patiëntenwijzer Gynaecologie-Verloskunde Curettage regionaal ziekenhuis heilig hart tienen vzw Inleiding Er is bij u een curettage gepland, een kleine gynaecologische ingreep op de baarmoeder. Uw arts heeft u de reden hiervoor uitgelegd. In deze brochure vindt u informatie over het doel, de voorbereiding en het verloop van deze ingreep. Wij vragen u deze folder aandachtig te lezen. Zo krijgt u een beter inzicht in de operatie. Deze informatiebrochure is algemeen, ze vervangt dus zeker niet de informatie die u van de arts mag verwachten en die rekening houdt met uw specifieke gezondheidstoestand. Wat is een curettage? Een curettage is een kleine ingreep op de baarmoeder om een diagnose te stellen bij bepaalde klachten of om miskraamweefsel te verwijderen. Meestal wordt er onderzocht waarom de patiënte abnormaal bloedverlies heeft. De gynaecoloog maakt gebruik van een ‘curette’. Dit is een metalen instrument dat op een lange lepel lijkt. Om een curette via de baarmoederhals in de baarmoeder te krijgen, wordt de baarmoederhals eerst geopend of ‘gedilateerd’. Daarom noemt men deze ingreep ook wel dilatatie en curettage of kortweg D&C. Een curettage is een vaak uitgevoerde operatie bij de vrouw. Ze gebeurt ook vaak in combinatie met een kijkonderzoek in de baarmoeder (hysteroscopie). Bij een curettage worden de eileiders en eierstokken ongemoeid gelaten. De ingreep kan onder plaatselijke of algemene verdoving gebeuren. Van een curettage ondervind je weinig ongemakken, je houdt er geen littekens aan over en je bent snel weer op de been. Patiënten worden voor deze ingreep in het dagziekenhuis opgenomen. Ze kunnen gewoonlijk dezelfde dag weer naar huis, dus zonder overnachting in het ziekenhuis. 3 Waarvoor dient een curettage? Met deze ingreep kan men aandoeningen van de vrouwelijke voortplantingsorganen vaststellen en soms ook behandelen. Meer precies neemt men weefsel uit de baarmoeder weg voor laboratoriumonderzoek, om zo een diagnose te kunnen stellen. Bij een curettage na een miskraam ligt de nadruk op het verwijderen zelf van het miskraamweefsel uit de baarmoeder. Waarom u een curettage moet ondergaan, heeft uw arts u uitgelegd. We sommen hier de gevallen op waarin gynaecologen een curettage voorstellen. • Abnormale menstruatie Menstruatie is abnormaal als de maandstonden onregelmatig zijn en als je te veel of te lang bloed verliest. • Abnormaal bloedverlies Men spreekt van abnormale bloedingen als je onverwacht bloedt. Dat kan tussen de maandstonden in zijn, na het vrijen, tijdens een zwangerschap of na de menopauze. Abnormale bloedingen kunnen wijzen op meerdere aandoeningen. De meest voorkomende zijn: 4 3 Fibromen of ‘vleesbomen’ ‘Fibromen’, ‘myomen’, ‘fibromyomen’ en ‘vleesbomen’ betekenen allemaal hetzelfde. Het zijn goedaardige gezwellen van de baarmoederwand. Afhankelijk van hun grootte en plaats, kunnen ze soms tot abnormale of pijnlijke bloedingen leiden. Met een curettage kunnen we ze ontdekken en, als ze uitpuilen in de holte en niet te groot zijn, ook meteen verwijderen. 3 Poliepen Ook poliepen zijn goedaardige gezwellen, meestal van het baarmoederslijmvlies (endometrium), die soms vrij groot worden en tot abnormale maandstonden leiden. Tijdens een curettage worden de poliepen losgemaakt en uit de baarmoeder verwijderd. 3 Hyperplasie van het baarmoederslijmvlies Een te dik of te lang opgroeien van het slijmvlies, met vaak abnormaal bloeden tot gevolg. • Miskraam in eerste 3 maanden van zwangerschap Abnormaal bloedverlies tijdens de eerste maanden van een zwangerschap wijst vrij vaak op een miskraam. Dit gaat bijna steeds met pijn gepaard. Wanneer er zekerheid is over de miskraam, kan de gynaecoloog een curettage voorstellen om het miskraamweefsel uit de baarmoederholte te verwijderen. • Achtergebleven weefsel in baarmoeder na bevalling Na een bevalling blijft soms een deel van de moederkoek of de vliezen in de baarmoeder achter. Als die weefselresten in de baarmoeder blijven zitten, kunnen ze ook voor een ontsteking zorgen. Ook dan wordt er vaak een curettage voorgesteld. • Baarmoederkanker Kwaadaardige gezwellen van het baarmoederslijmvlies komen voornamelijk voor bij oudere vrouwen en leiden meestal tot bloedverlies na de menopauze. Het is belangrijk de diagnose van een dergelijke kwaadaardige tumor zo vroeg mogelijk te stellen. 5 Vóór de ingreep Als voorbereiding op de ingreep wordt uw gezondheidstoestand gecontroleerd. Hiervoor hoeft u niet in het ziekenhuis opgenomen te worden. De onderzoeken gebeuren via uw huisarts of gynaecoloog. • De gynaecoloog zal naar uw algemene gezondheidstoestand, de belangrijkste aspecten van uw medisch verleden en allergieën vragen. • Vermeld ook welke geneesmiddelen, kruiden en eventuele genotsmiddelen u gebruikt. • Afhankelijk van uw leeftijd krijgt u een bloedonderzoek en wordt een elektrocardiogram genomen (ECG, meting van de hartactiviteit). Eventueel wordt er ook een foto van de longen genomen. • U kunt vooraf ook met de anesthesist over de verdoving spreken. U spreekt met de gynaecoloog de dag van opname af. Zonder verwikkelingen mag u dezelfde dag weer naar huis. Voorbereidingen thuis Tref regelingen zodat u thuis rustig gedurende een tweetal dagen kunt herstellen. Zorg ervoor dat iemand u na de ingreep naar huis kan brengen: na een algemene verdoving mag u zelf niet met de auto tijden. De nacht na de ingreep moet er ook iemand bij u thuis aanwezig zijn. De dag van de operatie moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u vanaf middernacht niets meer mag eten, drinken of roken. Het is belangrijk dat uw maag laag is. Met een volle maag kunt u bij het begin van de operatie of achteraf bij het ontwaken beginnen braken en u verslikken. Tijdens een operatie mag u geen haarspelden, juwelen of make-up of nagellak dragen. U kunt die eventueel ook verwijderen op uw kamer in het dagziekenhuis. 6 Verloop van de ingreep Voorbereiding U krijgt een infuus om vocht en medicatie toe te dienen. U moet een operatiehemd aantrekken en haarspelden, juwelen, make-up, contactlenzen en kunstgebit verwijderen als u die draagt. U wordt in uw bed naar de operatiezaal gebracht. De verdoving Een curettage kan onder plaatselijke, epidurale of algemene verdoving (narcose) gebeuren. • Meestal gebruikt men een lichte algemene verdoving. De anesthesist dient het verdovende middel dan via het infuus toe, en zet een masker over uw mond en neus waarlangs u zuurstof krijgt. U zult snel suf worden en in slaap vallen. Terwijl u slaapt, brengt men een buisje in de luchtpijp om u te beademen. Tijdens een algemene verdoving voelt u geen pijn. U wordt pas opnieuw wakker wanneer de operatie afgelopen is. • Soms gebeurt de ingreep onder plaatselijke verdoving, en maar heel zelden wordt de epidurale verdoving gebruikt. Bij zo een ‘ruggenprik’ wordt alleen de onderste helft van het lichaam gevoelloos. U moet voor die prik uw rug zo bol mogelijk maken, door zittend of in zijlig het hoofd voorover te buigen en de knieën op te trekken. Eerst wordt de huid plaatselijk verdoofd en daarna spuit de anesthesist tussen twee ruggenwervels een verdovende vloeistof in. De prik zelf voelt u nauwelijks. Wanneer u verdoofd bent, wordt u zoals bij een gynaecologisch onderzoek in beensteunen geplaatst. De vagina en de baarmoedermond worden ontsmet om infecties te voorkomen. De operatie De gynaecoloog plaatst eerst een speculum in de vagina, een buisvormig instrument om de baarmoederhals te kunnen zien. De opening van de baarmoederhals wordt stapsgewijs verbreed. Men gebruikt daarvoor metalen staafjes met een steeds grotere diameter. Als de baarmoederhals voldoende geopend is, brengt de gynaecoloog een curette in de baarmoederholte en neemt met dit scherp lepeltje weefselstalen van de binnenkant van de baarmoeder. 7 Het verwijderde slijmvlies wordt in het laboratorium onder de microscoop onderzocht. Na de operatie bouwt de baarmoeder snel opnieuw een intacte slijmvlieslaag op. De ingreep duurt maar enkele minuten. Bij een miskraam moeten er grotere weefselresten uit de baarmoederholte verwijderd worden. Daarvoor gebruikt men een smalle buis uit kunststof die net als een gewone curette in de baarmoederholte gebracht wordt. Via een zuigsysteem wordt het miskraamweefsel verwijderd zonder de baarmoederwand te kwetsen (zuigcurettage of aspiratiecurettage). Deze ingreep kan om veiligheidsredenen onder echografische controle gebeuren. 8 Na de operatie Na de ingreep wordt u naar de ontwaakkamer gebracht (recovery). U wordt daar enkele uren opgevolgd tot de verdoving uitgewerkt is. Bij een lichte narcose bent u snel weer wakker. Na een algemene verdoving kunt u even last hebben van keelpijn, door het buisje dat tijdens de operatie in de luchtpijp geplaatst werd. Misselijkheid komt vaak voor, en soms ook overgeven. Het infuus blijft aanwezig tot deze klachten verdwenen zijn en u voldoende kunt drinken. Als er geen complicaties zijn, mag u dezelfde dag weer naar huis. Nazorg thuis • U mag gewoon douchen of een bad nemen. • Normaal gezien kunt u al na een tweetal dagen uw gewone activiteiten hervatten. • Het is normaal dat u nog een week (of soms zelfs wat langer) bloedverlies hebt. U mag zowel tampons als gewoon maandverband gebruiken. Bij buikpijn of krampen kan een pijnstiller helpen. • Zodra het bloedverlies begint te verminderen, mag u ook vrijen. • Het is moeilijk te voorspellen wanneer uw eerstvolgende maandstonden na de ingreep zullen optreden. Dat hangt af van de reden voor de curettage. Bij koorts, hevige pijn, of abnormaal hevig of lang nabloeden moet u contact opnemen met uw (huis)arts. 9 Mogelijke risico’s van de ingreep Een curettage is een kleine ingreep die heel vaak uitgevoerd wordt. Een operatie houdt echter altijd bepaalde risico’s in. Gelukkig zijn ernstige complicaties zeldzaam. • De meest voorkomende verwikkeling is een scheurtje (perforatie) van de baarmoederwand. Hierbij is de curette per ongeluk doorheen de baarmoederwand gegaan. Dit lijkt ernstiger dan het is want bijna alle perforaties helen spontaan. Als de gynaecoloog een perforatie vermoedt, zal hij meestal de ingreep stoppen. Soms wordt de opname om deze reden verlengd of wordt er daags nadien een extra controle afgesproken. In sommige gevallen moet dan een nieuwe curettage gepland worden. • De vagina, baarmoeder of buik kunnen bij een curettage door bacteriën besmet worden. Dit is zeer uitzonderlijk. Een infectie komt vooral voor bij miskramen waarbij afgestorven weefsel al langere tijd in de baarmoeder aanwezig is. 10 Is een andere ingreep mogelijk? Er bestaan alternatieven voor een curettage. Welke andere mogelijkheden er voor u zijn, hangt af van het probleem waarvoor de ingreep wordt uitgevoerd. • Een curettage om een diagnose te stellen, kan eventueel vervangen worden door het nemen van een weefselstaaltje (biopsie) van het slijmvlies uit de baarmoederholte. Dit onderzoek kan tijdens een gewone raadpleging gebeuren, maar kan wel wat pijnlijk zijn. • Een curettage voor behandeling zoals het verwijderen van poliepen, kan ook vervangen worden door een kijkoperatie (operatieve hysteroscopie) waarbij instrumenten doorheen de baarmoederhals in de baarmoeder gebracht worden om de poliepen weg te nemen. • Als alternatief voor het leegmaken van de baarmoeder bij miskraam, kan de miskraam spontaan afgewacht worden of opgewekt worden met (meestal vaginaal toegediende) medicatie. 11 Praktische aandachtspunten voor u • Zorg voor vervoer naar huis na de ingreep, na algemene verdoving mag u zelf geen wagen besturen. • Zorg ervoor dat de nacht na de ingreep iemand bij u thuis is. • U moet nuchter zijn voor de ingreep: niet meer eten of drinken na middernacht. • U meldt zich tijdig aan bij de inschrijvingsbalie van het medisch centrum. De medewerker zal u naar het dagziekenhuis verwijzen. • Neem contact op met uw huisarts of behandelende arts bij koorts (>38°C), hevige buikpijn of abnormaal lang of hevig nabloeden. • Doorgaans volstaat een werkonbekwaamheid van 2 dagen. Na miskraam wordt dit soms verlengd om psychologische redenen. • Meestal wordt een controleraadpleging bij huisarts of gynaecoloog gevraagd na 4-6 weken. De resultaten van het weefselonderzoek, en eventuele verdere inname van medicatie, worden dan besproken. Soms is er ook een controleechografie aangewezen op dat moment. • De ingreep wordt, met uitzondering van het wettelijke remgeld, volledig vergoed door de ziekteverzekering. Voor een privékamer op eigen verzoek mag een supplement aangerekend worden. U bespreekt dit het best op voorhand duidelijk met uw gynaecoloog. 12 Uw mening telt Ons ziekenhuis maakt werk van patiëntgerichte zorg en stelt daarbij veilige kwaliteit voorop. • Uw rechten als patiënt zijn onze leidraad: 3 recht op een kwaliteitsvolle dienstverstrekking 3 recht op vrije keuze van een zorgverlener 3 recht op informatie over de gezondheidstoestand 3 recht op informatie over de zorgverlening en de behandeling 3 recht op toestemming of weigering na informatie 3 recht op pijnbestrijding 3 recht op een zorgvuldig bijgehouden patiëntendossier, en op inzage erin of een afschrift ervan (aanvraag verloopt via de ombudsdienst) 3 recht op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer (privacy) 3 recht om een klacht neer te leggen bij de bevoegde ombudsfunctie. Meer informatie vindt u op de overheidssite www.patientrights.be • Kwaliteitsbeleid is een topprioriteit: 3 We streven naar continue verbetering van onze structuren, processen en procedures. Het kwaliteitssysteem en de uitgevoerde zelfevaluaties zijn volledig omschreven in het kwaliteitshandboek. 3 Het kwaliteitsbeleid verloopt conform het Vlaams Kwaliteitsdecreet. Om de vijf jaar organiseert de Vlaamse overheid een volledige doorlichting van het ziekenhuis. Het evaluatierapport ligt ter inzage bij de kwaliteitscoördinator. • Waarom uw mening telt: 3 Uw ervaringen zijn voor ons van groot belang en bevatten vaak nuttige tips om onze patiëntenzorg continu te verbeteren. 3 U ontvangt daarom een evaluatieformulier, waarop u uw mening en suggesties over uw verblijf kunt noteren. Het ingevulde formulier kunt u in de brievenbus van onze ombudsdienst, in de inkomhal van het medisch centrum, deponeren. Het wordt vertrouwelijk behandeld. • Wanneer u klachten heeft: 3 Onze medewerkers zetten zich in om u met de best mogelijke zorgen te omringen. Toch kunnen er zich soms situaties voordoen die voor verbetering vatbaar zijn, of lopen de zaken niet naar wens. Bent u niet tevreden over bepaalde aspecten van uw verblijf of behandeling, spreek dan uw arts of de hoofdverpleegkundige aan. Vaak volstaat het er samen over te praten om kleine problemen op te lossen. 3 Onze ombudsman is het aanspreekpunt in het ziekenhuis voor patiënten met klachten over de zorg en dienstverlening. Hij zal uw klacht vertrouwelijk behandelen. Hij werkt onafhankelijk, en is onpartijdig bij de bemiddeling. U kunt hem bereiken via [email protected] of telefonisch op (t) 016 80 35 65. 13 Over deze brochure Bron: Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG), www.vvog.be. Deze versie werd afgewerkt op 15 maart 2011. De brochure is een uitgave van de dienst Communicatie van RZ Heilig Hart Tienen. Ze mag niet worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verantwoordelijke uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Koen Vancraeynest RZ Heilig Hart Tienen Kliniekstraat 45 3300 Tienen We herinneren patiënten eraan dat deze brochure algemene informatie bevat. Ze vervangt dus zeker niet de informatie die u van uw arts kreeg en die rekening houdt met uw specifieke toestand. 14 Iedereen * * vriendelijk, inlevend en professioneel Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Tienen Kliniekstraat 45 • 3300 Tienen • 016 80 90 11 www.rztienen.be