20 Eksters vormen geen bedreiging voor zangvogels Insecten zijn de voornaamste voedselbron van eksters. Deze maken, afhankelijk van het aanbod aan slakken, zaden en muizen, 70 tot 90% van het menu uit.Vogels en eieren vormen maar een klein onderdeel van het voedselpakket en dan nog alleen in het broedseizoen. In hun broedtijd kunnen eksters volwassen vogels als vinken, mussen, merels, lijsters en spreeuwen vangen. Ook de uitgevlogen jongen van deze soorten, maar ook de grotere jongen van fazanten en patrijzen worden gepakt. Nesten met eieren worden leeggehaald. Deze extra dierlijke eiwitten zijn nodig om jonge eksters goed te kunnen laten groeien. Na het broedseizoen richt de ekster zich weer op ander voedsel. Uit onderzoek blijkt, dat de meeste zangvogels in een ekstergebied hun jongen veilig kunnen grootbrengen. Eksters plunderen vooral legsels en broedsels van vogels die hun nest niet goed bewaken of op een gemakkelijk bereikbare plaats uitzoeken. Zwakke, uitgevlogen jongen vallen eerder aan de ekster ten prooi dan handige vogeltjes.Vogels die hun eieren of jongen verloren hebben, gaan vaak aan de tweede leg. Hier kijkt de ekster niet meer naar om. Twentse Vogelwerkgroep, p/a Bert Hoitzing. E-mail [email protected], website www.vwg.nl. Vogelbescherming Nederland, website www.vogelbescherming.nl. Leer de ekster beter kennen Eksters zijn slimme vogels met een nieuwsgierig gedrag. Ze eten alles wat ze kunnen vinden; vooral insecten, zaden, aas en afval. In het broedseizoen vullen ze hun menu aan met vogeleieren en -jongen. Hierdoor hebben eksters de reputatie van brutale eierrovers, die de zangvogels bedreigen. Hun schetterende geluid versterkt dit negatieve imago. Toch klopt dat beeld niet en daarom is het goed om meer van de ekster te weten. Hoe ziet de ekster eruit? De ekster heeft een opvallend zwart-met-wit verenkleed en een lange staart. De veren vertonen een diepe paarse, rode of blauwe weerschijn. Er is uiterlijk geen verschil tussen mannetjes en vrouwtjes. De manier van bewegen is opvallend. Een ekster hipt niet, maar stapt rond. Daardoor ziet hij er parmantig uit. Zijn vlucht is minder elegant, een beetje fladderend. Gemeente Hengelo Centrum voor Natuur- en Milieu Communicatie Van Alphenstraat 25-27 7556 JT Hengelo E-mail: [email protected] Telefoon: (074) 245 9468 Eksterpaar. Foto: Harry de Jong. N a t uu r in H eng elo Meer weten? De ekster hoort erbij Zwerfeksters en vaste eksters Tot hun derde jaar trekken eksters in jeugdgroepen rond. Die tijd is een harde leerschool voor later. Daarna vormen eksters paren. Het paartje bakent een gebied af en bouwt een nieuw nest, of bezet een bestaand nest. Het nest is rommelig, rond, opgebouwd van takken. Binnenin is het bekleed met planten en aarde. De hoeveelheid voedsel en nestgelegenheid bepalen hoeveel eksterparen er in een gebied kunnen leven. Er is altijd een maximum: ongebreidelde groei van eksters bestaat niet. Als er een mannetje of vrouwtje wegvalt, vullen zwerfeksters de vrijgekomen plek op; om deze reden heeft verjagen of bejagen van eksters geen zin. Zonodig krijgen ze extra jongen. Zo houdt de eksterstand zichzelf in evenwicht. Alleseter Eksters kunnen bijna overal leven. Je ziet ze in tuinen, parken en natuurlijk in bosjes, akkers en weiden. Ze weten overal hun kostje bijeen te scharrelen. Het liefst eten ze larven, insecten of wormen. In de winter gaan ze over op vruchten en zaden. Ook doen ze zich te goed aan aas en afval. Als ze zelf jongen hebben, pakken ze ook eieren en jongen van vogels. In de volksmond staan ze erom bekend dat ze glimmende voorwerpen ‘stelen’ en naar hun nest brengen. Dit gedrag komt voort uit hun onverzadigbare nieuwsgierigheid om alles te onderzoeken en zo nodig onder bladeren voor later gebruik te begraven. De eikelekster of vlaamse gaai De vlaamse gaai is een neefje van de ekster en vertoont hetzelfde gedrag ten opzichte van zangvogels. Ook de vlaamse gaai valt niet met een andere vogel te verwarren. De hoofdkleur is bruinroze, met zwart op de onderrug en staart. Opvallend zijn de witte stuit en blauwe vleugelveren. Hij heeft een zwarte snor en op zijn kop zit een gestreepte kuif. Er is geen verschil tussen het mannetje en het vrouwtje. De vlaamse gaai is schuwer dan de ekster, vandaar dat je hem vaker hoort dan ziet. Hij vliegt in een golvende beweging; zijn witte stuit valt dan goed op. Tegen indringers gaat hij tekeer foto: Geert Aaldering met een schril en kijvend geluid. Hij kan ook goed andere vogels imiteren, bijvoorbeeld een merel, koolmees of buizerd. Zelfs een geit of hondenfluitje kan hij goed nadoen. Hippend op de grond zoekt hij naar insecten, slakken, eikels en zaden. Als wintervoer legt hij een voorraadje eikels, beukennoten, vruchten en bessen aan. De vlaamse gaai vangt in de broedtijd soms kleine zoogdieren of hij rooft de eieren en jongen van andere vogels. Voor hun bestaan zijn vlaamse gaaien sterk van bomen afhankelijk, vooral van de eik. Ze zijn verzot op eikels, die ze verzamelen en tussen afgevallen bladeren verstoppen. Vergeten eikels groeien uit tot bomen.Vandaar dat de vlaamse gaai als de ‘bosbouwer’ onder de vogels bekend staat. In sommige streken heet hij eikelekster. Vlaamse gaai. Foto Art Wittinger. Voedselketen Een zangvogel eet een insect, een ekster of vlaamse gaai verschalkt een zangvogel en een havik grijpt een ekster of gaai. Zo werkt de voedselketen. Diersoorten sterven niet uit omdat ze door andere dieren gegeten worden. Als het aantal prooidieren afneemt, hebben ook de rovers minder voedsel en dus minder overlevingskansen. Hetzelfde geldt omgekeerd. Zo stelt het evenwicht zich steeds op natuurlijke wijze in. Wanneer het aantal zangvogels afneemt, ligt dat niet aan eksters of vlaamse gaaien, maar aan veranderingen in de leefomgeving. Groen is leven Aan de aanwezigheid van eksters of vlaamse gaaien is af te lezen hoe het opgaand groen in de buurt is opgebouwd. Als er eksters en gaaien bij het huis leven, is dat een goed teken: het betekent dat het groen in de omgeving gevarieerd genoeg is en daar profiteren ook andere vogels van. De gemeente probeert het openbaar groen waar dat kan te versterken. Bewoners kunnen zelf iets voor vogels betekenen door bomen of struiken in de tuin te planten.