Wat natuur voor je doet… Wandelend in een bos doe je bewust en onbewust veel indrukken op. Je hoort vogels in verschillende tonen tjilpen, kwinkeleren, roepen, echoën, kleine beestjes in de struiken hoor je ritselen, je ruikt bloeiende bloemen en bomen, hoort het ruisen van de wind in de takken, het geknerp onder je voeten van dode bladeren en takken die breken, je voelt de vochtige atmosfeer onder een dik bladerdak, in de nabijheid van varens en poelen, de frisse lucht in het open veld en ziet de kleuren van wilde bloemen, wintergroene rododendrons, het helle groen van sterrenmos, de zachte bloemetjes van het dalkruid. Je hoort en ruikt een kabbelende heldere beek, ziet de salamanders erin waden, de beekjuffers erboven helikopteren. Natuur doet je goed, je herademt, voelt rust over je komen, raakt de druk van alledag kwijt. Je herkent de seizoenen om je heen die je weer even laten voelen waar in het jaar je ook al weer bent als je dagen aan het werk bent geweest in een kantooromgeving achter je computer. Natuur geeft… en hoeft er niets voor terug. Vráágt er niets voor terug. Het is een gulle gastvrouw die je altijd weer welkom heet en je verlost van een te zware jas, muizenissen in je hoofd, een benauwd gevoel. Die je weer naar huis stuurt met een opgeladen accu, nieuwsgierig makende geuren in je neus, een lekker los lijf, herinneringen aan je jeugd, tintelende wangen, een toevallige mooie steen in je jaszak. Dit is natuurbeleving. Die staat niet in beleidsnotities. Daar staan aantallen in, en waarden die in stand gehouden moeten worden, en waar dan precies en waarom niet. Daarin vind je niet de koekoek op je wandeling, die je nog kent van vroeger, toen je telde hoe vaak hij het volhoudt, dat gekoekoek, en je naar hem terugriep in de verwachting dat je antwoord kreeg. In een visie Buitengebied staat niet hoe vol je neus moet zijn van een wandeling door een weiland. Terwijl het verschil is dat je er ruggelings in zou willen liggen en erin zou willen verdrinken, in dat zoete, dat kruidige, dat zoemende stukje land. Zo’n weiland moet daarvoor ‘bloemrijk grasland’ gaan heten, willen die bloemen er weer komen, terwijl ze altijd deel geweest zijn van wat koeien eten in Nederlandse weiden. Maar vind zo’n weiland nog maar eens! Door te veel mest verdwijnen deze bloemen, met daarbij de bijen en de hommels en dus ook de weidevogels. Maar daarvoor is beleid nodig, om dat terug te draaien. Een beleidstekst zegt mensen niets! Wat er verdwenen is, lieve mensen, is die heerlijk zoete geur, die zweem in je neus, de herkenning van tientallen bloemengeuren, het warme tijdloos liggen op je rug, het zwierende roepen van vogels boven je hoofd! Het is de beleving van natuur die eruit verdwenen is. Dat is wat we onszelf ontzeggen als we de natuur laten verschralen, laten versnipperen door woningen en bedrijven, weggeven aan economische activiteiten. Dat gulle, dat rijke waar we onszelf zo mee kunnen opladen, dat geven we weg. In een stuk bos waar de beestjes en vogels uit zijn vertrokken is het akelig stil, dat voel je, er mist iets. Van een weiland waar de insecten en vogels niet meer komen hoor je niets. Daar wuift niets, daar kleurt en geurt niets. Daar kwinkeleert niets, daar tjilpt niets, daar zoemt niets. Dát willen we toch? Die rijke, volle natuur? Voor nu, voor later? Verdikke, dan moeten we er meer voor willen doen om die te behouden of terug te brengen! Namiro maakt zich, net als haar collega natuurbeschermers, sterk voor dit doel. Misschien moeten beleidsmakers weer meer natuurbelevers worden, die met hun neus en ogen en oren bepalen wat ons landschap nodig heeft. Wat wíj allemaal nodig hebben!