Een stuitligging - Catharina Ziekenhuis

advertisement
Gynaecologie
Een stuitligging
www.catharinaziekenhuis.nl
Inhoud
Wat is een stuitligging? ......................................................................
Hoe vaak komt een stuitligging voor? ................................................
Waardoor ligt een baby in stuitligging? ..............................................
Een stuitligging, wat nu? ....................................................................
Uitwendige versie, een poging tot draaien van de baby ....................
Wanneer vindt een uitwendige versie plaats? ..............................
Gang van zaken bij een poging tot draaien ...................................
Vóór het draaien ............................................................................
Het draaien ....................................................................................
Na het draaien ...............................................................................
Veiligheid bij een poging tot draaien .............................................
Een bevalling van een baby in stuitligging ..........................................
Een ‘gewone’ bevalling in stuitligging .................................................
Wanneer is een gewone (vaginale)
bevalling in stuitligging verantwoord? ..........................................
Mogelijke complicaties bij
een gewone (vaginale) stuitbevalling ............................................
Een keizersnede ..................................................................................
De kans op complicaties bij een keizersnede ................................
Wat betekent dit voor u, kunt u kiezen? ............................................
Het maken van een keuze .............................................................
Voor- en nadelen van een gewone bevalling
en een keizersnede op een rijtje ...................................................
Heupafwijkingen bij de baby na een stuitligging . ..............................
Verder lezen? ......................................................................................
Contactgegevens ................................................................................
Algemeen ......................................................................................
Spoed ............................................................................................
Patiëntenvoorlichting: [email protected]
GYN006 / Een stuitligging / 12-10-2015
2
3
5
5
5
5
5
6
6
6
7
7
8
8
9
9
10
10
11
11
12
13
13
14
14
14
Een stuitligging
Als een kind met het hoofd boven in de baarmoeder ligt en
met de stuit naar beneden, spreken we van een stuitligging.
Waardoor een kind in stuitligging ligt, is vaak niet duidelijk.
Tegen het einde van de zwangerschap kan het zinvol zijn om
te proberen het kind te draaien, zodat het met het hoofd
beneden komt te liggen (hoofdligging).
In deze folder wordt uitgelegd hoe dat gebeurt. Ook komt aan bod hoe
de bevalling bij een stuitligging kan plaatsvinden, of u een keuze hebt
tussen een gewone bevalling of een keizersnede, en wat de voor- en
nadelen van deze manieren van bevallen zijn.
Wat is een stuitligging?
Bij een stuitligging ligt het hoofd van het kind boven in de baarmoeder,
terwijl de billen of de beentjes beneden bij de ingang van het bekken
liggen.
Er zijn verschillende soorten stuitligging:
1. Onvolkomen stuitligging: de benen liggen helemaal omhoog naast
het lichaam, zodat het kind als het ware op zijn tenen kan sabbelen;
2. Volkomen stuitligging: de bovenbenen zijn langs het lichaam
gestrekt, maar de knieën zijn gebogen, zodat de voeten naast de
billen liggen (‘kleermakerszit’);
3. Half onvolkomen stuitligging: één been ligt gestrekt naar boven zoals
bij een onvolkomen stuitligging, het andere been ligt naar beneden,
zoals bij een volkomen stuitligging;
4. Voetligging: het kind ligt met een of beide benen gestrekt naar
beneden, zodat een of twee voetjes onder de billen liggen.
3
4
1 - onvolkomen stuitligging
2 - volkomen stuitlegging
3 - halfonvolkomen stuitligging
4 - voetligging
Hoe vaak komt een stuitligging voor?
Vroeg in de zwangerschap komen stuitliggingen veel voor: in de periode
tussen de 20 en 25 weken ligt ongeveer eenderde van alle kinderen
met het hoofd naar boven, maar naarmate de zwangerschap vordert,
draaien steeds meer kinderen met hun hoofd naar beneden. Acht
weken voor de uitgerekende datum, bij 32 weken, ligt nog 10-15% van
de kinderen in stuitligging. Rondom de uitgerekende datum is dat nog
bij 3% van de kinderen het geval.
Waardoor ligt een baby in stuitligging?
Meestal is het onbekend waardoor een kind rond de uitgerekende
datum in stuitligging ligt. Bij een vroeggeboorte komt een stuitligging
vaker voor, omdat het kind bij een kortere zwangerschapsduur nog vaak
met het hoofd naar boven ligt. Daarnaast komt een stuitligging vaker
voor bij:
• Een meerlingzwangerschap;
• Een afwijkende vorm van de baarmoeder of het bekken;
• Een voorliggende placenta (moederkoek) of een myoom (vleesboom)
bij de ingang van het bekken;
• Aangeboren afwijkingen van het kind.
Bij meer dan 85% van de zwangeren is er echter geen verklaring voor de
stuitligging.
Een stuitligging, wat nu?
Als uw verloskundige of gynaecoloog heeft vastgesteld dat er sprake is
van een stuitligging, is het verstandig de mogelijkheid te bespreken om
te proberen de baby te draaien. Dit noemt men een uitwendige versie.
Bij een uitwendige versie probeert de gynaecoloog, arts-assistent of
verloskundige de baby te draaien van stuitligging naar hoofdligging,
door uitwendige handgrepen.
Uitwendige versie, een poging tot draaien
van de baby
Wanneer vindt een uitwendige versie plaats?
Vroeg in de zwangerschap, dus vóór 35 weken, is de kans groot dat
de baby uit zichzelf nog naar hoofdligging draait. Wanneer de baby bij
5
een zwangerschapsduur van 35 weken of meer in een stuitligging ligt,
is het verstandig om te proberen de baby naar hoofdligging te draaien.
Een uitwendige versie is mogelijk tot op het moment dat de weeën
beginnen of de vliezen breken.
Gang van zaken bij een poging tot draaien
In het Catharina Ziekenhuis vindt een poging tot draaien altijd plaats
op de verloskamers of op de polikliniek Gynaecologie. Dit wordt
gedaan door een vast team van gynaecologen, in het ziekenhuis
werkende verloskundigen en verpleegkundigen. Meestal heeft uw eigen
verloskundige of gynaecoloog al uitgelegd wat er precies gaat gebeuren
tijdens het draaien. Toch wordt dit nogmaals uitgelegd door een
verloskundige, bij uw aankomst op de verloskamer.
Vóór het draaien
Voordat de poging tot draaien plaatsvindt, worden enkele onderzoeken
gedaan:
• Cardio-toco-grafie (CTG)
Een CTG is een registratie van de hartslag van de baby gedurende 30
minuten. Hiermee kunnen we de conditie van uw baby beoordelen.
• Echo
Bij een echo wordt de ligging van de baby zichtbaar, de hoeveelheid
vruchtwater en de plaats van de placenta. Soms wordt ook de
grootte van de baby gemeten.
Het is belangrijk dat u vóór de poging tot draaien niet meer plast. De
kans dat het draaien lukt, is namelijk groter wanneer de blaas goed vol
is.
Het draaien
U ligt meestal op een verlosbed, in een zeer ontspannen houding.
Vlak voor het draaien krijgt u een injectie om de baarmoederspier te
ontspannen. Hierdoor wordt het draaien gemakkelijker. Deze injectie
werkt ongeveer 15 minuten. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor u of
de baby. Tijdens het draaien wordt de hartslag van de baby met echo
gecontroleerd.
6
Het draaien wordt meestal uitgevoerd door een gynaecoloog, samen
met een verloskundige. De billen van de baby worden uit het bekken
getild en het hoofdje van de baby wordt naar beneden bewogen. Zo
wordt geprobeerd de baby voor- of achterover te laten ‘duikelen’, totdat
het hoofdje beneden ligt. Tijdens het draaien is het belangrijk dat u de
buikspieren zo goed mogelijk probeert te ontspannen. Het is niet te
voorspellen hoe vaak het lukt een baby te draaien.
Sommige vrouwen vinden het draaien gevoelig. Als het voor u te
gevoelig is, mag u altijd vragen de poging te stoppen.
Na het draaien
Na het draaien wordt gedurende 30 minuten een CTG gemaakt,
ongeacht of het draaien wel of niet is gelukt. Als de hartslag van de
baby goed is, mag u terug naar uw verloskundige. Als uw bloedgroep
rhesus negatief is, krijgt u na de versie-poging altijd een injectie met
1000IE Anti D. Dit is ongeacht of de draaiing is gelukt of niet. Samen
met uw verloskundige bespreekt u de plaats van de bevalling. Als
het draaien is gelukt, wordt met u een afspraak gemaakt voor echoonderzoek, een week na de draaiing. Hierbij wordt de ligging van uw
baby gecontroleerd. Als het draaien niet is gelukt, moet u altijd in een
ziekenhuis bevallen.
Veiligheid bij een poging tot draaien
Voor zowel u als uw baby is een poging tot draaien een veilige methode.
U kunt na het draaien enkele uren een gevoelige buik hebben. Dit komt
door het drukken op de buik en kan geen kwaad.
Uw baby kan na het draaien tijdelijk een wat lagere hartslag hebben. De
kans hierop is ongeveer 5%. In enkel geval blijft de hartslag afwijkend.
Als dit zo is, moet uw baby geboren worden en wordt op dat moment
een keizersnede gedaan. Het risico hierop is echter heel klein, namelijk
0,4%, dat is 4 op de 1000 gevallen.
De slagingskans bij een eerste zwangerschap is 40-50%. Bij een tweede
of volgende zwangerschap 80-90%. Indien u eerder een keizersnede
heeft gehad is de slagingskans 50%.
7
Voor een goede voorbereiding op de versie, adviseren wij u onze
voorlichtingsfilm te bekijken op www.catharinaziekenhuis.nl/
verloskunde.
Een bevalling van een baby in stuitligging
De bevalling van een kind in stuitligging roept de laatste jaren veel
vragen op. Is het wel veilig om ‘gewoon’ vaginaal (via de schede) te
bevallen, of is een keizersnede veiliger? Deze vraag houdt niet alleen
aanstaande ouders, maar ook gynaecologen bezig, zowel in Nederland
als in het buitenland.
Een belangrijk buitenlands onderzoek dat een gewone bevalling
vergeleek met een keizersnede, werd in oktober 2000 gepubliceerd.
De conclusie was dat een keizersnede bij een stuitligging rond de
uitgerekende datum veiliger is voor het kind. Het is echter de vraag of
deze conclusie ook in de Nederlandse situatie geldig is. Vooralsnog zijn
de meeste Nederlandse gynaecologen van mening dat in veel situaties
een gewone, vaginale bevalling wel degelijk verantwoord is onder
de voorwaarden die in ons land gebruikelijk zijn. Wel vinden zij het
belangrijk dat u op de hoogte bent van de kans op complicaties, zowel
bij een vaginale bevalling als bij een keizersnede.
Een ‘gewone’ bevalling in stuitligging
Een stuitbevalling kent, net als een bevalling van een kind in
hoofdligging, drie verschillende perioden: de ontsluiting, het persen en
de periode na de geboorte.
Bij een stuitligging wachten we tot de weeën spontaan beginnen. We
wekken slechts bij hoge uitzondering de weeën op, bijvoorbeeld als u na
42 weken nog niet bent bevallen. Als de ontsluiting op een moment niet
vordert, kiezen we meestal voor een keizersnede. We kiezen er niet voor
om de weeën krachtiger te maken met medicijnen.
Aan het begin van de uitdrijving krijgt u een infuus met een
weeënopwekkend middel. Dit is om de laatste weeën eventueel wat
krachtiger te maken, om uw baby gemakkelijker geboren te laten
8
worden. Als er tijdens het persen onvoldoende vordering is, wordt
alsnog een keizersnede gedaan.
De periode na de geboorte verloopt hetzelfde als bij een bevalling in
hoofdligging.
Wanneer is een gewone (vaginale) bevalling in stuitligging
verantwoord?
De gynaecoloog maakt samen met u de afweging of een gewone
bevalling verantwoord is, of dat het beter is om een keizersnede te
doen.
Voorwaarden voor een veilige bevalling zijn:
• Uw baby heeft een normaal (geschat) geboortegewicht;
• Het hoofdje van uw baby ligt bij echoscopisch onderzoek
voorovergebogen;
• U hebt een normaal bekken (er wordt een inwendig
bekkenonderzoek gedaan om dit te beoordelen;)
• Tijdens de bevalling vordert de ontsluiting en uitdrijving goed;
• Een eventuele vorige bevalling verliep zonder medische problemen
en uw baby had een normaal geboortegewicht.
Mogelijke complicaties bij een gewone (vaginale)
stuitbevalling
Bij elke bevalling kunnen complicaties optreden. De meeste
gynaecologen vinden dat onder de hierboven beschreven veilige
voorwaarden de kans op ernstige complicaties bij een vaginale
stuitbevalling klein is. De kans op complicaties bij de moeder is bij een
stuitbevalling hetzelfde als bij een kind in hoofdligging. Wel is er een
grotere kans dat tijdens een stuitbevalling alsnog moet worden besloten
tot een keizersnede. Bovendien is de kans groter dat een kind na een
vaginale bevalling in stuitligging, op de couveuseafdeling moet worden
opgenomen. Uit recent onderzoek blijkt dat een couveuseopname na de
geboorte weinig gevolgen heeft voor de ontwikkeling van het kind op de
lange termijn.
9
Een keizersnede
Voor algemene informatie over deze operatie verwijzen wij u naar de
folder ‘Zorg rondom de keizersnede’. Hier bespreken wij alleen de kans
op complicaties. Bij een keuze moet u immers alles kunnen afwegen;
daarbij is ook deze informatie van belang.
De kans op complicaties bij een keizersnede
Complicaties bij de moeder
Hoewel een keizersnede op zich een veilige operatie is, brengt iedere
operatie een kleine kans op complicaties met zich mee. Deze zijn
uitgebreid beschreven in de genoemde folder ‘De keizersnede’.
Het gaat hier meestal om niet-levensbedreigende complicaties.
Sommige, zoals bloedarmoede of trombose, komen ook na een
gewone bevalling voor. Andere, zoals een nabloeding in de buik, een
bloeduitstorting of wondinfectie, een beschadiging van de blaas,
of darmen die niet goed op gang komen, hangen samen met de
keizersnede. Ook een blaasontsteking komt na deze operatie vaker
voor dan na een gewone bevalling. Langdurige ernstige pijn door een
zenuwbeschadiging bij de bikinisnede is een zeer zelden voorkomende
complicatie. De kans op ernstige gezondheidscomplicaties en sterfte als
gevolg van de operatie, is voor gezonde zwangeren heel erg klein, maar
toch altijd groter dan na een gewone bevalling.
Complicaties bij het kind
Ook kinderen die via een keizersnede zijn geboren, lopen risico op
gezondheidsproblemen. Een enkele keer is het ook bij een keizersnede
moeilijk een kind dat in stuitligging ligt uit de baarmoeder te halen, en
kan beschadiging optreden. Een ander gevaar is dat een keizersnede te
vroeg in de zwangerschap gepland wordt, om een spontane bevalling te
voorkomen.
Te vroeg geboren kinderen kunnen longproblemen hebben waarvoor
opname op de couveuseafdeling noodzakelijk is.
Gevolgen voor latere zwangerschappen
Het litteken in de baarmoeder is een nadeel voor een volgende
zwangerschap. U krijgt dan het advies in het ziekenhuis te bevallen,
10
omdat zo’n litteken een verhoogde kans op complicaties tijdens een
volgende bevalling met zich meebrengt. Voorbeelden daarvan zijn het
openscheuren van het litteken, een voorliggende moederkoek, of een
moederkoek die heel vast met de baarmoeder vergroeid is, zodat zelfs
een baarmoederverwijdering noodzakelijk is. Hoewel deze complicaties
zeer zelden voorkomen, treden ze vaker op na een keizersnede dan na
een gewone bevalling.
Wat betekent dit voor u, kunt u kiezen?
De vraag of u kunt kiezen tussen een vaginale bevalling en een
keizersnede, is in deze folder niet voor alle vrouwen te beantwoorden.
In twee situaties hebt u geen keuze:
• Het is te laat om een keizersnede te doen, omdat het kind op het
punt staat geboren te worden;
• De dienstdoende gynaecoloog vindt het niet verantwoord om u
vaginaal te laten bevallen (bijvoorbeeld omdat het kind groot is of
ongunstig ligt, omdat u de vorige keer een moeizame bevalling gehad
hebt, omdat de ontsluiting of de uitdrijving onvoldoende vordert, of
omdat de harttonen van uw baby verslechteren).
In andere situaties kunt u doorgaans kiezen tussen een keizersnede
of een vaginale bevalling, op voorwaarde dat de gynaecoloog die de
bevalling begeleidt, een gewone bevalling verantwoord vindt.
Het maken van een keuze
Als het voor u als aanstaande ouders mogelijk is te kiezen tussen
een gewone bevalling of een keizersnede, is het belangrijk dat u alle
argumenten zo goed mogelijk op een rij zet. Velen zijn in eerste instantie
geneigd te denken dat een keizersnede de veiligste weg is voor hun
kind om geboren te worden, maar zij vergeten dat aan een keizersnede
ook nadelen kleven. We vatten daarom de voor- en nadelen van beide
wijzen van bevallen nog eens samen.
11
Voor- en nadelen van een gewone bevalling en een
keizersnede op een rijtje
Gewone bevalling
voordelen
nadelen
Geen keizersnede met de
Iets meer kans op
nadelen die daarbij horen
gezondheidsproblemen
van het kind kort na de
Kortere ziekenhuisopname
geboorte
en een sneller herstel
U kunt een volgende keer
eventueel thuis bevallen
Keizersnede
voordelen
nadelen
Iets minder kans op
Langere ziekenhuisopname
gezondheidsproblemen
en langzamer herstel
van het kind kort na de
geboorte
Meer kans op complicaties
voor de moeder
Geen thuisbevalling
mogelijk bij een volgende
zwangerschap
Iets meer kans op
complicaties tijdens een
volgende bevalling
12
Heupafwijkingen bij de baby na een
stuitligging
Baby’s die tijdens de zwangerschap langdurig in stuitligging hebben
gelegen, hebben een verhoogde kans op een heupafwijking
(heupdysplasie). Wij adviseren de ouders van een baby die in stuitligging
heeft gelegen, om drie maanden na de geboorte een echo-onderzoek
van de heupjes te laten doen. Dit is om te kunnen vaststellen of er
sprake is van deze heupafwijking.
Bij alle baby’s die in het Catharina Ziekenhuis in stuitligging geboren zijn,
wordt automatisch een afspraak hiervoor gemaakt met de kinderarts.
De ouders van een baby die tot 35 weken in stuitligging heeft gelegen
én waarbij een gelukte uitwendige draaiing is gedaan, adviseren wij
ook een echo-onderzoek van de heupjes te laten doen. In dit geval
kunt u zelf een afspraak maken met de kinderarts, drie maanden na de
geboorte van uw baby.
Verder lezen?
Folders van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
(NVOG):
• Zwanger, algemene informatie
• Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen
• De keizersnede
Behalve bij uw gynaecoloog kunt u deze folders vinden op de website
van de NVOG: www.nvog.nl, rubriek voorlichting.
13
Vragen
Algemeen
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met
de polikliniek Gynaecologie.
Spoed
In geval van spoed belt u:
• tijdens kantooruren met de polikliniek Gynaecologie;
• 's avonds, 's nachts en in het weekend met de verloskamers.
Contactgegevens Catharina Ziekenhuis
Catharina Ziekenhuis
040 - 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl
Poliklniek Gynaecologie
040 - 239 93 00
Verloskamers
040 - 239 81 40
Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Verloskunde
kunt u vinden op www.catharinaziekenhuis.nl/verloskunde
Een deel van de tekst in deze folder is (na toestemming) overgenomen van de website
van de NVOG. De inhoud is aangepast aan de situatie zoals die zich voordoet in het
Catharina Ziekenhuis.
14
15
Altijd als eerste op de hoogte?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief:
www.catharinaziekenhuis.nl/nieuwsbrief
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven
Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven
Download