is belangrijk
dat u de fluoridehoudende peutertandpasta wel blijft gebruiken, zodat het fluoride
de tandjes tegen gaatjes kan beschermen.
De meeste baby's zijn snel gewend aan
een nieuwe smaak. Mocht dit niet lukken,
bespreek het dan met uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige.
Poets de tanden met een peutertandenborstel met zachte haartjes en een klein
borstelkopje. Als uw baby een tandenborstel niet prettig vindt, kunt u een
vochtig wattenstaafje of gaasje gebruiken.
Het consultatiebureau of de drogisterij
heeft ook plastic tandenborsteltjes die u
over de vinger van uw kind kunt schuiven.
Laat uw baby wel zo snel mogelijk wennen
aan een echt tandenborsteltje. Gebruik bij
alle methodes fluoridehoudende peutertandpasta.
De hoeveelheid fluoride in peutertandpasta
is aangepast aan het gebruik door baby's
en peuters. Het gebruik door peuters van
tandpasta voor volwassenen kan witte
vlekjes op de blijvende tanden veroorzaken
en wordt daarom afgeraden.
Poets tot tweejarige leeftijd één keer per dag met een fluoridehoudende peutertandpasta.
Tips voor het tandenpoetsen
U kunt de tandjes van uw baby of peuter op de volgende manieren poetsen:
1. Poets uw kind terwijl het op een aankleedkussen
ligt.
2. Ga op de rand van uw bed zitten
en laat uw kind op bed liggen
met het hoofd op uw bovenbenen. Het hoofd van het
kind valt iets achterover.
Zo hebt u goed zicht en
wordt uw rug gespaard.
3. Een peuter kan staand of zittend op een stoel
worden gepoetst. Ga recht voor of schuin achter
het kind staan en laat het
hoofd van uw kind tegen uw
lichaam of de leuning van
de stoel steunen. Buig het
hoofd licht achterover
door uw hand onder de
kin te leggen. Zo kunt u
goed in de mond kijken.
Poets de binnen- en buitenkant van alle tanden en
kiezen met een zachte, rustig heen en weer gaande
beweging. Poets daarna de bovenkant van de
kiezen. Gebruik altijd een fluoridehoudende peutertandpasta, het liefst niet met een zoete smaak. Het
is beter om uw baby direct te laten wennen aan de
mentholsmaak van tandpasta. Als uw baby of peuter
op de tandenborstel bijt, is het aan te raden om
twee tandenborstels te kopen: een waarop gekauwd
wordt en een waarmee gepoetst wordt. Leer het
kauwen op de tandenborstel wel zo snel mogelijk af.
Poets in een vaste volgorde de binnen-, buiten- en bovenkant van het gebit.
Vanaf twee jaar wordt er twee keer per dag gepoetst:
's morgens na het ontbijt en 's avonds voor het naar
bed gaan. Als uw baby anderhalf is, kunt u beginnen
ook 's morgens te poetsen. Door steeds vaker twee
keer per dag te poetsen, zal de overgang naar twee
keer poetsen makkelijk verlopen.
Weerstand tegen tandenpoetsen
Het poetsen van de tandjes kan strijd opleveren.
Houd in ieder geval het poetsen op het dagelijkse
programma. Door het tandenpoetsen leuker te
maken zal er minder weerstand zijn. Koop bijvoorbeeld samen een tandenborstel die uw peuter leuk
vindt of maak gekke geluiden tijdens het poetsen of
zing een liedje. Prijs uw peuter als het goed gaat.
Op den duur leert uw kind dat het tandenpoetsen
erbij hoort.
Tips voor het tandenpoetsen / Weerstand tegen tandenpoetsen
30-11-2004
Tandenpoetsen met fluoridehoudende peutertandpasta
folder 2-2.qxd
30-11-2004
10:56
Pagina 2
Tekst:
Adviezen:
Astrid Tjalsma, NIGZ
Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis)
Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G)
Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van
GGD Nederland
M. Veldhoen (logopedist Rotterdam)
Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis)
Illustraties: Marian Latour
Opmaak:
Jeroen Steen, NIGZ
Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van
elmex® Research.
© NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder
schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve
van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven.
Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden
gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden,
e-mail: [email protected]
Gezond eten en drinken / Van zuigfles naar beker
Gezond eten en drinken
In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers,
die door bacteriën die in de tandplak zitten
worden omgezet in zuur. Het gebit krijgt hierdoor met een zuuraanval te maken, die gaatjes
in de tanden en kiezen van uw kind kan veroorzaken. Pas doorgebroken tandjes zijn kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes, omdat het
glazuur nog niet is uitgehard. Na het eten en
drinken heeft het gebit rust nodig om zich te
herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw kind gedurende een periode
van twee tot drie uur niets meer te laten eten
of drinken waar suikers in zitten.
Geef uw kind daarom de zuigfles of een (antilek)beker alleen als er iets gedronken moet
worden en niet als troost of zoethoudertje
tussendoor in bed, box of wandelwagen of
tijdens het spelen. Water of thee zonder suiker
mag altijd gedronken worden. Leer uw
baby zodra deze kan zitten te drinken
uit een beker zonder tuitje. Laat uw
kind, zodra het met de pot mee-eet,
naast de drie maaltijden niet meer
dan vier tussendoortjes eten en/of
drinken. Probeer het aantal
zoete tussendoortjes te
beperken. Geef uw kind
water als het 's nachts
dorst heeft.
Een baby vindt van nature een zoete smaak
lekker en zal aan andere smaken moeten wennen. Vanaf zes maanden krijgt uw baby naast
borst- of flesvoeding een fruit- en groentehapje. Uw kind zal niet elk nieuw hapje direct
lekker vinden. Voeg aan de hapjes geen suiker
of appelmoes toe om de smaak aan te passen.
U kunt beter de smaak verzachten door een
beetje melk of water toe te voegen. Voeg
steeds minder toe, zodat uw baby geleidelijk
aan de smaak went.
Het is aan te raden uw baby direct
te leren drinken uit een beker zonder
tuitje of dekseltje en de anti-lekbeker
niet te gebruiken. Zo leert uw baby
direct met kleine slokjes te drinken,
op een juiste manier te slikken en
de beker niet te ver om te kiepen.
Lukt het drinken zonder tuitje niet,
gebruik dan een beker met een hol
dekseltje met een drinkgat of een
beker met een tuitje met gaatjes. De
vloeistof loopt er makkelijk uit en uw
baby zal leren te doseren. Probeer
het zodra het goed gaat zonder tuitje.
Bij het gebruik van een anti-lekbeker
moet uw baby krachtig zuigen om te
drinken en hoeft uw baby niet te
doseren. Het aanleren van doseren
tijdens het drinken zal dan langer
duren. Ook wordt het primitief zuigen en slikken in stand gehouden.
Uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige kan u meer informatie
geven.
Van zuigfles naar beker
Rond zes maanden verdwijnt de zuigreflex en
gaat uw baby normaal slikken. Voorkom dat
uw baby te lang blijft zuigen. Het is goed om
de zuigfles in te ruilen voor de beker zodra uw
baby zelfstandig kan zitten (tussen de zes en
negen maanden). Bouw het drinken uit de fles
geleidelijk af, door bijvoorbeeld 's morgens en
's avonds de fles te geven en tussendoor de
beker. Begin met dikkere vloeistoffen, zoals
yoghurt of pap zonder suiker.
De fopspeen afleren
Alleen geven als er iets gedronken moet worden.
Zodra uw kind kan zitten, drinken uit een bekertje.
De fopspeen afleren
folder 2-2.qxd
Langdurig gebruik van en fanatiek
zuigen op de fopspeen kan dezelfde
afwijkingen veroorzaken als het zuigen op de duim of vinger. Als het
kind rond de negen maanden oud
is, kunt u beginnen het gebruik van
de fopspeen in een rustig tempo af
te bouwen.
Tips voor het afleren van het gebruik
van de fopspeen
z
z
z
z
Begin overdag met afbouwen
door de fopspeen steeds minder
en voor steeds kortere periodes
te geven. Op den duur wordt de
speen alleen bij het inslapen
gegeven of als uw baby erg
verdrietig is.
Probeer uw kind als het erg verdrietig is eerst af te leiden. Geef
de speen alleen als de afleiding
niet werkt.
Leid uw kind af op de momenten
dat het gewend is op de fopspeen
te zuigen. Geef bijvoorbeeld een
knuffeltje ter vervanging van de
fopspeen.
Als het goed gaat overdag kan
begonnen worden met het afleren van het gebruik bij het
inslapen.
Als uw kind weer op de duim of
vinger gaat zuigen, geef dan weer
de speen en probeer op een later
moment alsnog het gebruik van de
speen af te bouwen.
Het melkgebit
breekt door
Mondverzorging van
6 tot en met 24 maanden
30-11-2004
10:56
Pagina 2
Tekst:
Adviezen:
Astrid Tjalsma, NIGZ
Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis)
Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G)
Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van
GGD Nederland
M. Veldhoen (logopedist Rotterdam)
Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis)
Illustraties: Marian Latour
Opmaak:
Jeroen Steen, NIGZ
Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van
elmex® Research.
© NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder
schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve
van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven.
Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden
gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden,
e-mail: [email protected]
Gezond eten en drinken / Van zuigfles naar beker
Gezond eten en drinken
In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers,
die door bacteriën die in de tandplak zitten
worden omgezet in zuur. Het gebit krijgt hierdoor met een zuuraanval te maken, die gaatjes
in de tanden en kiezen van uw kind kan veroorzaken. Pas doorgebroken tandjes zijn kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes, omdat het
glazuur nog niet is uitgehard. Na het eten en
drinken heeft het gebit rust nodig om zich te
herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw kind gedurende een periode
van twee tot drie uur niets meer te laten eten
of drinken waar suikers in zitten.
Geef uw kind daarom de zuigfles of een (antilek)beker alleen als er iets gedronken moet
worden en niet als troost of zoethoudertje
tussendoor in bed, box of wandelwagen of
tijdens het spelen. Water of thee zonder suiker
mag altijd gedronken worden. Leer uw
baby zodra deze kan zitten te drinken
uit een beker zonder tuitje. Laat uw
kind, zodra het met de pot mee-eet,
naast de drie maaltijden niet meer
dan vier tussendoortjes eten en/of
drinken. Probeer het aantal
zoete tussendoortjes te
beperken. Geef uw kind
water als het 's nachts
dorst heeft.
Een baby vindt van nature een zoete smaak
lekker en zal aan andere smaken moeten wennen. Vanaf zes maanden krijgt uw baby naast
borst- of flesvoeding een fruit- en groentehapje. Uw kind zal niet elk nieuw hapje direct
lekker vinden. Voeg aan de hapjes geen suiker
of appelmoes toe om de smaak aan te passen.
U kunt beter de smaak verzachten door een
beetje melk of water toe te voegen. Voeg
steeds minder toe, zodat uw baby geleidelijk
aan de smaak went.
Het is aan te raden uw baby direct
te leren drinken uit een beker zonder
tuitje of dekseltje en de anti-lekbeker
niet te gebruiken. Zo leert uw baby
direct met kleine slokjes te drinken,
op een juiste manier te slikken en
de beker niet te ver om te kiepen.
Lukt het drinken zonder tuitje niet,
gebruik dan een beker met een hol
dekseltje met een drinkgat of een
beker met een tuitje met gaatjes. De
vloeistof loopt er makkelijk uit en uw
baby zal leren te doseren. Probeer
het zodra het goed gaat zonder tuitje.
Bij het gebruik van een anti-lekbeker
moet uw baby krachtig zuigen om te
drinken en hoeft uw baby niet te
doseren. Het aanleren van doseren
tijdens het drinken zal dan langer
duren. Ook wordt het primitief zuigen en slikken in stand gehouden.
Uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige kan u meer informatie
geven.
Van zuigfles naar beker
Rond zes maanden verdwijnt de zuigreflex en
gaat uw baby normaal slikken. Voorkom dat
uw baby te lang blijft zuigen. Het is goed om
de zuigfles in te ruilen voor de beker zodra uw
baby zelfstandig kan zitten (tussen de zes en
negen maanden). Bouw het drinken uit de fles
geleidelijk af, door bijvoorbeeld 's morgens en
's avonds de fles te geven en tussendoor de
beker. Begin met dikkere vloeistoffen, zoals
yoghurt of pap zonder suiker.
De fopspeen afleren
Alleen geven als er iets gedronken moet worden.
Zodra uw kind kan zitten, drinken uit een bekertje.
De fopspeen afleren
folder 2-2.qxd
Langdurig gebruik van en fanatiek
zuigen op de fopspeen kan dezelfde
afwijkingen veroorzaken als het zuigen op de duim of vinger. Als het
kind rond de negen maanden oud
is, kunt u beginnen het gebruik van
de fopspeen in een rustig tempo af
te bouwen.
Tips voor het afleren van het gebruik
van de fopspeen
z
z
z
z
Begin overdag met afbouwen
door de fopspeen steeds minder
en voor steeds kortere periodes
te geven. Op den duur wordt de
speen alleen bij het inslapen
gegeven of als uw baby erg
verdrietig is.
Probeer uw kind als het erg verdrietig is eerst af te leiden. Geef
de speen alleen als de afleiding
niet werkt.
Leid uw kind af op de momenten
dat het gewend is op de fopspeen
te zuigen. Geef bijvoorbeeld een
knuffeltje ter vervanging van de
fopspeen.
Als het goed gaat overdag kan
begonnen worden met het afleren van het gebruik bij het
inslapen.
Als uw kind weer op de duim of
vinger gaat zuigen, geef dan weer
de speen en probeer op een later
moment alsnog het gebruik van de
speen af te bouwen.
Het melkgebit
breekt door
Mondverzorging van
6 tot en met 24 maanden
30-11-2004
10:56
Pagina 2
Tekst:
Adviezen:
Astrid Tjalsma, NIGZ
Dr. C. van Loveren (ACTA en adviescollege Ivoren Kruis)
Dr. H. Kalsbeek (TNO P&G)
Vakgroep Tandheelkundig Preventief Medewerker van
GGD Nederland
M. Veldhoen (logopedist Rotterdam)
Dr. M. L'Hoir (Kinderarts, Wilhelmina Kinderziekenhuis)
Illustraties: Marian Latour
Opmaak:
Jeroen Steen, NIGZ
Deze folder is tot stand gekomen met ondersteuning van
elmex® Research.
© NIGZ, Woerden 2004. Niets uit deze uitgave mag zonder
schriftelijke toestemming worden overgenomen, noch ten behoeve
van folio-uitgaven, noch ten behoeve van digitale uitgaven.
Verzoeken tot overname van beeld of tekst kunnen schriftelijk worden
gericht aan Uitgeverij NIGZ, Postbus 500, 3440 AM Woerden,
e-mail: [email protected]
Gezond eten en drinken / Van zuigfles naar beker
Gezond eten en drinken
In vrijwel al het eten en drinken zitten suikers,
die door bacteriën die in de tandplak zitten
worden omgezet in zuur. Het gebit krijgt hierdoor met een zuuraanval te maken, die gaatjes
in de tanden en kiezen van uw kind kan veroorzaken. Pas doorgebroken tandjes zijn kwetsbaar voor het ontstaan van gaatjes, omdat het
glazuur nog niet is uitgehard. Na het eten en
drinken heeft het gebit rust nodig om zich te
herstellen van het zuur. Het is daarom verstandig om uw kind gedurende een periode
van twee tot drie uur niets meer te laten eten
of drinken waar suikers in zitten.
Geef uw kind daarom de zuigfles of een (antilek)beker alleen als er iets gedronken moet
worden en niet als troost of zoethoudertje
tussendoor in bed, box of wandelwagen of
tijdens het spelen. Water of thee zonder suiker
mag altijd gedronken worden. Leer uw
baby zodra deze kan zitten te drinken
uit een beker zonder tuitje. Laat uw
kind, zodra het met de pot mee-eet,
naast de drie maaltijden niet meer
dan vier tussendoortjes eten en/of
drinken. Probeer het aantal
zoete tussendoortjes te
beperken. Geef uw kind
water als het 's nachts
dorst heeft.
Een baby vindt van nature een zoete smaak
lekker en zal aan andere smaken moeten wennen. Vanaf zes maanden krijgt uw baby naast
borst- of flesvoeding een fruit- en groentehapje. Uw kind zal niet elk nieuw hapje direct
lekker vinden. Voeg aan de hapjes geen suiker
of appelmoes toe om de smaak aan te passen.
U kunt beter de smaak verzachten door een
beetje melk of water toe te voegen. Voeg
steeds minder toe, zodat uw baby geleidelijk
aan de smaak went.
Het is aan te raden uw baby direct
te leren drinken uit een beker zonder
tuitje of dekseltje en de anti-lekbeker
niet te gebruiken. Zo leert uw baby
direct met kleine slokjes te drinken,
op een juiste manier te slikken en
de beker niet te ver om te kiepen.
Lukt het drinken zonder tuitje niet,
gebruik dan een beker met een hol
dekseltje met een drinkgat of een
beker met een tuitje met gaatjes. De
vloeistof loopt er makkelijk uit en uw
baby zal leren te doseren. Probeer
het zodra het goed gaat zonder tuitje.
Bij het gebruik van een anti-lekbeker
moet uw baby krachtig zuigen om te
drinken en hoeft uw baby niet te
doseren. Het aanleren van doseren
tijdens het drinken zal dan langer
duren. Ook wordt het primitief zuigen en slikken in stand gehouden.
Uw consultatiebureau-arts of verpleegkundige kan u meer informatie
geven.
Van zuigfles naar beker
Rond zes maanden verdwijnt de zuigreflex en
gaat uw baby normaal slikken. Voorkom dat
uw baby te lang blijft zuigen. Het is goed om
de zuigfles in te ruilen voor de beker zodra uw
baby zelfstandig kan zitten (tussen de zes en
negen maanden). Bouw het drinken uit de fles
geleidelijk af, door bijvoorbeeld 's morgens en
's avonds de fles te geven en tussendoor de
beker. Begin met dikkere vloeistoffen, zoals
yoghurt of pap zonder suiker.
De fopspeen afleren
Alleen geven als er iets gedronken moet worden.
Zodra uw kind kan zitten, drinken uit een bekertje.
De fopspeen afleren
folder 2-2.qxd
Langdurig gebruik van en fanatiek
zuigen op de fopspeen kan dezelfde
afwijkingen veroorzaken als het zuigen op de duim of vinger. Als het
kind rond de negen maanden oud
is, kunt u beginnen het gebruik van
de fopspeen in een rustig tempo af
te bouwen.
Tips voor het afleren van het gebruik
van de fopspeen
z
z
z
z
Begin overdag met afbouwen
door de fopspeen steeds minder
en voor steeds kortere periodes
te geven. Op den duur wordt de
speen alleen bij het inslapen
gegeven of als uw baby erg
verdrietig is.
Probeer uw kind als het erg verdrietig is eerst af te leiden. Geef
de speen alleen als de afleiding
niet werkt.
Leid uw kind af op de momenten
dat het gewend is op de fopspeen
te zuigen. Geef bijvoorbeeld een
knuffeltje ter vervanging van de
fopspeen.
Als het goed gaat overdag kan
begonnen worden met het afleren van het gebruik bij het
inslapen.
Als uw kind weer op de duim of
vinger gaat zuigen, geef dan weer
de speen en probeer op een later
moment alsnog het gebruik van de
speen af te bouwen.
Het melkgebit
breekt door
Mondverzorging van
6 tot en met 24 maanden
Download