Dienstbaarheid (diakonia, ministerie, ) volgens Calvijn Aan de hand van Matteus 25 spreken we over de diaconie: Uit de gelijkenis/parabel over het laatste oordeel uit Matteus 25: 31 ev., over het scheiden van de schapen en de bokken, hebben wij de 6/7 werken van barmhartigheid ontleend: De hongerigen spijzen, De dorstigen laven, De naakten kleden, De vreemdelingen herbergen, De zieken verzorgen, De gevangenen bezoeken, (De doden begraven). Wanneer je dat (al dan niet bewust) gedaan hebt zegt de koning dan: - alles wat jullie gedaan hebben voor één van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters (dus zonder bijbedoelingen), dat hebben jullie voor mij gedaan. Uit de Institutie (Calvijn): Paulus zegt dat hij en andere Joden, wetend dat de mens door de werken der Wet niet gerechtvaardigd wordt, in Jezus Christus geloofden. Als verklaring voegt hij daaraan toe dat zij dat niet deden om door het geloof in Christus geholpen te worden de gerechtigheid te vervullen, maar om door het geloof gerechtvaardigd te worden, en niet door werken. Dus rechtvaardiging door het geloof, niet door goede werken (werken van barmhartigheid). Welke oorzaak verleent de aangenaamheid aan de werken? Drieledig 1.God ziet voorbij aan de werken van zijn dienaren, die altijd meer smaad dan lof verdienen, dat Hij hen met zich verzoent alleen door tussenkomst van het geloof en zonder bijdrage van de werken, 2. God bewijst de werken ongeacht hun waardigheid, in Zijn vaderlijke goedheid, de grote eer er enige waarde aan te hechten, 3. Hij aanvaardt ze in vergeving zonder ze de onvolmaaktheid toe te rekenen waardoor ze allemaal bezoedeld zijn en waardoor ze anders meer als zonden dan als deugden aangemerkt zouden moeten worden. Weg dus met die ongegronde en ingebeelde gedachte van de verdiensten, nu God zo duidelijk laat zien dat het Zijn onverdiende goedgunstigheid is! In die tijd, eerste helft 16e eeuw, was er veel verzet tegen de praktijk van de aflaten. Bijvoorbeeld in Traité des reliques bekritiseerde Calvijn de verering van relikwieën, een wijdverbreid fenomeen waaraan niet slechts ‘onbeschaafden, zwakzinnigen en eenvoudige vrouwtjes’ zich overgeven. Het leidt tot afgoderij omdat Jezus Christus de eer wordt onthouden. Stephanus wordt gezien als de eerste diaken (beschermheilige), Handelingen 6: zeven mannen worden uitgekozen, waaronder Stephanus, om de maaltijden te verzorgen, terwijl de apostelen: Maar wij zullen volharden in het gebed, en in de bediening des Woords. Het woord diaken komt maar twee keer voor in het Evangelie: 1 Timoteus 3 8 Ook een diaken moet zich waardig gedragen. Hij moet oprecht zijn, mag niet overmatig veel wijn drinken en niet hebzuchtig zijn; 12 Een diaken mag maar één vrouw hebben en moet goed leiding geven aan zijn kinderen en zijn huisgenoten. Passend binnen het beleidsplan van de gemeente wordt verondersteld dat het College van Diakenen indachtig het bovenstaande haar beleid vorm geeft.