Ethiek

Ethiek:
een systematische bestudering van de
moraal
Het goede leven (individu)
Goed handelen (samenleving)
Thema’s
Egoisme
 Geluk
 Genot
 Plicht
 Moraal
 Vrijheid
 Verantwoordelijkheid

Het goede leven
Plato
 Aristoteles
 Epicurus
 Nietzsche

Goed handelen
Hedonisme van Hobbes en Epicurus
 Utilisme van Bentham en Mill
 Plichtethiek van Kant
 Existentialisme van Sartre
 Hume en de naturalistische drogreden
 Dawkins’ zelfzuchtige genen

Plato
De Staat, Plato
Waarom zou ik rechtvaardig zijn?
Waarom zou ik me moreel gedragen?
Socrates vs Trasymachus
Trasymachus
Rechtvaardigheid is het recht van de
sterkste
Immoreel gedrag is gedrag in je
eigenbelang
Socrates: drie soorten goed
1 Goed op zichzelf (bijv onschadelijke
pleziertjes)
2 Goed door de gevolgen (medicijnen)
3 Combinatie van 1 en 2 (gezond zijn)
Moreel gedrag?
Reactie Glaucon:
Moraal is zeker nummer twee want:
- Het is goed om immoreel te zijn (vgl T)
- Het is slecht om slachtoffer van
onrechtvaardigheid te zijn
- Het nadeel van lijden door onrecht is
groter dan het voordeel van immoreel
handelen.
Conclusie
We maken wetten als midden tussen het
beste (immoreel handelen) en het ergste
(onrechtvaardig behandeld worden). Dit is
de aard van de moraal.
Socrates’ vergelijking: stad en ziel
- Heersers
- Wachters
- Arbeiders
- Rede
- Vurigheid
- Begeerte
- Wijsheid
- Moed
- Matiging
Deugd is een goede conditie van de ziel
Het resultaat van deugd is rechtvaardigheid
Conclusie
Waarom zou ik moreel zijn?
=
Waarom zou ik gezond zijn?
Aanname van Plato: elke handeling wordt gedaan
uit eigenbelang
Moreel gedrag is in het belang van het individu dus
iedereen die niet moreel handelt doet dit uit
onwetendheid